De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 11 juni pagina 5

11 juni 1921 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

11 '21. No. 2294 DE .AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND mr' DeJ Bloemen van Yedo (Tokio) heeljde blanke bruidschat vatr de i ?* Heil'ge Maagd Ligtj[als3 een dichte bloesemsluier over 't oude park", Het nieuws gaat als een loopend vuur Ze bloeien". In Tokio is het, behalve in alle tuinen behalve aan den achterkant van kleine, oude grachtjes, behalve tegen de berghellingen langs de buitens der rijken, vooral in Ueno park, dat de bloesems bloeien. En als het zoover is gaat 't nieuws van mond tot mond, de couranten adverteeren het, en op de hoeken der straten wordt het aangeplakt : De wilde kers bloeit in Ueno park", Dan is het 's avonds in de kleine kamers, rond de, hibatshi (de vuurpot) een vurig, parlementeeren. Allen willen naar Ueno park allen vooruit, allen genieten van de glorie die ze toch zoo goed kennen. De meisjes, met mollige gebaartjes, rakelen met de vuurstokjes de houtskool wat op. Wat zien ze in die vuurdiepten? Veel te droomen valt er niet voor een Japansch meisje. Liefde, die droom der droomen kent ze niet. Ze kent trouw en onderwerping, toewijding n ijdelheid ---- Ja, ijdelheid kent ze. Zeker zoolang ze jong is. We hebben een klein buurmeisje een meisje van 18 jaar die een garderobe heeft van ongeveer 40 kimono's. Haar leven, nu ?e van school is, waar ze, zboals ze zegt, de heerlijkste tijd gehad heeft, een tijd, zooals ze nooit meer krijgen zal, is een leven van ijdelheid en vreemd plezier. Uren verdoet ze voor den spiegel en het is een quaestie van to be or not to be" voor haar, of ze haar schildpad kam met gouden rand of haar zilveren kam met bloedkoralen vogel, of ze haar ivoren spelden waarin Inara gesneden staat of haar gouden speld met de simpelen gouden bal in 't haar zal doen. In haar dressing box liggen de Koshi rnaki en de suso yoke, kleine voorschootjes van het fijnste linnen, die onder het hemd om de taille gedragen worden. Ze zijn op zichzelf wonderen van fijn weefsel met een enkelen vogel, een bloem of een vrucht als eenig versiersel. Maar O, Uz San moet lang wikken en wegen, want een suso yoke of een koshi maki dat niet zou strooken met haar humeur, i; er grooter misstap denkbaar? Dan de vier kimono's hoe moeilijk is het, ze zóte kiezen, dat bij 't loopen of bij het bewegen van den arm een kleurengedicht verkregen wordt, wel sprekender dan de schoonste uta" (gedicht). Zelfs de shita jime, het smalle ceintuurtje wat alles bij elkaar houdt en waarvan niets te zien komt, omdat het onder de obi" verdwijnt, is een zorgelijke keus waard. De obi" zelf de breede ceintuur, het voornaamste van het heele toilet als ,,O Uzti San" daaraan toe is, zucht ze van inspanning, itf zeg u, O Uzu Sans' leven is vol vreemde pret en vol ijdelheid. Ze speelt de koto" (een soort harp) de samusen (een soort banjo), ze borduurt, ze lacht en ze kleedt zich. Wat zou O Uzu San en haar vriendinnen in den vuurgloed zien? Misschien reeds de blanke bloesempracht van Ueno? Of denkt ze terug aan dien dag, een paar weken geleden, op den 3den Maart, toen ze, bij het groote meisjesfeest in het Ueno park, zooveel bewonderende blikken opving, die zeker niet minder haar gullen lach dan haar wondermooie kimono golden ? Fijn was het feest van de kleine meisjes en O Uzu San is door de stad gegaan, precies als jaren te voren, om naar de winkels vol poppen te zien. Ze heeft daar, als alle jaren, heel het Japansche leven weergegeven ge vonden en ze vond het verschil niet zoo groot, tusschen de poppen en de menschen. Was het, omdat de poppen zoo natuurgetrouw zijn, of zijn de menschen als poppen? Uren heeft ze gestaan voor dien grooten winkel waar heel de hofhouding van den Keizer afgebeeld stond. . . . Wat droomde ze? Wat droomt ze nu, nu ze de vuurstokjes langzaam heen en weer beweegt? Droomt ze van een paleis achter de hooge steenen wallen? Droomt ze van auto's en glorie of droomt ze alleen van den reinen 3 Maart. Het meisjesfeest in Ueno Park (Tokio) Illustratie bij De bloemen van Yedo" bloementooi in Uenopark? Haar broers discuteeren den tocht. Met de tram is niet prettig Met een auto misschien De vuurstokjes vallen uit haar hand en ze laat blij Hai-Hai!" hooren. Maar als dan de oudste broer zegt: Ssst", dan weet ze al, dat ze te veel gezegd heeft. Ze is maar een meisje en heeft geen stem in het kapittel. En dan even vlamt er in haar groote oogen, in die oogen die me opeens herinneren aan de herten van Nara, iets, iets dat me doet denken, dat zelfs bij O Uzu San, de natuur sterker is dan de leer. Daar was iets van: Wacht maar!" en ik vraag me af, wat ook dat weer te beduiden heeft. Waar dreigt ze mee? Ziet ze in de verte vrijheid?" Maar dan Ik beef voor O Uzu San, want er is voor de Japansche vrouw maar n vrijheid en dat, ach arme, js de vrijheid van de geisha. O Uzu San ! Wat straalde daar in je oogen? Heb je te veel gekeken naar de schoone poppenkraatn in de Nihon bashi buurt? Heb je die groote auto bewonderd, waar die schoone geisha in zat, en heb je ge dacht, dat je minstens even mooi bent als zij en heb je gekozen, O Uzu San? We hebben den laatstenkop thee gedronken. We zijn gereed voor het afscheid Opeens gaat een sirene angstig, grillig, kort. O Kaji! O Kaji! (Brand, Brand). En O Uzu San zegt: Kaji wa Yedo no hana des ne!" Branden zijn de bloemen van Yedo". Ze schuift het raam met de kleine papieren ruitjes op zij, en daar bloeien ze, hemel hoog op, de bloemen van Yedo. Ze bloeien op uit het sombere fluweelen dal, ze tèekenen als reuzen amarilla's hun lekkende bloem bladen tegen den nachthemel. Ze bloeien welig en wreed als de bloemen van para sieten, schoon en sterk en onverschillig om wat ze vernielen. O Uzu San heeft een klein bevend handje op mijn arm gelegd. Yedo no hana des ne." (De bloemen van Tokio), en ik denk aan haarzelf, aan de kleine O Shaku en aan Uenopark aan pruim- en kersebloesem ??aan de bloemen die daar in den verren nacht bloeien.... en o, ik weet niet of O Uzu San niet na eraan toe is, op de laatste te gaan lijken... Ik zeg: dat daar zijn slechte bloemen," maar ze schudt haar kopje: Ju, Ju, kirei des ne!" (Neen, neen, ze zijn mooi). Ze zijn vrij en bloeien waar ze willen" en in haar laatste woorden ligt die onoverwin nelijke drang naar vrijheid die wij vrouwen van het Westen niet meer kennen, omdat we vrij zijn. In de verte bloeien, hooger en hooger de helsch-schoone bloemen van Yedo.. diaman ten fonteinen trachten haar bloei te belem meren, maar ze tieren en joelen daar boven in de lucht, ze dansen een sarabande om de stammen der winterboom.cn en doen hun groot werk van destructie in volmaakte schoonheid. Dan gaan we door den avond naar huis. Onze weg gaat langs oude buitens, waar mysterieuse dennen zwijgend staan. Waar een ranke bamboe scheut opeens de maan in tweeen deelt, als groeide hij daarboven. Door den nacht roept de eeuwige blinde shampooer: Amma Kamishimo, san byaku mon", en dit is Japan het Japan van de oude prenten ??de den, de bamboe, de maan, een oude muur en de shampooer.... en aan den anderen kant van het scherm, de O'shaku, de bloesems en de branden. ELLEN FOREST Babbeltjes OVER VRIENDSCHAP. De practisch redeneerende Amerikaan wil, dat alle levensbewegen om hem heen....als op rolletjes gaat. Hort het ergens, welnu hij zal pogen, in wijze bedenking, een middel te vinden, dat de zaak in orde brengt while you wait". Een zijner laatste redeneeringen is : een vriend hebt ge noodig in het leven Wat zeg ik? Vrienden heb je noodig. Net zooals je b.y. ham met spiegeleieren, een bad, en optimisme noodig hebt, om dage lijks kwiek en fiks naar je werk te gaan. Redeneer me den vriend niet weg. Er komen tijden, waarop je een betrouwbaren schouder naast je noodig hebt. Schaf je dien bijtijds aan. Precies zooals een boer 's zomers oogst, om voorzien te zijn, tegen dat de koude komt." Zooals gezegd, de Amerikaan pakt de zaken verstandig aan, en z'n nieuwste practische zet is een instituut in Connecticut, waar o.a. in 't kort onderricht gegeven wordt in de regelen van het ,.vriendschappelijk verkeer". Dit college for mental culture", is iets, waar de Amerikaan zich gansch niet voor schaamt. Mijn vrouw gaat wel naar een schoqnheidsinstituut" redeneert hij, want zij wil mooie nageltjes en mooie haren hebben, die 't leven veraangenamen. Ik, met m'n drukke zaken heb geen tijd, om m'n karakter te polijsten, en edelaardige waarheden. 0$ te delven. Die laat ik me dus zoo twee maal per week bij brengen, want ze veraangenamen k 't leven." Zie hier dan eenige van de kostbare voor schriften, welke den Amerikaan, die vrienden wil maken, ongetwijfeld als 'n zeer gezonde wijsheid worden meegedeeld. Nadenkende zou hij zelf deze waarheden wel ontdekken, roept ge uit. Maar welke Amerikaan, die weet, dat tijd geld is gebruikt dien tijd om over zijn persoonlijke emoties te philosopheeren ? Een man, die vrienden verlangt te hebben, moet zich zelf een vriend toonen", van dat groote, oude woord gaan de houders der lezingen uit. En zij houden zich verder aan de volgende overtuigingen: Waardeer kleine vriendelijkheden. Een zeer groot aantal personen, zijn niet in staat kleine vriendelijkheden gewaar te worden, ook al staan zij er met hun neus op. En het is zoo buitengewoon moeielijk, vriend schappelijk gezind te blijven, wanneer onze kleine vriendelijkheden genegeerd worden." Verbeeld u niet, dat vriendschap u het recht geef t, onaangename dingen tot een vriend te zeggen, zonder te probeeren, dat onaan gename in aangename termen te vervatten. Er is bijna niets, wat gij niet kunt zeggen, als ge maar den tact, de handigheid hebt, om het te zeggen, zonder te kwetsen." Denk niet, dat ge volstaan kunt met te zijn een vriend in nood", en u verder nooit of nimmer te laten gelden. Iemand kan met veel ophef verklaren, dat hij voor zijn makker door het vuur zou gaan zijn leven voor hem zou geven etc , en later toch bemerken, dat, als het er op aan komt, en zijn vriend in verdriet zit, deze vriend zich wendde tot een anderen kameraad, die niet met vuur en leven" schermde, maar gestadig en in kleinigheden zijn vriendschap bewees, en die nu... de trooster, de helper mag zijn, in het groote leed." Neem als uw stelregel aan, dat ge men schen, met wie ge gaarne in vriendschap verkeert, ook doet voelen, dat ge gaarne bij hen bent, en dat, wat hen interesseert, ook belang inboezemt. Deze ste'regel zal u tevens genezen, van het overdreven vriendelijk zijn tegenover menschen", die u au fond koud laten, maar tegenover wie ge beminnelijk zijt, omdat ge gaarne aardig gevonden wordt. Dergelijke kennissen worden u per slot van rekening toch tot een looden last. Bedenk echter ook, dat het vriendschap pelijk gedragen jegens iemand, wiens vriend schap ge op prijs zoudt stellen, zeer vér verwijderd is van u zelf .,lastig op te drin gen, en als een klis te hangen aan iemand, die niet aangehangen" wil wezen". Ook dit recept nog: Wees oprecht in uwe sympathieën aangaande vreugden, en be langen, en smarten. Begin niet met te veronderstellen, dat men uwe bedoeling in dezen onderschatten of negeeren zal. Kultiveer een milde redelijkheid en laat u niet uit 't veld slaan door kleine eigenaardigheden, want iedereen in deze wereld houdt er die op na". Nietwaar? de Amerikaan bedrijft zijn vriendschaps-studie wat nuchter, maar hij doet het goed, en de oude wereld kan zich nog wel heel eventjes stichten door eenige van de formules, voornoemd, na te lezen. In den hall van 't fleurig instituut, dat z'n vriendelijke wijsheden zoo plaesant be knopt levert, dat het bijna doet denken aan.. een automaat, dre na ontvangst van een zilverstukje" iets smakelijks in 't laadje werpt, prijkt een zinspreuk, waarmee we triomfantelijk besluiten; Hij, die voorko mendheid zaait, oogst vriendschap; en hij die vriendschap zaait, vergaart zich liefde". YVONNE DE TESSAN IllllllllllllllllllllllltllllllUltlllt Moedercursussen Een zelfde verschijnsel zien wij vaak ge lijktijdig in verschillende landen opduiken. In Engeland werden eenigen tijd geleden scholen opgericht voor the mothers of te nation", in ons land organiseert de Vereeniging voor Opvoeding en Kinderverzorging moedercursussen. Wél is het leven van het meisje in de laatste vijftig jaren veranderd: toen was haar heele jeugd een voorbereiding tot en een afwachten van het huwelijk; nu leert zij van alles, behalve wat haar in het huwelijk te pas zal komen. Maar gelukkig heeft de slinger al weer op z'n uiterste punt gestaan en gaat langzaam terug. Om eindelijk in den evenwichtsstand te komen. Bovengenoemde vereeniging wil hygiëne en kinderverzorging onderwezen zien aan alle jonge meisjes: doch zij begint bij het begin, en wil eerst de moeders van voor lichting dienen, die er om vragen, en de jonge meisjes, die er behoefte aan gevoelen. Zoo zijn dezen winter dan te Amsterdam de eerste cursussen gegeven in de verschil lende afdeelingen van Ons Huis. Cursussen in lichamelijke kinderverzorging werden reeds dikwijls gegeven door ver schillende vereenigingen; het nut er van betoogen zou zijn een open deur intrappen. Steeds meer moeders vragen er om, en voor onze jonge vrouwelijke doktoren is hier dankbaar werk. Iets nieuws geven de cursussen, die minder gelukkig genoemd zijn cursussen in geestelijke verzorging, doch nu meer terecht opvoedkundecursussen genoemd worden. Het nut hiervan zal zeer zeker door velen betwist worden. Opvoedkunde is nu eenmaal een vak waar ontzettend in gebeunhaasd wordt, O Uzu Jian (o Shaku) op weg naar Ueno voor de Jómmi no Sekku (het meisjesfeest) Illustratie bij De bloemen van Yedo". en dat dientengevolge in geen'goede'reuk staat. Zullen deze lessen aan haar doel be antwoorden, dan moeten zij zijn eenvoudig, maar vooral niet oppervlakkig. Heel mooi werk is hier te doen voor menige ontwik kelde vrouw, die zich, doordat zij kinderen heeft, er toe aangetrokken voelt, een diepere studie van het kind in het algemeen te maken, en deze kennis, getoetst aan eigen ervaring, aan anderen mee te deelen. (Een cursus voor leerares in kinderverzorging wordt gegeven in de Nieuwe Huishoudschool in de Gabriël Metsustraat). Drie feestavonden werden door de afdeeling Amsterdam van meergenoemde vereeniging in verschillende hoeken van de stad georganiseerd, allereerst voor de cursisten, maar ook als propaganda. Tevens was er een kleine ten toonstelling aan verbonden, waar eenvoudig werk, door de cursisten gemaakt, was uitge stald, met kinderwerk van eenige voorbe reidende scholen. Wij zagen daar al die een voudige knutselwerkjes van behangselpapier of plakrondjes, die poppetjes van wol, zooals Mevr. Hille?Gaerthe ze ons leerde in het kabouterhuis, die serviesjes van klei; altemaal dingen, zooals onze kleintjes zoo graag maken, en waarvan het voor de moeders zoo heerlijk is, als zij ze voor kunnen doen; als het kind gezond is en zelf weet te spelen nog niet zoo als wanneer het ziek en hangerig is. Natuurlijk kan deze tentoonstelling niet weergeven het heele werk, door de vereeni ging gedaan; integendeel, het is er maar een klein onderdeel van, daar de opvoedkundelessen gegaan zijn tot twaalf jaar. Het waren echt feestelijke avonden: een spreekster zette het doel der vereeniging uiteen, er was zang en declamatie, en in de pauze werd handig envlug thee gepresenteerd. Veel nieuwe leden gaven zich op, en vele cursisten lieten zich inschrijven; zelfs waren er eenige van de oudere garde, die vroegen om een vervolgcursus. Wel een teeken, hoe het werk van deze vereeniging gewaardeerd wordt. Het bestuur, onder leiding van Mevr. de Bussy?Kruysse kan dan ook met vol doening op het eerste levensjaar van de ver eeniging terugzien. J. RFEMENS?REURSLAG IMIIIItllHIIIIIIUIIIIIIIIIHIIIIIIIIItllllllllllllIllllllllllIllllllllllllllllltllllllllllllllllllllH IIIIIMIttlllllllllll DWERGSTERNTJE De lange zomerdagen op de eindelooze schelpenstranden langs de blauwe zee. Uren en uren daar rond te dolen, over rul zand, grillig aanspoelsel, knarsende schelpen. Hier en daar staat een strandpaal, soms ongenaakbaar door een cirkel van drijfzand. Ver achter ons de duinen van ons eiland, ver voor ons duinen en een vuurtoren aan den anderen kant van het zeegat, alles luchtig zwevend boven de spiegelvlakte van het fata morgana. De felle zon in den wolkenloozen hemel lijkt het witte zand te verpoederen en er hangt een mat waas over het uitspansel. Maar ook de lust en de veerkracht en het avontuur van de zee ligt over alles heen en wij voelen, dat wij nergens beter kunnen zijn dan aan de zeegaten voor Hollands bergen. Wij waardeeren het statig woud, het stille meer, den blanken stroom, de malsche wei en alles wat er verder te waar deeren valt in ons lieve kleine landje, maar wij leven het liefst aan de vrije stranden, de indruk wekkende ruimten van strijd, van groei, van ondergang. In den zomer krijgen wij van ondergang slechts weinig te aanschouwen, maar wel van groei en vrede. Een enkele maal teistert een Juni-springvloed geholpen door een Noord wester het lage eiland of het vlakke strand, maar dat gebeurt nooit drie jaar achtereen. ItllflIIIIMIMIItllllllllllllllllllllllllllllllltltllllllltlllllllllll Illlllllllllllllll GENÈVE. Hotel de la Paix Prachtige ligging a/d oever v/h meer. Nieuwe Eigenaars. Integendeel, het lijkt wel of de zee in den zomer wat terug wijkt, het zoete water uit het duin doet ver van de heuvels zijn invloed gevoelen en er ontkiemen op het strand eenige soorten van planten, cue het stuivend zand vast houden en zoo een begin maken voor nieuwe duinvor ming. Een paar gunstige zomers kunnen breede strooken toevoegen aan den beveiligden bodem van Nederland, kunnen barre woestenij doen verkeeren in een beerlijken bloementuin en dat alles zonder dat wij er een hand voor behoeven uit te steken. Het besef van deze en dergelijke dingen geeft stemming aan de strandwandeüng, een stemming, die ge in Scheveningen of Zandvoort niet zult gevoelen, maar wel op Vliehors, Noordvaarder, Boschplaat, Texelhors, Slufter, de Beer of de stran den van Voorne, sportterreinen van Neder land, gelijkwaardig met hi't hooggebergte. Wij zetten onze wandeling voort. Daar hooren we door het geruisch van de zee heen scherpe, scheurende, driftige geluidjes. Als we omhoog kijken zien we in het eerst niets, het schijnen onbelichaamde stemmen uit de vaalblauwe lucht. Maar nu scheert er iets wits, dat houdt even stil en wordt nu een klein vogeltje dat klapwiekend, biddend," even voor ons blijft zweven in de lucht en dan met een vlugge wending opeens verdwe nen is. En nu komen er nog meer en telkens verschijnen en verdwijnen ze alsof ze uit niets ontstonden en weer tot niets zouden vergaan. Alleen het gekrijsch blijft voortdurend. De zon en de lucht, de kleuren en tinten van die vogeltjes en de gevoeligheid onzer oogen spe len hier een merkwaardig spelletje van schijn en wezen. De vogeltjes zijn anders reëel genoeg. We TRIPLE SEC. GOMBIER" Importépar SCHMITZ & Co.,Utrecht MM: lllllllllllllllllflllllllllllllllllllllll Dwergstcnitje broedend op schelpenstrand, (Foto Red. Brothers.) noemen ze dwergsterntjes maar de Texelaar beschikt over een veel mooieren naam en spreekt van blauwwaterstar, de klemtoon op de tweede lettergreep. Ook hoor je op de eilanden wel spreken van starreklikkie, klikstins, maar ik houd toch het meest van blauwwaterstoartje" zooals de kinderen zeggen. Ge zoudt licht denken dat het blauwe water doelt op de zee en ik voor mij heb die gedachte altijd, maar eigenlijk zit het zoo, dat er op Texel nog een ander sterntje voorkomt, dat blauwstar" heet, en dat is ons gewoon zwarte vischdiefje, dat meer in het binnenland leeft en dat inderdaad meer blauw dan zwart mag heeten. Dat is dan, om zoo te zeggen de blauwlandstar." Met de blauwigheid van ons dwcrgsterntje loopt het zoo'n vaart niet, alleen de rugveeren en de bovcnvleugel-dekveeren zijn blauw achtig grijs, een tint die nog al aardig over eenkomt met slibbig zeezand. Als we het diertje nader bezien blijken we weer te doen te heb ben met een schelpenvogeltje. Het witte voor hoofd is net een schelpenscherfje en keel en borst krijgen door de zwarte omlijsting van teugel en nek ook iets schelpachtigs en daar door is het rustende of broedende vogeltje op het strand al even moeilijk te zien als het vliegende vogeltje in de lucht. Dit geldt voor al voor zonnig weer ; menigmaal heb ik troe pen visschende blauwwaterstartjes alleen kunnen ontdekken door hun gekrijsch en door het opspatten van het water als zij neerscho ten op hun prooi. Ze visschen bij voorkeur vlak langs het strand in de eerste golf en het liefst bij vloed, wanneer het gedierte, dat zich bij eb in het zand had verscholen weer te voorschijn komt of wanneer het kleine vischbroed hulpeloos met den stroom wordt meegevoerd. Ze vangen veel schaaldicrtjes maar ook veel vischjes ; op de broedplaats zie je ze meestal aankomen met zilveren buit. Er zijn in den regel drie eitjes in het nest, nog al stomp en klein, blauwgrijs met donker der vlekken en ook al weer heelemaal overtogen met de doffe matte blauwigheid van zomerlucht in felle zon. Soms, waar mijlen in het rond geen vogels te zien zijn, vindt ge een klus je van een half dozijn of zoo van die nestjes bij elkaar in zand en schelpen. Als de zomer op zijn eind loopt worden de visschende troepjes talrijker. De jongen zijn er bij gekomen, die hebben een vlekkigen rug en meer wit aan den kop en eerst in het volgend jaar zullen ze de zwarte streep krijgen, die het oog verbindt met den snavelhoek. In Septem ber zwerven ze ook langs de Zuiderzee en de groote rivieren, maar ten slotte zakken ze al krijschende en visschende toch af naar het Marrokkaansche strand of verder. Ze komen pas terug in Mei. Zij zijn bij uitstek de zomervogels van de schelpenstranden. J A C. P. T II I .] S S E IPADOX VARMOND LEVtST DE/VE.PLANCDINZECR K.ORTCN TUD ALLE HOUTCON./TRUCTIE/ AL./" LANDHUIZEN /CHOOLCEBOUWEN JACHTHUIZEN ZIEKENHUIZEN _ INLICHTINGEN OP AANVPAAC

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl