Historisch Archief 1877-1940
11
'21. No. 2294
DE .AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
mr'
DeJ Bloemen van Yedo (Tokio)
heeljde blanke bruidschat vatr de
i ?* Heil'ge Maagd
Ligtj[als3 een dichte bloesemsluier over 't
oude park",
Het nieuws gaat als een loopend vuur Ze
bloeien". In Tokio is het, behalve in alle
tuinen behalve aan den achterkant van
kleine, oude grachtjes, behalve tegen de
berghellingen langs de buitens der rijken,
vooral in Ueno park, dat de bloesems bloeien.
En als het zoover is gaat 't nieuws van
mond tot mond, de couranten adverteeren
het, en op de hoeken der straten wordt het
aangeplakt : De wilde kers bloeit in Ueno
park",
Dan is het 's avonds in de kleine kamers,
rond de, hibatshi (de vuurpot) een vurig,
parlementeeren. Allen willen naar Ueno park
allen vooruit, allen genieten van de glorie
die ze toch zoo goed kennen.
De meisjes, met mollige gebaartjes, rakelen
met de vuurstokjes de houtskool wat op.
Wat zien ze in die vuurdiepten? Veel te
droomen valt er niet voor een Japansch
meisje. Liefde, die droom der droomen kent
ze niet. Ze kent trouw en onderwerping,
toewijding n ijdelheid ---- Ja, ijdelheid kent
ze. Zeker zoolang ze jong is. We hebben een
klein buurmeisje een meisje van 18 jaar
die een garderobe heeft van ongeveer
40 kimono's.
Haar leven, nu ?e van school is, waar ze,
zboals ze zegt, de heerlijkste tijd gehad heeft,
een tijd, zooals ze nooit meer krijgen zal,
is een leven van ijdelheid en vreemd plezier.
Uren verdoet ze voor den spiegel en het is
een quaestie van to be or not to be" voor
haar, of ze haar schildpad kam met gouden
rand of haar zilveren kam met bloedkoralen
vogel, of ze haar ivoren spelden waarin Inara
gesneden staat of haar gouden speld met de
simpelen gouden bal in 't haar zal doen.
In haar dressing box liggen de Koshi rnaki
en de suso yoke, kleine voorschootjes van
het fijnste linnen, die onder het hemd om
de taille gedragen worden.
Ze zijn op zichzelf wonderen van fijn
weefsel met een enkelen vogel, een bloem of
een vrucht als eenig versiersel. Maar O, Uz
San moet lang wikken en wegen, want een
suso yoke of een koshi maki dat niet zou
strooken met haar humeur, i; er grooter
misstap denkbaar? Dan de vier kimono's
hoe moeilijk is het, ze zóte kiezen, dat
bij 't loopen of bij het bewegen van den arm
een kleurengedicht verkregen wordt, wel
sprekender dan de schoonste uta" (gedicht).
Zelfs de shita jime, het smalle ceintuurtje
wat alles bij elkaar houdt en waarvan niets
te zien komt, omdat het onder de obi"
verdwijnt, is een zorgelijke keus waard.
De obi" zelf de breede ceintuur, het
voornaamste van het heele toilet als
,,O Uzti San" daaraan toe is, zucht ze van
inspanning, itf zeg u, O Uzu Sans' leven is
vol vreemde pret en vol ijdelheid. Ze speelt
de koto" (een soort harp) de samusen (een
soort banjo), ze borduurt, ze lacht en ze
kleedt zich. Wat zou O Uzu San en haar
vriendinnen in den vuurgloed zien? Misschien
reeds de blanke bloesempracht van Ueno?
Of denkt ze terug aan dien dag, een paar
weken geleden, op den 3den Maart, toen ze,
bij het groote meisjesfeest in het Ueno park,
zooveel bewonderende blikken opving, die
zeker niet minder haar gullen lach dan haar
wondermooie kimono golden ?
Fijn was het feest van de kleine meisjes
en O Uzu San is door de stad gegaan, precies
als jaren te voren, om naar de winkels vol
poppen te zien. Ze heeft daar, als alle jaren,
heel het Japansche leven weergegeven ge
vonden en ze vond het verschil niet zoo
groot, tusschen de poppen en de menschen.
Was het, omdat de poppen zoo natuurgetrouw
zijn, of zijn de menschen als poppen?
Uren heeft ze gestaan voor dien grooten
winkel waar heel de hofhouding van den
Keizer afgebeeld stond. . . . Wat droomde ze?
Wat droomt ze nu, nu ze de vuurstokjes
langzaam heen en weer beweegt?
Droomt ze van een paleis achter de hooge
steenen wallen? Droomt ze van auto's en
glorie of droomt ze alleen van den reinen
3 Maart. Het meisjesfeest in Ueno Park (Tokio)
Illustratie bij De bloemen van Yedo"
bloementooi in Uenopark? Haar broers
discuteeren den tocht. Met de tram is niet
prettig Met een auto misschien De
vuurstokjes vallen uit haar hand en ze laat
blij Hai-Hai!" hooren. Maar als dan de
oudste broer zegt: Ssst", dan weet ze al,
dat ze te veel gezegd heeft. Ze is maar een
meisje en heeft geen stem in het kapittel.
En dan even vlamt er in haar groote oogen,
in die oogen die me opeens herinneren aan
de herten van Nara, iets, iets dat me doet
denken, dat zelfs bij O Uzu San, de natuur
sterker is dan de leer. Daar was iets van:
Wacht maar!" en ik vraag me af, wat ook
dat weer te beduiden heeft. Waar dreigt
ze mee? Ziet ze in de verte vrijheid?"
Maar dan Ik beef voor O Uzu San,
want er is voor de Japansche vrouw maar
n vrijheid en dat, ach arme, js de
vrijheid van de geisha.
O Uzu San ! Wat straalde daar in je oogen?
Heb je te veel gekeken naar de schoone
poppenkraatn in de Nihon bashi buurt?
Heb je die groote auto bewonderd, waar
die schoone geisha in zat, en heb je ge
dacht, dat je minstens even mooi bent als
zij en heb je gekozen, O Uzu San?
We hebben den laatstenkop thee gedronken.
We zijn gereed voor het afscheid Opeens
gaat een sirene angstig, grillig, kort.
O Kaji! O Kaji! (Brand, Brand).
En O Uzu San zegt: Kaji wa Yedo no
hana des ne!" Branden zijn de bloemen
van Yedo".
Ze schuift het raam met de kleine papieren
ruitjes op zij, en daar bloeien ze, hemel
hoog op, de bloemen van Yedo. Ze bloeien
op uit het sombere fluweelen dal, ze tèekenen
als reuzen amarilla's hun lekkende bloem
bladen tegen den nachthemel. Ze bloeien
welig en wreed als de bloemen van para
sieten, schoon en sterk en onverschillig om
wat ze vernielen. O Uzu San heeft een
klein bevend handje op mijn arm gelegd.
Yedo no hana des ne." (De bloemen van
Tokio), en ik denk aan haarzelf, aan de
kleine O Shaku en aan Uenopark aan
pruim- en kersebloesem ??aan de bloemen
die daar in den verren nacht bloeien.... en
o, ik weet niet of O Uzu San niet na
eraan toe is, op de laatste te gaan lijken...
Ik zeg: dat daar zijn slechte bloemen,"
maar ze schudt haar kopje: Ju, Ju, kirei
des ne!" (Neen, neen, ze zijn mooi). Ze
zijn vrij en bloeien waar ze willen" en
in haar laatste woorden ligt die onoverwin
nelijke drang naar vrijheid die wij vrouwen
van het Westen niet meer kennen, omdat
we vrij zijn.
In de verte bloeien, hooger en hooger de
helsch-schoone bloemen van Yedo.. diaman
ten fonteinen trachten haar bloei te belem
meren, maar ze tieren en joelen daar boven
in de lucht, ze dansen een sarabande om
de stammen der winterboom.cn en doen hun
groot werk van destructie in volmaakte
schoonheid.
Dan gaan we door den avond naar huis.
Onze weg gaat langs oude buitens, waar
mysterieuse dennen zwijgend staan. Waar
een ranke bamboe scheut opeens de maan
in tweeen deelt, als groeide hij daarboven.
Door den nacht roept de eeuwige blinde
shampooer: Amma Kamishimo, san byaku
mon", en dit is Japan het Japan van
de oude prenten ??de den, de bamboe, de
maan, een oude muur en de shampooer....
en aan den anderen kant van het scherm,
de O'shaku, de bloesems en de branden.
ELLEN FOREST
Babbeltjes
OVER VRIENDSCHAP.
De practisch redeneerende Amerikaan wil,
dat alle levensbewegen om hem heen....als
op rolletjes gaat. Hort het ergens, welnu hij
zal pogen, in wijze bedenking, een middel te
vinden, dat de zaak in orde brengt while
you wait". Een zijner laatste redeneeringen is :
een vriend hebt ge noodig in het leven
Wat zeg ik? Vrienden heb je noodig.
Net zooals je b.y. ham met spiegeleieren,
een bad, en optimisme noodig hebt, om dage
lijks kwiek en fiks naar je werk te gaan.
Redeneer me den vriend niet weg. Er komen
tijden, waarop je een betrouwbaren schouder
naast je noodig hebt. Schaf je dien
bijtijds aan. Precies zooals een boer 's zomers
oogst, om voorzien te zijn, tegen dat
de koude komt."
Zooals gezegd, de Amerikaan pakt de zaken
verstandig aan, en z'n nieuwste practische
zet is een instituut in Connecticut, waar
o.a. in 't kort onderricht gegeven wordt in de
regelen van het ,.vriendschappelijk verkeer".
Dit college for mental culture", is iets, waar
de Amerikaan zich gansch niet voor schaamt.
Mijn vrouw gaat wel naar een
schoqnheidsinstituut" redeneert hij, want zij wil mooie
nageltjes en mooie haren hebben, die 't leven
veraangenamen. Ik, met m'n drukke zaken
heb geen tijd, om m'n karakter te polijsten,
en edelaardige waarheden. 0$ te delven. Die
laat ik me dus zoo twee maal per week bij
brengen, want ze veraangenamen k 't
leven."
Zie hier dan eenige van de kostbare voor
schriften, welke den Amerikaan, die vrienden
wil maken, ongetwijfeld als 'n zeer gezonde
wijsheid worden meegedeeld. Nadenkende
zou hij zelf deze waarheden wel ontdekken,
roept ge uit. Maar welke Amerikaan,
die weet, dat tijd geld is gebruikt dien
tijd om over zijn persoonlijke emoties
te philosopheeren ?
Een man, die vrienden verlangt te hebben,
moet zich zelf een vriend toonen", van dat
groote, oude woord gaan de houders der
lezingen uit. En zij houden zich verder aan
de volgende overtuigingen:
Waardeer kleine vriendelijkheden. Een
zeer groot aantal personen, zijn niet in staat
kleine vriendelijkheden gewaar te worden,
ook al staan zij er met hun neus op. En
het is zoo buitengewoon moeielijk, vriend
schappelijk gezind te blijven, wanneer onze
kleine vriendelijkheden genegeerd worden."
Verbeeld u niet, dat vriendschap u het
recht geef t, onaangename dingen tot een vriend
te zeggen, zonder te probeeren, dat onaan
gename in aangename termen te vervatten.
Er is bijna niets, wat gij niet kunt zeggen,
als ge maar den tact, de handigheid hebt,
om het te zeggen, zonder te kwetsen."
Denk niet, dat ge volstaan kunt met te
zijn een vriend in nood", en u verder nooit
of nimmer te laten gelden. Iemand kan met
veel ophef verklaren, dat hij voor zijn makker
door het vuur zou gaan zijn leven voor
hem zou geven etc , en later toch
bemerken, dat, als het er op aan komt, en
zijn vriend in verdriet zit, deze
vriend zich wendde tot een anderen
kameraad, die niet met vuur en leven"
schermde, maar gestadig en in kleinigheden
zijn vriendschap bewees, en die nu... de
trooster, de helper mag zijn, in het groote
leed."
Neem als uw stelregel aan, dat ge men
schen, met wie ge gaarne in vriendschap
verkeert, ook doet voelen, dat ge gaarne bij
hen bent, en dat, wat hen interesseert, ook
belang inboezemt.
Deze ste'regel zal u tevens genezen, van
het overdreven vriendelijk zijn tegenover
menschen", die u au fond koud laten, maar
tegenover wie ge beminnelijk zijt, omdat
ge gaarne aardig gevonden wordt.
Dergelijke kennissen worden u per slot van
rekening toch tot een looden last.
Bedenk echter ook, dat het vriendschap
pelijk gedragen jegens iemand, wiens vriend
schap ge op prijs zoudt stellen, zeer vér
verwijderd is van u zelf .,lastig op te drin
gen, en als een klis te hangen aan iemand,
die niet aangehangen" wil wezen".
Ook dit recept nog: Wees oprecht in uwe
sympathieën aangaande vreugden, en be
langen, en smarten. Begin niet met te
veronderstellen, dat men uwe bedoeling in
dezen onderschatten of negeeren zal.
Kultiveer een milde redelijkheid en laat u niet uit
't veld slaan door kleine eigenaardigheden,
want iedereen in deze wereld houdt er die
op na".
Nietwaar? de Amerikaan bedrijft zijn
vriendschaps-studie wat nuchter, maar
hij doet het goed, en de oude wereld kan
zich nog wel heel eventjes stichten door eenige
van de formules, voornoemd, na te lezen.
In den hall van 't fleurig instituut, dat
z'n vriendelijke wijsheden zoo plaesant be
knopt levert, dat het bijna doet denken aan..
een automaat, dre na ontvangst van een
zilverstukje" iets smakelijks in 't laadje
werpt, prijkt een zinspreuk, waarmee we
triomfantelijk besluiten; Hij, die voorko
mendheid zaait, oogst vriendschap; en hij
die vriendschap zaait, vergaart zich liefde".
YVONNE DE TESSAN
IllllllllllllllllllllllltllllllUltlllt
Moedercursussen
Een zelfde verschijnsel zien wij vaak ge
lijktijdig in verschillende landen opduiken.
In Engeland werden eenigen tijd geleden
scholen opgericht voor the mothers of te
nation", in ons land organiseert de
Vereeniging voor Opvoeding en Kinderverzorging
moedercursussen. Wél is het leven van het
meisje in de laatste vijftig jaren veranderd:
toen was haar heele jeugd een voorbereiding
tot en een afwachten van het huwelijk; nu
leert zij van alles, behalve wat haar in het
huwelijk te pas zal komen. Maar gelukkig
heeft de slinger al weer op z'n uiterste punt
gestaan en gaat langzaam terug. Om eindelijk
in den evenwichtsstand te komen.
Bovengenoemde vereeniging wil hygiëne
en kinderverzorging onderwezen zien aan
alle jonge meisjes: doch zij begint bij het
begin, en wil eerst de moeders van voor
lichting dienen, die er om vragen, en de
jonge meisjes, die er behoefte aan gevoelen.
Zoo zijn dezen winter dan te Amsterdam
de eerste cursussen gegeven in de verschil
lende afdeelingen van Ons Huis.
Cursussen in lichamelijke kinderverzorging
werden reeds dikwijls gegeven door ver
schillende vereenigingen; het nut er van
betoogen zou zijn een open deur intrappen.
Steeds meer moeders vragen er om, en voor
onze jonge vrouwelijke doktoren is hier
dankbaar werk.
Iets nieuws geven de cursussen, die minder
gelukkig genoemd zijn cursussen in geestelijke
verzorging, doch nu meer terecht
opvoedkundecursussen genoemd worden. Het nut
hiervan zal zeer zeker door velen betwist
worden. Opvoedkunde is nu eenmaal een
vak waar ontzettend in gebeunhaasd wordt,
O Uzu Jian (o Shaku) op weg naar Ueno voor de
Jómmi no Sekku (het meisjesfeest)
Illustratie bij De bloemen van Yedo".
en dat dientengevolge in geen'goede'reuk
staat. Zullen deze lessen aan haar doel be
antwoorden, dan moeten zij zijn eenvoudig,
maar vooral niet oppervlakkig. Heel mooi
werk is hier te doen voor menige ontwik
kelde vrouw, die zich, doordat zij kinderen
heeft, er toe aangetrokken voelt, een diepere
studie van het kind in het algemeen te
maken, en deze kennis, getoetst aan eigen
ervaring, aan anderen mee te deelen. (Een
cursus voor leerares in kinderverzorging wordt
gegeven in de Nieuwe Huishoudschool in de
Gabriël Metsustraat).
Drie feestavonden werden door de afdeeling
Amsterdam van meergenoemde vereeniging in
verschillende hoeken van de stad georganiseerd,
allereerst voor de cursisten, maar ook als
propaganda. Tevens was er een kleine ten
toonstelling aan verbonden, waar eenvoudig
werk, door de cursisten gemaakt, was uitge
stald, met kinderwerk van eenige voorbe
reidende scholen. Wij zagen daar al die een
voudige knutselwerkjes van behangselpapier
of plakrondjes, die poppetjes van wol, zooals
Mevr. Hille?Gaerthe ze ons leerde in het
kabouterhuis, die serviesjes van klei; altemaal
dingen, zooals onze kleintjes zoo graag maken,
en waarvan het voor de moeders zoo heerlijk
is, als zij ze voor kunnen doen; als het kind
gezond is en zelf weet te spelen nog niet
zoo als wanneer het ziek en hangerig is.
Natuurlijk kan deze tentoonstelling niet
weergeven het heele werk, door de vereeni
ging gedaan; integendeel, het is er maar een
klein onderdeel van, daar de
opvoedkundelessen gegaan zijn tot twaalf jaar.
Het waren echt feestelijke avonden: een
spreekster zette het doel der vereeniging
uiteen, er was zang en declamatie, en in de
pauze werd handig envlug thee gepresenteerd.
Veel nieuwe leden gaven zich op, en vele
cursisten lieten zich inschrijven; zelfs waren
er eenige van de oudere garde, die vroegen
om een vervolgcursus. Wel een teeken, hoe
het werk van deze vereeniging gewaardeerd
wordt. Het bestuur, onder leiding van Mevr.
de Bussy?Kruysse kan dan ook met vol
doening op het eerste levensjaar van de ver
eeniging terugzien.
J. RFEMENS?REURSLAG
IMIIIItllHIIIIIIUIIIIIIIIIHIIIIIIIIItllllllllllllIllllllllllIllllllllllllllllltllllllllllllllllllllH IIIIIMIttlllllllllll
DWERGSTERNTJE
De lange zomerdagen op de eindelooze
schelpenstranden langs de blauwe zee. Uren
en uren daar rond te dolen, over rul zand,
grillig aanspoelsel, knarsende schelpen. Hier en
daar staat een strandpaal, soms ongenaakbaar
door een cirkel van drijfzand. Ver achter ons
de duinen van ons eiland, ver voor ons duinen
en een vuurtoren aan den anderen kant van
het zeegat, alles luchtig zwevend boven de
spiegelvlakte van het fata morgana. De felle
zon in den wolkenloozen hemel lijkt het witte
zand te verpoederen en er hangt een mat waas
over het uitspansel. Maar ook de lust en de
veerkracht en het avontuur van de zee ligt
over alles heen en wij voelen, dat wij nergens
beter kunnen zijn dan aan de zeegaten voor
Hollands bergen. Wij waardeeren het statig
woud, het stille meer, den blanken stroom, de
malsche wei en alles wat er verder te waar
deeren valt in ons lieve kleine landje, maar wij
leven het liefst aan de vrije stranden, de indruk
wekkende ruimten van strijd, van groei, van
ondergang.
In den zomer krijgen wij van ondergang
slechts weinig te aanschouwen, maar wel
van groei en vrede. Een enkele maal teistert
een Juni-springvloed geholpen door een Noord
wester het lage eiland of het vlakke strand,
maar dat gebeurt nooit drie jaar achtereen.
ItllflIIIIMIMIItllllllllllllllllllllllllllllllltltllllllltlllllllllll Illlllllllllllllll
GENÈVE. Hotel de la Paix
Prachtige ligging a/d oever v/h meer.
Nieuwe Eigenaars.
Integendeel, het lijkt wel of de zee in den zomer
wat terug wijkt, het zoete water uit het duin
doet ver van de heuvels zijn invloed gevoelen en
er ontkiemen op het strand eenige soorten van
planten, cue het stuivend zand vast houden en
zoo een begin maken voor nieuwe duinvor
ming. Een paar gunstige zomers kunnen
breede strooken toevoegen aan den beveiligden
bodem van Nederland, kunnen barre woestenij
doen verkeeren in een beerlijken bloementuin
en dat alles zonder dat wij er een hand voor
behoeven uit te steken. Het besef van deze en
dergelijke dingen geeft stemming aan de
strandwandeüng, een stemming, die ge in
Scheveningen of Zandvoort niet zult gevoelen,
maar wel op Vliehors, Noordvaarder,
Boschplaat, Texelhors, Slufter, de Beer of de stran
den van Voorne, sportterreinen van Neder
land, gelijkwaardig met hi't hooggebergte.
Wij zetten onze wandeling voort. Daar
hooren we door het geruisch van de zee heen
scherpe, scheurende, driftige geluidjes. Als
we omhoog kijken zien we in het eerst niets,
het schijnen onbelichaamde stemmen uit de
vaalblauwe lucht. Maar nu scheert er iets
wits, dat houdt even stil en wordt nu een
klein vogeltje dat klapwiekend, biddend,"
even voor ons blijft zweven in de lucht en
dan met een vlugge wending opeens verdwe
nen is. En nu komen er nog meer en telkens
verschijnen en verdwijnen ze alsof ze uit niets
ontstonden en weer tot niets zouden vergaan.
Alleen het gekrijsch blijft voortdurend. De
zon en de lucht, de kleuren en tinten van die
vogeltjes en de gevoeligheid onzer oogen spe
len hier een merkwaardig spelletje van schijn
en wezen.
De vogeltjes zijn anders reëel genoeg. We
TRIPLE SEC. GOMBIER"
Importépar SCHMITZ & Co.,Utrecht
MM: lllllllllllllllllflllllllllllllllllllllll
Dwergstcnitje broedend op schelpenstrand, (Foto Red. Brothers.)
noemen ze dwergsterntjes maar de Texelaar
beschikt over een veel mooieren naam en
spreekt van blauwwaterstar, de klemtoon op
de tweede lettergreep. Ook hoor je op de
eilanden wel spreken van starreklikkie,
klikstins, maar ik houd toch het meest van
blauwwaterstoartje" zooals de kinderen
zeggen. Ge zoudt licht denken dat het
blauwe water doelt op de zee en ik voor mij
heb die gedachte altijd, maar eigenlijk zit
het zoo, dat er op Texel nog een ander sterntje
voorkomt, dat blauwstar" heet, en dat is
ons gewoon zwarte vischdiefje, dat meer in
het binnenland leeft en dat inderdaad meer
blauw dan zwart mag heeten. Dat is dan, om
zoo te zeggen de blauwlandstar."
Met de blauwigheid van ons dwcrgsterntje
loopt het zoo'n vaart niet, alleen de rugveeren
en de bovcnvleugel-dekveeren zijn blauw
achtig grijs, een tint die nog al aardig over
eenkomt met slibbig zeezand. Als we het diertje
nader bezien blijken we weer te doen te heb
ben met een schelpenvogeltje. Het witte voor
hoofd is net een schelpenscherfje en keel en
borst krijgen door de zwarte omlijsting van
teugel en nek ook iets schelpachtigs en daar
door is het rustende of broedende vogeltje op
het strand al even moeilijk te zien als het
vliegende vogeltje in de lucht. Dit geldt voor
al voor zonnig weer ; menigmaal heb ik troe
pen visschende blauwwaterstartjes alleen
kunnen ontdekken door hun gekrijsch en door
het opspatten van het water als zij neerscho
ten op hun prooi. Ze visschen bij voorkeur
vlak langs het strand in de eerste golf en het
liefst bij vloed, wanneer het gedierte, dat zich
bij eb in het zand had verscholen weer te
voorschijn komt of wanneer het kleine
vischbroed hulpeloos met den stroom wordt
meegevoerd. Ze vangen veel schaaldicrtjes
maar ook veel vischjes ; op de broedplaats
zie je ze meestal aankomen met zilveren buit.
Er zijn in den regel drie eitjes in het nest,
nog al stomp en klein, blauwgrijs met donker
der vlekken en ook al weer heelemaal
overtogen met de doffe matte blauwigheid van
zomerlucht in felle zon. Soms, waar mijlen in het
rond geen vogels te zien zijn, vindt ge een klus
je van een half dozijn of zoo van die nestjes bij
elkaar in zand en schelpen.
Als de zomer op zijn eind loopt worden de
visschende troepjes talrijker. De jongen zijn er
bij gekomen, die hebben een vlekkigen rug en
meer wit aan den kop en eerst in het volgend
jaar zullen ze de zwarte streep krijgen, die het
oog verbindt met den snavelhoek. In Septem
ber zwerven ze ook langs de Zuiderzee en de
groote rivieren, maar ten slotte zakken ze al
krijschende en visschende toch af naar het
Marrokkaansche strand of verder. Ze komen
pas terug in Mei. Zij zijn bij uitstek de
zomervogels van de schelpenstranden.
J A C. P. T II I .] S S E
IPADOX
VARMOND
LEVtST DE/VE.PLANCDINZECR K.ORTCN
TUD ALLE HOUTCON./TRUCTIE/
AL./"
LANDHUIZEN
/CHOOLCEBOUWEN
JACHTHUIZEN
ZIEKENHUIZEN _
INLICHTINGEN OP AANVPAAC