Historisch Archief 1877-1940
;2.}uU "21. Na 2297
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
r
SI
tJ...
.;U
' t ?"?a
i:,
* jf
r
TEMPEL
?. r
Tempyo periode, dat
Shomu, n wijs en goed vader over
"«ijrt vclfc; n groot en sterk-verlangen in
zfch .voelde. Hij wensehte een groot Buddha
-bÉeldj een Daibüts', en een grooten tempel
flt .4wt in te plaatsen. De Todai-ji, de
fjïk'ste en grootste kloosterorde werd van dit,
's kekers yeHzn^eö, op de^hoogte gesteld.
"Robin, Gyogi eft Bwlhi-Sena, de drie
hoogeprtesters .van dt owte der Todai-ji kwamen
samen «n %$»eéfl eftulig maal bespraken zij
, jkelzer Shomu1»^fcincft.
wel,-*»4#S% overwegen waard;
(l 20o*B pensen al, mocht en kón
niet met reent bestaan zonder de hulpe Oer
''Oodcn. ???-? '? - ?
? Na rijp beraad werd'besloten, dat Gyogi,
' Ote reedt vete bewijzen gehad had, dat hij
den goden welgevallig was, naar !se zou gaan
om daar' een week lang de Daijingu te
bidflen «m geestelijken steun.... Aan 't eind
van dia week had, Gvogi een droom. Een
Sïraphim verscheen hem en zeide, dat de
.goede, bedoeling van. keizer Shomu bij de
'ïtoden geboekt stond als een licht dat in de
duisternis zijn klaarte had verspreid.
Toen nu yögi, nwt deze boodschap terug
kwam bij de andere* priesters gingen ze
-'alten samen haar 's keizer paleis, dat stond
achter, een floogen muur, waarvan eeuwen
oude dennen htm fantastische takken lieten
vallen, als moeie armen langs een steenen
lichaam ; een deri was dood.
Ziet" zei BodW Sena alles sterft,
wat zouden wij eeuwig willen leven ?
WeerkoTnen f Ja, om ons te verbeteren en eens
zoover te komen dat we de eeuwige ra jt in
't eeuwig Nirwana verdienen."
Laat cns gaan", zei Robin, de engel
hee!t gesproken en de Daibuts' moet komen
om alle metvschen aan het waarachtig
levensdo si te herinneren", v.
Zoo gingen ze dan in tot den keizer,
die hen rustig aanhoorde en veel hechtte
aan het visioen van Gyogi.... Maar", zei
hij zou het getuigenis van n zwakken
mensch. voldoende zijn om miljoenen te
leiden?"
Da opperpriesters bogen voor zoo hooge
wijsheid en vonden góea dat andermaal en
ttieer boden gezonden werden, naar de Da
jingu van Ise en ook nanr de Hachimangu
van Usa, c"ie zeer greote macht Had en in
alle dingen gekend moest worden. En ziet,
alle boden die weerkwamen droegen goede
mare en nu eerst durfde hij zijn wensch in
een vast. voornemen veranderen, dat hij
vastlegde in eeni voortoopigéuitvoering. Te
Shigarakl werd een Daibuts' opgesteld, in
de provincie van Qrni, en dit geschiedde
in het 15de jaar der Tempyo periode, 't jaar
nadat hij het eerst in zijn hart dien wensch
gevoeld'had.'
Van dat oogenblik af echter begon het
in Nara, onder keizer Shomu's
,Bersooïfl»jke controle.
Het was een groote dag toen tasteer Shomu
zelf, irt ^e vijde mouw van zijn haori, de
eerste aarde aandroeg, waarop het monument
zou Staan.
Twee jaren later. Schoone woorden werden
gesproken, vv^rige gebeden opgewonden en toen
ten laatste de Dai buts' onthuld werd, donderde
het door 't oude woud vanenthousiastehoerahs,
en de Mimi zuka.... Berg der Ooren (die
-zoo genoemd wordt, omdat daarin begraven
liggen de ooren en lippen der Koreanén
die daar een slag verloren in 1592 en 1597),
echode de galm over de heele vlakte en er
kwam geen einde aan het Ban zai" dat
weer teruggeworpen werd door de dichte
bosschen. En op dat geluid snelden dui
zenden herten toe en schaarden zich om den
tempel en tftigen hun slanke halsen voor
hun heer...,
Vier honderd jaar droomde de gouden
Buddha bewaakt door zijn trouwe bijgoden
en wachters. Toert, tijdens de regeering van
Takakura, kwam Taira no Shigehjra en
overviel atte kloosters in Nara en op den
28 December van het jaar 1180, zag 't
oude Nara een heel nieuw schouwspel. Alle
tempels brandden en ook deschoone Daibuts
tempel stond in lichte laaie. Aan blusschen
viel niet te denken. Alles brandde tot den
jgrond toe af. Maar, en! toen het puin
met rooken ophield, ontdekte men" de
Daibuts' geschonden? Zeker maar in
zijn ouden vorm. Dit kon geen toeval zijn en
na rijp overleg vaardigde Goslffra kawa
Ho-o, een bevel uit, waarbij Yoritomo van
de Minamato familie als chef van den weder
opbouw werd aangewezen.
Shunjyo was te dien tijde hpogepriester
en om geld te krijgen, stuurde hij zijn boden
niet alteen naar Japan, maar ook naar China,
waar Buddha eveneens in groote eer ge
houden wordt. Chinakei, wat wil .zeggen
Chineesche afgieter"? en zes .Japanners
brachten het beeld weer in orde. Toen het
beeld weer in orde was, werd de tempel er
om heen gebouwd en een jaar daarna vond
de heropening plaats, de Daibuts' Kuyo
(wat zeggen wil het offerfeest der dooden
ter eere der Daibuts').
Maar zelfs goden hebben niet altijd een
rustig bestaan en in 1567, in het 10de
jaar van Giroku, toen Miyoshi en
Matsunaga om vermeende rechten vochten,
brandde de Daibut's nogmaals af. Dit was
370 jaar na den wederopbouw tijdens de
Kamaküra periode. Onmiddellijk begon men
weer met het werk, immers nog was de
Daibuts' niet veiysield. Yamato Doan
uit het Yamato district was nu de man.
ArrrföDaibuts' toen hij klaar. w^s, was
er geen geld meer voor een dak en honderd
jaar stond de Buddha dakloos, tot. ein
delijk Kokei-Shonin de keizerlijke permissie
kreeg tot het inzamelen van gaven voor
dert tempel.
En nu was het Fujiwara nóSukenaga,
die in 's keizers plaats den openingsdienst
leidde, doch alleen van het beeld. Voor
den tempel was nog geen geld en nu, ten
einde raad, beval Tsundyoshi, de vijfde
Shogun de Fujiwara's dat alle' daimyo's
een gedeelte van hun vermogen moesten
afstaan voor den tempel der Daibuts'
Dat gebeurde en de tempel verrees, maar
nu scheen alle energie uitgeput en alle
beHit Mmtoslik dir Ai toiidniik
: IL LAWEWEER, UTRECHT
[HiMiiuiukiiiiiiiiiHiumiiiiiifiiiiiimrtiiiiiiuiiiiiiiiMiiiiiiiiim
tangstelling ingeslapen, want in de twee
eeuwen die volgden verviel de tempel tct
den staat van ruïne.
Pas in 1913 maakt een keizerlijke gift
en de energie van een jong, frisch volk het
mogelijk den tempel nogmaals tot zijn volle
pracht terug te brengen als een saluut,
een banzai, niet alleen aan Buddha, maar
aan de schitterende Taisho periode die het
Japansche volk ziet in een nieuwe phase
waarin het zijn oude idealen niet vergeet.'
ELLEN FOREST
niet zoozeer^m de uiterlijke
feestviering maartïm de innerlijke vreugde, schoonheid
en toewijding, om de verborgen wijsheid in ieder
onzer, om de blikken die elkaar hebben ont
moet Hebben wij, die dat alles mede hebben
genoten met al de weelde van lentewederen
tentebloesems er bij, hebben wij niet de ver
heffing gevoeld van ieder oogenblik door ons
innerlijk leven het hoogste te kunnen bereiken?
C. A. W O R P-R OLAND HOLS.T
?"""t lllMtHHIIMIMItltHtlltellUIIIMnmilltmtllullHIllMMflIIIIIHIM
Familiedochters
IIIIHIIIIIIIIIIII
Daibuts' tempel te Nara
DéDom
«.* ... .
Maeterlink zegt in een van zijn heerlijke
werken ongeveer dit: Feitelijk leven wij
slechts :van ziel tot ziel, wij%ijn- goden, die
zich zélf niet kennen.
Als ik op een avond de eenzaamheid niet
langer dragen kan, ga ik tot de menschen en
zij vertellen mij dat de storm hun peren heeft
afgewaaid en dat door de laatste strenge
vorst de haven gesloten is. Ben ik daarom
naar de menschen gegaan, om dat te hooren?
En toch, als ik wegga voel ik mij zótevreden
en zókrachtig en rijk, alsof ik die uren had
doorgebracht met Plato, Socrates of Marcus
Aurelius. Wat de menschen zeiden stond niet
in verband met hetgeen hun persoonlijkheid
verkondigde, de mensch is altijd groot en
bewonderenswaardig. Wat het merkwaardigste
is in den mensch, is zijn ernst en zijn verbor
gen wijsheid. De lichtzinnigste onder ons lacht
nooit werkelijk en aan de andere zijde van
onze willekeurige aandoeningen doorleven
wij een menschwaardig bestaan, beweging
loos, zeer zuiver en zeer vast, waarvan zonder
ophouden spreken, de uitgestrekte handen,
de zich openende oogen, de blikken die el
kaar ontmoeten. Al onze organen,;zij zijn de
geheimzinnige handlangers van ons hooger
wezen en het is nooit het menschelijke maar
de ziel waarin wij n zijn. Wij leven zoover
verwijderd van ons zelf en wij, die meenen
zwak te zijn, hoe bereiken wij God ieder
oogenblik, zonder het te weten"....
Iets van dit alles zullen vele onzer gevoeld
en begrepen hebben in deze.afgeloopen feest
week in Utrecht. Allereerst'de optocht
hoe goed hebben vele onzer de ziel van de
vertoöning begrepen, hoe goed was het even
de fijne spot, die diepe waarheid te voelen.
De kunstenaren die hun tijd gaven om dat
alles zoo voor te stellen,' zij deden mooi werk
Wij hebben onze handen naar hen uitge
strekt, onze zieleoogen openden zich, wij
hebben hun blik orttmoeti- :*.> .
En dat alles- gebeurde m Utrecht in de
oude bissschopsstad rhet dëè"h«erlijken Dom.
En op den Dom bloeide op ne zijde |fe gele
wiggerik, de schoonste, natuurlijkste versiering
van alle versieringen in heel Utrecht. Een eeuw
geleden vielen die zaden «p den
Dom, vonden er wat aarde
tusschen de oude muren waarin de
zaadjes, later de worteltjes zich
hechtten en bloeiden, bloeiden zoo
rijk met dit feest der jeugd, op
de .zeshonderdjarige muren van
den Dom. Wat zou Utrecht zijn
zonder den Dom, zonder den
mooien, stillen kloosterhof, waar
het water stillekens plast in het
mooie bassyn met tot versiering
het beeld vanden jongen lezenden
monnik, waar de zedige
maagdenpalm groeit en waar de
klimopwand reeds bij het binnenkomen
kalmte en rust brengt voor de
oogen. Heden, op den Zondag
morgen, luidden de groote toren
klokken 's morgens vroeg, van
middag de opening van de ten
toonstelling in den kapel boven
den doorrit van den tram, over
het leven van den Dom in deze
600 jaar en heden avond bespe
ling van het klokkenspel door
Wagenaar. En dan nog in deze
feestweek de tooneelvoorstelling,
de onthulling van het
Dondercmonument en de tentoonstelling
van de schilderijen van Mevr.
Donders-Gramont-Htibrecht.
Het was een echte feestweek voor
lllllltllIlllllllltllllllllllMIllllllllIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllHUIiiiiilllllllllllllllllllllllllllililllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllltlllllllllllll
VOOR DE WILDE PLANTEN
Daarbij is n enkele plantenfamilie bijzonder
in het gedrang gekomen, dat is die der orchi
deeën. Hoe het komt, weet ik niet, de naam
alleen schijnt een tooverachtige uitwerking
te hebben. De beginnende plantenverzameiaar
heeft reeds een sterk verlangen naar orchi
deeën, en de plaatsen waar die planten groeien
genieten een bijzondere .vermaardheid. Nu
zijn er wel orchideeën die tegen de
verzamelHetisnueen jaar of vijftien geleden, dat bij
ons in de buurt op een duin, dat ik niet nader
wil aanduiden, in vrij groote hoeveelheid een
plantje werd ontdekt, dat voor dien tijd nog
maar op drie andere plaatsen als groote zeld
zaamheid was aangetroffen. Het heet Thesium
humifusum en de. Commissie voor
Hollandsche- plantennamen heeft het bergvlas" ge
doopt, om zijn smalle blaadjes, in navolging
van de Duitschers, die het Bergflachs"
notmen. Het heeft echter met vlas niets uit
te staan maar hoort thuis in de buurt van de
maretakken en is zelf ook een half-parasiet.
De gewone wandelaar merkt de vijfpuntige
witte, kleine bloempjes niet op maar de bota
nist, die weet, wat er in de wereld te koop is,
heeft ze gauw genoeg in de gaten. Dat bleek
destijds ook, want in zeer korten tijd was ons
bergvlas volkomen uitgeroeid en een aantal
putjes in de duinhellirig wees aan, hoe
grondig de liefhebbers hadden gewerkt. Het
is de vraag of het zeer merkwaardige plantje
nu nog'wel ergens in Nederland groeit, maar
het is zeker, dat de botanisten zelve een
uiterst belangrijke gebeurtenis op het gebied
van plantenverspreiding hebben gostoord,
misschien zelfs gestuit.
Ik zou meer van deze gevallen kunnen
vertellen, waar ik zeer onder lijd, omdat wij
in De Levende Natuur en elders de belang
stelling in onze flora hebben aangemoedigd.
Wesp-orchis. Epipactis latifolia.
Een gewone orchidee, die hier en daar
reeds verdwijnt.
woede bestand zijn, dat zijn natuurlijk tic
meest algemeene. Maar met de zeldzame ziet
het er treurig uit en als we geen maatregelen
treffen, zouden die wel eens uit ons land
kunDoor vertegenwoordigsters van verschil
lende landen werd in eene algemeene ver
gadering van den Internationalen Vrouwen
raad *) gewezen op het niet te loochenen
verschijnsel, dat overal door de neiging der
vrouwen om een speciaal vak te beoefenen,
het gezinsleven leelijk in het gedrang komt.
Behalve wat de gehuwde vrouw betreft, werd
het feit in herinnering gebracht, dat vroeger de
volwassen dochters tot aan haar huwelijk
de aangewezen helpstérs der huismoeder waren.
Nu zij zich tegenwoordig zoo spoedig
mogelijk uit het familieleven losmaken, en
naar economische en maatschappelijke en
geestelijke zelfstandigheid streven, zijn de
moeders genoodzaakt in haar plaats andere
hulp aan te werven.
Te verwonderen is dit, in verband met de
eischen van den heerschenden tijdgeest, niet.
Maar treurig is het wel.
Nu wordt er, in genoemd Gids-artikel, aan
herinnerd, dat in vroeger dagen zulke
dochtershelpsters wel bij de ouders inwoonden en door
hen min of meer mildelijk onderhouden werden,
maar in den regel geen salaris ontvingen. En
dan lezen wij: Indien nu echter een schik
king kon worden getroffen om ook den huis
arbeid te onderwerpen aan een gezette arbeids- .
regeling met vaste rust- en vacantietijden, en
daarbij, uit het gemeenschappelijk inkomen
van den vader en van loontrekkende broeders
en zusters, de positie van ne der dochters
van den huize zóte maken ware, dat die
positie finantieel aantrekkelijk en loonend
werd, en tevens bevredigend wat betreft de
verzorging voor den ouden dag?"
Menigeen die dit leest, zal zich
teruggestooten voelen door den toon waarop hier wordt
gesproken over iets zoo teers als de verhouding
tusschen ouders en kinderen. Zoo min als
door wetten, is deze te regelen door contracten
en schikkingen" van welken aard ook. Liefde
behoort de grondslag te wezen waarop het
familieleven rust, en de drijfveer, waardoor
het wordt in stand gehouden. En waar liefde
te slap is om in dit opzicht raad te schaffen,
is het heel wat nobeler ten beroep te doen op
haren eigen adel, dan om daartoe allerlei
zelfzuchtige hulpmiddeltjes te baat te nemen.
Jawel. Maar het kan zijn nut hebben, het_
maatschappelijk verschijnsel, waarvan hier"
sprake was, eens recht in het aangezicht te
zien.
Waarom haasten zich zoovele jonge
dochters" zoo zeer om den ouderlijken haard
den rug toe te keeren en zich een zelfstandigen
werkkring te scheppen?
In behoeftige gezinnen natuurlijk om loon
te verdienen, waardoor zij in haar eigen onder
houd kunnen voorzien. Zoo ging het vroeger
ook.
Maar in welvarender gezinnen, in hoogen
stand, gebeurde 't vroeger niet en gebeurt het
thans wel. Daarover loopt hier dus de questie.
Gelijk overal, zoo komen ook op dit gebied
ontelbare variaties voor.
Het blijkt nu meer en meer, dat de huis
houding overal naar werkkrachten vraagt.
En tegelijk dat de huishoudkunde op zich
zelf een vak" is, waard om met even
veel beleid bestudeerd te worden als
schoolof kantoorarbeid. Zouden er dan geen jonge
meisjes zijn te vinden, die het b.v. boven post
en telegrafie verkozen?
Misschien wel. Maar dan diende aan dit
vak" ook eerst alle
moeders-papppt-achtigheid ontnomen te worden. Dan diende het
meisje, alvorens dit beroep" in het ouderlijk
huis te gaan uitoefenen, minstens ne huis
houdschool afgeloopen en elders een poos wat
ondervinding opgedaan te hebben ; even als
een zoon, alvorens in zijn vaders handelszaak
te worden opgenomen, elders een leertijd door
maakt. En wanneer zij dan, daarna, als harer
moeders' helpster optreedt, zal misschien
in sommige gevallen een schikking", zooals
in het Gidsartikel werd geopperd, hoe nuchter
het klinken moge, nog zoo ondoelmatig niet
zijn.
Nuchter klinkt het alleen, doordien het de
*) Zie het daarover handelend artikel van
Mw. Johanna Naber in De Gids van Decem
ber l .'l.
-finantieele 'zijde van het vraagstuk zoo" schril'
op den voorgrond rukt.
Wat de jonge5 meisjes, zoo sterk naar een
eigen beroep dringt, is ?lang niet altijd in de
eerste plaats dézucht naar geldverdienén, maar
heel dikwijls veel meer het verlangen naar
vrijheid van persoonlijke ontwikkeling. Kan
zij die vrijheid even goed in het ouderlijk
huis genieten, namelijk zonder in al hare
bewegingen dór de ouders op de handen ge
keken en onder- voogdijschap gehouden te,.
worden dan zal allicht de positie van fami
liedochter weder meer in eère komen. Want,
als aan deze voorwaarden voldaan wordt,
heeft Zij waarlijk, uit een oogpunt van gemoeds
leven, heel wat vór boven onnoodige los
making van huiselijke banden l
GEERTRUIDA CARELSEN
nen verdwijnen. Een van die zeldzame beeld
ik hier af; het Hondskruid, Anacamptis
pyramidalis, met zijn prachtige frisch-roode
bloemen. Deze orchidee, een echte kalkplant,
komt zelfdzaam voor in Zuid Limburg, maar
was nog al algemeen in het Hollandsch duin,
is daar echter door verschillende oorzaken,
ook door uitgraven, al zeldzamer en zeldzamer
geworden. Een andere zeer mooie orchidee
is de Breedbladige Wesp-orchis, die het heele
land door in boschstreken zeer veel voorkomt,
soms in reusachtige exemplaren van haast een
meter hoog en met honderden bloemen aan
n plant. Toch heb ik hem zien verdwijnen
op plaatsen die druk bezocht werden door
belangstellende wandelaars en door konijnen.
Tegen die combinatie is ten slotte geen enkele
plant {"opgewassen. Binnenkort begint de
grootejvacantie en trekken duizenden ge
zinnen naar bosch en hei, strand en duin. Ver
scheidene daarvan zullen naar geen plant
omzien en dat vind ik heel jammer. Anderen
zullen zwelgen in ,,vcldboekctten" en dat
vind ik ook jammer en nog anderen zullen
uittrekken met botaniseerbus
en'plantenschop en dat kan nog het jammerlijkst van
alles zijn. Toch zijn de laatste twee groepen
beter af dan de eerste en het komt maar op
een beetje goede smaak en zelfbeheersching
en saamhoorigheidsgevoel aan, om de plaag te
veranderen in een zegen. Het hebben van bloe
men in huis en het aanleggen van een
plantenverzameling zijn allebei zeer goede dingen.
Ik heb het altijd als een geluk ondervonden,
wanneer ik een leerling het besluit zag vor
men, om te gïan werken aan een
plantenvcrzamcling, hetzij van gedroogde planten, van
teekeningen of van foto's.-En d;injkom ik da
delijk met mijn vijftig-planten-rcgel, waarom
ik al vaak ben uitgelachen, maar die ik toch
altijd blijf handhaven: ... .plukTnooitlecn
bloem, wanneer er niet minstens vijftig bijeen
IIM* lllltlllllllllllllllllMIIIIIMIIIIIIIIHIIHIII
J. S, MEUWSEN.Hefl., A'DAM-R'DAM-DEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
WHITE" l
Vrathtütomobielen \
hebbtn DE wereld-reputatie. Vraagt l
ons om adressen van White"- !
bezitters. De verstrekte inlichtingen geven
U direct aanleiding een White"
aan te schaffen.
Kostenberekening wordt gaarne
vrijblijvend verstrekt. .
FirmaGebr.NEFKENS,
Amsterdam
JAC. OBRECHTSTRAAT 26
Tel Z, 3507.
staan. Indien men zich aan dezen regel hield,
waren we al een heel stuk verder en ik wanhoop
er niet aan, of hij zal ook wel' ingang vinden.
Ook zou het zeer goed zijn, indien bij het on
derwijs in de plantkunde aan al onze scholen,
van bewaarschool af tot universiteit toe het
aesthetisch element wat meer naar voren
kon komen. En dan moeten wij maar wat
bij de Japanners
in de leer gaan.
Ge ziet, ik heb
nog al vertrouwen
in de menschheid.
Het is dan ook al
gebeurd, dat twee
knappe
plantkundigen, waaronder
een fanatiek ver
zamelaar, verleden
jaar een ongehoord
unicum voor onze
flora hebben ge
vonden en de plant
lieten staan! Maar
die plant is later
toch weer dooreen
ander wegge
haald."
We zijn er dus
nog lang niet en in
afwachting 'van
betere tijden zullen
we toch wel nood
maatregelen moe
ten nemen. We
zouden een wet op
jfe Hondskruid de bescherming
Anacamplis pyramidalis van de planten
Hen zeldzame inlandschc moeten hebben,
orchidee, die gevaar loopt evengoed als er een
uitgeroeidte worden. wet tot
bescherFoto C. Sipkes ming der vogels
Ti. HM-:-B. WHO
f jfleverinciar - Amsterdam
.nisiBJUiïi -:- fiuusrmiEis
/.L HM. KMt-IM! - TEL N«. 17H ZHM
KOUDE EN WARME SCHOTELS
TRIPLE SEC. GOMBIER"
Import! par SCHMITZ & Co., UtreeM
Premie-Lccning
NlGeb. v. Kunsten en Wetenscfiappen
10,000 Premiën
Hoofdpremie
1/4 Millioen
Van 4 Juli tot 7 Dec, as
18 Trekkingen
Heele Obligaties 10,25 Gld,
Halve Obligaties 5,25 Gld.
llllllllllllllltlllllllUlimlIII IIIIIIIIIMMIIIMIII Illlltlll
bestaat. Die is echter niet gemakkelijk
te maken, want we moeten het
bloemenplukken en -plantenverzamelen niet ver
hinderen. In sommige gemeenten van ons
land bestaat een politieverordening tegen het
plukken en vervoeren van bepaalde wilde
planten. Als ze je in Bergen snappen met een
blauwen zeedtetel, dan word je bekeurd, en dat
is maar goed ook. Voorloopig lijkt het mij
ook het best uitvoerbaar, dat op bepaalde
plaatsen de planten volstrekt beschermd -wor
den en dat men elders vrij is, om naar smaak
en geweten te handelen. In het Zwitschersch
Nationaalpark mag in het geheel niet geplukt
worden en daar houdt men zich vrij goed
aanIk zou daar ook alweer staaltjes van kunnen
vertellen. Onze Vereeniging tot Behoud van
Natuurmonumenten overweegt ook dergelijke
maatregelen en zal beginnen met het uitgra
ven van planten op haar bezittingen te ver
bieden, behoudens uitzonderingen in het
wezenlijk belang van de wetenschap. Gij voelt
echter wel, dat ,al dergelijk gedoe toch
eigenlijk reactionnair is en dat de eenige
goede oplossing van het vraagstuk geleverd
wordt door de Japanners en door den
vijftigbloemen-regel. <
JAC. P. T H i j s s E
iiiiiiiimmimniiiiiiiiiilii i iiiimmiiiniiiiiiiimiiiiiii IIIIMII
KUHSJHAHDEL
JACK HIEKERK v[h Chef Goupil A Co.
23 &25a Langs Houtsfr.'s-6r aren fiage
MEESTERWERKEN VMM DE
17»EELWSCHE, HAAGSCHE
Ks .; f* fRAKSCHE SCHOOL