De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 2 juli pagina 5

2 juli 1921 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

;2.}uU "21. Na 2297 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND r SI tJ... .;U ' t ?"?a i:, * jf r TEMPEL ?. r Tempyo periode, dat Shomu, n wijs en goed vader over "«ijrt vclfc; n groot en sterk-verlangen in zfch .voelde. Hij wensehte een groot Buddha -bÉeldj een Daibüts', en een grooten tempel flt .4wt in te plaatsen. De Todai-ji, de fjïk'ste en grootste kloosterorde werd van dit, 's kekers yeHzn^eö, op de^hoogte gesteld. "Robin, Gyogi eft Bwlhi-Sena, de drie hoogeprtesters .van dt owte der Todai-ji kwamen samen «n %$»eéfl eftulig maal bespraken zij , jkelzer Shomu1»^fcincft. wel,-*»4#S% overwegen waard; (l 20o*B pensen al, mocht en kón niet met reent bestaan zonder de hulpe Oer ''Oodcn. ???-? '? - ? ? Na rijp beraad werd'besloten, dat Gyogi, ' Ote reedt vete bewijzen gehad had, dat hij den goden welgevallig was, naar !se zou gaan om daar' een week lang de Daijingu te bidflen «m geestelijken steun.... Aan 't eind van dia week had, Gvogi een droom. Een Sïraphim verscheen hem en zeide, dat de .goede, bedoeling van. keizer Shomu bij de 'ïtoden geboekt stond als een licht dat in de duisternis zijn klaarte had verspreid. Toen nu yögi, nwt deze boodschap terug kwam bij de andere* priesters gingen ze -'alten samen haar 's keizer paleis, dat stond achter, een floogen muur, waarvan eeuwen oude dennen htm fantastische takken lieten vallen, als moeie armen langs een steenen lichaam ; een deri was dood. Ziet" zei BodW Sena alles sterft, wat zouden wij eeuwig willen leven ? WeerkoTnen f Ja, om ons te verbeteren en eens zoover te komen dat we de eeuwige ra jt in 't eeuwig Nirwana verdienen." Laat cns gaan", zei Robin, de engel hee!t gesproken en de Daibuts' moet komen om alle metvschen aan het waarachtig levensdo si te herinneren", v. Zoo gingen ze dan in tot den keizer, die hen rustig aanhoorde en veel hechtte aan het visioen van Gyogi.... Maar", zei hij zou het getuigenis van n zwakken mensch. voldoende zijn om miljoenen te leiden?" Da opperpriesters bogen voor zoo hooge wijsheid en vonden góea dat andermaal en ttieer boden gezonden werden, naar de Da jingu van Ise en ook nanr de Hachimangu van Usa, c"ie zeer greote macht Had en in alle dingen gekend moest worden. En ziet, alle boden die weerkwamen droegen goede mare en nu eerst durfde hij zijn wensch in een vast. voornemen veranderen, dat hij vastlegde in eeni voortoopigéuitvoering. Te Shigarakl werd een Daibuts' opgesteld, in de provincie van Qrni, en dit geschiedde in het 15de jaar der Tempyo periode, 't jaar nadat hij het eerst in zijn hart dien wensch gevoeld'had.' Van dat oogenblik af echter begon het in Nara, onder keizer Shomu's ,Bersooïfl»jke controle. Het was een groote dag toen tasteer Shomu zelf, irt ^e vijde mouw van zijn haori, de eerste aarde aandroeg, waarop het monument zou Staan. Twee jaren later. Schoone woorden werden gesproken, vv^rige gebeden opgewonden en toen ten laatste de Dai buts' onthuld werd, donderde het door 't oude woud vanenthousiastehoerahs, en de Mimi zuka.... Berg der Ooren (die -zoo genoemd wordt, omdat daarin begraven liggen de ooren en lippen der Koreanén die daar een slag verloren in 1592 en 1597), echode de galm over de heele vlakte en er kwam geen einde aan het Ban zai" dat weer teruggeworpen werd door de dichte bosschen. En op dat geluid snelden dui zenden herten toe en schaarden zich om den tempel en tftigen hun slanke halsen voor hun heer..., Vier honderd jaar droomde de gouden Buddha bewaakt door zijn trouwe bijgoden en wachters. Toert, tijdens de regeering van Takakura, kwam Taira no Shigehjra en overviel atte kloosters in Nara en op den 28 December van het jaar 1180, zag 't oude Nara een heel nieuw schouwspel. Alle tempels brandden en ook deschoone Daibuts tempel stond in lichte laaie. Aan blusschen viel niet te denken. Alles brandde tot den jgrond toe af. Maar, en! toen het puin met rooken ophield, ontdekte men" de Daibuts' geschonden? Zeker maar in zijn ouden vorm. Dit kon geen toeval zijn en na rijp overleg vaardigde Goslffra kawa Ho-o, een bevel uit, waarbij Yoritomo van de Minamato familie als chef van den weder opbouw werd aangewezen. Shunjyo was te dien tijde hpogepriester en om geld te krijgen, stuurde hij zijn boden niet alteen naar Japan, maar ook naar China, waar Buddha eveneens in groote eer ge houden wordt. Chinakei, wat wil .zeggen Chineesche afgieter"? en zes .Japanners brachten het beeld weer in orde. Toen het beeld weer in orde was, werd de tempel er om heen gebouwd en een jaar daarna vond de heropening plaats, de Daibuts' Kuyo (wat zeggen wil het offerfeest der dooden ter eere der Daibuts'). Maar zelfs goden hebben niet altijd een rustig bestaan en in 1567, in het 10de jaar van Giroku, toen Miyoshi en Matsunaga om vermeende rechten vochten, brandde de Daibut's nogmaals af. Dit was 370 jaar na den wederopbouw tijdens de Kamaküra periode. Onmiddellijk begon men weer met het werk, immers nog was de Daibuts' niet veiysield. Yamato Doan uit het Yamato district was nu de man. ArrrföDaibuts' toen hij klaar. w^s, was er geen geld meer voor een dak en honderd jaar stond de Buddha dakloos, tot. ein delijk Kokei-Shonin de keizerlijke permissie kreeg tot het inzamelen van gaven voor dert tempel. En nu was het Fujiwara nóSukenaga, die in 's keizers plaats den openingsdienst leidde, doch alleen van het beeld. Voor den tempel was nog geen geld en nu, ten einde raad, beval Tsundyoshi, de vijfde Shogun de Fujiwara's dat alle' daimyo's een gedeelte van hun vermogen moesten afstaan voor den tempel der Daibuts' Dat gebeurde en de tempel verrees, maar nu scheen alle energie uitgeput en alle beHit Mmtoslik dir Ai toiidniik : IL LAWEWEER, UTRECHT [HiMiiuiukiiiiiiiiiHiumiiiiiifiiiiiimrtiiiiiiuiiiiiiiiMiiiiiiiiim tangstelling ingeslapen, want in de twee eeuwen die volgden verviel de tempel tct den staat van ruïne. Pas in 1913 maakt een keizerlijke gift en de energie van een jong, frisch volk het mogelijk den tempel nogmaals tot zijn volle pracht terug te brengen als een saluut, een banzai, niet alleen aan Buddha, maar aan de schitterende Taisho periode die het Japansche volk ziet in een nieuwe phase waarin het zijn oude idealen niet vergeet.' ELLEN FOREST niet zoozeer^m de uiterlijke feestviering maartïm de innerlijke vreugde, schoonheid en toewijding, om de verborgen wijsheid in ieder onzer, om de blikken die elkaar hebben ont moet Hebben wij, die dat alles mede hebben genoten met al de weelde van lentewederen tentebloesems er bij, hebben wij niet de ver heffing gevoeld van ieder oogenblik door ons innerlijk leven het hoogste te kunnen bereiken? C. A. W O R P-R OLAND HOLS.T ?"""t lllMtHHIIMIMItltHtlltellUIIIMnmilltmtllullHIllMMflIIIIIHIM Familiedochters IIIIHIIIIIIIIIIII Daibuts' tempel te Nara DéDom «.* ... . Maeterlink zegt in een van zijn heerlijke werken ongeveer dit: Feitelijk leven wij slechts :van ziel tot ziel, wij%ijn- goden, die zich zélf niet kennen. Als ik op een avond de eenzaamheid niet langer dragen kan, ga ik tot de menschen en zij vertellen mij dat de storm hun peren heeft afgewaaid en dat door de laatste strenge vorst de haven gesloten is. Ben ik daarom naar de menschen gegaan, om dat te hooren? En toch, als ik wegga voel ik mij zótevreden en zókrachtig en rijk, alsof ik die uren had doorgebracht met Plato, Socrates of Marcus Aurelius. Wat de menschen zeiden stond niet in verband met hetgeen hun persoonlijkheid verkondigde, de mensch is altijd groot en bewonderenswaardig. Wat het merkwaardigste is in den mensch, is zijn ernst en zijn verbor gen wijsheid. De lichtzinnigste onder ons lacht nooit werkelijk en aan de andere zijde van onze willekeurige aandoeningen doorleven wij een menschwaardig bestaan, beweging loos, zeer zuiver en zeer vast, waarvan zonder ophouden spreken, de uitgestrekte handen, de zich openende oogen, de blikken die el kaar ontmoeten. Al onze organen,;zij zijn de geheimzinnige handlangers van ons hooger wezen en het is nooit het menschelijke maar de ziel waarin wij n zijn. Wij leven zoover verwijderd van ons zelf en wij, die meenen zwak te zijn, hoe bereiken wij God ieder oogenblik, zonder het te weten".... Iets van dit alles zullen vele onzer gevoeld en begrepen hebben in deze.afgeloopen feest week in Utrecht. Allereerst'de optocht hoe goed hebben vele onzer de ziel van de vertoöning begrepen, hoe goed was het even de fijne spot, die diepe waarheid te voelen. De kunstenaren die hun tijd gaven om dat alles zoo voor te stellen,' zij deden mooi werk Wij hebben onze handen naar hen uitge strekt, onze zieleoogen openden zich, wij hebben hun blik orttmoeti- :*.> . En dat alles- gebeurde m Utrecht in de oude bissschopsstad rhet dëè"h«erlijken Dom. En op den Dom bloeide op ne zijde |fe gele wiggerik, de schoonste, natuurlijkste versiering van alle versieringen in heel Utrecht. Een eeuw geleden vielen die zaden «p den Dom, vonden er wat aarde tusschen de oude muren waarin de zaadjes, later de worteltjes zich hechtten en bloeiden, bloeiden zoo rijk met dit feest der jeugd, op de .zeshonderdjarige muren van den Dom. Wat zou Utrecht zijn zonder den Dom, zonder den mooien, stillen kloosterhof, waar het water stillekens plast in het mooie bassyn met tot versiering het beeld vanden jongen lezenden monnik, waar de zedige maagdenpalm groeit en waar de klimopwand reeds bij het binnenkomen kalmte en rust brengt voor de oogen. Heden, op den Zondag morgen, luidden de groote toren klokken 's morgens vroeg, van middag de opening van de ten toonstelling in den kapel boven den doorrit van den tram, over het leven van den Dom in deze 600 jaar en heden avond bespe ling van het klokkenspel door Wagenaar. En dan nog in deze feestweek de tooneelvoorstelling, de onthulling van het Dondercmonument en de tentoonstelling van de schilderijen van Mevr. Donders-Gramont-Htibrecht. Het was een echte feestweek voor lllllltllIlllllllltllllllllllMIllllllllIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllHUIiiiiilllllllllllllllllllllllllllililllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllltlllllllllllll VOOR DE WILDE PLANTEN Daarbij is n enkele plantenfamilie bijzonder in het gedrang gekomen, dat is die der orchi deeën. Hoe het komt, weet ik niet, de naam alleen schijnt een tooverachtige uitwerking te hebben. De beginnende plantenverzameiaar heeft reeds een sterk verlangen naar orchi deeën, en de plaatsen waar die planten groeien genieten een bijzondere .vermaardheid. Nu zijn er wel orchideeën die tegen de verzamelHetisnueen jaar of vijftien geleden, dat bij ons in de buurt op een duin, dat ik niet nader wil aanduiden, in vrij groote hoeveelheid een plantje werd ontdekt, dat voor dien tijd nog maar op drie andere plaatsen als groote zeld zaamheid was aangetroffen. Het heet Thesium humifusum en de. Commissie voor Hollandsche- plantennamen heeft het bergvlas" ge doopt, om zijn smalle blaadjes, in navolging van de Duitschers, die het Bergflachs" notmen. Het heeft echter met vlas niets uit te staan maar hoort thuis in de buurt van de maretakken en is zelf ook een half-parasiet. De gewone wandelaar merkt de vijfpuntige witte, kleine bloempjes niet op maar de bota nist, die weet, wat er in de wereld te koop is, heeft ze gauw genoeg in de gaten. Dat bleek destijds ook, want in zeer korten tijd was ons bergvlas volkomen uitgeroeid en een aantal putjes in de duinhellirig wees aan, hoe grondig de liefhebbers hadden gewerkt. Het is de vraag of het zeer merkwaardige plantje nu nog'wel ergens in Nederland groeit, maar het is zeker, dat de botanisten zelve een uiterst belangrijke gebeurtenis op het gebied van plantenverspreiding hebben gostoord, misschien zelfs gestuit. Ik zou meer van deze gevallen kunnen vertellen, waar ik zeer onder lijd, omdat wij in De Levende Natuur en elders de belang stelling in onze flora hebben aangemoedigd. Wesp-orchis. Epipactis latifolia. Een gewone orchidee, die hier en daar reeds verdwijnt. woede bestand zijn, dat zijn natuurlijk tic meest algemeene. Maar met de zeldzame ziet het er treurig uit en als we geen maatregelen treffen, zouden die wel eens uit ons land kunDoor vertegenwoordigsters van verschil lende landen werd in eene algemeene ver gadering van den Internationalen Vrouwen raad *) gewezen op het niet te loochenen verschijnsel, dat overal door de neiging der vrouwen om een speciaal vak te beoefenen, het gezinsleven leelijk in het gedrang komt. Behalve wat de gehuwde vrouw betreft, werd het feit in herinnering gebracht, dat vroeger de volwassen dochters tot aan haar huwelijk de aangewezen helpstérs der huismoeder waren. Nu zij zich tegenwoordig zoo spoedig mogelijk uit het familieleven losmaken, en naar economische en maatschappelijke en geestelijke zelfstandigheid streven, zijn de moeders genoodzaakt in haar plaats andere hulp aan te werven. Te verwonderen is dit, in verband met de eischen van den heerschenden tijdgeest, niet. Maar treurig is het wel. Nu wordt er, in genoemd Gids-artikel, aan herinnerd, dat in vroeger dagen zulke dochtershelpsters wel bij de ouders inwoonden en door hen min of meer mildelijk onderhouden werden, maar in den regel geen salaris ontvingen. En dan lezen wij: Indien nu echter een schik king kon worden getroffen om ook den huis arbeid te onderwerpen aan een gezette arbeids- . regeling met vaste rust- en vacantietijden, en daarbij, uit het gemeenschappelijk inkomen van den vader en van loontrekkende broeders en zusters, de positie van ne der dochters van den huize zóte maken ware, dat die positie finantieel aantrekkelijk en loonend werd, en tevens bevredigend wat betreft de verzorging voor den ouden dag?" Menigeen die dit leest, zal zich teruggestooten voelen door den toon waarop hier wordt gesproken over iets zoo teers als de verhouding tusschen ouders en kinderen. Zoo min als door wetten, is deze te regelen door contracten en schikkingen" van welken aard ook. Liefde behoort de grondslag te wezen waarop het familieleven rust, en de drijfveer, waardoor het wordt in stand gehouden. En waar liefde te slap is om in dit opzicht raad te schaffen, is het heel wat nobeler ten beroep te doen op haren eigen adel, dan om daartoe allerlei zelfzuchtige hulpmiddeltjes te baat te nemen. Jawel. Maar het kan zijn nut hebben, het_ maatschappelijk verschijnsel, waarvan hier" sprake was, eens recht in het aangezicht te zien. Waarom haasten zich zoovele jonge dochters" zoo zeer om den ouderlijken haard den rug toe te keeren en zich een zelfstandigen werkkring te scheppen? In behoeftige gezinnen natuurlijk om loon te verdienen, waardoor zij in haar eigen onder houd kunnen voorzien. Zoo ging het vroeger ook. Maar in welvarender gezinnen, in hoogen stand, gebeurde 't vroeger niet en gebeurt het thans wel. Daarover loopt hier dus de questie. Gelijk overal, zoo komen ook op dit gebied ontelbare variaties voor. Het blijkt nu meer en meer, dat de huis houding overal naar werkkrachten vraagt. En tegelijk dat de huishoudkunde op zich zelf een vak" is, waard om met even veel beleid bestudeerd te worden als schoolof kantoorarbeid. Zouden er dan geen jonge meisjes zijn te vinden, die het b.v. boven post en telegrafie verkozen? Misschien wel. Maar dan diende aan dit vak" ook eerst alle moeders-papppt-achtigheid ontnomen te worden. Dan diende het meisje, alvorens dit beroep" in het ouderlijk huis te gaan uitoefenen, minstens ne huis houdschool afgeloopen en elders een poos wat ondervinding opgedaan te hebben ; even als een zoon, alvorens in zijn vaders handelszaak te worden opgenomen, elders een leertijd door maakt. En wanneer zij dan, daarna, als harer moeders' helpster optreedt, zal misschien in sommige gevallen een schikking", zooals in het Gidsartikel werd geopperd, hoe nuchter het klinken moge, nog zoo ondoelmatig niet zijn. Nuchter klinkt het alleen, doordien het de *) Zie het daarover handelend artikel van Mw. Johanna Naber in De Gids van Decem ber l .'l. -finantieele 'zijde van het vraagstuk zoo" schril' op den voorgrond rukt. Wat de jonge5 meisjes, zoo sterk naar een eigen beroep dringt, is ?lang niet altijd in de eerste plaats dézucht naar geldverdienén, maar heel dikwijls veel meer het verlangen naar vrijheid van persoonlijke ontwikkeling. Kan zij die vrijheid even goed in het ouderlijk huis genieten, namelijk zonder in al hare bewegingen dór de ouders op de handen ge keken en onder- voogdijschap gehouden te,. worden dan zal allicht de positie van fami liedochter weder meer in eère komen. Want, als aan deze voorwaarden voldaan wordt, heeft Zij waarlijk, uit een oogpunt van gemoeds leven, heel wat vór boven onnoodige los making van huiselijke banden l GEERTRUIDA CARELSEN nen verdwijnen. Een van die zeldzame beeld ik hier af; het Hondskruid, Anacamptis pyramidalis, met zijn prachtige frisch-roode bloemen. Deze orchidee, een echte kalkplant, komt zelfdzaam voor in Zuid Limburg, maar was nog al algemeen in het Hollandsch duin, is daar echter door verschillende oorzaken, ook door uitgraven, al zeldzamer en zeldzamer geworden. Een andere zeer mooie orchidee is de Breedbladige Wesp-orchis, die het heele land door in boschstreken zeer veel voorkomt, soms in reusachtige exemplaren van haast een meter hoog en met honderden bloemen aan n plant. Toch heb ik hem zien verdwijnen op plaatsen die druk bezocht werden door belangstellende wandelaars en door konijnen. Tegen die combinatie is ten slotte geen enkele plant {"opgewassen. Binnenkort begint de grootejvacantie en trekken duizenden ge zinnen naar bosch en hei, strand en duin. Ver scheidene daarvan zullen naar geen plant omzien en dat vind ik heel jammer. Anderen zullen zwelgen in ,,vcldboekctten" en dat vind ik ook jammer en nog anderen zullen uittrekken met botaniseerbus en'plantenschop en dat kan nog het jammerlijkst van alles zijn. Toch zijn de laatste twee groepen beter af dan de eerste en het komt maar op een beetje goede smaak en zelfbeheersching en saamhoorigheidsgevoel aan, om de plaag te veranderen in een zegen. Het hebben van bloe men in huis en het aanleggen van een plantenverzameling zijn allebei zeer goede dingen. Ik heb het altijd als een geluk ondervonden, wanneer ik een leerling het besluit zag vor men, om te gïan werken aan een plantenvcrzamcling, hetzij van gedroogde planten, van teekeningen of van foto's.-En d;injkom ik da delijk met mijn vijftig-planten-rcgel, waarom ik al vaak ben uitgelachen, maar die ik toch altijd blijf handhaven: ... .plukTnooitlecn bloem, wanneer er niet minstens vijftig bijeen IIM* lllltlllllllllllllllllMIIIIIMIIIIIIIIHIIHIII J. S, MEUWSEN.Hefl., A'DAM-R'DAM-DEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND WHITE" l Vrathtütomobielen \ hebbtn DE wereld-reputatie. Vraagt l ons om adressen van White"- ! bezitters. De verstrekte inlichtingen geven U direct aanleiding een White" aan te schaffen. Kostenberekening wordt gaarne vrijblijvend verstrekt. . FirmaGebr.NEFKENS, Amsterdam JAC. OBRECHTSTRAAT 26 Tel Z, 3507. staan. Indien men zich aan dezen regel hield, waren we al een heel stuk verder en ik wanhoop er niet aan, of hij zal ook wel' ingang vinden. Ook zou het zeer goed zijn, indien bij het on derwijs in de plantkunde aan al onze scholen, van bewaarschool af tot universiteit toe het aesthetisch element wat meer naar voren kon komen. En dan moeten wij maar wat bij de Japanners in de leer gaan. Ge ziet, ik heb nog al vertrouwen in de menschheid. Het is dan ook al gebeurd, dat twee knappe plantkundigen, waaronder een fanatiek ver zamelaar, verleden jaar een ongehoord unicum voor onze flora hebben ge vonden en de plant lieten staan! Maar die plant is later toch weer dooreen ander wegge haald." We zijn er dus nog lang niet en in afwachting 'van betere tijden zullen we toch wel nood maatregelen moe ten nemen. We zouden een wet op jfe Hondskruid de bescherming Anacamplis pyramidalis van de planten Hen zeldzame inlandschc moeten hebben, orchidee, die gevaar loopt evengoed als er een uitgeroeidte worden. wet tot bescherFoto C. Sipkes ming der vogels Ti. HM-:-B. WHO f jfleverinciar - Amsterdam .nisiBJUiïi -:- fiuusrmiEis /.L HM. KMt-IM! - TEL N«. 17H ZHM KOUDE EN WARME SCHOTELS TRIPLE SEC. GOMBIER" Import! par SCHMITZ & Co., UtreeM Premie-Lccning NlGeb. v. Kunsten en Wetenscfiappen 10,000 Premiën Hoofdpremie 1/4 Millioen Van 4 Juli tot 7 Dec, as 18 Trekkingen Heele Obligaties 10,25 Gld, Halve Obligaties 5,25 Gld. llllllllllllllltlllllllUlimlIII IIIIIIIIIMMIIIMIII Illlltlll bestaat. Die is echter niet gemakkelijk te maken, want we moeten het bloemenplukken en -plantenverzamelen niet ver hinderen. In sommige gemeenten van ons land bestaat een politieverordening tegen het plukken en vervoeren van bepaalde wilde planten. Als ze je in Bergen snappen met een blauwen zeedtetel, dan word je bekeurd, en dat is maar goed ook. Voorloopig lijkt het mij ook het best uitvoerbaar, dat op bepaalde plaatsen de planten volstrekt beschermd -wor den en dat men elders vrij is, om naar smaak en geweten te handelen. In het Zwitschersch Nationaalpark mag in het geheel niet geplukt worden en daar houdt men zich vrij goed aanIk zou daar ook alweer staaltjes van kunnen vertellen. Onze Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten overweegt ook dergelijke maatregelen en zal beginnen met het uitgra ven van planten op haar bezittingen te ver bieden, behoudens uitzonderingen in het wezenlijk belang van de wetenschap. Gij voelt echter wel, dat ,al dergelijk gedoe toch eigenlijk reactionnair is en dat de eenige goede oplossing van het vraagstuk geleverd wordt door de Japanners en door den vijftigbloemen-regel. < JAC. P. T H i j s s E iiiiiiiimmimniiiiiiiiiilii i iiiimmiiiniiiiiiiimiiiiiii IIIIMII KUHSJHAHDEL JACK HIEKERK v[h Chef Goupil A Co. 23 &25a Langs Houtsfr.'s-6r aren fiage MEESTERWERKEN VMM DE 17»EELWSCHE, HAAGSCHE Ks .; f* fRAKSCHE SCHOOL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl