De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 23 juli pagina 7

23 juli 1921 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

23 Juli '21. No: 2300 DE AMSTERDAMMER, V/EEK BLAD VOOR NEDERLAND Kasteel Haarzuylens. Noordelijk aanzicht. KASTEEL HAARZUYLENS Wie veertig jaren geleden in den omtrek van Utrecht (niet aan de boschzijde van de Bildt of Zeist, maar aan den westkant der stad, in het weide-; en poldergebied der provincie) ging wandelen, stootte een eind voorbij het dorp Vleuten op een ruïne. Verlaten en ruigbegroeid. Toegankelijk voor den voorbijganger, die niet opzag tegen een klimpartij over in gestorte muurblokken, tegen een kruipdoorsluipdoor van vlier, elzestruiken en esdoorns, een bezwaarlijk, soms gevaarlijk klauteren langs uitgevreten wenteltrappen. Met moeite leidde de weg omhoog en verleende van een neergestorten torenmuur een blik over ruïne en weidelandschap. Schilderachtig als bijv. de ruïne van Heisterbach in het Zevengebergte, als zoo menig vervallen slot aan den Rijn, kon men de overblijfselen van het kasteel Haarzuy lens niet noemen.'Daartoe waren zij te vo'rmeloos, te plomp, te weinig gelijnd. De ruïne lag er als een zware bonk begroeide steen te midden der weiden, als een onnutte sta-inden-weg bij het dorpje Haarzuylens. Niemand dacht in de tachtiger jaren aan de mogelijkheid, laat staan aan de wenschelijkheid of waarschijnlijkheid, dat die logge sla per gewekt zou kunnen worden uit zijn droomerig voortbestaan. Twee honderd jaren lag het slot verwaarloosd, steeds meer in verval gerakend, met zijn puin de ruime slotgrachten vullend, zoodat deze niet eens meer de polderslooten in breedte nabij kwamen. Daar moest een toovenaar opstaan, die den slaper zou doen ontwaken ; daar moest een prins, als in een sprookje verrijzen, om door zijn goudregen den akker te doen ontspruiten. De toovenaar werd onze beroemde Nederlandsche bouwmeester Dr. Cuypers. De prins werd de Baron van Zuylen van Nijevelt van de Haar, een lid van den Belgischen tak der van Zuylens, die, wonende te Parijs, gehuwd met een Rothschildadochter, den ouden burcht zijner vaderen leven wijde inblazen, den luis; ter van ztjn'overöifd'geslacht wilde doen herJe,ven. " Nevens den ideeëlen toovenaar, die den durf heeft het werk te aanvaarden en de taak van pater intellectualis", geestelijken vader, op zich te nemen, een taak zoo prachtig maar k zoo machtig, zooveel vergende van kultiturkennis, van techniek en van menschenkennis, zijn ook de gezindheid en niet minder de. geestdrift noodig van een eigenaar, die millioenen wil en kan besteden aan een werk dat zware eischen stelt aan vertrouwen en durf. Men mag van geluk spreken dat de herstellingsplannen nog rijpten in de vorige eeuw! Thans zou aan de uitvoering van zulk een voornemen niet gedacht kunnen worden. Economische, politieke en sociale bezwaren zouden zich onoverkomelijk verzetten tegen het aanvaarden van een werk, gslijk dit werd beoogd door wijlen Victor de Stuers, die er Baron van Zuylen toe aanzette, en in Cuypers den man aanwees daartoe boven allen geschikt. Reeds vór 1890 had men een zwakke poging aangewend om tot nig herstel over te gaan, doch deze poging ging op halve afbraak aan en had gelukkig geen voortgang. Het uitstel kwam het nieuwe plan ten goede. Het geslacht der Zuylens is al in overoude tijden in de geschiedenis onzer landen bekend. Als men de familie-archieven mag gelooven (en van vervalsching of flatteering behoeft geen sprake te zijn) dan werd door n der voorvaderen reeds in de 6e eeuw in de buurt een kerk gesticht en werd in de 8e eeuw te Zuilen een kasteel gebouwd. In den doolhof van de krijgsgebeurtenissen der middel eeuwen, welke de geschiedenis onzer landen zoo hopeloo^ verward maken, doemt telkens weer een lid van het geslacht der van Zuylens op, waaronder er zijn, die zich met de Nijevelts verbinden (p.a. in 1326) zoodat deze twee geslachten ineengestrengeld hun loop door de geschiedenis van het Sticht nemen. De echtgenoot van de laatste erfdochter der Nijevelts (f 1351), ook zij weer uit een zijtak der Zuylens gesproten, voegde beide namen bijeen.'Hij ruilde zijn wapen: 3 zilveren zui len in rood, met het hare : 3 roodc zuilen in zilver. Een wapen dat tot op heden is geble ven en door de aanwezigheid der zuilen heeft doen denken aan een verwantschap met het Italiaansche geslacht der Colonna's. Paus Martinus V (1417?1431), een Colonna, was het, die het Jacoba van Beieren, verwant aan de van Zuylens, onophoudelijk lastig maakte. Merkwaardig samentreffen, inder daad ! In 1451 wordt een Dirk van Zuylen met het kasteel beleend ; hij huisde er evenwe1 zelden daar hij in Utrecht regeeringsambten bekleedde en daar woonde. In 1500 zat hij als Oud-burgemeester nog in het bestuur der stad. Van den jongen tak der, Zuylens stammen de tegen; woordige van Zuylens af. TSen ridder Willem van Zuylen (midden 16e eeuw) was de bewerker der Souterliedekens, gedicht op alle di Psalmen Davids." Het zijn vertalingen der psalmen op de melodie van volksliedjes. De uitgave van 1539 is wel viermalen herdrukt. Een andere van Zuylen, uit de Nederlandsche gewesten verdreven ten tijde van het Smeekschrift der Edelen (1565), week uit naar Emmerik, waar hij tijdelijk met boekbinderij in zijn levensonderhoud voor zag. Het waren dus niet alle werken des oorlogs die de'van Zuylens eer verschaften. Nevens de wapenen en het staatsmansbedrijf, ne\ ens den dichtader en de handwerkskunst, was het > thans in onze dagen de hulpvaardige hand aan de bouwkunst gereikt, die aan de van Zuylens eer zou schenken. In 1801 stierf de Hollandsche tak van het geslacht uit. De Belgische tak is het, die den tegenwoordigen eigenaar Etienne Baron van Zuylen van Nijevelt van de Haar tot zijn loten telt en die er roem op dragen mag den durf te hebben bezeten om het oude slot zijner voorvaderen uit het puin te laten verrijzen. Des eigenaars wapenspreuk : Non titubans, (Niet wankelend), moge op de stevigte der zui len doelen, de vastheid van wil in het dór zetten van den opbouw wankelde bij van Zuy len niet, gesteund als hij werd door de be zieling van zijn bouwmeester Cuypers. De herstelling, (zoo zegt Dr. Cuypers in zijn werkje over Haarzuylens, 1898) van het slot de Haar heeft een dubbele bestemming. De grondgedachte die den eigenaar aanvan kelijk dan ook deed besluiten tot het reuzenwerk, was de wensch om, tot nagedachtenis aan de vele roemrijke voorvaderen, die de Haar hebben bewoond, vcrtiedigd en van daé' ui1 grooten invloed in het Sticht hebben uugeoefend, deze bakermat weer tot eer te brengen. De werken diet-voorvaderen, welke door brand, water, atmosferische invloeden waren vernield, moeten wnrden teruggebracht, alsof het gebouw nooit was verlaten. Dit sloot in zich dat in het slot de invloed der vroegere geslachten moest worden teruggevonden k de meer of minder moderne inrichtingen welke in alle woningen, groot of klein, ach tereenvolgens het oude en ouderwetsche heb ben vervangen. Dat een van Zuylen, hij moge dan in Parijs 'gewend zijn en gewoonlijk,aan de Riviera zijn genot vinden, hij moge de facto geen Neder lander meer wezen, toch m onze lage landen met hun wazigen dampkring en groene weiden behagen schept, het kan niet anders dan plei ten voor den edelman en zijne gemalin, die in onze waterrijke landouwen aan Vecht en Rijn hun voorvaderlijk slot wilden herstellen. Zij verdienen voor hun grootsche pogingen de dankbaarheid van de honderden, die jaren lang door handenarbeid in hun dienst een rijk stuk brood mochten eten. Zij verdienen den dank van Nederland dat ziilk een kostelijk en schoon gewrocht zag ontstaan binnen zijn landpalen. Zij mogen ongetwijfeld den dank oogsten van de kunstenaars die hunne ta lenten konden ontplooien bij bouwwerk en parkaanleg. Kon er iets heerlijkere gedacht worden voor een bouwmeester als Cuypers, dan onbeperkt, ongebreideld te mogen arbei den aan een taak, waar hem de vrije hand wordt gelaten orn te scheppen, te vormen, te herstellen? Is rijker voldoening denkbaar, dan het aanleggen van parken en bosschen op uitgebreide terreinen, het graven van meren, het ophoogen van heuvels, het planten van boom en struikgewas, van opgaande lanen met wijde vergezichten? Een geluk aan slechts weinigen, zooals hier aan den tuinarchitekt Copijn, beschoren. Helaas! de eigenaars zagen, toen alles gereed was, met n slag, door n automobielongeluk, hun verwachtingen vernietigd. De zoon, wiens bestemming het eenmaal Kasteel Haarzuylcns. De boekerij Het Familiewapen^ der Zuylens zou wezen, deze vorstelijke bezitting te erven, te bewonen en te besturen, werd in 1912 aan zijn ouders ontrukt. In den tuinaanleg spreekt een drietal monumenten van de schrijnende oudersmart. Op een marmeren plaat, aange bracht in den tot herinnering aan den over ledene geplanten rozentuin, leest men: Ce jardin de'roses a técréen souvenir de notre adoréfils Hélin. Que ces roses lui redisent, chaque fois qu' elles fleuriront, notre amour pour lui et l'affreuse] détresse dans laquelle nous a plongés sa mort 1912?1913." De wreede dood spot hier met de vorstelijke pracht, met de reusachtige werken, aangelegd als een bezit voor hem, op wicn het meedoogenlooze noodlot in n oogenblik de hand legt, om zijn leven te vernietigen en daar mee de brooze illusies van een ouderenpaar te doen verdwijnen voor altoos. Wat had men niet aan zwarigheden moeten overwinnen! De millioenen aan den bouw besteed, men noemde 3 a 4 tpn per jaar, behoeft men daarbij nog niet -eens mee te tellen. Ook al, cmdat men daarmee nog niet alles kan bereiken. Evenals Frederik van Prui sen te Potsdam door den molenaar van SansSouci werd gedwarsboomd, benam hier een drietal stijfhoofdige menschen, ongeveer 25 jaren lang door een hutje, dat zij niet wilden ontruimen, het vrije gezicht op en van het kasteel in de hoofdlaan! Hun werd levenslang een ruim weekgeld, hun werd een nieuwe boer derij geboden, waarin ze vrij mochten wonen, hun werd een vorstelijke som beloofd voor hun klein bezit. Zij bleven weigeren en eischten steeds meer. Eindelijk bracht de dood hun veeleischenden mond tot zwijgen. Overigens is aan de niet zware eischen van pacht ten behoeve vin den eigenaar van het kasteel, die al het land in den omtrek opkocht, gemakkelijk te voldoen. De Parijsche land heer schijnt van hooge Hollandsche pachtsommen niet te weten. Vijftien, twintig jaar lang (werd gewerkt aan kasteel en parken, aan het park, dat nog niet geheel voltooid is, sedert 1894. Een verzoek tot bezich tiging wordt, wanneer de eige naars niet aanwezig zijn (en een verblijf beperkt zich tot enkele weken per jaar) zelden met een weigering beant woord. En de moeite van het bezoek, de eenigszins lastige reis naar het dorpje Vleuten en de wandeling naar het kasteel, heerlijk door ons bekoorlijk landschap, wor den ruimschoots beloond. Ia April of Mei wanneer de vruchtboomen bloeien, moet de tocht zeker even loonend zijn, als in Septem ber of October, wanneer de herfst het gebladerte iillllllilliiiiMlliiiiiiiiilllltlMilliilllliluilllliiiiiiiiuiiiiliiiiiilliiiiiiiiiMMifiiiiiiiiilliuiiiiiiiiii WEBSTER, NESTA H. World revolution, The plot against civilisation. London. Constable and Company Ltd. 1921. 80. Mrs. Webster is bekend door verschillende studiën over den modernen tijd. Achtereen volgens gaf zij een boek over de moderne de mocratie, een over de Fransche omwenteling, en meer andere. Aan dat laatste boek gaf zij onlangs een sterke uitbreiding, zoowel naar tijd als naar plaats: zij schreef het bovenge noemde boek, dat een geschiedenis wil zijn van de ontwikkeling der revolutionaire be weging sedert het einde der achttiende eeuw tot op onze dagen. Een alleszins belangrijk boek zonder twijfel, waarin allerlei belangwekkends is te vinden over de groote Fransche revolutie, over de Fransche revolutionaire bewegingen in de negentiende eeuw, over het syndicalisme, het anarchisme en het communisme, ten slotte over de Russische omwenteling van 1917. Veel belangwekkends aan feiten en beschouwingen, ook wel aan nieuwe gezichtspunten. Het boek laat zich bovendien uitnemend lezen ; het is duidelijk en overzichtelijk, veelal scherp van gevolgtrekking en uitbeelding. Want het is geschreven uit een hechte overtuiging, die soms uitslaat tot feilen haat. Want de houding van Mrs. Webster tegenover de revolutionaire stroomingen en bewegingen is die van een volstrekte en besliste afwering. In al die histo rische verschijnselen vermag zij slechts te zien een aanslag op onze beschaving of liever, zoo als zij het zelfs op den titel van haar boek dui delijk zegt, een complot tegen de cultuur. Dat laatste is het meest karakteristieke van dit boek en ook het meest bestrijdbare. De voorstelling van Mrs. Webster is deze, dat alle revolutionaire actie sedert meer dan een eeuw het werk is geweest van geheime ge nootschappen ut liever van n geheim ge nootschap, dat der Illumiiiateii. Dat genoot Grand Hotel Funckler HAARLEM RESTAURANT DE TOUT Ier ORDRE schap is den l Mei 1776 gesticht door Adam Weishaupt; het was weldra over verschillende deelen van Duitschland verbreid en stond in nauwe betrekking tot de Vrijmetselaars;waarmede in 1781 samenwerking werd verkre-l gen. Het was een geheim genootschap, zooals erf] destijds in Duitschland meer waren, met mys- ' tieke plechtigheden en een straffe hiërarchie. De leden droegen als zoodanig symbolische namen ; Weishaupt zelf, die natuurlijk het eerwaardige hoofd van het genootschap of liever van de secte werd, noemde zich Spartacus. De Illuminaten, die zeer bepaald inter nationale strevingen en betrekkingen hadden, wilden een broederschap van vrije menschen stichten op de puinhoopen der toenmalige maatschappij en der Christelijke beschaving. Uit den ondergang der cultuur zou een natuur lijke maatschappij voortkomen, waarin aiie menschen vrij en onafhankelijk zouden zijn. Het genootschap had dus een zeer bepaald revolutionaire strekking en streving ; in zes punten was hun programma aldus geformu leerd : afschaffing der monarchie en van alle georganiseerde regeering, van privaat eigen dom, van het erfrecht, van den nationalen staat, van de familie, van den godsdienst. Het spreekt van zelf, dat een genootschap met zulk een programma, hoe geheim ook, oe aandacht der autoriteiten moest trekken. In 1786 werd het dan ook door de regeering van Beieren, waar de hoofdzetel was gevestigd, ontbonden ; de zeer compron'iitteerendc docu menten, die bij huiszoeking werden gevonden, werden op last der regeering tot afschrikking gepubliceerd. Niettemin het spreekt eigen lijk wel van zelf bleef het genootschap be staan ; het telde duizenden adepten, die na tuurlijk niet met het einddoel op de hoogte werden gesteld ; aanzienlijken, zelfs geestelij ken waren er lid van, zonder trouwens in de diepste geheimen te zijn ingewijd. Daardoor kon ook door de Illuminaten de groote Fran sche revolutie worden georganiseerd.Mirabeau, die de orde in Duitschland had lecren kennen, was er lid van. Verschillende bekende figuren der omwenteling waren lüuminaten, Chaumette en vooral Anacharsis Clootz, wiens denk beelden over l'union du genre humain" inder daad merkwaardig overeenkomen met die van Weishaupt. De meest bekende Illuminaat was echter Baheiif ; zijn naam (iracchns lx wijst reeds zijn lidmaatschap van de orde. In 1790 eed hij zijn bekende poging om de regeering omver te werpen, die geheel mislukte ; voorloopig was de tijd voor andere dan militaire staatsgrepen voorbij. Sedert is de geschiedenis zoo voortgegaan. Stellig is de negentiende eeuw rijk aan pogin gen om de regeering en de bestaande inaat-schappelijke orde ten val te brengen. Het eerste ? is meer dan eens gehikt, het laatste nimmer. lüat ailes is bekend genoeg. Maar Mrs. Webster juegt tusschcn dat alles nog een ander verband dan dat van een eigenaardige geestesgesteld heid en van een zeer bijzondere maatschappe lijke ontwikkeling, die verzeten verweer even zeer verklaren. Zij -/iet in dat alles een groot complot van de Illuminaten, die de jaren door hun programma van 1770 met alle beschik bare en bruikbare middelen willen ten uit voer leggen. Volgens haar zijn alle groote revolutionairen lüuminaten geweest, mis schien alleen met uitzondering van Louis Blanc. Maar overigens ??zij mogen zich com munisten of socialisten noemen, nihilistcn of spartacistcn, carbonari of fenians ridders van den arbeid of het jonge Europa, bolsjewieken of mensjcwieken allen zijn zij Illuminaten ; bewust of onbewust zijn zij de werktuigen van het groote sanhedrin der Illuminaten. Zoo wordt de beschaafde wereld geteisterd door een geheime orde als die der Assassijnen, wier onzichtbaar hoofd ver weg zetelde op den berg Alamoet; zijn hand, nimmer grijpbaar, is altijd speurbaar in de revolutionaire beweging van dezen tijd. Dat alles is verbijsterend om te lezen, juist omdat er stellig zeer veel waars in deze voor stelling is. Dat geheime genootschappen een zeer belangrijke rol in de geschiedenis hebben gespeeld en nog spelen, dat zij dikwijls een beslissenden invloed op het wereldgebeuren heb ben uitgeoefend, spreekt van zelf en i? waarlijk geen geheim. Evenmin is het onzeker, dat de meeste, oogenschijnlijk spontane volksbewe gingen op handige wijze zijn op touw gezet en geënsceneerd door politieke leiders, die daar mede ceu bepaald doe! wenschten te bereiken. Dat wordt al daardoor waarschijnlijk, dat zulke bewegingen in den regel even snel eindi gen als zij zijn ontstaan. Dat de voorbereiding van groote journécs révolutionnaires met zorg in het geheim moet plaats hebben, spreekt van zelf; op de publieke markt wordt wel de revolutie gemaakt, maar niet georganiseerd. l >;?. t ten slolte bepaalde organisaties daarbij ?een /.eer «route ai invloedrijke rol spelen, is bekend ge n oei-; : me;i denke aan ik' Jal-MbijnenH&lfanda boste 10 cent sigaar club in de revolutie, die met haar filialen in de provincie een tijd lang Frankrijk heeft behecrscht. Nu was de Jakobijnenclub slechts tot op zekere hoogte een openbaar lichaam ; natuurlijk gebeurde er veel achter de gesloten deuren. Nog steeds komen onze politieke vereenigingen meer dan eens in besloten vergade ring bijeen : zij zouden wei dwaas doen hun staatkundige overleggingen aan'de groote klok te hangen. Maar iets geheel anders is de organisatie van een geheim genootschap en nog weer iets geheel anders van een universeel genootschap, dat permanent de leiding heeft van de meest uitecnloopende volksbewegingen. Dat de een heid van het moderne Italië is voorbereid door geheime genootschappen, de carbonari en dergelijke, is nu geen geheim meer. Evenmin is het'een geheim, dat er internationale be trekkingen bestonden tusschen het jonge Italië, het jonge Duitschland, het jonge Polen en?.. ; Mazzini is wel het type van den interna tionalen samenzweerder. Dat de revolutio nairen van verschillende landen elkander blij ven zoeken, is bekend genoeg ; dat zij meer dan eens geheime afspraken maken, mag worden aangenomen. Maar alweer iets geheel anders is, wat Mrs. Webster tracht te betoogen, dat -ïchter dat alles altijd weer dezelfde geheime :nacht schuilt, de verdervende hand der Illtiminaten. Daarvan heeft de schrijfster wel een sterke overtuiging, maar geen "sterke argumenten, om van bewijzen niet te spreken. Stellig zijn er eigenaardige punten. Toen het internatio naal congres der sociaal-democratie in 1889 tot een algemeen feest van den arbeid besloot, koos men daartoe den eersten Mei, juist den dag, waarop in 1776 de orde der Illuminaten is opgericht. De revolutionairen in Duitsch land noemen zich Spartacisten ; is het toeval lig, dat de symbolische naam van Weishaupt, den lichter der Illuminaten, juistSpartactisis? Dat is zeker wel opmerkelijk. Maar wat bewijst het eigenlijk? Historisch verband toch nog volstrekt niet. Dit is juist de hoofdfout in het boek van Mrs. Webster, dat zij zich geen reken schap geeft van wat historisch als bewezen kan worden aangenomen en wat ten slotte niet anders is dan een waarschijnlijkheid, een niugdijklH-id, ien onderstelling. Verder dan het laatste brengt dit boek ons toeh eigenlijk niet. Indien waarlijk de Illumi naten de leiders zijn van de revolutionaire bewegingen, waarmede de wereld sedert ander halve eeuw wordt gekweld, dan hebben zij hun identiteit uitnemend weten geheim te houden. met broristint kleurt. De herten en reeën in 4e uitgestrekte kampen zijn schuw als liepen ze rowd in het wild. Ze ontvangen niet veel bezoek! De faisanten tippelen kwiek over de breede en smalle boschpaden,. ze hebben een ongestoord terrein, om zich voort te]'planten.' Een ideale stilte heerscht hier over een uitgestrektheid van ruim 100 H.A. aan park, efi tuinen, waarin men uren en uren kan ronddwalen, waar men boschstemming genieten kan, doch waar ook de bloemenlïtfhebber zijn hart . aan bloemen pracht en vruchtenteelt kan ophalen. En het middelpunt van al die heerlijkheid vormt het kasteel, dat te vergelijken is met Chantilly of Pierrefonds in Frankrijk, met Schönbrun bij Weenen, met den Wartburg of den Drachenburg in het Zevengebergte, met andere beroemde bouwwerken in het buitenland ! Dat het geheele dorp Haarzuylens voor den parkaanleg moest worden verplaatst, was niet n van de minste bezwaren. Het werd afgebroken en verrees op een kwartier afstands als een nieuw, vriendelijk dorp in ouden stijl. Als een bewijs hoeveel bezwaren te over winnen waren, zij nog medegedeeld dat voor den opbouw van het slot een eigen steenbak kerij werd ingericht ten einde de mjddeleeuwsche moppen te kunnen vervaardigen die men voor het metselen noodig had. Trouwens de bouwlieden welke als opzichters, uitvoerders, arbeiders, ambachtslieden moesten medewer ken, dienden een goed begrip te ontvangen, elk op zijn gebied, van de eenvoudige en dege lijke manier waarop in de middeleeuwen hun ambacht werd .uitgeoefend. Reeds alleen de omstandighed, dat het gebouw, volgens de oude bouwwijze zoo weinig haaksche hoeken heeft, stelde allerlei, hun onbekende, eischen. Maar de ondernemingsgeest en volharding van den eigenaar, de talenten van de bouw meesters, de bekwaamheid der uitvoerders, men ziet ze beloond in de tooverachtige omgeving die ons bij een bezoek verrukt, i Wanneer men van Harmelen naar Utrecht spoort, glimmen de leien torenspitsen van het kasteel in den zonneschijn gezien, u toe. Op de hoogste spits glinstert een koperen gehar naste ridder. Behoort er althans te glinsteren. Op het oogenblik is hij afgedaald ter reparatie naar den beganen grond. Maar van verre gezien zou men niet ver moeden, dat zooveel kunst- en natuurschatten verborgen zijn achter die boomen, welke men ziet groenen en waaruit de torens van het kasteel zich verheffen. Mogen er ook in de toekomst van Zuylens gevonden worden die de kunstwerken weten te waardeeren en in staat zijn ze in stand te houden. DR. N. J. SINGELS Zelfs de felle afkeer van Mrs. Webster heeft hen niet op'heeterdaad weten te betrappen. Maar wel geeft zij zeer veel, dat op de beweging van den modernen tijd nieuw, soms verrassend licht werpt. Scherp doet zij uitkomen, dat er in de moderne arbeidersbeweging een scherp contrast bestaat tusschen de aspiratiën van breede volkskringen en de idealen van de mees te leiders ; al dadelijk legt zij den vollen nadruk op het bekende feit, dat vele leiders geen eigen lijke arbeiders zijn en met deze dan ook nau welijks geestelijk contact hebben. Juist dat acht Mrs. Webster een groot gevaar, omdat de uit den aard meer gematigde massa op het beslissende oogenblik geen tegenwicht kan vormen tegen de radicale leiders. Dpn vollen nadruk legt Mrs. Webster op het bekende feit, dat zeer vee' revolutionairen niet het geringste begrip hebben van hetgeen na de revolutie, Ie lendemain de la revolution, zal moeten ge beuren. Niet zonder hoon constateert zij, dat de dienst, dien het communisme den arbeiders zal moeten opleggen, een tirannie zal blij ken, die hen zal doen hunkeren naar de vleeschpotten van het Egypteland van het kapitalisme. Zij wijst op het verband in gees telijken zin tusschen kapitalisme en sociaal democratie en op beider gemis aan waardee ring voor de persoonlijke vrijheid. Zij brengt de beteekenis naar voren van het Jodendom van onze dagen, hoewel het haar niet steeds gelukt de plaats der Joden met besliste zeker heid aan te wijzen ; het feit, dat men ze vindt onder de groot-kapitalisten en onder de radi caalste revolutionairen wordt niet geheel ver klaard. Ook brengt zij de zeer exceptioneele verhoudingen in Rusland naar voren, waaruit voor die van West-Europa geen enkele con clusie is te trekken ; revolutie ginds beteekent dan ook volstrekt geen omwenteling hier. En ten slotte zij wijst op het persoonlijk ele ment in tal van revolutionaire bewegingen : naast beginsel speelt hier eerzucht, heerser;zucht hebzucht, zucht naar avonturen een zeer groote rol. ? Het bock van Mrs. Webster is inderdaad leerzaam en onderhoudend voor wie iets van het revolutionaire beweeg van onzen tijd wil begrijpen. Maar de verklaring daarvan kunnen wij van haar niet aanvaarden. H. Bi; u c; M A N s *<«l*fllllllttllltlllltlllllllllllllMII>IHIIIllllllllllllllllllllllllllllllll(IIMIII TRIPLE SEC. MER" l m pc r tépar SCHMITZ & Co., Utrecht

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl