Historisch Archief 1877-1940
.30 Juli '21. No. 2301
'DE AMS-TERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Zij is nu een oude, jonge juffrouw geworden,
met verrimpelden pruimenmond; het vel
hard en blinkend gespannen over de jukbeen
deren ; het kleine voorhoofd In. rimpels ge
kamd, en het vleesch om de keel slap in plooien
hangend. Ze ziet zich in den spiegel en kan er
zelf niet over 'dat zij eens een zachte schoonheid
was, vol moederlijk belofte en warme verlan
gens.
Ze zucht en wordt weemoedig, ze wil haar
gedachten van 't verleden aftrekken, met naar
buiten te zien, door het open~venster. Doch uit
alle dingen, die ze ziet, kruipen de beelden uit
de voorbije dagen door haren geest.
Ginder zit het witte dorp met zijn roode
daken in den rustigen schoot van korenvelden
en dennenbosschen. Op den spitsen toren hangt
slap een nieuwe nationale Vlag ; de hitte beeft
boven de blonde wegen, en allerhande
insectengegons zwelt onder de stekende, witte
hitte. In de verte, heel ver achter de
masteZe ziet zich in den spiegel
bosschen is al lang naderend gefluit van een
stoomtram recht in de lucht. Die zal het pie
perig volk van het omliggende aanbrengen om
inyde ovenhee-te danstenten het jonge bloed
eenS' op te jagen.
?)Daar, had ze nooit aan mee gedaan, omda-t
ze de dochter.,van .een notaris was, en het haar
stand niet toe liet. JVfóar-attij<l>was ze vreugdig
als de kermis kwam- Dan" was er dagen op
Voorhand in 't witte hegrerihuis blijdzaam
geharre-war. Het ?ziivefi het? oud zilver der
familie dat ze krijgen ^oU-^als ze trouwde,
werd dan verhelderd en gekuigcht; in een
kookboek zocht ze met hare deftige moeder,
naar de -uitstekende gerechten ; in de stad
Hét ze een nieuw zomerkleed maken ; nieuwe
liederen we'rden op het spinnet ingestudeerd,
en de gemoedelijke vader haalde den besten
wijn boven,dien hij maar dronk, als hij met zijn
vriend den Baron het wild opat dat zij op
de jacht hadden geschoten.
Ze herinnerde ziclj nog de zomerkermis,
toen ze een klein kind was en met haar neus
tot aan 't tafelblad kvjam ; toen was ze maar
alleen bekoord door de taarten en liet rijkelijk
aanschijn van den disch. Maar ze werd grooter
en nu had ze 't meeste aandacht aan de gas
ten, familie en kennissen, waaronder fijne,
beleefde jongelingen waren, die haar door
hunne innemendheid terug deden denken aan
heiden van Walter Scott. O, die ontvangst
.der feesters aan dédiligentie, dan het keurig
diner, de jeugdige gesprekken tn de liederen ;
een wandeling door 't dorp nevens de
smoutebollenkiamen en de danstenten, hot
spelen in den tuin, waar men danste bij 't
getinkel van 't spinnet, dat alles was zoo het
hart doen kloppend, zoo zwoel! Maar het
moment waar ze naar verlangde dat ze zelf
niet kon uitspreken maar poogde te lezen in
de oogen van de jongelingen, kwam niet.
Als de gasten vertrokken waren, de sterren
trilden, en er op tafel nog de overschotten .
stonden van den feestdisch en het licht der
'" bijna verbrande kaarsen" was er
een ontgoocheling van ze wist niet
wat over haar.
Ze was weer alleen, in de verte
speelde pistonmuziek in een tent,
was er zoet gezangen zag ze vrij
ende paren de zwoele
korenwegelen binnentrekken. En als ze
dan op haar kamer was en het
haar had losgeschud, hong ze het
nieuwe, schoone zomerkleed on
voldaan over den rug van een
zetel. Ze vond dat het niet zoo
warm moest zijn, zuchtte en lag
nog lang wakker in het breede
bed.
Zoo staan die kennissen harer
fleurige jeugd versteend in haar
gedachten.
En ze wierd dertig jaar, moe
der stierf; veel kennissen waren
gehuwd en eenigen hadden al
kinderen, en nu was ze in plaats
van afwachtend voor een mo
ment dat ze niet noemen kon,
luidruchtig, te aanstellerig, en
als ze Voelde dat ie zich wilde
opdringen botte zéWeer in, en
riep de aandacht op haar door
Huize i. ZtniX BUS5INK
Restaurant a la carte
_unch,Afternoon-tea,Diners e*Soupers
Dagelijks muziek door het Huls-orkest
?te laten blijken, dat ze ziek was. Ze wou dan
tóch niet naar 't bed, spijts 't aanraden der
gasten, verstoorde heel het feest, tot ze stil
van besefte dat alles verloren moeite was
ert koppig in den hof ging zitten,en 's avonds
hóng ze onvoldaan het nieuwe kleed op den
rug van een zetel.
Toen ze tegen de veertig was, was er geen
enkele jongman meer op den jaarlijkschen
digch, ze waren allen getrouwd, hadden hun
vrouwen bij, en de gesprekken gingen nu over
rustiger dingen, over 't huishouden, geldbe
leggingen, intresten, jacht en politiek. Men
kuierde niet meer lijk vroeger naar het dorp
en 't waren alleen de meegekomen kinderen
die met den bal en den reep op den geschoren
gazon voor het huis speelden.
De notaris wierd ziek, zijn leven doofde uit,
familieleden stierven ; de kozijntjes.en nicht-.
kés nu grooter ge worden,, zaten vol minnepret
Premie-Leening
II. M. i. linsfin in WitusclupiM
10.000 Premiên
Ho of d premie
1/4 Millioen
Van l Aug. tot T Deo. a,s,
nog 16 Trekkingen
Heele Obligaties 10.25 Gld.
Halve obligaties 5,25 Gld.
M dam - Posigirok
Illllltlllll llllUMillllliiiiiiiiflIHiHiHMiittl Illllllliim»Illlllllllll lllltllflHlIIIIIIHIIIIllni <
iiiiiiiimiiininimi
ifiiitimiiiiimi
HET OFFER
door MINCA VERSTER?BOSCH REITZ
(Vervolg van pag. 5)
naar Engeland geseind om inlichtingen op dien
naam".
Ja, dat is maar 't beste", was Boy's vage
antwoord ; toen dook z'n hoofd nog dieper
tusschen 'thelrrgras, en schoof hij zoo
tersluiks mogelijk, een binocle voor z'n oogen, in
de richting van een der duinVilla's waar al de
gele markiezen Waren neergelaten, en een
opdringerig bofd op 't dak vermeldde dat er
pension Werd gehouden.
Nou en z'n signalement is naar alle
Wisselkantoren omdat-ie natuurlijk 'n
Engelschman is, en Hollandsch geld bij zich
had", vervolgde de politieman.
Juist, natuurlijk, dat is heel goed gezien",
prees Boy. En de man nam strammer houding
aan .alsof de loftüiting hém speciaal gold.
Nu adieu " zet plotseling Boy die, zijn
binocle weer even arglistig had weggewerkt
als te voorschijn gehaald, hier heb je wat
Cigaretten " En inplaats Van overeind te
?krabbelen, gleed hij op z'n buik, aan den
zeekant, een eind de helling af. Toen wandelde
hij kalm naar zijn hotel terug, betaalde zijn
rekening, zocht Hans op, en zei dat-ie er ge
noeg van had en naar stad terug ging.
Even goeie vrinden" lachte Hans wij blij
ven hier de belargen van onze bladen be
hartigen ! Elke nieuwe ontdekking is goud
MHI1IIIMIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHII
iiuitiiiiiiiiiiiiimiiiitiiiiiiiii
PRIN5ENCÏI2T.
7»* 711
waard !" Er school goedig verwijt in z'n
woorden ; Hans hield van z'n jongen vriend,
en diens blijkbare onverschilligheid voor de
belangen van de courant waaraan hij verbon
den was, hinderde hem, omdat die de toekomst
van den jongen man in de waagschaal stelde.
's Avonds laat stoof een motorfiets tot
Voor de duin-villa met de geelgestreepte
markiezen. De berijder steeg af, vroeg logies
en wenschtë een kamer, bij voorkeur aan den
zonkant. Hij betrok die meteen, bestelde kof
fie, deed z'n motor-kap af en begon zich te
verfrisschen. Hij was een jonge man met Wat
uitheemsch uiterlijk, dikke wenkbrauwen,
krullend zwart haar en een kleine zwarte
snor ; hij had een zigeuner kunnen zijn, of
een circusrijder, f iemand van Semiotische
afkomst,
Hij werd een rustige gast in 't peneion,
nam deel aan al de gezamentlijke maaltijden,
maar hoewel hij met veel belangstelling naar
alle gesprekken scheen te luisteren, hield hij
zichzelf er vrijwel buiten: In de gastenlijst
stond hij als Jean Variez, Belg, ingeschreven.
Hij ging veel uit, maar lag den overigen tijd
op zijn bed cigaretten te rooken. Soms dren
telde hij naar de keuken waar hij grapjes
maakte met 't personeel, en de meiden op
chocolade tracteerde. 't Mocht wel niet van
Mevrouw", de pensionhoudster, maar ieder
een mocht hem graag omdat hij een makke
lijke gast was en royaal in z'n fooien. Eens
kwam hij 's avonds met acht luxe zakjes bon
bons in de keuken, deelde ze uit, en keek
gcintrigeerd omdat hij er n overhield. Heb
ieke dan niet altijd acht porties rordgtdeeld?"
vroeg hij onnoozclig, zijn je altijd maar met
je zeven?'' De meiden giebelden.
Meneer heeft op Magda gerekend ! -.O je !
Magda die een presentje krijgt !" En ze grin
nikten uitbundig,alsof die veronderstelling iets
uitzinnïgs inhield,
Makda? Heb Ieke die nooit gczien?*Wat is
dat voor een naam, Makda?" De meiden brul
den. Magg-da ! niet Mak-da ! Maggg-da !
van Magdalena !"
O ja ja ! Makda van Makdalcna ! En wie
is nou die Makda Van Makdalena?1'
Maggg-dalena is onze opper keukenmeid !
maar ze is te trotsch dat ze kijkt! ze is alleen
die paar uur hier, beneden, voor de fijne keu
ken, verder is ze op d'r kamertje ! ze is zwak
zegt mevrouw en ze moet veel ruste.. We
kennc in 't seizoen geen andere krijge".
,,O ja nuiste !.... Waar ruust ze? xal
ieke haai' die lekkere bonbons voor haar deur
zette"
Ja ja !" tierden de meiden, maar ze
wordt vast nijdig en smijt 't lekkers naar uw
hoofd !"
Naar mieii voofd?" Tiens, zoo jammer van
mien voofd...."
Nee.... van 't lekkers !" lachte een ander.
Vooruit jö.... late we allemaal met 'm
mee gaan.... we motte 'm toch de weg
wijze...."
Ze gingen, gesmoord lachend ; een kluit
dienstmeisjes rondom den glunderen Belg die
hoog boven 't gedrang, z'n zak bonbons hield,
Ze stommelden de diensttrap op, tot boven
de rijen logeerkamers. Daar toonden zij hem
't kamertje van Magda. Hij keek snel naar
't nummer. Sept", zei hij hard op.
Ja, vooruit met je zet!.... zet nou maar
gauw neer...." waarschuwde er een, wat
jachterig om mevrouw di<; mogelijk in de
keuken kon komen, en 't personeel gevlogen
vinden.
Voorzichtig deponeerde hij z'n zak bonbons.
De meiden trokken gichelend af, en hij daalde
een trap.lagef.j tot-^a^de^geerkafners. Pein'
zend keek hij naar z'rf nummer, toen naar de
anderen 14, 16, 18.... neen, dat gaf
niets.... En wat geprikkeld ging hij z'n
kamer binnen, smakte op z'n bed en greep
naar z'n cigaretten.
Toen 't tegen den nacht volkomen stil werd
in huis, sloeg hij een touw om de kruk van z'n
openslaand raam, gleed er langs naar buiten ;
en plat in 't gras liggend keek hij de vensters
langs. Bij vele logeergasten Was licht op de
slaapkamers, ook op de rij kamertjes der dienst
boden. Alleen een was donker. Hij vergeleek
't met z'n eigen raam waaruit 't touw nog
hing.... drie ramen naar links, vlak boven 't
eenige raam op de logeerverdieping waar geen
rnarkieze was. Voldaan floot hij even, zacht
tusschen z'n tanden, toen klauterde hij langs
z'n touw weer naar binnen, deed z'n schoenen
uit en sloop naar boven. Daar telde hij de
deufcn ,E!k personeelkamertje had waar
schijnlijk maar een raam, dus.... drie deuren
naar links..-., met 'n zaklantaarn belichtte
hij 't nummer 't was 7. En de zak bon
bons lag er nog. Nu deed hij een waagstuk.
Geluidloos draaide hij de deurkruk om, wacht
te. Als Cr iemand binnen was, zou 't schandaal
geven, 't Bleef stil. Toen sloop hij naar bin
nen. Er was nieinand, haastig keek hij 't
kamertje rond. 't Bed was opgemaakt, maar
er had iemand boven op gelegen. Aan een
haak hing een blauw linnen clienstjapon en een
wit liuislioudscliort. Op een tafeltje stond een
gewone wekker, dien bekeek hij oplettend,
vergeleek den tijd met z'n horloge, zag den
wekker op half zes staan. Er stondeneen jaar
plompe schoenen met Philip's gummi-zolen ;
hij nam ze op, keek er lang en aandachtig
in, bij 't schelle licht van z'n zaklantaarn. Er
kwam 'n tevreden trek op z'n gelaat, en be
hoedzaam zette hij de schoenen weer neer.
.Toen liep hij naar 't raam, keek naar buiten,
maar toen gebeurde iets wonderlijks. Uit den
tuin werd een kluit grond naar boven ge
gooid, die zanderig in de kamer uit elk; ar
spatte. Toen, na een poos, volgde er nog een.
Jean Variez was van 't raam teruggewéken,
spiedde roerloos ; toen, eensklaps bedacht hij
zich, verliet .omzichtig 't kamertje, gleed zoo
snel als hij kon de trap af, terug naar z'n eigen
kamer, Daar, bij 't raam, stelde hij zich ver
dekt op ; z'n nu geoefend oor hoorde telkens
de zandkhiitjes lant's de muur ritselen. Toen
hield 't geluid op; 't was nu geheel donker
buiten. Opeens lichtte 'n elcctrische lantaarn
tusschen de heesters, dadelijk daarna was
alles weer donker. Jean Variez lag spiedend
met z'n kin -op de vensterbank ; nu zag hij
nog eens 't lantaarnlicht, een ondeelbaar
oogenblik.... vijftig meter verder. Hij sprong
op, greep 't touw dat nog langs de muur ben
gelde, en liet zich zakken ; toen rende hij op
z'n sokken in de richting waar hij 't licht had
gezien. Maar al heel gauw moest hij behoed
zaam voortgaan, want, vrij langzaam voor
llttttlltllttlttttlllllttnlllllllllltllllllllllllUIIMMll
t. aiilllliuuuull
CADILLAC
Het Meesterstuk der Autotechniek
Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT
Men sprak over goede werken ....
aan tafel, er waren nog een paar weduwnaars,
met wie zij het gesprek van hoeven en handel
op iets anders tracht te brengen, maar 't girïg
niet; de mannen smoorden sigaren en spraken
veel over den lekkeren wijn. Haar leven was
anders geworden, er kwam al geen
kermiskleed meer; haar vleesch was uitgebloemd, en
er was een zeker onderwijzend iets in haren
toon en taal. Ze.toonde veel opoffering voor
haar zieken vader, en ze was blij als de kin
deren 's avonds weg waren. Ze hield niet meer
van die eeuwige, eentonige kermisfeesten.
Vader stierf en toen kwam er een weemoedi
ge rust over haar; de nichtjes en de kozijntjes
kwamen niet meer naar hunne al te onderrich
tende tante, ze waren getrouwd en brachten
den zomer door in 't buitenland of aan de zee,
en nu zat ze aan de kermistafel, die ingekrom
pen was tot een kleine, ronde tafel, met
menheer Pastoor en den dokter, Men sprak
over goede werken, en over de zonde die aan
de kermissen verbonden is. Dat ging zoo wat
enige jaren, en vandaag is 't voor den eersten
keer geen feest geweest. Zij zit alleen en heeft
met bevende handen het geklopt eitje, en
een boterham met wat bouillon genuttigd
Ze draagt over hare grijze haren een witte
pijpjcshuif, ze snuift en hare lange, dunne
handen streelen een lui, dik hondeken op
haar schoot. Ze is alleen met een jonge meid
in 't groote, witte notarishuis, met zijn witte
gordijnen en roode geraniums voor de ven
sters.
Met weemoed ziet ze van buiten naar bin
nen naar de oude glimmende meubelen, het
zilver in de glazen kasten, dat ze zou gekregen
hebben als ze trouwde, en ze ziet de Empire
pendule die haar leven heeft ingetikt, nog
altijd eender tikt, en na haar dood nog tikken
zal. Welke mensen na haar dood zal het getik
der horlogie vergezellen? Ze vind een
horlogie iets mysterieus waar men lang van wordt
als men liet lang beziet.
Ineens rochelt uit de pastorale stilte, in een
kermistent dansmuiek, en een klare piston
tettert daar lustig boven uit.
Een traan lo'optovér hare uitgedorde,
deegkleurige wang. Dit is mijn laatste zomer- :
kermis" zuchtte ze gebroken,en ze ziet naar de
groote binnenkamer waar vroeger de lange
feesttafel kleurde, 't Is alsof er daar
schaduZiet ze van buiten naar binnen
wen staan die ze anders nooit zag. Buiten
plakt de zon zot op de wereld, en de trage
klok bejnt voor 't hof te brommen.
F E i. i x TIMMER M A N s
iiitiiiiiiiiiiiiiiinmmiiiiiiiiiiiiuiiiin iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiin i imimiiiiiiiiii
Hotel Duin en Daal BL°f?LEN
Te midden eener schcone boschr. omgeving.
MIlntMMMM HlmitlmlllMl.lllMlllmtltllllll
htm uit liep een man, een man van zijn eigen
grootte, forsch en lenig, alleen niet veerkrach
tig. Hij scheen afgemat of moedeloos of mis
schien allebei. Jean Variez bleef hem volgen;
'n smal pad door de duinen, toen naderden
ze een klein boschje, wonderlijke klomp hoog
hout en akkermaals. De onbekende verliet
't pad, strompelde door de opgeschoten, ver
waarloosde pruik gras, distels en brandnetels.
Jean die hem niet meer zien kon, aarzelde
hem al te dicht op de hielen te volgen ; roer
loos bleef hij luisteren naar 't zacht geritsel
van de ombuigende of vertrapte stengels.
Toen onderscheidde hij een bezorgde vrouwen
stem en verstond alleen 't gemelijke antwoord
van den man : ik was ongerust over je ge
worden, en ben je tegemoet gegaan".
O, o, wat grenzenloos gevaarlijk ! hoe kom
je er toch toe", klonk nu weer de vrouwen
stem vol angst. Variez luisterde in uiterste
spanning, maar hij hoorde niets meer, niets
dan 't even stilblijven van hun voetstappen,
dan 't weer verder gaan en toen 't omzichtig
sluiten van een deur....
Toen Jean Variez 'n half uur later langs
z'n touw weer naar binnen was geklommen,
l?g er een opgewonden ha; stigheid over al
z'n bewegingen. Snel haalde hij z'n touw in,
sloot z'n raam, sloop nog eens naar boven,
keek naar de zak bonbons die nog altijd op
den drempel tegen de dichte deur lag. Nu
ging hij terug naar z'n kamer, keek weer on
geduldig op z'n horloge, liep heen en weer,
keek nóg eens hoe laat 't was, smakte toen
met een ruk van niet te bedwingen ongedurig-,
heid op z'n bed, waar hij telkens z'u horloge
beturend, de eene cigaret na de andere op
rookte. Toen 't half vijf was, kleedde hij zich
geheel als voor een middagwandeling, deed
paars met groen gestreepte zijden sokken,
aan, en wat opzichtige hel-bruine schoenen ;
zoo ging hij naar beneden, ontgrendelde voor
zichtig de dienstdeur en trad naar buiten ; hij
ging den tuin door, oriënteerde zich even tegen
over een heesterboschje, en was weldra tus
schen de duinen. Toen hij na wat zoeken, een
smal voetpad had gevonden, bleef hij even,
nadenkend staan, ging daarna, wel geheel in
strijd met z'n fatterig toilet, plat voorover in
't hooge heikruid liggen, onbeweeglijk, spie
dend in de verte.... Totdat een figuurtje
zich vertoonde, een vrouw die al dichter en
dichter bij kwam.
. Met strak gespannen zenuwen bcloerdc Jean
Variez haar nadering. Toen zij op
ongevecrhonderd meter afstand was, stond hij lang_
zaam op, klopte zand en pluizen van z'n klec
ren, bracht met veel zorg zijn toilet in orde
en drentelde toen als een kalm, wat matincns
wandelaar, de vrouw tegemoet. Ze liep in ge
dachten en bemerkte hem niet ; haar strakke
blik betuurde alleen 't pad vlak voor haar
voeten. En hij naderde, naderde fatterig en
zelfgenoegzaam, de oogen gericht op haar
gelaat waarvan onder de diep in de oogen ge
trokken fluweelen muts, en boven de om haar
kin en mond gewonden sjawl, niet veel meer
dan de neergeslagen oogleden te zien waren.
Toen, geen 25 meter meer van elkaar, zag
zij op, als voelde zij z'u nabijheid.... Met
een schok bleef ze staan, haar gauwe blik
gleed over hem, in zich opnemend, elk detail
van zijn geheeie verschijning, toen lieten haar
o ogen, in tragische angst-verstarring de zijne
niet los.... En hij naderde, fatterig, glim
lachend.
Ze wankelde, strekte haar handen afwerend
voor zich uit maar hij greep ze, bekeek
aandachtig de slanke vingers zei toen
hoonend : niet geschramd aan de dorens?
bij 't knakken van de braamstruiken?"
Als een neergeschoten dier zonk zij in el
kaar, 'n Oogenblik keek hij zwijgend op haar
neer. Wat hij verwachtte, was gebeurd. Hij
had gecombineerd, geanalyseerd ; hij had haar
spoor ontdekt en 't gevolgd, met
meedogenlooze vasthoudendheid. Nu lag ze weerloos
aan z'n voeten.... zichzelf verradend door
eigen schuldgevoel....
En op dat moment dacht hij aan zijn eigen
uitspraak, weinig weken geleden verkondigd :
een detective heeft alleen flair noodig, veel
flair en een goede dosis cynisme...."
Toen bukte hij zich, trachtte haar op te
richten ; ze was bewusteloos. Hij knielde bij
haar neer, knoopte haar mantel los, schoof de
baret van -haar hoofd, wikkelde de sjawl van
haar gelaat. Maar toen opeens week al zijn
strakke stugheid. Groote God", prevelde hij
en greep haar vingers, die in zijn warme han
den doodstil en roerloos liggen bleven,
Groote God Groote God "
Radeloos zocht zijn blik rond ; hij wist niet
wat hem meer angst aanjoeg, de kans dat
anderen, door de duinen komend, hen zouden
vinden, f de kans dat hij zonder hulp, niet
in staat zou zijn haar in veiligheid te brengen.
Hij nam haar in zijn armen en koesterde haar
hoofd tegen zich aan ; ze rilde, zuchtte, zacht
prevelend, als een kind dat uit boozen droom
(Wordt vor.wlgd up pag. 9)
AUTOBANDEN
0*4* Hlrk R«f. U. S. P.L Q*.
Time to Re-tire?
(Buy FiskJ
Schitterende Kwaliteiten
Lage Prijzen - fa verkrijgbaar
VOOR NEDERLAND