Historisch Archief 1877-1940
Zaterdag 6 Augustus
A°. 1981
AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN KAMP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Hr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL, Dr. G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
| Prijs per No. f 0.25. Per half jaar t 6 50. Abonn. loopen per jaar [ | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam
INHOUD: 1. Het derde deel van Bismarck's
Gedanken und Erinnerungen," door Prof.
Dr. G. W. Kernkamp?Prof. Dr. H. Bavinckf,
door Prof. Mr. Anne Annema
Tijdgenooten: Victor Hugo, door Dr. W. G. C.
Byvanck 2. Over Leo Tolstoy, door Prof.
Dr. N. van Wijk Krekelzang, door J.
H. Speenhoff Vondeling, teekening van
Jordaan 3. Tucht en
Voljcsveredeling, door Mr. P. H. Ritter Jr. Het
lot der russische geleerden, door Dr, Fred.
van Eeden 5. Voor Vrouwen: Heil u o
zon, door Elis. M. Rogge Reizen, door
Dinah Kohnstamm Moderne Kunst, door
E. M. R. Annie Besant, teekening van
B. van Vlijmen Uit de Natuur: De Stilte,
door Jac. P. Thijsse 7. Nieuwe Engelsche
Boeken, door W. van Doorn Hongersnood
in Rusland, door George van Raemdonck
Dram. kroniek, door Top Naeff De Kunst
der marionetten, door Herm. Roelvfnk
S. Zomerspelen, door Edm. Visser Veiling
bij Fred. Muller, door H. Boekbespreking,
door Herm. Middendorp Enrico Caruso f,
door H. J. den Hertog 9. Op den Econ.
Uitkijk, door Jnr. Mr. H. Smissaert 10.
Charivaria: Buiten), humor, door Charivarius
Uit het Kladschrift van Jantje Feuil
leton: De Katten, door Zita Reuling 11.
Als de fooien zijn afgeschaft, teekening van
Joh. Braakensiek Anfsterdamsche erger
nissen, door Argus 't Schietgat, door
Melis Stoke, met teekeningen van Is. van Mens.
Bijvoegsel: De aanstaande bijeenkomst van
den Oppersten raad, teekening van Joh.
Braakensiek.
HET DERDE DEEL VAN BIS
MARCK'S GEDANKEN UND
ERINNERUNGEN"
II
Keizer Wilhelm II" zoo schrijft
Bismarck in den aanvang van het hoofd
stuk, dat den titel Boetticher" draagt
voelde geen behoefte aan mede
werkers met een eigen meening, die tot
hem konden spreken met de cutoriteit
van vakkennis en ervaring. Het woord
ervaring" ", als het door' mij 'ge
bruikt werd, placht hem te prikkelen
en ontlokte hem soms de opmerking:
Ervaring? ja, natuurlijk, die heb ik
heelemaal niet".
Het ontbrak in de omgeving van den
Keizer niet aan mannen, die op deze
gevoeligheid speculeerden.
Een uitlating van graaf Waldersee:
dat Frederik de Groote nooit de
Groote zou zijn geworden, indien hij
bij zijne troonsbestijging een minister
van Bismarck's beteekenisjen autoriteit
had aangetroffen en dezen in zijn dienst
had gehouden", werd spoedig aan den
Keizer overgebracht en .maakte, vol
gens Bismarck, een .blijvenden indruk
op hem.
Wilhelm voelde de autoriteit van
Bismarck als een zware rem.tegen eigen,
spontaan handelen. Hij hield de mee
ningen van den kanselier over sociale
vraagstukken ook voor verouderd en
luisterde liever naar .den raad van de
camarilla, die hem aanspoorde tot een
verzoenende houding tegenover de
sociaal-democratie.
Als de eigenlijke bewerkers van de
keizerlijke Erlasse" van februari 1890,
waardoor de schijn -weed ;gewekt dat
een deel Jvan^ de sociaaldemocratische
eischen zou worden ingewilligd, noemt
Bismarck deze vier: Hinzpeter,
denvroegeren leermeester van Wilhelm, von
Berlepsch, den gouverneur der
Rijnprovincie, die voorzitter werd van de
krachtens de'?Erlasse" samengeroepen
Internationale conferentie ter bescher
ming van den arbeid, graaf. Douglas,
een groot-industrieel, die, naar Bis
marck insinueert, den Keizer
financieele diensten bewees, en eindelijk
den schilder Von Heyden, vroeger bij
het mijnwezen werkzaam, die in
industrieele kringen voor een schilder, en in
die van de kunstenaars voor een expert
in het mijnwezen werd aangezien".
Eerzucht was volgens Bismarck de
drijfveer van dezen troep
schaamtelooze vleiers". Kennis van de sociale
vraagstukken, waarover zij den Keizer
van voorlichting dienden, ontbrak hun
ten eenenmale. Von Heyden ontleende
het materiaal voor zijne adviezen over
arbeidswetgeving aan gesprekken met
een ouden werkman, dien hij als
model gebruikte bij het schilderen van
bedelaars en profeten.".
Niet minder malicieus is Bismarck
in zijne uitlatingen over den groothertog
van Baden en de ministers von Boet
ticher Ren Herrfurth, aan wie hij voor
namelijk zijn ontslag wijt.
Vooral tegen Boetticher zijn
amanuensis", omdat hij als minister
slechts de taak had, bij Bismarck's
afwezigheid diens meeningen in den
ministerraad en den Bondsraad te ver
dedigen laat hij zich bitter uit.
Hij insinueert, dat Boetticher, mede
onder den invloed van zijne vrouw, die
al even eerzuchtig was als haar man,
hem wilde opvolgen als minister-presi
dent van Pruisen: dan zou de droom
van mevrouw von Boetticher verwezen
lijkt worden, dat zij bij hoffeesten ge
lijken rang innam met de vrouwen van
veldmaarschalken.
Hij acht Boetticher ook in staat tot
de mededeeling aan den Keizer, dat
Bismarck niet langer bekwaam was
voor het uitoefenen van zijn ambt,
omdat hij een onmatig gebruik maakte
van morphine. Wilhelm zou het zelfs
noodig hebben gevonden, Bismarck's
zoon Herbert en zijn lijfarts, professor
Schweninger, naar de waarheid van
deze beschuldiging te vragen.
Geheel zeker is Bismarck er niet van,
of deze pijl door Boetticher was afge
schoten; mogelijk kwam hij wel uit
den koker van den groothertog van
Baden.
Ik geloof niet", schrijft Bismarck
ergens, dat de groothertog van Baden
opzettelijk heeft medegeholpen tot mijn
ontslag". Dit is echter eene van de niet
zeldzame plaatsen in het derde deel
der Gedanken und Erinnemngen, waar
Bismarck een vrij gematigd oordeel
uitspreekt, aan de oprechtheid waarvan
men weer gaat twijfelen door latere
scherpere uitlatingen of bedekte insi
nuaties. Hij geeft immers elders te
kennen, dat de groothertog van Baden
een paar dagen vór den 9den Maart
1890 in Berlijn kwam, en dat in de
dagen tusschen 8 en 14 Maart de Keizer
het vaste besluit nam om den kanselier
iUllllllllllUllllllllllllllIJJUKIIllllllllllTIHIIIIIIIlllllMmim i
VIGTOR HUGO
IV
Moest fiij slag leveren, Victor Huge, hij
stond klaar voor den strijd. Hij Kwam de
wereld en Parijs het nieuwe drama brengen ;
?drong nieuw leven ooit zonder schokken aan
't licht?
Ik heb al f namen van enkelen vermeld.
va»Alfred de Vigny, van Alexander Dumas,
die de verouderde taal en den verouderden
vornj van het tooneel wilde herscheppen tot
een krachtig geluid en een effectvol bewegen.
Hij was er niet alleen, Victor Hugo, met zijn
idee van het romantisch drama, noch wat
de idee aangaat, noch wat betreft de uitvoe
ring. Maar hij gevoelde zich toch geroepen
het hoofd te zijn.
Van hem moest de krachtige stoot uitgaan.
Men zegt dat Hernani waarmee de dichter
in het treffen wilde komen, oorspronkelijk
was bedoeld als een historisch schouwspel:
Keizer Karel V. Het eerste deel zou de jeugd
van den keizer toonen, het tweede zijn macht
en het einde van zijn macht. Zoo was Victor
Hugo's Cromwell ook bestemd geweest voor
een opvoering van twee achtereenvolgende
dagen.
Maar het verbod door de censuur, van zijn
Marton de Lorme in het jaar 1829 deed den
dichter uitzien naar de mogelijkheid een stuk
te scheppen in de plaats van het verboden
diama. Eerst had hij persoonlijk audiëntie
gevraagd bij den koning, Karel X, om de
zaak van Marion te bepleiten; deze was hem
toegestaan. Een uur lang leende de koning
hem vriendschappelijk gehoor, maar de
ministers handhaafden het verbod. Tot ver
zachting der wond verdubbelde de regeering
Hugo's jaargeld.
.In een waardigen brief wees de dichter de
vermeerdering van zijn inkomen af. Wat
er ook mocht gebeuren, zijn trouw en zijn
toewijding was den troon verzekerd. Hij had
alleen gevraagd dat zijn stuk mocht worden
gespeeld, en hij vroeg niets anders.
Hij, baron Hugo, wiens familie sinds het
begin der 16e eeuw in den adel was opgenomen,
wiens vader, wiens ooms, met hun degen het
Jand hadden gediend l
Er is altijd pretentie in Victor Hugo's
trots, de kern echter is waarheid, het gebaar
is mooi. Waarom den dichter niet wat glorie
te gunnen, nu hij zijn adel door de daad op
houdt?
Hij zag de noodzakelijkheid om als schrijver
de eer van zijn pen, ook tegenover de majesteit
van de kroon op te houden. Zijn genie kwam
hem te hulp. Met zijn ongelooflijke werkkracht
en laat het mij er bijvoegen met de on
gelooflijke zekerheid van beschikking over zijn
talent, voltooide hij een nieuw drama in den
tijd van ongeveer een maand.
Tegen l October 1829 was Hernani gereed.
Het was maar een episode van het grootere
stuk, maar de strafheid van de handeling
tot heengaan te dwingen. Ook het feit,
dat Bismarck in zijn boek de uitlating
overneemt van den groothertog tot den
Franschen auteur, Maxime du Camp:
il (Bismarck) n'est qu'un vieux
radoteur", doet betwijfelen of hij hem voor
zóonschuldig aan zijn val houdt, als
uit de zooeven aangehaalde plaats zou
kunnen worden afgeleid.
Met den groothertog van Baden ben
ik aan een episode uit de geschiedenis
van Bismarck's ontslag gekomen, die
in het jongste deel der Gedanken und
Erinnerungen" en vermoedelijk niet
zonder opzet niet in het volle licht
wordt gezet.
Uit Hohenlohe's Denkwürdigkeiten"
en uit eenige artikels van Hans Delbrück
in de Preussische Jahrbücher" was het
volgende bekend geworden:
Na den voor de regeeringspartijen
ongunstigen uitslag der Rijksdagsver
kiezingen van Februari 1890 zou Bis
marck der Keizer de overtuiging hebben
bijgebracht, dat zijn aftreden om rede
nen van staatsbelang voorloopig
ongewenscht was. Bismarck zou aanblijven
om in den nieuwen Rijksdag het voor
stel tot uitbreiding van het leger en een
nieuwe socialisten-wet te verdedigen;
de termijn van de vroegere
uitzonderingswet tegen de sociaaldemocratie was
immers afgeloopen en het voorstel tot
invoering van een blijvende
uitzonderingswet was verworpen. Bismarck
had den Keizer duidelijk gemaakt, dat
alleen een staatsman van zijne autori
teit kans had, deze wetten er door te
slepen; ook was de
arbeitersfreundliche" stemming van den Keizer
eenigszins bekoeld, nu het aantal op
sociaaldemocratische candidaten uitgebrachte
stemmen dubbel zoo groot was geworden
als bij de vorige verkiezing. Het was te
voorzien, dat de nieuwe socialisten-wet
grooten tegenstand zou ontmoeten in
den Rijksdag; misschien zou zij worden
verworpen; dan zou een ontbinding van
den Rijksdag m/xeten volgen; zoo de
verkiezingen aart Jtï.' Regeering geen
meerderheid bezorgden, zou men zijne
toevlucht moeten nemen tot een staats
greep: de Duitsche vorsten en de ver
tegenwoordigers der vrije steden zouden
dan samen worden geroepen en met
hunne toestemming zou het algemeen
kiesrecht worden opgeheven en vervan
gen door een beperkt kiesrecht. In het
midden blijft, of Bismarck dit geheele
programma aan den Keizer heeft ont
wikkeld; zeker is, dat hij zijne toestem
ming heeft gekregen tot een onver
biddelijke politiek tegen de
spciaaldemocratie; terugwijken zou men niet
meer; no surrender", zei Bismarck tot
?den. Keizer, en deze herhaalde die
woorden bij handslag.
De groothertog van Baden zou het
toen geweest zijn, die den Keizer tot
ander inzicht had bekeerd ; hij had hem
gewaarschuwd voor een politiek, die
tot revolutie kon voeren en hem zou
kunnen dwingen tot het aanrichten van
een bloedbad onder zijn eigen volk ;
hij had hem ook erop gewezen, dat hij
zich, bij het volgen van deze gedrags
lijn, geheel aan de leiding van Bismarck
zou moeten overgeven. Toen zou de
Keizer gezwenkt zijn en kort daarna
iiiiiniiiiiiMiniiiHH IIIII1IIIIIIIII1IHII imiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiyiiiiiiiii
ofschoon de actie hier en daar nog herinnert
aan den oorspionkelijken opzet ? heeft zeke;
gemaakt dat het spel krachtiger insloe.,.
Marion de Lorme had de illusie van gevoel en
jeuad, Hernani was een ding van strijd en
van eer.
De dichter liet Alfred de Vigny voorgaan
.met zijn Othello; in zijn hart had hij ongetwij
feld de overtuiging door zijn krachtiger
woord te zullen overheerschen. Maar waken
was de boodschap.
Toen hij het .stuk voorlas aan het Comit
der Jeden van de Comédie Franchise, dat zou
oordeelen over de aanneming, had hij de zaal
gevuld met zijn bewonderaars; van dien kant
verhief zich de luide toejuiching bij het einde.
Er was geen ontkomen aan den druk van zijn
aanhangers. De acteiitrs namen dan het drama
aan, zonder aanmerkin?en te maken of ver
anderingen voor te stellen, met algemeene
stemmen.
Maar zij, gewoon aan de klassieke taal en
den klassieken vorm, beloofden zich hun
weerwraak te nemen bij de opvoering, en zij be
gonnen bij de repetities. De een die acteerde
met de handen in de zakken, liet hooren dat
hij zijn tragische rol in 't komische dacht
te gaan spelen zoodra het publiek over een
uitdrukking ging lachen, en mademoiselle
Mars, de hoofdactrice, t,af haar personage
met een meewarig optrekken van den mond
bij ieder voor haai vreemd woord, dat haar
over de lippen kwam
Het waren pijnlijke dagen voor den dichter,
hij werd geplaagd door schulden, door pro
cessen over de erfenis van zijn vader, door
vermaningen, door teleurstellingen van ver
schillenden aard. Soms was het hem, terwijl
het ontslag van Bismarck^hebben uit
gelokt.
In hoofdzaak wordt dit verhaal
bevestigd door wat Bismarck in het
derde deel der Gedanken und Erin
nerungen" mededeelt. Ook hij maakt
gewag van zijn onderhoud met Wilhelm,
waarbij hij dezen overreedde, den
strijd tegen de sociaaldemocratie te
beginnen en hem, Bismarck, de leiding
in dien strijd nog te laten ; ook hij ver
haalt, dat hij voor dien strijd het wacht
woord : no surrender" gaf en dat de
Keizer daarmede instemde; ook hij
schrijft de zwenking van den Keizer
aan de tusschenkomst van den groot
hertog van Baden toe.
Maar hij zwijgt over den staatsgreep
waardoor, zoo noodig, het algemeen
kiesrecht zou worden ingetrokken; wel
geeft hij te kennen, dat het tot een
crisis zou moeten komen, en dat die
crisis te heviger zou zijn, naarmate
de Regeering langer zou aarzelen,
krachtig op te treden.
Ook is hij er niet geheel zeker van,
of de Keizer geheel te goeder trouw was,
toen hij hem bij handslag nazei: no
surrender" ; hij neemt de mogelijkheid
aan, dat Wilhelm, onder den indruk
van het oogenblik, toen meende wat.
hij zei; maar hij acht het ook niet uit
gesloten, dat de Keizer hem misleid
heeft. Op den groothertog van Baden
schuift hij de schuld van de plotselinge
verandering in de houding van den
Keizer tegenover hem ; maar, zooals
ik reeds opmerkte, hij laat dit meer
raden dan dat hij het uitdrukkelijk
te kennen geeft; zijn zevende hoofd
stuk, Veranderingen" getiteld, besluit
hij dan ook met de woorden : tot op
dezen dag ken ik nog niet met volkomen
zekerheid de werkelijke reden van de
breuk tusschen den Keizer en mij."
Er zouden nog andere voorbeelden
zijn aan te voeren ten bewijze van de
stelling, dat Bismarck in het derde deel
der Gedanken und Erinnerungen" som
mige onderwerpen uit de laatste maan
den van zijn politieke loopbaan op
zettelijk in de schemering laat; met
name geldt dit var de houding, die hij
in Januari 1890 tegenover den Rijksdag
aannam bij de behandeling van het
voorstel tot invoering van een blijvende
socialistenwet; hij zwijgt er over, of hij,
zooals dikwijls is beweerd,de verwerping
van die wet heeft bevorderd, omdat zij
hem, na de tijdens de behandeling aan
gebrachte veranderingen, niet scherp
genoeg meer was.
Maar op dit onderwerp kan ik hier
niet dieper ingaan. Aan de historische
kritiek blijve het overgelaten, de waarde
van het jongste deel der Gedanken und
Erinnerungen" neder te toetsen. Voor
de historici zit er nog menig kluifje
aan; de overige lezers zullen alleen
smullen van de karakterschets, die het
bevat van ^en gewezen Keizer.
KERNRAMP
voor de Lezers in OosMndië
Zonsondergang aan Nailand's Strand
Een 29 Fouten-Teekenin§
ing vin lijf puzzlas iivraaid
Aan de in ons Zomernummer
voorkomende prijsvragen kan ook
door lezers in Indië worden deel
genomen.
Voor hen gelden dezelfde voor
waarden, uitgezonderd de data
van inzending.
Als prijzen voor den Indischen
lezerskring staan eveneens be
schikbaar : f 25.?voor de
foutenteekening en vijf boekwerken voor
de Loyd-puzzles.
De opgaven moeten ons in de
maand October bereiken en zij
moeten in Indië voor 22 Sep
tember ter post zijn bezorgd.
Inzendingen waarvan het post
stempel een datum na 22 Sep
tember vermeldt vallen buiten
mededinging.
Onze lezers in Nederland en
Europa vinden de oplossing van
de foutenteekening in het num
mer van 20 Augustus a.s.
Prof. Dr. H. BAVINCK f
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiwiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiii
hij zeker was, zijn triomf te gemoet te gaan,
alsof de heele wereld vijandig tegenover hem
stond.
Men kent het verlooo der dingen.
Honderd malen is het verteld geworden hoe
onder de leiüin»van Mevrouw Hugo een bende
van aanhangers met de meest bekende namen
in de kunstwereld werd georganiseerd, die op
zich nam tegen gefluit en gesis het succes
van het stuk bij de opvoering te verzekeren;
hoe, toen de groote dag was gekomen, 25 Fe
bruari 1830, in het theater slag wera geleverü,
eindigend met een schitterende overwinning
en hoe de dichter uit zijn nood en zijn moeiten
gered, stil als een rustig burgerman naar huis
ging om zich aan alle enthousiasme te ont
trekken.
Maar niet voordat hij nog even Mademoiselle
Mars in haar loge had opgezocht, de Dona Sol
van zijn heroïsch drama. Zij had hem tot dien
avond toe. en nog dien avond zelf nauwlijks
willen aanzien : altoos heette het dat het geen
rol was om eer mee in te leggen; nu echter,
meegesleept door de daverende geestdrift, was
het, a\a hij deftig binnenkwam : En hebt
gij niet eenmaal een omhelzing over voor uw
Dona Sol?"
Een tiental vrienden onderwijl was hem
vooruitgeweest en stond hem bij zijn huis
op te wachten. Ik was de eerste die hem
aanhield," vertelt een hunner, maar ik waagde
het niet hem aan te raken, voordat zijn vrouw
hem had gezien. Ik rilde van zenuwachtipheid,
alsof ik een toeval zou krijgen, toen greep
ik hem beet en ik omhelsde hem zoo stevig
dat ik mijn hoed heelemaal plat tegen hem
drukte. Hij was zooals altijd, en vroeg of wij
Van middag hebben wij Bavinck naar zijn
graf gedragen. Wij, zijn intieme vrienden,
waren zoo innig dankbaar, dat eindelijk, o
eindelijk, de bittere lijdenskelk uit de klamme
hand was weggenomen. Druppel voor druppel
had hij dien drinkbeker des doods moeten
uitdrinken. De koorden, die hem aan het
leven bonden, waren draad voor draad stuk
gereten. Zijn levend geloof in zijn God en
Diens voorzienig bestel had hem met den
dood volkomen verzoend. Maar die vreeselijke
worsteling van maanden lang tusschen dood
en leven, het pijnigde zijn voor lijden zoo
fijngevoelige ziel. Hoe snakte hij zelf naar
het einde, dat maar niet komen wilde. Thans
werd zijn bede vervuld en ging hij in tot de
ruste, waarnaar hij zoo verlangde. Wij hebben
hem in de groeve gelegd, zijn loopbaan is
geëindigd, straks zal de geschiedschrijver zich
meester maken van zijn levenswerk, om het
naar objectieven maatstaf te taxeeren en dan
te boeken op het historieblad. Maa! dat is
ons wel hadden geamuseerd, en hij was blij
dat het voor ons een prettige avond was
geweest."
De veldheer toonde geen opwinding.
Victo.ie ! en zij werd bevestigd door de
reeks van elkander opvolgende voorstellingen.
Dit echter was het vreemde van de overwin
ning ; de groep van mannen, die hadden samen
gewerkt met den dichter, ging uiteen van
den dag af dat het succes was bereikt. Die
dichters en schilders, die zich meestal bij
Hugo aan huis vereenigden maar ook elders
en die er het heilige der heiligen vormden,
waarvan het wachtwoord uitging voor de
school, kozen voortaan ieder hun eigen weg,
Hugo had nog zijn best gedaan voor het ap
plaus van de Vigny's Othello en van Dumas'
Henri II; ja, Alexandre Dumas behoorde nog
tot de vrienden die den avond van 25 Februari.
uitzagen naar de komst van hun vriend in
de rue Notre Dame des Champs. Van dezen
tijd af is er een breuk ontstaan.
Charles Nodier, de oudere vriend, eenmaal
het hoofd der romantieken en Sainte Beuve,
de jongere vriend, die zich met zooveel toe
wijding had aangesloten, zij hadden beiden
den dichter gewaarschuwd voor het avontuur
van Hernam. Zelfs als het een succes was,
en beiden waren onder de toeschouwers ge
weest die hun applaus niet hadden gespaard,
zou het geen blijvende vooruitgang zijn.
Ook voor hen ving de scheiding aan.
Wat mag de reden wezen.?
W. O. C. B Y V A N K