De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 6 augustus pagina 11

6 augustus 1921 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

6 Aug. '21. No. 2302 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD .VOOR NEDERLAN D Teekenlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensltk Als de fooien afgeschaft zijn. IIIIliiiiliiiilllliliiiiil iiiiiiiiiiliiiliiiiiiiiiiiiliili HIIIIMIIIIIIIIIItllllllllllllllllllllMlllllllItllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItltllllllllllllllIIlllllllllllllIIII FONGERS-Rijwielen De PONGBBS voldoet in elk opzicht aan de hoogste eischen, welke aan een goed rijwiel mogen worden gesteld. De FON0ERS biedt een langen gebruiksduur, vraagt weinig voor onderhoud en is daarom een economisch rijwiel. winkels op kosten van u en mij en alle belastingbetalers, en het huisbazendom woe kerde er zich nog rustig bovenop. Daarom is de ergernis nuttig, ze werkt corrigeerend, ze brengt de wereld vooruit, evenals andere menschelijke eigenschappen, hebzucht en afgunst bijvoorbeeld, woorden die leelijk klinken, en die men daarom in vele gevallen vervangt door het onschuldiger aanhoorende woord concurrentie". * * * iiimiiimiiliiiiiiiiiiiiiii ^MSTERDAMSCHE ERGERNISSEN . Woningbouw Het is niet verstandig het slachtoffer te zijn van uw eigen ergernis. Het is veel ver standiger fatalist te zijn als de Oosterling, ?of op alles te antwoorden Ugh l mijn blanke Droeder heeft gesproken", zooals Aimard's roodhuidige helden dat zoo afgemeten konden zeggen. Dan deden ze een Torsenen haal aan hun pijp, en keken in de vlammen van het kampvuur zonder zich verder op te winden over het wel en wee van deze wereld. Maar als wij met ons Westersch bloed in onze aderen ons niet aan alles en nog wat ge ërgerd hadden, waren onze havens nu ver zand, het onkruid groeide tussen en de zwerf blokken waarmee het Rokin bestraat is, de gemeente exploiteerde nog gemeenteLaten we ons dus ergeren op z'n tijd. Het is volstrekt geen onpleizierig tijdverdrijf als we het op de juiste manier doen. En we behoeven nooit verlegen te zitten om dingen waar we ons aan ergeren kunnen. Vooral niet in Amsterdam. Een goed Amsterdammer ergert zich altijd, hij heeft het alle eeuwen ?door gedaan, /en dat is een der redenen waarom zijn stad nu fraai en welvarend is. Helaas, ze heeft ook gebreken, en n ervan is, dat ze te klein is om haar bewoners te herbergen. Dat weet ons gemeentebestuur ook wel en het heeft de handen uit de mouwen gestoken en liet gemeentewoningen bouwen. O.a. in het plan Zuid, aan den Deze geineentewoningen worden door meer menschen aangegaapt en critisch bekeken dan de Nachtwacht" van Rembrandt, of het paleis op den Dam. Want er trekken wekelijks tienduizenden langs, altemaal Amsterdammers die of een voetbalwedstrijd in het Stadion gaan zien, of eens in dezen Grand Hotel Funckler HAARLKM RESTAURANT DE TOUT Ier ORDRE Nodorl. Munt Holland»bomto IO oont mlgmmr iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiii sport-schouwburg komen neuzen of er alte met een motorrenner de eeuwigheid zal inrijden. Zij allen hebben de wprdings-geschiedenis van deze gemeenteweningen meegemaakt en aangezien ook ik me bezondig aan kruis vaarten naar het Stadion, zelfs op zomerdagen dat het verstandiger zou zijn met een ijsberg in je armen in een hangmat te gaan slapen, heb ik, als zij, aanschouwd hoe het tempo waarin die huizen werden opgetrokken omgekeerd evenredig was aan de schielijk toenemende afzichtelijkheïd van hun uiter lijk.... In den beginne was er, precies als op den eersten Scheppingsda,g, niets, of maar een heei klein beetje. In «en geel zandwoestijntje werden palen geheid, als ik het me goed herinner een halven per dag. En na weken lagen er zoowaar de fundamentjes, waarboven wel zeer petlterige kamertjes en smalle gangetjes, waar een arï^idST rp.et ?en bierbuik niet door heen kon, eenmaal zouden veïrijzen. De Stadion-bezoekers bleven er soms in gedachten even voor staan, filosofeerden over de nestige formaatjes en haalden hun schouders op. . Willen we iets graag hebben omdat het zoover af is, of is het zoover af omdat we het graag willen hebben deze puzzle is even lastig op te lossen als die andere waarin al 's werelds raadselen vejborgen liggen: wat er eerder was, de kip of het ei. Maar het slachtoffer van den woningnood, zal u kort en bondig vertellen dat hij geen GARDEROBES t(Met teekeningen voor de Amsterdammer" van Is. van Mens) Men heeft in de Amerikaansche couranten eene opsomming kunnen vinden van de garde robe van President Harding. Deze zou bestaan uit: twee jacquets, twee rokken, twee smokings, een gekleede jas, twee demi-saisons, zes laken en zes flanellen broeken, elf colbertjes, drie overjassen, twaalf zijden en zes fantasievesten en eenig ondergoed. Op het eerste ge.zicht moge het den onbevooroordeelden lezer vreemd voorkomen dat men de garderobe van Een vest met 19 zakjes Minister Heemskerk liet vier jassen keeren .. ? een staatshoofd gaat taleeren zooals zekere hoogstbiedende Dias dat zou doen toch, toch spreekt er voor dengene die dieper ziet oneindig veel uit dit samenstelsel van kleeren. Men kan er, beter dan uit welk programma ook, de beginselen van den bewindsman uit leeren kennen. De verhouding van twee rokken, twee smokings en elf colbertjes is gezond. Ik stel mij voor dat de president van de Fransche repu bliek elf rokken heeft tegen 2 colbertjes ; dien ziet men zelfs op klaarlichten dag iri rok. Harding is een democraat en iemand die hard za! werken, vandaar al die broeken, die hij verslijten zal en vesten die met vulpenhouderinkt besmeurd zullen raken. Naar aanleiding van dit bericht is het ons nuttig voorgekomen ook van een aantal Nederlandsche publieke personen de garderobe te onderzoeken. Dit was geen gemakkelijke taak. Aan een 100-tal bekende Nederlanders werd door ons het volgend schrijven gericht: L. S. Thans eischt het Nationaal belang dat Gij ons, in verband met ecne door ons onderno men studie, p.o. de volgende gegevens zoo lauwkeurigen volledig mogelijk verstrekt: a. Hoeveel pakken bezit ge, en van welke soort? b. hadt ge deze reeds bij uw ambtsaanvaar ding? c. Zoo neen, hebt ge ze dan expresselijk te dier gelegenheid aangeschaft? Hoogachtend het Comitévoor garderobeonderzoek. In de meeste gevallen kregen wij geen ant woord of werden botweg afgewezen. In andere weer werden ons onvolledige of verwarde inlichtingen verstrekt. Tenslotte hebben wij die, gecompleteerd met hetgeen wij van huisgenooten, bedienden en leveranciers mochten vernemen, en als onder staand verzameld : Minister van'Karnebeek, beschikte reeds over een volledige heerenuitrusting uit den tijd van zijn burgemeesterschap van 's Gravenhage. Bijgekocht: een rok en twee-en-twintig paar iichtbeige slobkousen. Minister Heemskerk liet vier gekleede jas sen uit zijn vorig ministerschap keeren. Mr. Treub, breidde niet uit, kocht echter 15 Meter blauwe foulard met witte stippeltjes. Bestemming onbekend. Burgemeester de Vlugt bezat l gekleede jas, indertijd gekocht ter gelegenheid van de opening van De Bijenkorf". Deze gekeerd en 2 bijbesteld. Voorts aangeschaft: een dik bombazijnenbuis dat over de ooren getrokken kan worden, een pantserhemd, .zes pantalons gemerkt beerenbroek," enz. enz. Minister Pop schafte aan : drie buitenmodel gekleede jassen, drie hooge zijden- en een valhoed. De heer Troelstra heeft, behoudens een zestal grijze colbertjes, een eigenaardig kleedingstuk met rood-flanellen voering. Men kan ZOMERGENOEGENS I* Teekenlng voor de Amsierdammer" van B. van Vlijmen Forens-zijn iimiiiiiminiiitiiiimiiiiiii huis verlangt omdat het zoo ver af is, en dat het niet ver af is omdat hij er naar hunkert, maar dat hij, voor den donder, een dak noodig heeft boven het hoofd van zijn vrouw, van zijn jongens en van zichzelf, en dat die heuchelijke gebeurtenis zoo lang uit blijft omdat Jantje Elf-en-Dertigst de leiding heeft bij den huizenbouw. Als onze man bijgeval ook anderhalf jaar langs den Amstelveenschen weg is gekomen, zal hij zich braaf geërgerd hebben, en zich zijn gaan voelen als een moede pelgrim. Met tergende langzaamheid verrijzen er de huizen-complexen, ze strompelen omhoog inplaats van omhoog te vliegen, zooals het behoorde in dezen tijd van woningnood en kamertjes-misère. Elders in de stad hebben particulieren huizen gebouwd, grootere, betere, oog'lijker huizen. Ze zijn sinds lang gereed, verkocht, bewoond, verhuurd, and for all I know zijn er al huurders voor huurschuld of nachtrumoer uitgezet ---Maar de gemeentehuizen aan den Amstelveenschenweg groeten langzaam maar zeker. Vooral langzaam. De onderste steenen hebben al de grijze kleur van den ouderdom. Het dak fonkelt er nieuw boven. Een kinder hoofd op een oud lichaam. * * * Zoo, tennaastenbij gereed, maar nog niet heelemèal gereed, staan daar die huizen nu al maanden. Hunkeraars naar een woning loopen er met hongerige blikken langs. Als prairie-wolven om het aas. Wanneer zullen die bouwsels die, tusschen haakjes, hymnen op de eentonigheid zijn nu werkelijk gereed komen en be woonbaar worden f Op 't oogenblik werkt men er aan betonnen afdakjes boven de deuren, zeer geschikt voor uuivenplat der toekomstige bewoners. ledere drie wêkeii komt, er een vierkante decimeter afdak bij. En nmaVr-aadert de yoltcoiïng: nmaal! Misschien beleeft het levende ge slacht dat nog. Maar de modus operandi heeft in elk geval niet gedeugd. A R o u s J. S. MEUWSEN.Hofl., A'DAM-R'DAM-DEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND Mr. Treub kocht 15 Meter blauwe foulard . . . deze jas desgewenscht ook binnenste-buiten dragen, om haar vervolgens weer in een mini mum van tijd een ander aanschijn te geven. Even eigenaardig is een stuk dat zich in de garderobe van het 1ste kamer-lid Jhr. Wittert van Hoogland zou bevinden en dat volgens zegslieden bestaan zou uit een eenvoudigen over-all van rood-gestreepte stof die snel kan aangeschoten worden over zwarte avondkleeding. Een unicum in Nederland is wel de garde robe van onzen minister van koloniën, daarin bevinden zich niet minder dan twee honderd prima Engelsche Olie-jassen. Er zijn er bij van tien jaar oud, en de meeste zijn van enkele jaren her. Ze zijn gemaakt van een z.g. changeant" weefsel. De heer Colijn draagt dezelfde maar in diepzwart, terwijl de heer Deterding er een moet bezitten die rijk met Engelsch zilver is bestikt. Minister de Vries heeft een leeren-wambuis, dik gevoerd, zooals hondendresseerders die Aan God Eens keert de ziel, die Gij mij hebt gegeven, O, God, weer tot Uw Eeuwige Ziel weer. Laat mij dan eerst genieten van het leven. Van zon, van wind, van wijn zonnig en teer. Ik zeg het dagelijks in de gebeden: Houdt ons ver van den Boozen en zijn Raad" Gij allen weet, hoe siddert door mijn leden Verlangen en heugen van 't zoetste kwaad. Gij weet: ik zeg het in volle belijding: Gewen ons aan de wegen van Uw Leer" Ik sluit mijn gebeden en met verblijding Even vol keer ik tot mijn lusten weer. Alles van U: mijn gebed en mijn lusten. Alles van U: mijn onbekommerd kwaad. Mijn wreede driften en het droomend rusten, Wanneer de dag in schemering vergaat. Gij zijt de Meester van de trouwe dagen. Maar niet min de Meester der schuwe nachten, Wanneer Uw lusten door mijn leden vlagen En mijne lippen krimpen van mijn klachten. Alles van U: de dag staat hoog en heerlijk Boven de landen van Jeruzalem. Maar hij vergaat. En ziet, niet min begeerlijk Is de nacht mét zijn droomvleiende stem. Alles van U. Jeruzalem is heilig. Maar mijn vriend is jong en te Akko geboren. In Uw gebeden schuil ik vroom en veilig. In t.'we lusten val ik fel verloren. Morgen zal ik Jeruzalem verlaten. Morgen verlaat ik het vrome gebed. Akko: zijn poorten, zijn gewolven straten, En van de zee het zon-schuimende wed. Eens keert de ziel, die Oij mij hebt gegeven, O, God, weder tot Uw Eeuwige Ziel weer. Maar eerst wil ik genieten van het leven, Van al Uw zonden, wonderschoon en teer. Deel met mij de weelden van Uw gebeden. Maar ook: volle vreugden van al Uw lust. En vór de gloed vervloekt uit mijne leden, Geef mijn ziel in Uw Eeuwige Ziel rust. JACOB ISRAËL DE HAAN. iiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiintiiii dragen om hun lichaam onkwetsbaar te maken ; het schijnt echter dat dit kleedingstuk op den duur niet soliede is gebleken. Eigenaardig is de garderobe van het kamer lid ter Hall ; deze bestaat uit een groot aan tal Pierrot-pakken die in eigen ateliers" schitterend zijn gemonteerd tot gekleede jas sen. De heer Dresselhuys heeft een pantalon waarin zoo diepe zakken zijn dat er plaats in is tot het systematisch opbergen van zeshon derd dossiers en notulenboeken. De heer Wijnkoop bezit een vest met negen tien geldzakjes. Hij schijnt dit veelal op reis te dragen Wij zouden op deze wijze nog lang uit het tot onze beschikking staande materiaal kun nen putten. Helaas ontbreekt ons de plaats. Maar wij hopen hiermede voldoende aange toond te hebben dat het publiceeren der gar derobe van groote landgenooten nog niet zoo zonderling is als dit in den aanvang schijnen mocht. MELIS STOKE Een vest met negentien zakjes ....

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl