Historisch Archief 1877-1940
Zaterdag 13
A°. 1981
AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
< Onder Hoofdredactie vftn Prof. Dr. Q. W. KERN KAMP
JNacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL, Dr. G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
' . UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
| Prijs fcr No. f045. Per half jaar f 6 50. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 centdispositiekosteiil
INHOUD : Opper-Silezië, door Prof. Dr.
G. W. Kernkamp Tijdgenooten : Victor
Hugo, door Dr. W. G. C. Bijvanck
2 De Duitsche belastingvoorstellen, tee ke
ning van Jordaan Storm op Komst, door
A. Mörzer Bruins Krekelzang, door J. H.
Speetrtroff Bouwkunst: Het nieuwe
TweedeKamergebouw, door H. J. M. Walenkamp
Czn, .-r-. 3. Literaire beschouwingen, IV, door
Dr. Fred. van Eeden. 5. Voor Vrouwen
(red. Ells. M. Rogge): De kleeding der
japansche vrouw, door W. F. Kuhlmeyer.
Uit het Bernerland, door J. M. Sterck-Proot.
Uit de natuur : In den schemer, door Jac.
P. Thijsse. 7. De uitdrukking van ge
moedsaandoeningen bij mensch en dier, door
Dr. J. E. Enklaar. Boekbespreking, door
Prof. Dr. J. Prinsen JLzn. 8. De praktijk
der Marionetten, door Herm. Roelyink .
Openluchtspelen, door Edmond Visser. ?
9. Financiën en Economie : Dénederlandsche
handelmij in 1920, door J. D. Santilhano.j
10. Rüize-Rijm en Charivaria, door
Charivarius. Uit het Kladschrift van Jantje.
Over Zangwedstrijden, door H. J. den Hertog.
11. De passen-ellende, teekening van
Joh. Braakensiek. Zomergenoegens II,
teekening van B. van Vlijmen. 't Schietgat,
door Melis Stoke. Amsterdamsche Erger
nissen, door Argus. .?Feuilleton : Sneeuw
klokjes, door A. M. M. 12. Limburgsche
typen, door Dr. AndréSchillings. Marokko,
teekening van Gebrge van Raemdonck.
Inhoud der Augustus-tijdschriften. ?
Bijvoegsel: Amerika in den Op persten
Raad, teekening van - Joh. Braakensi.ek.
-OPPER-SILEZIË.
Het programma voor de zitting van
den Oppersten Raad, die Maandag 1.1.
te Parijs is begonnen, bevat een aantal
belangrijke onderwerpen.
Maar niet alle zijn even urgent:
de -sancties en de quaestie van de
berechting der zoogenaamde oorlogs
misdadigers zouden nog wel eenig
uitstel hebben geleden.
Dit geldt niet voor de hulpver
leening aan Rusland en voor de be
sprekingen over de verandering, die
de toestand in het Naburige Oosten
heeft ondergaan ten gevolge van het
Grieksche offensief. Daarbij is wel
haast; maar de geallieerde groote
mogendheden zouden hare gedrags
lijn in deze vraagstukken ook kunnen
hebben vastgesteld, zonder dat daar
voor een vergadering van den Opper
sten Raad behoefde te worden
samengeroepen.
De beslissing over het lot van
OpperSilezië daarentegen was niet alleen
urgent, maar kon ook alleen in een
zitting van den Oppersten Raad worden
genomen. Indien er geen ander onder
werp op de agenda hadde gestaan
dan dit, zou de bijeenroeping van het
college reeds noodig zijn geweest. Ook
dan had het zijn tijd nuttig kunnen
besteden.
Reeds twee jaren hangt nu de
quaestie van Opper-Silezië. De op het
Duitsche Rijk betrekking hebbende
territoriale bepalingen van den vrede
VICTOR HUGO
v
. De lente van 1830 zag den strijd in het
theater; want weken achtereen, na het
iriumfeerend succes van de eerste opvoering
van Hernam hield de worsteling tusschen
romantieken en klassieken nog aan, de
zomermaand van 1830 zag de revolutie in
Parijs. Na de drie glorieuse dagen van 27,
28 en 29 Juli was het gedaan met de monarchie
van Karel X. Het volk van de hoofdstad en
zijn barricaden hadden met de wapenen recht
gesproken over het absolutisme der regeering.
Nu ja, wel spoedig was een soort van orde
hersteld, nauwelijks ging de eerste week van
Augustus voorbij of het nieuwe
constitutioneele Koningschap van Louis Philippe
la meilleuie des républiques" trad inde
plaats van het oude; maar de tijd was uit
zijn evenwicht geraakt. In een Parijs vol
beroering, waar de barricades nog waren aan
de orde van den dag, kon moeilijk sprake
zijn van tooneelvoorstellingen. Het theater
kwam op den achtergrond.
De Comédie Francaise die het slagveld
had geleverd voor de bataille van Hernani,
dacht nog in 1831 zeer ernstig aan ont
binding en liquidatie, eri het jaar 1832
zag, behalve de andere nooden, de verwoes
tende vlaag van den cholera in Parijs.
Andere uitgangen hielden de menschen bezig
dan de gang naai het theater.
Er was een schok gevaren ook door den
geest. Hij leek inderdaad even
gedisequilibreerd als de gebeurtenissen.
Victor Hugo heeft zijn onverbrekelijke
gevan Versailles zijn alle reeds tot uit
voering gebracht. Elzas-Lotharingen
is bij Frankrijk geannexeerd,
EupenMalmédy en Moresnet zijn bij België
getrokken, Denemarken heeft een stuk
van Sleeswijk erbij gekregen, Polen
een groot deel van de oostelijke pro
vincies van Pruisen. Voor zoover hierbij
volksstemmingen noodig waren, hebben
deze reeds plaats gehad. Ook de stem
ming in Opper-Silezië is reeds eenige
maanden geleden gehouden. De
beslissing van den Oppersten Raad,
die ten gevolge van deze stemming
moet worden genomen, bleef echter
tot dusverre nog uit. Zij zal thans
te Parijs vallen.
Zooals men zich misschien zal her
inneren, was in het
ontwerp-vredesverdrag, dat in Mei 1919 aan de ver
tegenwoordigers van Duitschland te
Versailles bekend werd gemaakt,
OpperSilezië aan Polen toegewezen ; een volks
stemming behoefde daarover niet te
worden gehouden.
Bij den definitieven vrede kwam
hierin echter verandering. In art. 88
van het verdrag van Versailles werd
de bepaling opgenomen, dat in een
nader omschreven gedeelte van
OpperSilezië de bevolking door een stemming
te kennen zou geven, of zij tot Duitsch
land wilde behooren, dan wel tot Polen.
Een bijlage bij dit artikel bevat aller
lei bepalingen over het bestuur, dat
door een commissie van de geallieerden
zal worden gevoerd over het gebied,
waarbinnen de stemming moet plaats
hebben en over de bezetting van dit
gebied door troepen der geallieerden.
Verder worden daarin de regels aange
geven, volgens welke de stemming zal
geschieden ; het in elke gemeente uit
gebrachte aantal stemmen zal aan den
Oppersten Raad worden medegedeeld ;
bij zijne beslissing over de toewijzing
van Opper-Silezië zal dit college reke
ning moeten houden, niet alleen met
de wenschen der' inwoners, zooals die
uit de stemming zijn gebleken, maar
ook met de geographische en econo
mische gesteldheid van de verschil
lende plaatsen.
In de twee jaren, die de geallieerden
hebben laten verloopen tusschen het
vaststellen van deze bepalingen en de
uitvoering ervan, is Opper-Silezië ei
genlijk nooit in rust geweest.
De Poolsche regeering, van den aan
vang af ontstemd, omdat de gealli
eerden terug waren gekomen op de
oorspronkelijke toewijzing van
OpperSilezië aan Polen, stookte de Poolsche
bevolking van dit gewest tegen de
Duitsche op. Omgekeerd werden ook
van Duitschei kant alle middelen
van propaganda, geoorloofde en onge
oorloofde, gebruikt. Gewelddaden vielen
telkens voor; eenige malen deden ge
wapende Poolsche benden, zooal niet
op aanstoken van, dan toch met hei
melijke medewerking van de Poolsche
regeering, invallen in het bezette gebied.
In den voorzomer van dit jaar kwam
het zelfs tot een grooten aanval, waarbij
ook vijandelijkheden werden gepleegd
hechtheid aan liet huis van Bourbon rustigjes
losgehaakt van den ouden leliestandaard en
partij gekozen voor Louis Philippe als een
overgang naar de republiek. Maar tegelijkertijd
heeft hij deelgenomen aan intrigues, of zoo
men wil, aan een samenzwering om den zoon
van Napoleon, den hertog van Reichstadt
uit Weenen naar Frankrijk terug te voeren
en op den troon te brengen. Desnoods even
eens als een overgang tot de republiek.
Want het woord republiek ligt op de lippen
bestorven in die dagen.
De politiek is de toekomst geworden voor
de moderne jonge mannen van den tijd, niet
meer de kunst zooals onder de zorgzaam
gesloten en tegen tocht beveiligde monarchie
van Karel X.
Zelfs Sainte Beuve droomde van een
zending naar Athene en was een oogenblik
ontevreden dat hij niet bij een of andere
ambassade werd gedetacheerd.
Wil men weten hoe het in de hoofden
waaide en spookte, dan lette men op de
gedachtenweifeling in de eerste drie of vier
jaren der Juli-revolutie van dien criticus en
literator. Oorspronkelijk naturalist, vertoonde
hij roomsche neigingen in de omgeving van
het huisgezin der Hugo's, of hij dweepte met
Lamennais die een ruimer christendom pre
dikte. Maar eveneens sprak hij een voor
liefde uit voor de maatschappelijk-religieuze
hervormingsplannen der Saint Simonisten,
en om van alles den smaak te hebben was
hij verbonden aan een geheime broederschap
van anarchie die den koningsmoord op haar
programma had.
Victor Hugo bleven veel van die afwij
kingen gespaard, omdat hij voor zijn gezin
had te zorgen.
Hij was datk aan 't vei k.
Aan zijn uitgever had hij een roman beloofd,
Die drong volgens het contract aan op
de levering binnen een bepaalden tijd. Hij
heeft toen zijn werk voltooid. Het was oe
Notre Dame de Paris. In hetzelfde jaar werd
tegen de troepen^ der geallieerden';
van Duitsche zijde" volgde
een*,tegeriaanval; met moeite konden de gealli
eerden ten slotte een neutrale zone
tusschen Duitschers en Polen handha
ven.
Niet alleen nationale, maar vooral
economische redenen verklaren het
groote belang, dat Duitschland en
Polen bij het bezit van Opper-Silezië
hebben. In dit gewest liggen zeer rijke
steenkolenvelden, in de omgeving waar
van zich een bloeiende industrie heeft
ontwikkeld. Vooral na de amputatie
die het Duitsche rijk bij het verdrag
van Versailles heeft ondergaan, moest
het groote waarde hechten aan het
behoud van Opper-Silezië. Op histo
rische gronden mocht het dit behoud
ook eischen ; het kon er zich bovendien
op beroepen, dat de economische bloei
van het gewest aan Duitschen onder
nemingsgeest was te danken ; de eenige
geldige reden, waarom de geallieerden
over het lot van Opper-Silezië door een
volksstemming wilden doen beslissen,
was deze, dat een deel van de bevol
king Poolsch was en niet onder Duitsch
bestuur verlangde te blijven ; al stond
zij sedert eeuwen reeds onder Duitsche
heerschappij, ook bij haar hadden die
heerschers zich niet bemind weten te
maken.
De volksstemming in den voor
zomer van 1921 wees uit, dat de groote
meerderheid van de bevolking voor
Duitschland koos; in verreweg de
meeste industrieplaatsen bleken de
Duitschers en Duitschgezinden het tal
rijkst te zijn ; de Poolsche stemmen
overwogen daarentegen in de rondom
deze plaatsen gelegen dorpen.
Indien, zooals van Duitsche zijde
wel eens beweerd is, door de stemming
moest worden beslist over de toewijzing
van Opper-Silezië in zijn geheel, hetzij
aan Duitschland, hetzij aan Polen,
zou het aan Duitschland ten deel moeten
vallen. Deze bewering was echter on
juist. In de bijlage van art. 88 van het
vredesverdrag was uitdrukkelijk be
paald, dat de uitslag van de stemming
in elke gemeente aan den Oppersten
Raad moest worden medegedeeld ; hier
uit volgt reeds, dat het vredesverdrag
de mogelijkheid had voorzien, dat
Opper-Silezië zou moeten worden
verc'eeld.
Bovendien wordt daarin aan den
Oppersten Raad voorgeschreven, bij
zijne beslissing ook rekening te houden
met gecgraphische en economische ge
steldheid van de verschillende plaatsen.
Men kan uit artikel onduidelijk noemen
en het laat zeker ruimte voor wille
keur maar hoe zou men het anders
geredigeerd moeten hebben? Met het
recht van zelfbestemming alleen komt
men niet ver in landstreken met een
gemengde bevolking. Het ging natuur
lijk riet aan, de steden en dorpen
van Opper-Silezië aan Duitschland of
aan Polen toe te wijzen, al naarmate
er bij de stemming een meerderheid ^ich
voor het eene of het e.nderc rijk had
ve'rklaard ; zoo men de stemmen voor
Duitschland en Polen in het geheele
gewest dus niet bij elkander wilde
optellen en van die optelsom wilde
laten afhangen of Opper-Silezië Duitsch
dan wet Poolsch zou worden en dit
wilde men niet dan bleef er dus voor
de geallieerden niets anders over, dan
het gewest tusschen de beide gegadigden
te verdeelen en bij die verdeeling reke
ning te houden met de geographische
en economische gesteldheid, d.w.z.
plaatsen, die door hare ligging of ten
gevolge van hare economische afhan
kelijkheid bij andere behooren, daarvan
niet gescheiden te houden, ook al
verschilt de meerderheid der bevolking
er in nationaliteit.
Zooals we reeds te kennen gaven :
voor willekeur laat dit ruimte, en in
elk geval voor verschillende uitlegging.
Dit is dan ook rijkelijk gebleken.
Zoo het naar den wensch \an Frankrijk
gaat, zal het grootste deel van het ?
industriegebied aan Polen worden toe
gewezen, omdat de landelijke bevol
king er in meerderheid Poolsch is.
Engeland daarentegen wil het belang
rijkste gedeelte van Opper-Silezië aan
Duitschland laten.
De politiek van Frankrijk om Polen
zooveel mogelijk te versterken en
Duitschland zooveel mogelijk te knau
wen was reeds aan den dag gekomen
door zijne houding tegenover den
binnenlandschen strijd in Opper-Silezië;
de Polen konden bij hunne vijandelijk
heden tegen de Duitschers gewoonlijk
rekenen op verkapte medewerking van
de Fransche leden der
bezettingscommissie of van de Fransche bezettings
troepen. Herhaaldelijk werd deze poli
tiek reeds een oorzaak van wrijving
tusschen Frankrijk en Engeland. In
kleinigheden heeft Engeland zich dik
wijls toegefelijk betoond; nu de defi
nitieve beslissing over Opper-Silezië
moet worden genomen, geeft het echter
geen kamp.
Men behoeft de redevoering slechts
te lezen, die Lloyd George Dinsdag
?9 Augustus in den Oppersten Raad
heeft gehouden, om de overtuiging te
krijgen, dat Engeland niet bereid is
toe te geven aan Frankrijk's wensch
om Polen te bevoordeelen. De uit
slag van den strijd, die thans te Parijs
wordt gevoerd, is niet alleen van belang
voor de bevolking van Opper-Silezië,
maar voor de geheele Europeesche
politiek. Want er wordt gestreden om
het overwicht van Engeland, dan
wel van Frankrijk. Zooals het Reuter
telegram de rede van Lloyd George
ramenvat: Engeland zal altijd naast
Frankrijk staan, als het onrechtvaardig
wordt aangevallen, maar de volken
van het Britsche Rijk zullen zich niet
laten meesleepen in een oorlog, die
veroorzaakt wordt door het gebruik
maken van overmacht of door
rechtsverkrachting door een der geallieerden.
Het is een geluk, dat ook in deze
aangelegenheid de eisch van Engeland's
eigenbelang samenvalt, niet alleen
met dien van de rechtvaardigheid,
maar ook met het belang van geheel
Europa. De toewijzing van het groot
ste en belangrijkste gedeelte van
OpperSilezië aan Polen zou een onrecht zijn,
maar tevens een politieke fout, even
groot als die, welke Duitschlana in
1871 beging door de annexatie van
Elzas-Lotharingen. Zoo goed als m deze
annexatie de kiem lag van de wereld
oorlog, zou de toevoeging van
OpperSilezië aan Polen ik zeg niet: de
kiem van een nieuwen wereldoorlog
worden, want het zaad daarvoor is
reeds gestrooid, maar wel: de kans
op het uitbreken ervan aanmerkelijk
vergrooten.
In hunne redevoeringen stonden
Lloyd George en Briand fel tegenover
elkaar. Maar de kans op een compro
mis lijkt ons toch niet uitgesloten.
Italië en Japan hebben in het openbaar
nog geen partij gekozen ; men mag
echter aannemen, dat zij het hunne
zullen bijdragen tot een verzoening
der tegenstrijdige meeningen. Dat
zullen ook de Vereenigde Staten doen
indien althans Braakensiek een
voorzienenden geest blijkt te hebben, die
Jonathan, den toeschouwer bij de
gevaarlijke vertooning, klaar laat staan
op zijn post van brandwacht.
KERNKAMP
Illllllllllllllllllllltl
STORM OP KOMST
Na den Napoleontischen tijd kon Europa
zich nog in hoofdzaak voeden met zelf ver
bouwde landbouwproducten.
De eeuw daarop volgende zou men kunnen
noemen de eeuw van de industrieele revolutie.
Zeker, van den beginne afwas het menschdom
vooruitgegaan, doch behalve de uitvinding
van het buskruit en de boekdrukkunst wa
ren in de afgeloopen 18 eeuwen betrekkelijk
weinig belangrijke uitvindingen gedaan.
De diligence van onze grootvaders was
slechts een andere vorm van den Romeinschen
kar. De zeilschepen in de 18e eeuw waren
slechts een navolging van de schepen der
Phoeniciers, terwijl de toen bestaande indus
trie geheel afhing van menschelijke of dier
lijke kracht, of van de kracht van wind of
water op primitieve wijze aangewend.
Bijna plotseling veranderde dit alles. Stoom,
electriciteit, petroleum, explosie motoren en
de toepassingen daarvan, werden uitgevonden
en aan de industrie dienstbaar gemaakt.
De wetenschap maakte in de 19e eeuw
een tijd van ontwikkeling door, waarbij
die van de vorige eeuwen in het niet verzonk.
Chemie (met name de landbouw chemie),
de medische wetenschap, de bacteriologie
ontwikkelden zich met een snelheid waarvan
wij, thans terugblikkend, wel verbluft moeten
staan.
Het oude Europa werd in den tijd van
n eeuw omgezet van een iandbouwland
in een industrieland.
Vooral met de Westelijke staten was dit
het geval. Door deze snelle ontwikkeling
was Europa als door een tooverslag in staat
om een veel grootere bevolking te onder
houden dan in 1800 het geval was. De industrie
toch gaf werk aan millioenen en millioenen
menschen, waarvoor het voedsel moest worden
aangevoerd van overzeesche landen of van
gewesten waar op extensieve wijze graan of
andere voedingsmiddelen konden worden
geproduceerd. Dit was mogelijk, omdat door
de ontwikkeling der verkeersmiddelen, in 't
bijzonder van de stoomvaart een snelle,
zekere en goedkoope wijze van vervoer
mogelijk was geworden.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiKiiimiiiiiiiiiiiiii
Marton de Lorme opgevoerd en het drama
Le roi s'amuse geschreven.
Notre Dame is een noodlotsroman. Wat
edel is eh teer wordt door een noodlottig
werkende kracht verdrukt en verslagen. Het
krioelende leven in de Middeleeuwsche enge
straten van Parijs gaat daar in het boek heen
en weer, borrelten kookt, maakt zich vroolijk,
maakt zich misdadig en wordt beheerscht
door het kerkgevaarte van den Dom. De
kathedraal heef f ook haar raadsels en mysteries.
Pijnlijk aangrijpend is de indruk van den
roman geweest. Maar in de eerste plaats
machtig en overweldigend.
Nog nooif hadden steenen zoo gesproken.
Het is niet de mejancolie <fan het verleden,
die zij zeggen, het is een klacht die er rijst
over de bitterboosheid van den tijd en de
bitterbooshcid van de menschen. Zij komt
op uit het hart van de Middeleeuwsche stad,
den Dom, zij luidt over het geheele leven.
Geen gelukkig, geen trotsch, over zichzelf
tevreden man, heeft dat boek geschreven.
De revolutie in de wereld schijnt wel
overal crisis te voorschijn te hebben geroepen
in het particuliere leven.
Tot aan het jaar 1830 heeft het huishouden
der Hugo's een vriendelijk front aan de
wereld vertoond. Hoe had Adèle Hugo niet
deelgenomen aan de voorbereiding van den
Hernani-slag. Het huis was een tijdlang een
kamp geweest waar de bandieten die de
overwinning aan hun chef wilden bezorgen,
in en uit stroomden. Adèle noemde zich ook
een hoofd van de bende, zij deelde het wacht
woord en de toegangskaarten uit, en zij
had ook in het theater haar grooten triomf
gevierd van schoonheid en roem.
Victor Hugo hield haar hoog. Er is eens in
een bijeenkomst het voorstel gedaan haar bij
haar voornaam te noemen ; evenals men van
Victor sprak, zou het Adèle en Victor worden;
maar daaraan heeft Victor dadelijk een einde
gemaakt. De man die als kind te Madrid
in het huis van een grande had gewoond,
verlangde dat men zich op een eerbiedigen
afstand zou houden van Madame la
Vicomtesse Hugo.
In het midden van 1830 is het laatste kind
der Hugo's geboren, een meisje, Adèle. Het
herstel van de moeder viel niet gemakkelijk.
Er had, intiem, een soort van scheiding
plaats tusschen de echtgenooten. De dichter
gevoelde die verwijdering als een onrecht,
een veinedering. Een steun werd hem ont
trokken, waarop hij had gerekend, waarvan
hij zich niet onwaardig had getoond. Zoo
klaagde hij in zichzelf.
Sainte Beuve, de criticus, was de gioote
vriend des huizes geworden. Hij had in den
beginne aan de huisvrouw weinig aancacht
besteed. Haar rustige Creoolsche schoonheid
boezemde hem een soort van ontzag in.
Dan begon hij op haar te letten, hoe zij,
raadselachtig als een Madonna, in haar huis
de samenkomsten der dichters bijwoonde.
Zijn veiliefde, gesloten natuur begon over
haar te peinzen, gedachten van min en ver
eering belegerden zijn geest en zijn hait.
Hij kon het niet verdragen, toen bij de
preparatieven voor de Hernani-opvoering een
tijd lang benden van enthousiasten de wo
ning onveilig maakten, en hij waarschuwde
den dichter als ging r"e eer van het huis hem
nog meer aan dan den echtgenoot.
Het waren nog maar voorloopers van hef
tige tooneelen en brieven tusschen de twee
vrienden. Er is iets onbeschrijfelijks, iets
tegelijk grootsch en komisch in de verhou
ding tusschende twee vrienden, die edelmoedig
tegenover elkander willen zijn en zich jaioersch
toonen, die behoefte hebben zich op te offeren
en toch, achteraf, gesteld zijn om te behouden
wat zij meenen te bezitten. En tusschen
die beide mannen die voor goed gescheiden
raken, gaat de vrouw raadselachtig, met
haar eigen geheim voor zich, en misschien
verre van geheel onschuldig.
Het was het noodlot, dat de intiemste ver
houdingen stoort en vei moordt. Victor Hugo,
de dichter, hield zich ten eerste het voor
naamst van hen allen en ten slotte het meest
praktisch.
Toen hij, in 1833, zorgde voor de opvoering
van zijn drama Lucrèce Borgia, veroverde
hij zich daarbij als buit de levendige wonder
mooie Juliette Drouet, een actrice in het stuk,
even schoon als weinig eerzaam tot dien tijd
toe. Hij maakte haar tot zijn eerzame tweede
vrouw aan de linkerhand.
Maar zooals hij voorheen trotsch was
geweest op de reinheid van zijn leven en cie
verleidingen had ontvlucht, zoo zocht hij
voortaan, ondanks de tiouw in zekeren zin
betoond jegens het tweegesternte, liefst de
afwisselingen op het terrein der liefde en hij
varieerde in het oneindige tot aan zijn dood
toe.
Het lag in de lucht mag men wel zeggen.
Zullen wij de Juli-revolutie er de schuld
van geven?
Maar de kiemen waren er reeds vroeger
van de zielsziekte. Had Sainte Beuve zijn
vriend Victor Hugo niet reeds gewaarschuwd
toen de dichter er aan begon te denken
zijn poëzie midden in het gewoel van de we
reld en van het theater te brengen? O die
kleine woning in de Rue Notre Dame des
Champs, waar een gelukkig huishouden met
een kleinen kring van saam verbonden vrien
den om zich heen, zijn wijding zocht in de
poëzie ! De schokken van de wereld zouden
de menschen daar verzameld in den grooten
stroom van het leven brengen. Hoe het doel
voor oogen te houden en de eenheid van
levensgang te bewaren te midden van al
wat er aan stormen kan opsteken !
Het Noodlot heerscht, die wet is gegrift
in den steen van de Kathedraal Maar
voor 't oogenblik zullen wij hier den dichter
verlaten ; het mooie boek van Madame
Duclaux moet het verdere maar vertellen aan
wie weetgierig zijn.
W. G. C. B Y V A N C K