Historisch Archief 1877-1940
13 Aug. '21. No. 2303
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
De kleeding der Japansche
Vrouw, antiek en modern
Het antieke schoonheidsideaal voor de
Japansche vrouw was een slank figuur |met
een zwanenhals, een 'ovaal gelaat met
langen, smallen neus, schuin naar buiten
uitstaande, smalle oogen met lange, gewelfde
wimpers, en een bleeke gelaatskleur met
een blosje als van kersebloesem op de wangen.
Dit is het aristocratische type, dat men
nog kent van oude Japansche prenten en het
vertegenwoordigt jde raseigenSchappen van
het Mongoolsche of Toeranische deel van de
bevolking, terwijl het Maleische gedeelte
zich door platte gelaatstrekken met breede
neuzen kenmerkt.
Het bovenbeschreven schoonheidstype werd
nog eenigszins geaccentueerd door het af
scheren van de grootste helft der wenkbrau
wen, welke daarna schuin naar boven bijge
schilderd werden, doch vooral in de haardracht
kwam de oud-Japansche schoonheidsidee
tot haar volste incarnatie.
Japansche vrouwen hebben dik,
blauwzwart haar, welks schoonheid zij voornamelijk
toeschrijven aan het ? gebruik van
cameliaolie, die in Japan zóalgemeen aanwending
vindt, dat haar doordringend, zoetige geur ons
overvloedig wordt toegewuifd,telkens wanneer
in trams,.bioscopen, variété's of theehuizen
de beweeglijke vrouwtjes ons passeeren.
De eerste stoot tot moderniseering van ge
waad en toilet, ook bij de vrouwen, ging uit
van Prins Ito, die na zijn bezoek aan de
Europeesche hoven in 1885, vond, dat de aan het
Japansche votk te verleenen grondwettelijke
vrijheden het best konden worden ingeleid
door voor de Dames ten hove de Parijsche
mode en voor de Heeren de Oostenrijksche
militaire uniform tot uitgangspunt te nemen.
En op het Fête aux Chrysanthémes", het
jaarlijksche November-bal ten hove, verscheen
toen het geheele hof voor het eerst in
tailormade" costuums. Ja, weldra zouden de Ja
pansche princessen er zich op kunnen be
roemen de Quadrille des Lanciers" op de
hofbals meer nauwgezet en in de puntjes te
dansen dan het ergens ter wereld gedaan werd !
Heel veel antieks begon nu te verdwijnen.
De half afgeschoren en bijgeverfde wenkbrau
wen werden wel het eerst door de moderne
geest weggeschoren en men ziet ze thans niet
meer. De ouderwetsche haardracht is nu aan
de beurt, zij het voornamelijk nog slechts bij
de schoolgaande jeugd.
De oude haardracht met de uitstaande
haargolven van voren en aan de slapen, met
nog boven op de kruin een gedeelte van het
h aar in een elegante krul naar achteren
opgeDe oude Japansche haardracht die we
kelijks 2 a 3 uren de bekwame hand
van den kapper vraagt
De nieuwe haardracht die bij de school
gaande meisjes en moderne jeugd begint
veld te winnen
nomen, waar ze door een vloeipapieren
kussentje en een kettinkje van groene jade" 1)
koralen wordt ondersteund, eischt eens per
week 2 a 3 uur ingespannen arbeid van een
kapper.
Vór de Restauratie van 1868 droegen de
mannen ook een dergelijken bewerkelijken
haardos, en aan deze haardracht hebben de
Japansche hoofdblokjes, die bij het slapen het
haamlet beschadigen, hun ontstaan ',te danken.
Het zijn kleine, lage standaardjes van rood
of zwart gelakt hout met een
halve-inaanyormige uitholling aan den bovenkant, die
juist het achterhoofd kan omsluiten. Aan
den eisch der zindelijkheid wordt voldaan door
iederen dag de velletjes uit moerbezie-papier,
in het hoofdeinde ingeklemd, te verwisselen.
Aan den vorm van het kapsel bij de vrou
wen ziet men, of de bezitster een jong meisje,
geisha of gehuwde vrouw is, terwijl men er
nog een tiental jaren geleden bij een gehuwde
vrouw den stand van haar echtgenoot aan
kon herkennen.
Wat al een gewronge nachtrust en wat
een minutieuze zorg brengt zoo'n ouderwetsch
kapsel niet mee! En toch, ondanks al die
moeite, doet het in artisticiteit en losheid
onder voor het moderne Japansche kapsel.
Het haar wordt hierbij links opzij in een schei
ding opgenomen en van achteren in een losse
wrong, soms gesteund door een haarnetje,
tezamen gedraaid. Het wordt hierbij ook
zonder hoed gedragen en, bij haar overvloedig
gitzwart haar, kleedt dit kapsel de Japansche
vrouwtjes zógoed, dat het niet verveelt, al
ziet men ook tientallen van die moderne kap
sels allen precies eender passeeren.
Van de Japansche Vrouw, gekleed a la
mode de Paris," kan men niet veel verwach
ten. Dit ras heeft te korte onderste ledematen
om een Europeesch costuum recht te doen
wedervaren. En toch aan het
SannomiyaStation te Kobe zag ik een Japansch echtpaar,
dat werkelijk chique was in Europeesch cos
tuum. Al was haar gestalte wat klein, het
vrouwtje wist haar tailor-made" te dragen.
Ze behoorde echter tot de utzonderingen,
want wel wordt het costuum eenvoudiger,
doch zuiver Westersch wordt |het allicht niet!
Het specifiek Japansche gewaad bestaat
uit een kimono" (= ding om te dragen,"
terwijl kakemono" = dingom optehangen")
met wijde, afhangende mouwen, welke nimmer
behoorlijk kan gedragen worden zonder de
obi", een gordel van zijde of katoen ter
breedte van ± 2 d.M. Een platliggend, stijf
zijden kraagje, dat aan den hals onder de
kimono komt uitkijken, verhoogt het effect
van het bonte geheel.
Kostbare obi's in zijde of brocaat behooren
tot de lijfschatten der Japaneesche vrouw
en vele families bezitten obi's van eeuwen her,
die, door beroemde meesters geweven of
beschilderd, generatiën van vorstelijke of
prinselijke doorluchtigheden in hun aardsch
bestaan hebben gediend. Niet zelden
?kosten zulke obi's 2000 Yen!
De obi wordt van achteren samengebracht
in eenige plooien, die het ruggedeelte meer
op een kussentje dan op een strik doen gelij
ken. Werkende vrouwen hebben bovendien
nog eenige kruisbanden over den schouder,
waarmede ze de obi ophouden. Voeg bij dit
alles nog een eenvoudige overmantel in effen
of gestreepte stof en eindelijk, de geta's of
klomp-sandaaltjes, en dan hebben we het
winkelende Japansche vrouwtje geheel uit
gedost voor ons. Kioto geeft hierin in alle
opzichten den stijl aan.
De geta's of houten sandaaltjes, in hun
langwerpig vierkante vorm, rusten op twee
houten richeltjes, waarmee ze onder het
loopen den grond vlug aantikken. En har
monisch klinkt ons het klankrijke
karangkorong" der geta's in de ooren, als we toe
vallig terecht komen tusschen een zwerm, de
bioscoop verlatende, Japansche vrouwtjes.
Twee stevige koorden, van rechts en links
komende, strengelen zich aan de voorzijde van
de geta's ineen en de groote teen, die in de
wit katoenen of zijden duimsokken der
Jappies is gescheiden van de 4 overige teenen
schuift zich hier omheen en geeft het sandaaltje
zijn stevigheid.
Gemoderniseerd worden de geta's niet,
behoudens dat men ze van een afgerond
brocaatzijden neusje voorziet of voor huise
lijk gebruik machinaal vervaardigde geta's
met dunne rubberzolen aanschaft.
De Japansche vrouw moge ons een aardig
kleurenbeeld aanbieden, haar gang is er door
de onhandige obi en plankjesschoenen niet
bepaald sierlijker op geworden. Op de scholen,
waar gemakkelijke kleeding een eerste
vereischte is, valt dan ook een afwijking te
constateeren in de richting v#n de Europeesche
kleederdracht.
De kinderen en jonge meisjes dragen hier
een zwartgrijze kimono met witte sterretjes.
De obi is afgeschaft, doch over het onderste
gedeelte der kimono is een hakaba", een
Europeesche rok, aangetrokken, bijna uit
sluitend diep roodbruin van kleur. Daarbij
komt dan de moderne haardracht. In Kioto
zag ik eenige middelbare meisjesscholen uit
gaan en hoewel eentonig, was het toch een
lief tafereeltje, die interessante kleurencombi
natie van zilverwitte sterretjes", grijs en
roodbruin!
De decoratieve, kleurige Japansche
vrouwenkleeding, vereischt |een uitgebreide en
vaardige kunstnijverheid. De meest gebruikte
procedé's ter verkrijging van de decors zijn :
1: het inweven van eenvoudige figuren en
bloemen in de zijde; 2: het brocaat weven,
3.- het borduren, 4: tritik-werk (ik gebruik
hier een Maleisch woord) 5: schilderwerk
uit de hand op zijde, 6: hetzelfde met stencils
of schablonen en 7; kleurige katoenweefsels
van Osaka.
Bij het brocaatweven wordt een draad van
bladgoud of een met bladgoud omwonden
zijden draad met het zijden weefsel dooreen
geweven tot de schitterendste bloemen
of andere dessins. De graad van volkomenheid,
die het in Kioto heeft bereikt, wordt ge
llusstreerd door het feit, dat een Amerikaan eens
een stuk kostbare, uit de hand geweven
brocaatzijde in Lyon wilde laten
reproduceeren. Hij stond den Franschen wever toe
een gedeelte van het weefsel te ontrafelen
om den loop der draden na te gaan. Niet
alleen bleek de Franschman onmachtig het
brocaat na te weven, doch hij was zelfs niet
De beschilderde kimono, de obi en het
zijden kraa'gje van deze maiko" of jonge
geisha komen hier goed te zien
IIMtllllllllMIIIIIMItimil lltllllllllllllllllllllllilllllllll Illltttll milllllllM Hit III
imimiiiiiiMHiiiii
IN DEN SCHEMER
Hit is goed, om avondbloemen in den tuin
te hebben. Bij mij groeien er een stuk of zes :
de echte Jasmijn, de Teunisbloem, Zeep
kruid, Kamperfoelie, Silene en Phlox. De
echte Jasmijn raakt nu al uitgebloeid en mag
niet verward worden met de boerenjasmijn,
de welbekende heester die in Mei bloeit met
trossen van. sterk geurende nog a! groote
vierkante witte bloemen. De echte Jasmijn
is een klimplant met lange, buigzame, groene
twijgen met fijn verdeelde donkere bladeren
en met ijle trusjes van nog al spichtige maar
zeer mooie witte bloemen met nog al lange
kroonbuis. Ze geuren 's avonds overheerlijk;
de zelfde soort van geur als anjer en kamper
foelie.
Met avondbloemen bedoel ik de bloemen
die 's avonds open gaan en die in den avond
ook op andere wijze actief zijn. Het zijn ook
echte bloemen van den zomer. De bloemen
vari het voorjaar zijn ochtendbloemen of
middagbloemen. Ze doen het niet onder de
tien graden Celsius en gaan dan ook legen
den avond dicht, behalve snmiwroem en
primnh'.
Maar het ir.net Mei worden e'T er 's avonds
wat voor de bloemen te doei\ valt en in den
zomer hebben zij het 't best. De kamper
foelie is wel de eerste, die van eenig belang
is. Die heeft nu al haar eersten bloei voltooid,
haar vruchten gerijpt en is aan haar tweeden
bloei begonnen, voor zoover de droogte geen
spaak in 't wiel gestoken heeft.
Haast al die avondbloemen zijn wit of
rose. De gele Teunisbloem maakt een uit
zondering. Maar 't is een bijzonder soort
van geel, dat in de avond-schemering veel
beter zichtbaar is dan het geel van zonne
bloem of van Helenium en Gaillardea. Toch
lijkt het wel, dat de vlinders er niet bijzonder
veel acht op slaan en dat ze ook haar weeën
geur niet waardeeren. Daarentegen hebben
Kamperfoelie, Zeepkruid en Phlox een bij
zondere bekoring. Wij mogen wel even den
lof zingen van Phlox, de vlambloem. Deze
zeer ouderwetsche sierplant heeft opnieuw
haar triomfantelijken intocht gedaan in onze
tuinen. Een tijd lang heeft ze zich als
herfstsering" moeten vergenoegen met het plaatsje
der middelmatigheid, nadat zij eerst grooten
opgang had gemaakt, toen ze uit de Nieuwe
naar de Oude Wereld werd overgebracht.
Onze gewone Phlox, de Phlox decussata,
die eigenlijk Phlox paniculata heet, groeit
Het Pistooltje en het Zeepkruid I
in hèt wild vooral in de Vereenigde Staten
en ook nog in Canada. Zuidelijk komt deze
plant nog in Florida voor, zoodat wij hier
alweer te doen hebben met een wereldbur
ger, een die zich thuis gevoelt in zeer
uiteenloopende klimaten en zeer verschillende
omstandigheden, (leen wonder dan ook,
dat zij een waren ruggesteun vormt voor eiken
border. Glansrijk heeft zij de beproevingen
dei laatste maanden doorstaan en maakt
thans een frissche vertooning te midden
van haar gehavende lotgenoten.
En wat een aardige bloemen. Ze zijn van
het anjer-type, net als Zeepkruid : een lange
bloembuis en een breeden zoom. Bij de anjers
bestaat de blocmkroon uit losse blaadjes,
maar de Phlox heeft ze aan n stuk vergroeid
en ziet er daardoor steviger en netter uit.
Ook bloeit elke bloem een weck lang of zelfs
langer; dat geeft iets lente-achtigs.Wie er van
houdt, om zoo'n bloem ook in détail te bezien,
zal vinden, dat er vijf meeldradcn zijn, die
op verschillende hoogte zijn ingeplant, wat
er nog al vreemd uitziet. Onderin is de kroon
buis dicht behaard, daardoor wordt de honig
beschermd, die afgezonderd wordt door een
ringvormigen honigklier rondom het vrucht
beginsel. Toch wel aardig, om dat even ge
zien te hebben.
's Avonds gaan de Phloxen open, maar niet
zoo snel als de Kamperfoelie, Teunisbloem of
Zeepkruid, die dat klaarspelen in n minuut
of hoogstens in n kwartier. Haast al die
avondbloemen hebben een vasten tijd van
open gaan en ik heb wel opgemerkt dat som
mige insecten n l tegen dien tijd kwamen
opdagen,., nog eer de bloemen open waien
of geur verspreidden. In den regel echter
komen de insecten pas later, nadat de bloem
zich al goed en wel geopend heeft. Ook zijn
er altijd nog bloemen vau den vorigen dag
open en zelfs van dagen her, maar uok die
geuren eiken avond wet r upuieuw.
Zenden van een cadeau en .de nauwgezette
Japansche etiquette schrijft yqor verschil
lende geschenken speciale fukusa's voor, naar
gelang van den stand van gever of ontvanger
en van de gelegenheid, waarbij men het cadeau
aanbiedt. Deze kostbare doeken worden ]dan
met even groote hoffelijkheid terug aange
boden,- W. F.- K u H L M E i j E R
Jade" of jadeït u geen steen in den ge
wonen zin van het woord, daar er ook
arm-banden van. worden gemaakt, 'Het wordt ge
vonden in Birrrja en in het Kuen-Lun gebergte
en is in China en Japan uitermate geliefd,
terwijl het. geloofd wordt een talisman tegen
ischias te zijn. De kleur is diep zeegroen met
lichtere |schakeeringen en ze is beslist mooier
dan de blauwgroene turkois, waar ze eenigs
zins op lijkt. In Amerika wordt ze tegen
woordig nogal gedragen, omdat de diamant
in onzen tijd vanO-W-ers daar zó'n gemeen
goed is geworden, dat men wel naar iets
buitengemeens moest gaan omzien. Men toonde
mij in een curio-shop" in Canton een paar
zeer fraaie en dikke jade-armbanden, die 2000
dollar kostten. Voor de gewone jade-armban
den was de prijs gemiddeld 150 dollar het paar.
Japansche meisjes met geta's, houten
sandaaltjes aan de voeten
eens in staat de ontrafelde draden in den
oorspronkelijken vorm te herstellen!
Obi's van brocaat ziet men veel in Japan.
Eén, met goudbruine maple"-bladeren op
een zilvergrijs veld, trof mij bijzonder. In het
eerste prodécé,het gewone weefwerk, treft men
o.a. obi's aan van de soepelste zijde, doch dik
en taai als leer. De patronen zijn echter een
voudiger en geven vaak strepen en blokken,
in geel op zwart b.v.
Het borduren van leeuwen, tijgers, bloemen,
landschappen, enz. is in dit land van
topsyturvy-dom" het werk van jongens en mannen,
niet van vrouwen ! Zij leggen evenwel een
kunstvaardigheid aan den dag, zótreffend,
doch tevens zóalgemeen, dat Europeesche
toeschouwers, verbijsterd over de resultaten,
van virtuositeit, niet van artisticiteit, durfden
te spreken.
Bij het onder no. 4 genoemde procédéwor
den gedeelten van de stof, hier voornamelijk
katoen, zóafgebonden, dat ze bij het verven
niet gekleurd worden. Men krijgt zoo eenvou
dige witte sterretjes op zwarte kimono's,
witte rozen of lichtgroene bladeren op rose
obi's, enz. No. 5 en 6 spreken voor zichzelf,
daar deze bewerkingen in Holland welbe
kend zijn. Men heeft ook groote schablonen,
met behulp waarvan de kimono's der mannen
(voornamelijk koelies) op den rug van een
groote Chineesche letter worden voorzien.
Osaka vult tegenwoordig den zoo sterk
uitkomenden decoratieven drang van het Ja
pansche volk heel aardig aan door zijn schit
terende katoentjes naar batikpatronen en
met Egyptische dieren-, bloemen-, gras-,
schelpjes- en dergelijke motieven, waarvan
er vele ook nog een groot afzetgebied vinden
in Indië, vooral in de Soendalanden. Wel
eigenaardig is het, dat onze Oost-Indische
Compagnie in de 17de en 18de eeuw de eerste
bedrukte katoentjes in Japan invoerde en
dat dit prodécéen de rangschikkinggereedelijk
door de Japanners werden overgenomen, zij
het ook met Orientalische motieven.
De Japansche vrouw wenscht meestal de
kleur en teekening van haar kleeren zelf te
kiezen en koopt daarom de zijde of het katoen
ongeverfd, of krijgt ze zoo ten geschenke.
Zij gaat er daarna mee naar een der talrijke
ververs en kiest nu haar kleuren en patronen
uit, die, desnoods met het familiewapen er bij,
als schilder- of stencilwerk op het goed worden
aangebracht. Zoo krijgt men de schitterende,
geverfde chrysanten, dieren of landschappen,
die soms door een dunne, geborduurde
zoom aangedikt?het gewaad verluchten.
Tot het costuum der vrouwen van Nippon
behoort nog een réticule met spiegeltje,
borsteltje en dergelijke toiletzaken, waar ik
menige nesan" (= juffrouw) tersluiks zoo
even in zag kijken of de haardos nog in orde
was, 'nadat zij in den trein den inhoud der
beide spanen doozen met rijst en toespijzen,
die men aan alle stations kan krijgen, veror
berd had.
Zeer typisch is ook de fukusa", een zijden
of mousselinen doek om iets in te wikkelen.
Ze is dikwijls zeer artistiek en een winke
lend vrouwtje weet er al haar kleine koopjes
in de meest elegante plooien in weg te stoppen.
Fukusa's dienen ook als toeslagdoek bij het
iiiiHiiiiiiiiiiim
iiiimiiiitiiiiiiiiiiiiiiimiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Uit het Bernerland
Het is een bijzonder groot genoegen, de
avond vlinders op de bloemen te zien. Je
ziet ze maar zelden aankomen en dan zijn
ze opeens vlak bij en bezig. In het halfdonker
moet je ze maar onderscheiden aan de grootte
en aan de bewegingen. Haast geeneen zet
zich op de bloemen neer. Ze zweven met onge
looflijk snel trillende vleugels. Enkele honden
zich niet langer dan n seconde bij een bloem
op en 't is niet te begrijpen, hoe ze in zoo'ti
korten tijd honig kunnen ophalen. Andere
toeven wat langer zooals het pistooltje op
het Zeepkruid. De ho/ig ligt bij het
Zeepkruid juist even buiten bereik van het
pistooltje zijn tong, maar nu wurmt het /lindertje
zich al trillend met de vleugels wat dieper
in de kroonbuis, zoo zelfs dat de kelk kan
scheuren. Is die kelk eenmaal gescheurd, dan
kan de vlinder van opzij bij den honig komen
en daar werkt hij haast even vlug als de
sphinxen. Bij de Phlox gaat het ook al zwe
dend en wanneer zoo een dozijn pistooltjes
boven de bloemen trillen en ritselen, grijs en
Het Pistooltje en het Zeepkruid II
Uit Wilderswil schreef de redactrice van
deze rubriek in het vorige nummer haar
kleine ode in proza op de Jungfrau. Hoe
weinig bezoekers van het Berner Oberland
kennen van dit alleraardigste chaletdorp aan
de Zuidoostelijke uitloopers van de Riigen
meer dan den naam, als de eerste halte bij
het sporen van Interlaken naar Lauterbrunnen
of Grindelwald. Door deze keuze van haar
zomerverblijf toont de leidster van deze
rubriek ook in dit opzicht een fijnen smaak
;wie 's zomers echt naar buiten wil gaan
zoekt toch immers zooveel mogelijk
landschapsschoon en zoo weinig mogelijk kunst
matigs.
Hoe' is dan Interlaken nog voor zoovelen
het uitgangspunt voor tochten in het
Berner Oberland, terwijl deze sierlijke hotel
guirlande aan den voet van den Harder toch
een echt mondain brandpunt is. Geheel uit
den toom vallen- er dan ook al die slappe
loden pelerines, al die harde spijkerschoenen
en verreisde petten en hoeden bij den
eleganten aanleg van het Kurpark en waar
ieder logeergast van Interlaken dagelijks
den kleinen kurtax moet betalen, wandelt er
ook zelfs de meest rustieke gast minstens
een paar maal langs de keurig aangelegde
perken, al voelt een echte bergtoerist er zich
ook als een visch op het droge.
Maar veel te weinigen van hen weten er
op nog geen tien minuten afstands van de
Kursaal aan de Noordzijde van diezelfde
Rügen een soort Zwitsersch Laren te liggen,
in het dorp Matten, dorpsch gebleven ondanks
het steeds nader groeien van het steedsche
Interlaken. Matten is nog een onvervalscht
weide- en ooftdorp. De huisknecht van ons
hotel stond onder de appelboomen te hooien
toen we aankwamen en het klassieke groene
schort van zijn ambtsgewaad greep hij van
een hooischelf af toen hij met een sprong
over het weidehek nog juist op tijd kwam
om onze koffers af te laden.
Schilderachtig onregelmatig staan in Mat
ten de oud-Bernsche huisjes, waaronder de
mooisten van den streek, te midden van de
grasveldjes, vór het hooien nog met een
tweede teerwit vlak van fijne schermbloemen
boven 't groene vlak uit. Elk huisje heeft
er zijn weitje met ooftboomen en de door
kijkjes, die daardoor ontstaan, doen juist
zoo sterk aan oud-Laren denken. Bijzonder
schilderachtig moet hier de lentetijd zijn,
als de wit en rose bloesembouquetten om al
die kantige bruine huisjes staan, terwijl het
overvloedige bronwater klaterzingt in de
steenen bassins er naast.
In zomertijd wordt bij vallenden avond
zoo'n dorpje haast onwezenlijk mooi, vooral
als de verweerde oudjes komen zitten aan
hun zijdeuren of op hun met ramblers
overgroeide galerijtjes en de rustelooze kindersmet
hun typisch Zwitsersche ronde gezichtjes en
gevoelige oogen er hun simpele spelletjes doen.
Op een kwartier afstands ligt dit onge
kunsteld mooie dorpje (met een chalethotel
midden in, twee groote hotels aan den rand)
van het wat knnstmatig riante Interlaken,
met zijn mooi onderhouden breede Höheweg,
zijn groot vierkant grasveld voor de breede
hotelfac.aden en zijn groote winkels.
Ja, tot de Jungfrau is men nader, niet
alleen wat afstand en uitzicht betreft, in
Wilderswil en Matten dan in Interlaken.
Schiller zong:
besser, Kind, die Gletscherberge
lm Rücken haben als die bösen Menschen."
J. M. STERCK?P ROOT
1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII
ongrijpbaar, dan is het alsof de schemering
zelf een gazen sluier over de bloemen weeft.
Het pistooltje is nog meer een wereldbur
ger dan de Phlox, want hét komt zoowel
voor in Azië en Europa en Noord-Afrika
als in Noord-Amerika. Zijn rupsen eten van
alle planten en hun aantal is dikwijls legio tot
groot verdriet der tuinders. Soms ontstaat
er overbevolking van pistoolties en dan gaan
ze in groote troepen, soms bij millioenen, de
wijde wereld in, dikwijls in het doorluchtig
gezelschap van de trekvogels zelve. Ze trek
ken ook zoowel in het voorjaar als in het na
jaar, maar uit den aard der zaak kennen zi.i
geen terugreis, daarvoor leven zij te kort.
Het pistooltje heet ook wel gamma-uil,
Plusia gamma, naar het figuurtje op den
voorvleugel. De Engelschen lezen dat anders
en noemen hem the silver ypsilon." Het
woordje plusia (grieksch plousios) bcteekent
rijk, welvarend en doelt er OD dat de
\linders van dit geslacht gesierd lijken iret zilver
en goud. Wij hebben er in ons land nog eenige
soorten van, maar de Gamma is de meest
gewone en behoort dan ook door. ieder gekend
te worden. JAC. P. T H ij s s
immiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimimi 111 iiiiiiiifiiiitniiiiiiiiiiiii
?Mll l l II Illlllllll Illllllllllllllllll
iBEZOEKTl
i DE KONINKLIJKE KWEEKERIJ l
| MOERHEIM" I
l - - TE DEDEMSVAART - - j
| Te bezichtigen van Zaterdags na 12 uur |
l 8-12 en 1J-5J uur | en Zondags gesloten |