De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 13 augustus pagina 5

13 augustus 1921 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

13 Aug. '21. No. 2303 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND De kleeding der Japansche Vrouw, antiek en modern Het antieke schoonheidsideaal voor de Japansche vrouw was een slank figuur |met een zwanenhals, een 'ovaal gelaat met langen, smallen neus, schuin naar buiten uitstaande, smalle oogen met lange, gewelfde wimpers, en een bleeke gelaatskleur met een blosje als van kersebloesem op de wangen. Dit is het aristocratische type, dat men nog kent van oude Japansche prenten en het vertegenwoordigt jde raseigenSchappen van het Mongoolsche of Toeranische deel van de bevolking, terwijl het Maleische gedeelte zich door platte gelaatstrekken met breede neuzen kenmerkt. Het bovenbeschreven schoonheidstype werd nog eenigszins geaccentueerd door het af scheren van de grootste helft der wenkbrau wen, welke daarna schuin naar boven bijge schilderd werden, doch vooral in de haardracht kwam de oud-Japansche schoonheidsidee tot haar volste incarnatie. Japansche vrouwen hebben dik, blauwzwart haar, welks schoonheid zij voornamelijk toeschrijven aan het ? gebruik van cameliaolie, die in Japan zóalgemeen aanwending vindt, dat haar doordringend, zoetige geur ons overvloedig wordt toegewuifd,telkens wanneer in trams,.bioscopen, variété's of theehuizen de beweeglijke vrouwtjes ons passeeren. De eerste stoot tot moderniseering van ge waad en toilet, ook bij de vrouwen, ging uit van Prins Ito, die na zijn bezoek aan de Europeesche hoven in 1885, vond, dat de aan het Japansche votk te verleenen grondwettelijke vrijheden het best konden worden ingeleid door voor de Dames ten hove de Parijsche mode en voor de Heeren de Oostenrijksche militaire uniform tot uitgangspunt te nemen. En op het Fête aux Chrysanthémes", het jaarlijksche November-bal ten hove, verscheen toen het geheele hof voor het eerst in tailormade" costuums. Ja, weldra zouden de Ja pansche princessen er zich op kunnen be roemen de Quadrille des Lanciers" op de hofbals meer nauwgezet en in de puntjes te dansen dan het ergens ter wereld gedaan werd ! Heel veel antieks begon nu te verdwijnen. De half afgeschoren en bijgeverfde wenkbrau wen werden wel het eerst door de moderne geest weggeschoren en men ziet ze thans niet meer. De ouderwetsche haardracht is nu aan de beurt, zij het voornamelijk nog slechts bij de schoolgaande jeugd. De oude haardracht met de uitstaande haargolven van voren en aan de slapen, met nog boven op de kruin een gedeelte van het h aar in een elegante krul naar achteren opgeDe oude Japansche haardracht die we kelijks 2 a 3 uren de bekwame hand van den kapper vraagt De nieuwe haardracht die bij de school gaande meisjes en moderne jeugd begint veld te winnen nomen, waar ze door een vloeipapieren kussentje en een kettinkje van groene jade" 1) koralen wordt ondersteund, eischt eens per week 2 a 3 uur ingespannen arbeid van een kapper. Vór de Restauratie van 1868 droegen de mannen ook een dergelijken bewerkelijken haardos, en aan deze haardracht hebben de Japansche hoofdblokjes, die bij het slapen het haamlet beschadigen, hun ontstaan ',te danken. Het zijn kleine, lage standaardjes van rood of zwart gelakt hout met een halve-inaanyormige uitholling aan den bovenkant, die juist het achterhoofd kan omsluiten. Aan den eisch der zindelijkheid wordt voldaan door iederen dag de velletjes uit moerbezie-papier, in het hoofdeinde ingeklemd, te verwisselen. Aan den vorm van het kapsel bij de vrou wen ziet men, of de bezitster een jong meisje, geisha of gehuwde vrouw is, terwijl men er nog een tiental jaren geleden bij een gehuwde vrouw den stand van haar echtgenoot aan kon herkennen. Wat al een gewronge nachtrust en wat een minutieuze zorg brengt zoo'n ouderwetsch kapsel niet mee! En toch, ondanks al die moeite, doet het in artisticiteit en losheid onder voor het moderne Japansche kapsel. Het haar wordt hierbij links opzij in een schei ding opgenomen en van achteren in een losse wrong, soms gesteund door een haarnetje, tezamen gedraaid. Het wordt hierbij ook zonder hoed gedragen en, bij haar overvloedig gitzwart haar, kleedt dit kapsel de Japansche vrouwtjes zógoed, dat het niet verveelt, al ziet men ook tientallen van die moderne kap sels allen precies eender passeeren. Van de Japansche Vrouw, gekleed a la mode de Paris," kan men niet veel verwach ten. Dit ras heeft te korte onderste ledematen om een Europeesch costuum recht te doen wedervaren. En toch aan het SannomiyaStation te Kobe zag ik een Japansch echtpaar, dat werkelijk chique was in Europeesch cos tuum. Al was haar gestalte wat klein, het vrouwtje wist haar tailor-made" te dragen. Ze behoorde echter tot de utzonderingen, want wel wordt het costuum eenvoudiger, doch zuiver Westersch wordt |het allicht niet! Het specifiek Japansche gewaad bestaat uit een kimono" (= ding om te dragen," terwijl kakemono" = dingom optehangen") met wijde, afhangende mouwen, welke nimmer behoorlijk kan gedragen worden zonder de obi", een gordel van zijde of katoen ter breedte van ± 2 d.M. Een platliggend, stijf zijden kraagje, dat aan den hals onder de kimono komt uitkijken, verhoogt het effect van het bonte geheel. Kostbare obi's in zijde of brocaat behooren tot de lijfschatten der Japaneesche vrouw en vele families bezitten obi's van eeuwen her, die, door beroemde meesters geweven of beschilderd, generatiën van vorstelijke of prinselijke doorluchtigheden in hun aardsch bestaan hebben gediend. Niet zelden ?kosten zulke obi's 2000 Yen! De obi wordt van achteren samengebracht in eenige plooien, die het ruggedeelte meer op een kussentje dan op een strik doen gelij ken. Werkende vrouwen hebben bovendien nog eenige kruisbanden over den schouder, waarmede ze de obi ophouden. Voeg bij dit alles nog een eenvoudige overmantel in effen of gestreepte stof en eindelijk, de geta's of klomp-sandaaltjes, en dan hebben we het winkelende Japansche vrouwtje geheel uit gedost voor ons. Kioto geeft hierin in alle opzichten den stijl aan. De geta's of houten sandaaltjes, in hun langwerpig vierkante vorm, rusten op twee houten richeltjes, waarmee ze onder het loopen den grond vlug aantikken. En har monisch klinkt ons het klankrijke karangkorong" der geta's in de ooren, als we toe vallig terecht komen tusschen een zwerm, de bioscoop verlatende, Japansche vrouwtjes. Twee stevige koorden, van rechts en links komende, strengelen zich aan de voorzijde van de geta's ineen en de groote teen, die in de wit katoenen of zijden duimsokken der Jappies is gescheiden van de 4 overige teenen schuift zich hier omheen en geeft het sandaaltje zijn stevigheid. Gemoderniseerd worden de geta's niet, behoudens dat men ze van een afgerond brocaatzijden neusje voorziet of voor huise lijk gebruik machinaal vervaardigde geta's met dunne rubberzolen aanschaft. De Japansche vrouw moge ons een aardig kleurenbeeld aanbieden, haar gang is er door de onhandige obi en plankjesschoenen niet bepaald sierlijker op geworden. Op de scholen, waar gemakkelijke kleeding een eerste vereischte is, valt dan ook een afwijking te constateeren in de richting v#n de Europeesche kleederdracht. De kinderen en jonge meisjes dragen hier een zwartgrijze kimono met witte sterretjes. De obi is afgeschaft, doch over het onderste gedeelte der kimono is een hakaba", een Europeesche rok, aangetrokken, bijna uit sluitend diep roodbruin van kleur. Daarbij komt dan de moderne haardracht. In Kioto zag ik eenige middelbare meisjesscholen uit gaan en hoewel eentonig, was het toch een lief tafereeltje, die interessante kleurencombi natie van zilverwitte sterretjes", grijs en roodbruin! De decoratieve, kleurige Japansche vrouwenkleeding, vereischt |een uitgebreide en vaardige kunstnijverheid. De meest gebruikte procedé's ter verkrijging van de decors zijn : 1: het inweven van eenvoudige figuren en bloemen in de zijde; 2: het brocaat weven, 3.- het borduren, 4: tritik-werk (ik gebruik hier een Maleisch woord) 5: schilderwerk uit de hand op zijde, 6: hetzelfde met stencils of schablonen en 7; kleurige katoenweefsels van Osaka. Bij het brocaatweven wordt een draad van bladgoud of een met bladgoud omwonden zijden draad met het zijden weefsel dooreen geweven tot de schitterendste bloemen of andere dessins. De graad van volkomenheid, die het in Kioto heeft bereikt, wordt ge llusstreerd door het feit, dat een Amerikaan eens een stuk kostbare, uit de hand geweven brocaatzijde in Lyon wilde laten reproduceeren. Hij stond den Franschen wever toe een gedeelte van het weefsel te ontrafelen om den loop der draden na te gaan. Niet alleen bleek de Franschman onmachtig het brocaat na te weven, doch hij was zelfs niet De beschilderde kimono, de obi en het zijden kraa'gje van deze maiko" of jonge geisha komen hier goed te zien IIMtllllllllMIIIIIMItimil lltllllllllllllllllllllllilllllllll Illltttll milllllllM Hit III imimiiiiiiMHiiiii IN DEN SCHEMER Hit is goed, om avondbloemen in den tuin te hebben. Bij mij groeien er een stuk of zes : de echte Jasmijn, de Teunisbloem, Zeep kruid, Kamperfoelie, Silene en Phlox. De echte Jasmijn raakt nu al uitgebloeid en mag niet verward worden met de boerenjasmijn, de welbekende heester die in Mei bloeit met trossen van. sterk geurende nog a! groote vierkante witte bloemen. De echte Jasmijn is een klimplant met lange, buigzame, groene twijgen met fijn verdeelde donkere bladeren en met ijle trusjes van nog al spichtige maar zeer mooie witte bloemen met nog al lange kroonbuis. Ze geuren 's avonds overheerlijk; de zelfde soort van geur als anjer en kamper foelie. Met avondbloemen bedoel ik de bloemen die 's avonds open gaan en die in den avond ook op andere wijze actief zijn. Het zijn ook echte bloemen van den zomer. De bloemen vari het voorjaar zijn ochtendbloemen of middagbloemen. Ze doen het niet onder de tien graden Celsius en gaan dan ook legen den avond dicht, behalve snmiwroem en primnh'. Maar het ir.net Mei worden e'T er 's avonds wat voor de bloemen te doei\ valt en in den zomer hebben zij het 't best. De kamper foelie is wel de eerste, die van eenig belang is. Die heeft nu al haar eersten bloei voltooid, haar vruchten gerijpt en is aan haar tweeden bloei begonnen, voor zoover de droogte geen spaak in 't wiel gestoken heeft. Haast al die avondbloemen zijn wit of rose. De gele Teunisbloem maakt een uit zondering. Maar 't is een bijzonder soort van geel, dat in de avond-schemering veel beter zichtbaar is dan het geel van zonne bloem of van Helenium en Gaillardea. Toch lijkt het wel, dat de vlinders er niet bijzonder veel acht op slaan en dat ze ook haar weeën geur niet waardeeren. Daarentegen hebben Kamperfoelie, Zeepkruid en Phlox een bij zondere bekoring. Wij mogen wel even den lof zingen van Phlox, de vlambloem. Deze zeer ouderwetsche sierplant heeft opnieuw haar triomfantelijken intocht gedaan in onze tuinen. Een tijd lang heeft ze zich als herfstsering" moeten vergenoegen met het plaatsje der middelmatigheid, nadat zij eerst grooten opgang had gemaakt, toen ze uit de Nieuwe naar de Oude Wereld werd overgebracht. Onze gewone Phlox, de Phlox decussata, die eigenlijk Phlox paniculata heet, groeit Het Pistooltje en het Zeepkruid I in hèt wild vooral in de Vereenigde Staten en ook nog in Canada. Zuidelijk komt deze plant nog in Florida voor, zoodat wij hier alweer te doen hebben met een wereldbur ger, een die zich thuis gevoelt in zeer uiteenloopende klimaten en zeer verschillende omstandigheden, (leen wonder dan ook, dat zij een waren ruggesteun vormt voor eiken border. Glansrijk heeft zij de beproevingen dei laatste maanden doorstaan en maakt thans een frissche vertooning te midden van haar gehavende lotgenoten. En wat een aardige bloemen. Ze zijn van het anjer-type, net als Zeepkruid : een lange bloembuis en een breeden zoom. Bij de anjers bestaat de blocmkroon uit losse blaadjes, maar de Phlox heeft ze aan n stuk vergroeid en ziet er daardoor steviger en netter uit. Ook bloeit elke bloem een weck lang of zelfs langer; dat geeft iets lente-achtigs.Wie er van houdt, om zoo'n bloem ook in détail te bezien, zal vinden, dat er vijf meeldradcn zijn, die op verschillende hoogte zijn ingeplant, wat er nog al vreemd uitziet. Onderin is de kroon buis dicht behaard, daardoor wordt de honig beschermd, die afgezonderd wordt door een ringvormigen honigklier rondom het vrucht beginsel. Toch wel aardig, om dat even ge zien te hebben. 's Avonds gaan de Phloxen open, maar niet zoo snel als de Kamperfoelie, Teunisbloem of Zeepkruid, die dat klaarspelen in n minuut of hoogstens in n kwartier. Haast al die avondbloemen hebben een vasten tijd van open gaan en ik heb wel opgemerkt dat som mige insecten n l tegen dien tijd kwamen opdagen,., nog eer de bloemen open waien of geur verspreidden. In den regel echter komen de insecten pas later, nadat de bloem zich al goed en wel geopend heeft. Ook zijn er altijd nog bloemen vau den vorigen dag open en zelfs van dagen her, maar uok die geuren eiken avond wet r upuieuw. Zenden van een cadeau en .de nauwgezette Japansche etiquette schrijft yqor verschil lende geschenken speciale fukusa's voor, naar gelang van den stand van gever of ontvanger en van de gelegenheid, waarbij men het cadeau aanbiedt. Deze kostbare doeken worden ]dan met even groote hoffelijkheid terug aange boden,- W. F.- K u H L M E i j E R Jade" of jadeït u geen steen in den ge wonen zin van het woord, daar er ook arm-banden van. worden gemaakt, 'Het wordt ge vonden in Birrrja en in het Kuen-Lun gebergte en is in China en Japan uitermate geliefd, terwijl het. geloofd wordt een talisman tegen ischias te zijn. De kleur is diep zeegroen met lichtere |schakeeringen en ze is beslist mooier dan de blauwgroene turkois, waar ze eenigs zins op lijkt. In Amerika wordt ze tegen woordig nogal gedragen, omdat de diamant in onzen tijd vanO-W-ers daar zó'n gemeen goed is geworden, dat men wel naar iets buitengemeens moest gaan omzien. Men toonde mij in een curio-shop" in Canton een paar zeer fraaie en dikke jade-armbanden, die 2000 dollar kostten. Voor de gewone jade-armban den was de prijs gemiddeld 150 dollar het paar. Japansche meisjes met geta's, houten sandaaltjes aan de voeten eens in staat de ontrafelde draden in den oorspronkelijken vorm te herstellen! Obi's van brocaat ziet men veel in Japan. Eén, met goudbruine maple"-bladeren op een zilvergrijs veld, trof mij bijzonder. In het eerste prodécé,het gewone weefwerk, treft men o.a. obi's aan van de soepelste zijde, doch dik en taai als leer. De patronen zijn echter een voudiger en geven vaak strepen en blokken, in geel op zwart b.v. Het borduren van leeuwen, tijgers, bloemen, landschappen, enz. is in dit land van topsyturvy-dom" het werk van jongens en mannen, niet van vrouwen ! Zij leggen evenwel een kunstvaardigheid aan den dag, zótreffend, doch tevens zóalgemeen, dat Europeesche toeschouwers, verbijsterd over de resultaten, van virtuositeit, niet van artisticiteit, durfden te spreken. Bij het onder no. 4 genoemde procédéwor den gedeelten van de stof, hier voornamelijk katoen, zóafgebonden, dat ze bij het verven niet gekleurd worden. Men krijgt zoo eenvou dige witte sterretjes op zwarte kimono's, witte rozen of lichtgroene bladeren op rose obi's, enz. No. 5 en 6 spreken voor zichzelf, daar deze bewerkingen in Holland welbe kend zijn. Men heeft ook groote schablonen, met behulp waarvan de kimono's der mannen (voornamelijk koelies) op den rug van een groote Chineesche letter worden voorzien. Osaka vult tegenwoordig den zoo sterk uitkomenden decoratieven drang van het Ja pansche volk heel aardig aan door zijn schit terende katoentjes naar batikpatronen en met Egyptische dieren-, bloemen-, gras-, schelpjes- en dergelijke motieven, waarvan er vele ook nog een groot afzetgebied vinden in Indië, vooral in de Soendalanden. Wel eigenaardig is het, dat onze Oost-Indische Compagnie in de 17de en 18de eeuw de eerste bedrukte katoentjes in Japan invoerde en dat dit prodécéen de rangschikkinggereedelijk door de Japanners werden overgenomen, zij het ook met Orientalische motieven. De Japansche vrouw wenscht meestal de kleur en teekening van haar kleeren zelf te kiezen en koopt daarom de zijde of het katoen ongeverfd, of krijgt ze zoo ten geschenke. Zij gaat er daarna mee naar een der talrijke ververs en kiest nu haar kleuren en patronen uit, die, desnoods met het familiewapen er bij, als schilder- of stencilwerk op het goed worden aangebracht. Zoo krijgt men de schitterende, geverfde chrysanten, dieren of landschappen, die soms door een dunne, geborduurde zoom aangedikt?het gewaad verluchten. Tot het costuum der vrouwen van Nippon behoort nog een réticule met spiegeltje, borsteltje en dergelijke toiletzaken, waar ik menige nesan" (= juffrouw) tersluiks zoo even in zag kijken of de haardos nog in orde was, 'nadat zij in den trein den inhoud der beide spanen doozen met rijst en toespijzen, die men aan alle stations kan krijgen, veror berd had. Zeer typisch is ook de fukusa", een zijden of mousselinen doek om iets in te wikkelen. Ze is dikwijls zeer artistiek en een winke lend vrouwtje weet er al haar kleine koopjes in de meest elegante plooien in weg te stoppen. Fukusa's dienen ook als toeslagdoek bij het iiiiHiiiiiiiiiiim iiiimiiiitiiiiiiiiiiiiiiimiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Uit het Bernerland Het is een bijzonder groot genoegen, de avond vlinders op de bloemen te zien. Je ziet ze maar zelden aankomen en dan zijn ze opeens vlak bij en bezig. In het halfdonker moet je ze maar onderscheiden aan de grootte en aan de bewegingen. Haast geeneen zet zich op de bloemen neer. Ze zweven met onge looflijk snel trillende vleugels. Enkele honden zich niet langer dan n seconde bij een bloem op en 't is niet te begrijpen, hoe ze in zoo'ti korten tijd honig kunnen ophalen. Andere toeven wat langer zooals het pistooltje op het Zeepkruid. De ho/ig ligt bij het Zeepkruid juist even buiten bereik van het pistooltje zijn tong, maar nu wurmt het /lindertje zich al trillend met de vleugels wat dieper in de kroonbuis, zoo zelfs dat de kelk kan scheuren. Is die kelk eenmaal gescheurd, dan kan de vlinder van opzij bij den honig komen en daar werkt hij haast even vlug als de sphinxen. Bij de Phlox gaat het ook al zwe dend en wanneer zoo een dozijn pistooltjes boven de bloemen trillen en ritselen, grijs en Het Pistooltje en het Zeepkruid II Uit Wilderswil schreef de redactrice van deze rubriek in het vorige nummer haar kleine ode in proza op de Jungfrau. Hoe weinig bezoekers van het Berner Oberland kennen van dit alleraardigste chaletdorp aan de Zuidoostelijke uitloopers van de Riigen meer dan den naam, als de eerste halte bij het sporen van Interlaken naar Lauterbrunnen of Grindelwald. Door deze keuze van haar zomerverblijf toont de leidster van deze rubriek ook in dit opzicht een fijnen smaak ;wie 's zomers echt naar buiten wil gaan zoekt toch immers zooveel mogelijk landschapsschoon en zoo weinig mogelijk kunst matigs. Hoe' is dan Interlaken nog voor zoovelen het uitgangspunt voor tochten in het Berner Oberland, terwijl deze sierlijke hotel guirlande aan den voet van den Harder toch een echt mondain brandpunt is. Geheel uit den toom vallen- er dan ook al die slappe loden pelerines, al die harde spijkerschoenen en verreisde petten en hoeden bij den eleganten aanleg van het Kurpark en waar ieder logeergast van Interlaken dagelijks den kleinen kurtax moet betalen, wandelt er ook zelfs de meest rustieke gast minstens een paar maal langs de keurig aangelegde perken, al voelt een echte bergtoerist er zich ook als een visch op het droge. Maar veel te weinigen van hen weten er op nog geen tien minuten afstands van de Kursaal aan de Noordzijde van diezelfde Rügen een soort Zwitsersch Laren te liggen, in het dorp Matten, dorpsch gebleven ondanks het steeds nader groeien van het steedsche Interlaken. Matten is nog een onvervalscht weide- en ooftdorp. De huisknecht van ons hotel stond onder de appelboomen te hooien toen we aankwamen en het klassieke groene schort van zijn ambtsgewaad greep hij van een hooischelf af toen hij met een sprong over het weidehek nog juist op tijd kwam om onze koffers af te laden. Schilderachtig onregelmatig staan in Mat ten de oud-Bernsche huisjes, waaronder de mooisten van den streek, te midden van de grasveldjes, vór het hooien nog met een tweede teerwit vlak van fijne schermbloemen boven 't groene vlak uit. Elk huisje heeft er zijn weitje met ooftboomen en de door kijkjes, die daardoor ontstaan, doen juist zoo sterk aan oud-Laren denken. Bijzonder schilderachtig moet hier de lentetijd zijn, als de wit en rose bloesembouquetten om al die kantige bruine huisjes staan, terwijl het overvloedige bronwater klaterzingt in de steenen bassins er naast. In zomertijd wordt bij vallenden avond zoo'n dorpje haast onwezenlijk mooi, vooral als de verweerde oudjes komen zitten aan hun zijdeuren of op hun met ramblers overgroeide galerijtjes en de rustelooze kindersmet hun typisch Zwitsersche ronde gezichtjes en gevoelige oogen er hun simpele spelletjes doen. Op een kwartier afstands ligt dit onge kunsteld mooie dorpje (met een chalethotel midden in, twee groote hotels aan den rand) van het wat knnstmatig riante Interlaken, met zijn mooi onderhouden breede Höheweg, zijn groot vierkant grasveld voor de breede hotelfac.aden en zijn groote winkels. Ja, tot de Jungfrau is men nader, niet alleen wat afstand en uitzicht betreft, in Wilderswil en Matten dan in Interlaken. Schiller zong: besser, Kind, die Gletscherberge lm Rücken haben als die bösen Menschen." J. M. STERCK?P ROOT 1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII ongrijpbaar, dan is het alsof de schemering zelf een gazen sluier over de bloemen weeft. Het pistooltje is nog meer een wereldbur ger dan de Phlox, want hét komt zoowel voor in Azië en Europa en Noord-Afrika als in Noord-Amerika. Zijn rupsen eten van alle planten en hun aantal is dikwijls legio tot groot verdriet der tuinders. Soms ontstaat er overbevolking van pistoolties en dan gaan ze in groote troepen, soms bij millioenen, de wijde wereld in, dikwijls in het doorluchtig gezelschap van de trekvogels zelve. Ze trek ken ook zoowel in het voorjaar als in het na jaar, maar uit den aard der zaak kennen zi.i geen terugreis, daarvoor leven zij te kort. Het pistooltje heet ook wel gamma-uil, Plusia gamma, naar het figuurtje op den voorvleugel. De Engelschen lezen dat anders en noemen hem the silver ypsilon." Het woordje plusia (grieksch plousios) bcteekent rijk, welvarend en doelt er OD dat de \linders van dit geslacht gesierd lijken iret zilver en goud. Wij hebben er in ons land nog eenige soorten van, maar de Gamma is de meest gewone en behoort dan ook door. ieder gekend te worden. JAC. P. T H ij s s immiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimimi 111 iiiiiiiifiiiitniiiiiiiiiiiii ?Mll l l II Illlllllll Illllllllllllllllll iBEZOEKTl i DE KONINKLIJKE KWEEKERIJ l | MOERHEIM" I l - - TE DEDEMSVAART - - j | Te bezichtigen van Zaterdags na 12 uur | l 8-12 en 1J-5J uur | en Zondags gesloten |

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl