Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
20 Aug. '21. - No. 2304
CHARIVARIUM
TJIT IEÏEX
JE MAINTIENDRAÏ"
of
GOED-EN-BLOED
Het Regiment Oenietroepen te Utrecht zal
op Koninginnedag een zangspel uitvoeren, dat
bovengenoemden titel draagt. De naam van
den*schrijver is ons onbekend, maar het staat
bij ons vast, dat het een officier is. Men heeft
in dit stuk zóveel goed-en-bloed veit, en er
wordt dermate' in pal gestaan, dat men om
trent de positie van den schrijver geen
oogenblik in twijfel; kan veikeeren. De officier is de
ware palstaander. Pal staan is, naast goed-
nbloed veil hebben, zijn liefste bezigheid, soms
zelfs de eenige. De alternatieve titel is van ons.
Wij geven in overweging het stuk aldus te
herdoopen. Goed-en-bloed klinkt even vader
landslievend als Je maintiendrai", en deze
term heeft phonetisch onoverkomelijke be
zwaren voor personen uit de subalteme
militaire.kringen. Wat een dapper, maar eenvoudig
korporaal van Je maintiendrai" zal maken
we willen er niet aan denken. Goed-en-bloed
daarentegen vlijt gemakkelijk op de tong, en
is even populair. Wij zouden het op n lijn
willen stellen met pal, staan. Goed-en-bloed,
G. & B., behoort het stuk o. i; derhalve te
heeten. Het U. D. geeft een overzicht van den
inhoud, dat wij met vergunning van de redac
tie overnemen.
' Het is geen alledaagseh spel. Het U ernstig,
en diep gevoeld. Het ia met het hart
geschreven. Bovendien is het bist risch."
De, combinatie van deze eigenschappen
schijnt ons een voldoende waarborg voor suc
ces. Volgen wij thans het U. D. in zijn be
schrijving van den inhoud vari G. & B.
, In het eerste bedrijf (het stuk telt helaas
slechts twee bedrijven Char.) stelt het
tooneel een stadsgedeelte voor. Wij schrijven 1914.
Het volk is toegestroomd om de bulletins te
lezen. Zoo juut is het ultima urn van
Duitschland aan Rusland verschenen. Het baart onrust.
Het volk uit dien onrust in een zang, waarin
waarin het teven* zijn gefoelvan machteloos
heid doet uitkomen. Dat gevoel wordt de basis
van den gemeenschapszin. Men gaat begrijpen
dat men elkander ooodig zal hebben."
Het U. D. geeft den tekst van dezen zang
niet. Men mag veronderstellen, dat het
bekende Wij'zij'n gezwore'n kameraden, wij
zelle mekander nooit verlaten", hier ingelascht
is. ...
' Juist dan verschijnt p den achtergrond de
Nederlandsche Maagd. Geboord hebbend, wat er
in het volk omgaat, verheft zij zich fier "
Men moet dus aannemen, dat de N. M.
gedurende het lied van de Gezworen Kame
raden in nonchalant-bevallige houding op de
vloer gezeten heeft. Maar dan verheft zij zich
fier, en zingt het volk bemoedigend toe :
Dierbaar volk van Nederland,
God stond steeds aan onze zijde
Daar wij Zijnen naam belijden,
Sterke dat Uw hart en hand.
Vast uw oog op Hem gericht,
Nooit gezwicht.
Wacht met moed wat komen zal
S'ennt elkander en staat pal
Dierbaar volk van Nederlend,
Houdt vertrouwen in God's leiding,
. Hij schonk eens toch tot bevrijding
Ons 't Oranjehuis ten pand,
En 't zal zijn als elke keer
i Oranje weer;
(De Nederlandsche Maagd zwaait
onverwachts een oranjevlag uit.)
Dat ons redt uit aller nood,
Hou en trouw tot in den dood."
Het onverwachte uitzwaaien zou een over
weldigend effect hebben, als het U. D. 't niet
. verklapt had. Nu is de aardigheid er af. Het
is niet onverwacht meer. Dat wordt een mis
lukking. Het dierbaar volk van Nederland
zal er in 't geheel niet van schrikken, en dat
was toch de bedoeling. Als'de N. M., bij God's
leiding f 't Oranjehuis gekomen, zoowat in
haar japon staat te morrelen, weet het dierbare
volk van Nederland precies, dat er dadelijk
een Oranjevlag uit te voorschijn zal komen,
en de vaderlandslievende schok blijft
achteiwege. Wij zouden willen aanbevelen een nieuwe
verrassing te bedenken. Bijv. de N. M. grijpt
onverwacht in haar boezem, haalt er eenige
oranje-kleurige serpentines uit en slingert
die over het dierbare volk van Nederland
heen in 't publiek, goochelt onverwacht eenige
duiven met oranje geverfde veeren uit de
mouw, en laat die de zaal in fladderen, of
iets dergelijks.
,.Het volk herademt (dit schijnt ons niet ge
makkelijk te spelen Ch-ir.) schept moed (ook
dit niet Char.) en belooft (hoera! we zijn
er l Char.) pal te staan. Dan vraagt het volk
om mobilisatie. Nu vliegt de N. M. naar de
voorajde van het tooneel, en zingt "
niet, zooals menigeen zou verwachten : Zijn
ze mesjogge?" maar:
Komt dan! Komt dan! Neerlands mannen,
't Land bedreigt een groot gevaar,
Komt dan! Komt dan! haast U spoedig,
Al uw wapens heb ik klaar."
Men mag dit gedicht natuurlijk niet verge
lijken met de verzen van Vondel of Boutens'
maar voor iemand^wiens gewone werk zich
lllllllllllllllllllfllll
Illllll IIIIIIIIII1I
Minimum miiiiiimiiiitiiiiiiiiiiiiii
IIMIIIIIIIIIIIIIIII
.uitsluitend op het terrein van het pal staan
beweegt, is het een zeer geslaagd lied te noe
men.
,.Nu stijgt uit de ziel van het Nederlandsche
volk het Wilhelmus op, dat ons uit de verte
tegenkllnkt."
De regisseur zal dus de ziel ergens achter
het tooneel plaatsen, in den gang of in .een
kleedkame.. Zoo ontzeilt hij ook de moeilijk
heid een eenigszins aannemelijke ziel te
vertoonen.
Inmiddels wordt aan de achter/ijde van het
tooneel een wapenkamer zichtbaar. De Neder
landsche Maagd deelt geweren uit."
Zij zal deze waarschijnlijk gracelijk den in
't lid geschaarden soldaten toewerpen. Dit
wordt, mits behoorlijk ingestudeerd, een zee;1
sierlijk tooneeltje.
Het volk geeft versnaperingen."
Kwatta, sigaretten, borrels, pruimtabak,
in n woord alles wat maar kan dienen als
vergoeding voor het veile G. <& B.
De weermacht uit hare beloften in een ?.nng:
Wij zullen Holland houen,
De vijand is verkouen."
De tweede regel is van ons.
De Nederlandsche Maagd i»gelukkig.
Gelukkig, tevreden '?
Ben ik nu, o Heere,
? 'k Word krachtig en machtig
Gelijk weleer,
De leeuw ontwaakt, verheft zich tot mijn eere,
Aan grensen kust houdt hij de wacht dra weer."
Als zij nauwelijks haar lied geëindigi heeft,
ziet zij, tot hare ontroering, aan de kimme weer
het Nederlandsche volk naderen. Het komt naar
aanleiding .van de gemeenschappeiyke zitting
van de beide kamers der Staten-Generaal, waarin
besloten werd alles wat het vaderland zou noodig
hebben ter beschikking.te stellen van het va
derland. Het volk komt nu liefdevol zijn goed
en bloed aan het vaderland geven."
Hoe dit voorgesteld zal worden, is ons een
raadsel. Het goed zou desnoods door een
pantalon en een roggebroodje of zoo gesym
boliseerd kunnen worden, maar wat te maken
van het bloed? Wij gelooven, dat wij ten einde
raad onze toevlucht zouden nemen tot een
kogelfleschje frambozenlimonade.
Het zendt nu, om reeds uit de verte zijne
bedoeling kenbaar te maken, als symbool dezer
grootsche wijding 11 meisjes voor zich uit, als
bruidjes gesluierd. Zij stellen de provinciün
voor.'
Dit verklaart het getal 11. Anders zouden
wij, in deze omstandigheden dat getal afge
raden hebben.
De muziek valt in met het BrautUed aus
Wagner's Lohengrin."
Deze melodie lijkt ons niet gelukkig gekozen.
Op een oogenblik dat alle bruiloften voor
onbepaalden tijd uitgesteld moeten worden,
behoort men de vele geé'ngageerden, die zich
ongetwijfeld onder de weermacht zullen be
vinden, niet te hinderen met een afgezaagden
trouwdeun.
De meisjes komen van achte. uit ile zaal
op, zingende:
|t Land dreigt gevaar, 't land dreigt govaar.
't Geroep der klokken verkondigt die mu;'ir,
llevig ontroert bet ons gemoed,
't Vrangt ons te geven ons goed en ons bloed.
't Stelt ons geen keuze, ,t gunt ons geen rust,
't Wekt in ons liefde, 't maakt plicht tut lust.
Ons Nederland zijn noodjied zingt, i , .
Nu God's stem in 't luiden klinkt, l
Zoo naderen /.ij het altaar des vaderlands en
scharen zich om de Nederlandsche Maagd.'
Het altaar ies vaderlands is nog wel voor
te stellen, Een gestyleerd fornuis, gedeeltelijk
EXPOSITION PAUL SERUSIER J
J. H. DE BOIS, Kruisweg 68, Haarlem J
Juli en Augustus (
gecamoufleerd met vlaggendoek kan hier
goede diensten bewijzen.
De weermacht, onder den indruk van de
liefdevolle wijding.van het volk, wil niet ach
terblijven en mengt zich in den zaog der pro
vinciën op dezelfde melodie."
Zeer juist gezien. Wanneer in een samenzang
ieder maar het recht had een melodie te gaan
zingen., die hem zoo toevallig te binnen schoot,
zouae men, wat men wellicht aan natuurlijk
heid won, stellig verliezen aan
klankschoonheid. Het muzikale deel van G. & B. mag niet
ontaarden in de voordracht van een jazz
band.
.,Hierna zijn volk en weermacht n, en bid
den knielend:
Bescherm, o God, bewaak den grond, enz."
In het tweede bediijf is het oorlog.
Op het tooneel ziet men aan de eene zijde
een post van de grenswacht en aan de andere
zijde een post van de kustwacht."
wat de geringe afmetingen van ons Vader
land op gelukkige wijze symboliseert. Beide
posten, wij behoeven het nauwelijks te zeggen,
staan pal.
De taaie gelatenheid staat op het gezicht te
lezen."
Het is hier, dat de grimeur goed werk kan
leveren. Een enkele welaangebrachte lijn
langs neus en kin doet wonderen in de richting
van de taaie gelatenheid.
Dan komt de Nederlandsche Maagd en zingt
Je maintedrai."
Wil dit couplet populair worden, dan zal
ook dit G. & B. moeten worden. Stel, dat het
lied zoo begint: Je maintiendrai, hoezee !
hoezee !", dan zal de N. M. geen bezwaar
hebben daarvoor te zingen : Je goed en bloed !
Hoe moed ! hou moed l" of zoo iets.
Nu klinkt de engelenzang Vrede-op-aarde
De vredesengel verschijnt achter op 't tooneel
en zingt Eere-zij-God. Zij weet nog niet op
welk punt van de aarde zij gekomen is."
Eenigszins voorbarig schijnt het ons een
Hollandsen lied aan te heffen, voordat men
weet waar men is. 't Had evengoed ergens in
China kunnen zijn, want de engel komt van
een heele hoogte. Daar zou men die woorden
misschien als aansporing tot muiterij mis
verstaan, en de zangeies wegens opruiïng
anesteeren. Trouwens de schrijver oient het
wel eenigszins aannemelijk te maken dat de
engel zoo maar ergens op de bonnefooi neer
gestreken is. Zij zou b.v. aanstonds kunnen
zingen dat er iets aan een vleugel onklaar
geraakt is, zoodat men dit als een soort van
noodlanding had te beschouwen. Enfin, zij
ziet gelukkig spoedig de N. M., i-n, niet on
kundig van de vlaggenstelsels dei voornaamste
landen van Europa, is zij dadelijk georiënteerd.
Thans zingt zij :
,,Ruud-\vit blauw, o schoune kleuren,
'k Groet u voor ik verder
ga.'
En in een tweede couplet, in een opwelling
van wat hartelijker familiariteit :
,.K,MHl-wit.-lil:iuw. o schnone kleuren.
\ Kus u voor ik verder <i:\."
Dit lijkt ons de juiste volgorde. Eerst kussen,
en dan verdei gaan ; niet andeisom.
Nu absenteert zij zich weet eenige
oogenblikken en komt dan te voorschijn met een
lanweikrans. Zij zingt:
.,Uaar is -H land weer van Oranje,
'k zie het aan de lieve kleur,
2k Zie het aan de fiere houding.
'( Handhaaft nog altijd wat gebeur'
'k heb het lief, ik min het teer, (bis)
't Is mijn vreugd, mijn trots, mijn eer. (bis)
'k Ureng het land dan ook decz' lanw'ren.
'k Hecht ze aan d'Oranjeband
Waarmee 't als een heilig sieraad
Is getooid door Gode's hand.
Hij schenkt nu aan Volk en Troon,
Deze, deze lauw'renkroon.
/^ hecht de krans aan de vlag en knielt
birfdend neer.
He Nederlandsche Maag,l, diep ontroerd, dankt
God en Oranje in het 2e couplet van het
tidW'ilhelmus.
Hiertegen hebben wij ernstig bezwaar.
Niet dat wij het 2de couplet van het
OudWilhelmus in zichzelf ongeschikt achten. Het
is een goed vers, en past om zoo te zeggen
voor alle gelegenheden. Maar weinig eerbiedig
achten wij dit zoo samen in eene moeite
door nemen van God en Oranje. Wij zouden
ieder een eigen couplet gunnen, en ons dunkt,
de schrijver, die getoond heeft een losse pen
van rijmen te hebben, zal wel in staat zijn
ook hier nog iets degelijks te leveren, bv. in
dezen geest:
A. Op Oranje.
Or nje stond ons steeds ter zijde,
Le'rt dat met duidelijk de historie? Ja.
Welnu, zingt dm ' erheugd en blijde:
Lang zal die leven in de gloria!
Ji. O]> Uod.
O, goede God, ^ij danken U
In Vuderlandsrhe klanken nu.
Gij giaft ons kracht naar kruis,
ttri we gaan nog niet naar huis.
Het spel spreekt zoo sterk voor zich zelf, dat
wij er niets aan behoeven toe te voegen. Het
publiek zal schoone ougenblikken dnurleven. On
Jiegimentseommissie is dan ook bijzonder ge
lukkig in de keuze van haar programma ge
weest. Wij wenschen haar van har! e toe. dat
uok een groot deel van de rtrechtsche burgerij
er van genieten /.al."
Charivarius komt ook kijken.
aiiini minimin litiim i imir IHIIMIIIIIIIIIII
NATIONALE HUMORISTISCHE
POËZIE
GOEDKOOP WOHEH
gem. HEEMSTEDE, buiten to innuitkplannM.
Bouwt op Leeuw en Hooft" b/d Haarlem
merhout gemeente HeemstedeLage belasting,
billijke prijzen. Watersport; uitstekend onder
wijs; Centrum van 't land, onder den rook
van Amsterdam. Vraagt gelll. brochure, die
gratis wordt toegezonden.
Bouwtorrahim LEEUW t HOOFT",
Halte Blauwt Brug. Telefoon 6039.
In de Nieuwe Rotterdamsche Courant
lezen we onder de rubriek Engeland, de
volgende inleiding tot een rijmpje, dat het
blad uit de Daily Chronicle overneemt.
Sadert de dagen van den Schoolmeester
en Piet Paaltjes schijnen de Nederlandsche
dichters het schrijven van humoristische
poëzie over het algemeen beneden hun
waardigheid gevonden te hebben. In
Engeland is dit niet het geval. Daar
heeft men nog altijd den slag bewaard
(en de waardeering daarvoor) een versje
te schrijven, dat wel geenszins als ernstige
poëzie bedoeld is, maar waarin men toch
altijd, zoo niet de kunst, dan toch de
kunstvaardigheid moet bewonderen".
Nu heb ik inderdaad in dit eerwaardig
blad nooit een oorspronkelijke regel humo
ristische Hollandsche poëzie aangetroffen,
maar ik heb gemeend dit te moeten wijten
aan een zekere persoonlijke deftigheid van
het blad zelf.
Dat men er echter nog nooit gehoord
heeft van Charivarius, Speenhof, Kloppers,
David Tomkins, Mr. W.' Kamp, Manna de
iiiiiiiiiiiiiiitiiimiiiiinilii
iiiiiiiiitiiiiimiiiii
Wijs-Mouton, Dirk Witte, Jan van Riemsdijk,
den voor kort overleden A. B. Jr. en nog
vele anderen, die onder hun eigen naam of
onder pseudoniem versjes van niet
slechter allooi dan het uit Engeland gehaalde
kinderlijke en maar weinig geestige versje
hebben gemaakt, verbaast me meer dan ik
zeggen kan.
Een ding hoop ik echter, en dat is dat
het blad ten eeuwigen dage blind mag blijven
voor de Hollandsche humoristische dicht
kunst, want ik geloof, dat b.v. Charivarius
een heel onaangenamen dag zal beleven, als
hij, onder het hoofd Binnenland, naar aan
leiding van een Ruizenrijm, moest lezen,
dat bij nauwkeurig onderzoek aan de redactie
der N. R. C. geWeken was, dat ook in ons
land na Piet Paaltjes en den Schoolmeester
enkele sporen van het bestaan van Neder
landsche humoristische versjes waren ont
dekt (alsmede waardeering er voor) en dat
de redactie van oordeel is, dat het versje,
hetwelk mede het bestaan van nationale
humoristische poëzie bewijst, en dat zij zoo
vrij is aan te halen, geenszins als ernstige
kunst mag worden beschouwd, en waar
schijnlijk ook niet als zoodanig door den
heer Charivarius is bedoeld, maar onmisken
baar blijk geeft van een ernstig en lofwaardig
streven naar vaderlandsche berijmde humor,
en als zoodanig, zoowel metrisch en technisch,
als in humoristischen zin, volkomen ge
slaagd mag heeten.
A R i
N.B. Het versje in de Daily Chronicle
ging over de droogte.
IIIIIMIIIIIIMIIMIIHHIIflIllllmlIllttlllllllllllllllt
'?"?'- '-??'/
'j ? i'".
Vierkanten-Puzzle
9 vierkanten worden gevormd door de
norizoi ale en vertikale figuren. In het midden
worden nog 4 vierkanten extra gevormd door
de cijfers &?3-8?13; 7?4?9?14; 12?7
14?17; 13?8-15?18. In totaal dus 13
vierkanten.
Deze puzzie bleek zeer moeiiijk. Er kwamen
in totaal slechts vier oplossingen in, waarvan
drie foutief.
De Heer W. H. de B. te Beverwijk zond
eene goede oplossing en is dus prijswinnaar
van het boekwerk.
N.euwe Boeken
Bij de uitgevers-vennootschap ,.Futura"
te Leiden verscheen in de serie Heiligen en
hun Tijd: De H. Franciscus van Assisie,
door J. B. van D ij k.
Bij J. B. Wolters te Groningen?den Haag
verschenen: C. L. Brouwer und G. Ras,
Das Wunderhorn, Erzahlungen, Geschichten
und Gedichte fiirs dritte Jahr, illustriert von
L. O. Wenckebach.
L. L e o p o l d, Leesboek voor de
Volksscliool, opnieuw uitgegeven door ). B. Ubink
geillustr. door J. B. M i d d eV i g h-B o
khorst, J. H. I s i n g s J r. en L. O.
Wencke'bach. !ïe Deeltje, Klaprozen,
voor het 4e leerjaar; 6e deeltje, Herfstloover,
vór het 4e leerjaar; 10e deeltje, Bonte
steenen, voor het 6e leerjaar.
iimiu l i HUI
Sydney Bulletin
Op de hondententoonstelling
(Passing JShow)
(L'/ndon Op in ion)
(I'unch)
Daar was een tijd, Johan, dat je
me zacht de kin-placht te strijken..."
Ja, maar toen had je er maar n."
De auto-vlegel: Dit beroerde cbrp is gewoon:
verpest van de wandelaars!"
Zeer h ij z i e n d e oude dame (den harigen eigenaar
van een Brusselschen griffon beschouwende) : Nee maar, kijk
/e me nou dat arme dier 's toegetakeld hebben ! 't Wordt
.toch tijd, dat /e die hondendressunr verbieden."
Hoor's Kee, 't is 'n schande zooals
mijn ramen er uit zien. Je hebt de bui
tenkant niet aangeraakt!"
Inspres niet gedaan, meheer. Ik doch
zoo bij me eige: van binnen maak ik ze
schoon, dan ken meheer uitkijke, en van
buiten laan ik ze vuil, dan kenne de
overbure niet inkijke."