De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 20 augustus pagina 11

20 augustus 1921 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

20 Aug. '21. No. 2304 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND U BEZUINIGING Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakenslek ZOMERGENOEGENS III. Tetkening voor de Amsterdammer" van B. van Vlijmen AMSTERDAMSCHE ERGERNISSEN (Naar wij vernemen, heeft een commissie, bestaande uit den Minister van Financiën, jbr. mr. De Geer, den secretaris generaal in Algemeenen Dienst, nuf Kan, en den the saurier-generaal bij het Departement van Financiën, mr. Trip, dezer dagen een confe rentie gehouden met vertegenwoordigers van alle Departementen, om tot een zeer in grijpende bezuiniging op de Staatsbegrootiug te geraken, desnoods door wettelijke voorzieningen. Dagbladbericht.) Minister de Geer tot de Nederl. Maagd: Denk er om: dunne sneedjes en geen koek !" iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiftiMiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiii een net bovenhuis, krijgt (laat ons hopen) nette kindei en en gaatnetjes dood. Anovelin a nutshell. Maar een novel die altijd hetzelfde is voor duizenden en tienduizenden. En een nutshell die den inhoud altijd even eng om spant. * * * Hst verleden had vele vpordeelen op het heden. Ik weet wel, we, zijn altijd geneigd het verleden te idealiseeren, rti^tdat neemt niet weg dat het verleden tastbare vooideelen bood, die we nu moeten .mrlseni. In de eerste plaats kott:jJe verbeelding, ik wiLniet zeggea : een wijder vlucht nqmen, tór wel: meer getoetst worden aan de reafftejt. De zwieriger mannenkleedij paste goed B!f die niverseelmenschelijke eigenschap: ijdelheid; het beperkte verkeer gaf de veïbeeiding vrij spel als 't er om ging te fantaseer^ri wat daarginder lag; oie in Groningen vernamen n geloofden de zonderlingste verhalen over die in Rotter dam, en juist de gebrekkige verkeersmiddelen maakten de wereld groot en tot een wonder lijk doolhof vol onvermoede schoonheid. De menschen leefden, 't zij in ommuurde steden, 't zij ten plattenlande, altijd in giooter gevaar BIOSCOPEN VAN BINNEN EN VAN BUITEN ! Honderden Amsterdammers zijn geneigd .zich te ergeren aan bioscopen, maar tiendui zenden draven er naai toe, en dat bewijst dat ?de honderden ongelijk hebben zich te ergeren. Dat de Vox pópuli de Vox Deïis, kan men -beschouwen als een afgezaagd praatje, maar rgelijk in zoovele afgezaagde oraatjes, ligt ook .in dit een kern vgjuwaatheid. pe JEOSCOQP is vooi millioenen op-deze aarde een uit den hemel gezonden troost, een veirukkelijk ge schenk, een zegen. Dat ei tegenover die mil.lioenen duizenden staan die diezelfde bioscoop .beschouwen als een plaag, tot ons gezonden iUit de hel, heeft er niets mee te maken zooJang de verhouding millioen tot duizend, d.i. 1000 tot l is. Waarom nu veivult de Cinema de rol van ?iroosteres ? Omdat het leven voor zooveel menschen vervelend is, saai en zonder emotie. 'Omdat de romantiek weg is, het avontuur .moeilijk meer te vinden. tMiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiimiiiMiiiiriiiiiiiiiiiimiiMiiMiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiji FONGERS-Rijwieleii De PONGERS voldoet in elk opzicht aan de hoogste eisenen, welke aan een goed rijwiel mogen worden gesteld. De PONQERS biedt een langen gebruiksduur, vraagt 'weinig voor onderhoud en is daarom een economisch rijwiel. OifironingarlijwiiiMifiiiriiki,FONIiEIS WAAR BLIJVEN DE FOOIEN....? Deze vraag is actueel geworden door de kelners-staking. Wij hebben met schrik bemerkt tot welk ?een excessen onze royaliteit van tien cent fooi bij een kleintje koffie van een kwartje cgeleid heeft. Er is, zooals men dat noemt, een sluier ^weggetrokken" van voor de bronnen der inkomsten der kelners. Het ^leek dat er waren die tweehonderd :gulden per week aan fooien oogstten, twee honderd gulden aan dubbeltjes, betaald door rampzalige ambtenaren op drieduizend per jaar, die des avonds hunne zorgen trachten "te vergeten bij een strijkje en een glaasje bier. En huiverend vraagt men zich af: waar ?gaat dat naar toe ?" D.W.Z. niet met het fooienstelsei, maar met al dat geld Waar gaat dat heen ? Inderdaad, de vraag dringt zich op; waar gaat de achthonderd gulden 'smaands heen die een plotseling aan het licht getreden Ober uit een seizoenszaak" toucheert....? Want geen onzer vernam nog van Obers die kasteelen in Oostenrijk kochten of die Vermeer's aan het Nederlandsche volk ten geschenke aanboden. Nog is de klasse eener?Ober" en ,?10.000" niet geboren; nog neemt geen iitiiilliiniiiiii 'iiiMHiiiiiiiiiiniiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiii ? Het leven in de beschaafde landen is zeer veilig geworden, beweegt zich langs afge perkte banen. Men wordt geboren, men gaat naai school, men leert een vak, men werkt op een kantoor, men huwteen net meisje, bewoont kelner onze bestelling aan met een blinkende ster onder zijn rokslapel of wiens borst is getooid met de versierselen eener ridder orde die hem geschonken is uit waardeering voorden finantieelen steun dien hij eener vaderlandschen in? stelling niet heeft willen onthouden.... Daarom,nög eens, waar blijven de fooien ..? Ach, zeide men ons, het antwoord is zoo een voudig Het geld is namelijk nog steeds rond en als zoodanig als het ware op rollen aange wezen. De fooien rollen en zij worden omgezet, niet in kasteelen in Oos tenrijk of Vermeer's... maar heel gewoon in ... fooien. Er circuleert een vaste som als fooien geld, en dat is, aldus onze zegsman, op het oogenblik ruim drie-vierden van ons nationaal vermogen. De fooien komen telkens weer terug in de zakken van hen die de hoogste fooien geven, namelijk niet de opgemelde arme ambte naren, maar de champagne-drinkende hande laars-zonder-kantoor die de oorlog ons als vredes-zegen heeft achtergelaten. Als Ik Ober was in een ..seizoenzaak" en tachtig gulden in de drie dagen verdiende aan fooien, zou ik net hetzelfde doen denk ik. Ik zou geld leenen aan stamgasten, aan studenten met rijke pa's die ,,d'r in" zitten, en aan scharrelaars die een partijtje te koop" weten. Ik zou in beide gevallen trachten een winstje van 100 a 200 % te maken. En als ik dat maakte zou ik een eigen-nieuwe-chique-elegan te-moderne zaak oprichten die ik PALAIS DES NEOOCIANTS of zooiets zou noemen, en daarin zou ik al mijn geld weer verliezen, en dan weer Ober worden in een seizoenzaak" en achthonderd gulden.per maand verdienen en geld leenen aan studenten die ,,d'i in" zitten maar rijke pa's hebben en aan scharrelaars die zulke bijzonder goedkoope en voordeelige par tijtjes te koop weten En zoo zou ik wel weten te zorgen dat de fooien kwamen waar ze vandaan zijn gekomen Zooals ze nu trouwens ook wel zullen doen en altijd blijven doen.... en'dan weer ober worden ZONDERLINGE PORTRET-LIJST Zooals in den loop der jaren gebruikelijk" geworden is, worden de verjaarsfeesten der leden van ons Koninklijk Huis met een vuurwerk besloten. Burgerlijke personen Pootje-baaje"' .handelaars zonder~kantoor tracteeren veelal ter gelegenheid der herden king van hun geboortedag op taartjes, limonade, bonbons, kortom met het streelen der smaak-zintuigen van hen om redenen van bloedverwant- of aangehuwd-schap dan wel door vriendschap na-staande personen ; vorstelijke personen daarentegen zijn, vast houdend aan dit zeer menschelijk instituut, dat bij zulk eene gelegenheid een zintuig gestreeld moet worden, gebonden aan de feestelijke streeling van andere zintuigen, t.w. die van het gezicht en gehoor. Het is technisch onmogelijk gebleken (bij de ouderwetsche Amsterdamsche raadsver kiezingen), om een geheele bevolking op ververschingen te onthalen. Uit dit oogpunt beschouwd is het vuurwerk démassa-tractatie bij uitnemendheid. De collectieve Hè's en O 's manifesteeren voldoende de aangename schokken die n de gezichtszenuwen n die van het gehoor bij zulk een gelegenheid en masse onder vinden en die volstrekt niet behoeven achter te staan bij die welke een roomtaartje of een glaasje likeur op die der smaak teweeg kunnen brengen. Bovendien geeft de speciale entourage van een avondfeest nog gelegenheid tot supplementeering dier zintuigelijke ge nietingen, t.w. door de geur van paling- en haring-wagentjes en de aangename streeling van eene menschenmenigte tegen schouders en armen. Het is niet meer dan billijk dat de aldus in vervoering gebrachte menigte tenslotte herinnerd wordt aan het feit dat hun al die heerlijkheid verschaft heeft. Men heeft ook hier eene juiste oplossing gevonden door het portret van de(n) Jarige te vertoonen. Deze slot-decoratie, bestaande uit het portret van H.M. de Koningin-Moeder in wit diamantvuur, plotseling omringd door vuurttordt door 21.0OO artsen erkend ?)? het best* v«r»t»fklng»middel roor Zfnuwtn «n Lichaam.' IIIIIIMIIIIIIIIII iiinif iittiiiimtiuiiiiiiiiiiiiiitiiimiiiiimitiiiiiiiiiiiii dan tegenwoordig; zoowel de gemeente als^de enkeling moest mser voor zichzelf zorgen. En gelijk in de wildernis de zintuigen van het dier gescherpt worden door het gevaar waar tegen het steeds op zijn hoede moet zijn, zoo vormde het leeren van den wapenhandel een intrigeerend deel van het bestaan van den nuchtersten burger in de maatschappij van voorheen. De onzekerheid en het gevaar gaven, "en dit is wat ik wilde doen uitkomen, kleur aan het leven, en waren een voorbehoed middel tegen de verveling. * * * IgDe mensch verveelt zich thans gauw in de samenleving zooals hij die zelfheeftopgebouwd. De romantiek isuitzijn leven, het Avontuur is moeilijk meer te vinden in zijn omgeving van allen dag. Maar zijn atavisme doet hem zoeken naar surrogaten voor romantiek en avontuur. Daarom leest hij als jongen boeken met honderden pagina's vol romantiek van de avontuurlijke soort: Manyat, Cooper, Aimard, en ook Nick Carter, de Wilsons, Lord Lister; daarom leest hij als volwassene Curwood, London. Zane Grey, Dumas père. En daarom loopt hij naar de films. Want op de fims ziet hij avontuur, ziet hij voor zijn oogen een ander ieven dan het zijne. Hartstocht en weelde inplaats van sleur en meubeltjes-op-afbetaling, berglandschappen en revolverschoten inpteats van het Kalf je en eendiender-roepenj schoone toiletten en schoone vrouwen inplaats van goedkoope japonnetjes en simpele meisjes van n-, twee-, of drie hoog in een eentonig huis in een eentonige straat. De vergelijking is nog verder door te trek ken, de tegenstellingen tusschen realiteit en schijn, filmschijn, zijn taltijk en groot. En dat is het succes van de bioscoop, het con trast tusschen leven en fantasie, het sunogaat voor avontuur en romantiek. Ik geloof niet dat iemano het recht heeft het volk in dit bioscoop-genoegen te dwaisboomen, en wie zich ergeren wil aan veel Illll l Illlll l II»II IMMHtlllHIIIlm bundels, een nimbus vormende" had ook dit jaar- het grootste succes. De Haagsche pers beweert zelfs dat het portret welgelijkend" was, hoewel zulk eene bewering over een sissend en knappend samenstelsel van latten en ontplofbare stoffen natuurlijk voor rekening van ooggetuigen blijft. Het vervolg der technische beschrijving" van het portret vermeldt nog de volgende détails die ons, eerlijk gezegd, niet geschikt lijken om eene rustige beschouwing van het welgelijkend portret te bevorderen. Er was dan, bij wijze van lijs,": jasinin vuur geflankeerd door dubbele plantons mozaiekvuur, met draaiende zonnen in kleuren en voorts door contrabatterijen een menigte gekleurde staart- en magnesium projectielen over het geheel heen werpende, eindigende met een zwaar bombardement en sterren regens...." Men heeft hier zeer van genoten". Men" is de groote massa, waaronder intusschen niemand was die op zijn schrijf tafel, schoorsteenmantel, (of waar wij ook de welgelijkende beeltenissen van onze gelieven plegen neer te zetten) de behoefte gevoelt tot het ontketenen rondom die portretten van contrabatterijen", gekleurde staartprojectielen", zware bombardementen" of sentimenteele nonsense, veel laffe potsenmakerij, veel schund" en weinig idealen, ergert zich vermoedelijk tevergeefs. Maar er is een andere zaak waaraan men zich tot nog toe lang niet genoeg geërgerd heeft, en ciat is niet de bioscoop van binnen, maar de bioscoop van buiten. Bioscopen zooals die thans gebouwd worden, zijn de ergerlijkste bedervers van stedenschoon die men zich denken kat.. De filmindustrie is nog jong en de cinema's moeten, om rendabel te zijn, bij voorkeur in het stadscentrum liggen. Derhalve worden veelal een paar winkelhuizen in der haast verbouwd, er wordt een drukdoenerige gevel voor gefabriekt, met veel licht, veel kleuren en veel plakkaten wordt de aandacht van het publiek getrokken en.. fa y est. Maar het stadsbeeld wordt door dit opdringerig-fraais bedorven, en ook de niet aldus verbouwde, maar nieuw-opgetrokken cinema's verraden een gebrek aan goeden smaak zoo van bouwheer als van cinema exploitant. Het ergst moeten we dat in Am sterdam ondervinden in de Reguliersbreestraat waar het geweldig Kino-palast" des heeren Tuschinsky wordt gebouwd, en nu welhaast voltooid is. Wat zou deze kino-schouwburg, als hij door een kunstzinning architect ge bouwd ware, een sieraad voor dit stadsge deelte hebben kunnen zijn. En wat is hij nu een ergernis, een gruwel, een massief gevaarte van massieve smakeloosheid. Oh ! die twee pompeuze torens met het gemén-groene dak, waaroverheen het ver guld druipt als de kwade droes over een paardenneus. Twee geweldige vergulde T's, op iederen toren n, moeten vermoedelijk Theater Tuschinsky beduiden. En de ver gulde lawine die er van alle zijden afstroomt, symboliseert waarschijnlijk den gouden regen, die vloeien zal als deze geweldige bioscoop haar deuren opent. Maar och, wat doet het er toe wat dat groen en dat goud (fèl-groen en fél-goud hoe haalt iemand de combinatie in zijn hoofd !) beteekenen. Voor ons, Amsterdammers, is de hoofdzaak dat die torens met hun giftige koepels er staan voor eeuwen. Dat vele ge slachten zich zullen ergeren aan deze geweldige smakeloosheid, aan deze steenen Protz, aan dit jammerlijk bouwsel, dat we aan de hand van die twee gouden T's boven de hard-groenen leien den Treiter-Titan zullen doopen. A R o L 5 t ru..; ....al die heerlijkheid.... gekleurde draaiende zonnen", alles ter cere van de gedachtenis of na-gedachtenis van degenen die hen lief zijn. Dat ware hoogs! storend en ongemotiveerd. Het hart vraagt stilte wanneer het oog rust op een geliefd beeld.... MEI. s s ^ T o K E .de aangename streeling van een menschenmenigte.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl