Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO R N EDERL AND
TOEROENJEF, Asjü.
DOSTOJEFSKIJ, Be Eerlijke Dief.
DOSTOJEFSKIJ, Een Veelbewogen jeugd:,
(Amsterdam, van Hólkema & Warendorf)
Westersche nihilisten beginnen, wieer te
vragen : wat er toch voor bizonders is met die
Russische ziel", en de verrader aan zijn eigen
hart Kropotkin heeft openlijk durven vragen
wat dat woord : de mystische Slavische ziel"
toch beteekende. Dit bekrompen en
zieligdoode west-europeesche, hondsche criticisme
hangt op de een of andere manier samen met
de wonderen der techniek", het
historischmaterialisme en het wegredeneeien van het
eenig-ware wonder: de verhouding
GodMensen uit het leven van West-Europa en
Amerika.
Zelfs een Toergenjef, die toch Moedertje
Rusland verliet voor het intellectualisme van
Parijs en Berlijn, is nog altijd zoo zeer Rus,
dat in zijn beste werk die Russische ziel leeft
en lijdt.
Asja, de navrante beschrijving van een lief
de, die haar doel niet bereikt, is zoo door en
door Russisch in zijn gevoelvolle naieveteit
eij het teeder-tragische zijner wilszwakke,
zielvolle menschelijkheid, dat niemand ont
komt aan de zoete bekoring ook van dat kleine
studentenplaatsje aan den Rijn, waar de ge
schiedenis zich afspeelt. Al de romantische
gevoeligheid van de jaren vór 1850, de
betoovering van den 'wonderlijken Rijnstroom
zelf, het wordt den lezer heel sterk gesugge
reerd door het fijn-bewpgen proza en de tot in
de diepten ontroerde ziel van den Russischen
dichter:
Die geheele dag ging voorbij zoo goed
als het maar kon. Wij waren blij als kinderen.
Asja was heel lief en eenvoudig ik ging
laa.t van hen weg. In het midden van den Rijn
gekomen, verzocht ik den veerman de boot
op den stroom te laten drijven. De oude man
hief de riemen uit het water en de koninklijke
stroom droeg ons verder. Rond mij kijkende,_
luisterde ik "en peinsde en voelde plotseling"
een geheimzinnige onrust in mijn hart op
den oever zong de nachtegaal en stak mij aan
met het zoete gif van zijn klanken. Tranen
welden op in mijn oogen, maar het waren geen
tranen van een diep ontroeren. In mij was ont
brand een hevige begeerte naar geluk. En de
boot droeg ons voort en de oude veerman zat
op zijn bankje en droomde, gebogen over zijn
riemen" *
Maar het geluk, in den vorm van Asja's
liefde, dat dezen man in den schoot geworpen
wordt, hij durft het niet te aanvaarden, hij
weigert het zelfs, als hij het voor het grijpen
heeft, terwijl hij bedenken kan, dat haar, Asja's
levensgeluk er mede is gemoeid.
En waaiom? Hij hield toch ook van haar :
Eén woord o, ik dwaas! Met tranen
in de oogen had ik het herhaald, gisteravond,
tusschen de rustige velden, maar aan haar
had ik het niet gezegd, dat eene woord, dat ik
haar liefhad Ik had het niet kunnen uit
spreken dat woord en toen ik, verontrust
door de gedachte aan een mogelijk ongeluk,
haar ging zoeken, toen brak mijn gevoel los
met niet te weerhouden kracht. Maar toen
was het te laat...."
En zoo eindigt deze droef-heerlijke idylle in
de zekerheid ^dat al de blijdschap en de trots
Van den rnensch'-is als de lichte uitwaseming
? van het kort-bloeiende gras.
Anders, geenszins idylle, maar beelden van
den diepen weemoed in de zielen der armen
iiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Nodorl. Munt
Hofland* I>e«fe 1O oont
" .>' '*V"'i '
S^t,-zijn dC'-beide- korte prozastukken, die
'uitgave onder den titel De eeniike
dief" en?E«n kleine Held" gebundeld werden.
;", De eerlijke dief, is innerlijk verwant aan
Gogójj's. Sjineél (De mantel, niet pels, zooals
de- heer van Wageningen vertaalt, sjoeba is
pels) en aan dat geweldige Uit de diepte"
van Dostojefski, petersburgsche misère van
kleine kantoor- of bureelslaven, die in den
sleur en de hopelooze leegheid van alle-dag
toch'het wonder der menschenliefde in hun
hart blijven koesteren.
Die eerlijke dief is een zwerveling, die op een
goeden dag in huis komt bij zoo'n eenvoudig
kleinburger, bij hem slaapt, van hem eet, en
hem tenslotte besteelt om te drinken,
maar hem bezweert, dat hij de dief niet is,
tot op zijn sterfbed de bekentenis komt.
Een simpel gegeven, maar verteld met een
liefde voor de lijdenden en verdrukten, zooals
alleen een;Rus dat vermag; alleen Russen heb
ben dat kritieklooze, aan God overgegeven
vertrouwen, die klare zekerheid, die door do
lingen en zonden, door duisternis en ellende
heenleidt naar een gehoopte maar meestal
nooit bereik'të gelukzaligheid.
,,Een kleine held" en Een veelbewogen
Jeugd" zijn brokken kinderpsychologie, het
eerste in zijfr beknoptheid:.direkter dan-het
laatste, dat niet van langdradigheid is vrij te
pleiten.
Men denkt hier aan, Gorki's autobiogra
fische geschriften, aan Woutertje Pieterse,
tenslotte ook aan Jaapje en beseft, dat waar
kinderen lijden, het Jesus-mysterie niet ver
af kan zijn, en dat liefde en lijden twee woor
den zijn voor n zelfde wonder?.
De vertaling dezer'boeken geeft blijk van
geestelijk inleven,} weet^ zelfs atmosfeer te
scheppen hier en daar, iets wat van de meeste
vertalingen uit het Russisch niet gezegd kan
worden.
SAALBORN
Hofleverancier - Amsterdam
mmmi m -- mmmim §
TEL NOS. 2040-1881 TEL. No. 1793 Zuid
KOUDE EN WARME SCHOTELS
DE PRIX-GONCOURT 1920 *)
Voor het eclectisch karakter van de keuze
der leden van tle Académie des Dix pleit het
zeker, dat zij, in den loop der jaren, zoo geheel
uiteenloopend werk hebben bekroond: van J. A.
Nau les Farces ennemies of Dingley, iillustre
Auteur der broeders Tharaud naast dit laatste
boek, of Chateaubriand's Monsieur des
Lourdines. Zij hebben aldus zich wel gehouden aan het
principe dat bij Edmond de Goncourt voor
zat om de aandacht te vestigen op jonge
schrijvers, wier eerste waardevolle werk
gevaar zou loopen verloren te gaan in de reus
achtige productie van de dagelijks verschij
nende romanlitteratuur.
En nu is Ernest Pérochon een man met een
wereldreputatie geworden: zestig duizend
exemplaren heeft de firma Pion van dit boekje
de wereld ingezonden, zestig duizend maal is
dit boekje, waarvan de eerste editie verscheen
a Niort, Georges Clouzot, diteur, rue
Chabaudy, 85, 1920," verspreid en evenveel
malen heeft de naam van den
dorpsonderwijwijzer uit de Vendée weerklonken, met 't
gevolg dat een van zijn eerste romans les
Creux-de-maison thans weer is herdrukt en
evenzeer succes heeft. Eigenaardig is 't, dat
Nêne door vier Parijsche uitgevers werd afge
wezen en dat, Gaston Chérau er in geslaagd is
déaandacht zoo sterk er op te vestigen dat een
bekroning door de Dix" volgde. Dat Chérau,
de auteur van de buitengewoon knappe
provincie-romans Champi-Tortu en la Prison
de verre de verdediger van Pérochon is geweest
en de waarde van hun kunst in een, nogal
onbeduidende, voorrede heeft bepleit, be
hoeft ons niet te verwonderen.
Voor den Franschen roman is een groote
verandering van den smaak bij 't lezend
pu*)Ernest Pérochon, N ne. Préface de Gaston
Chérau. Paris, Pion. 1920.
Bij George Allen & Unwin Ltd te Londen
is onder den titel Lloyd George & Co
Ltd" een verzameling cartoons verschenen,
die David Low in de ^Star" geteekend heeft.
Men weet, dat aan de loopbaan van ver
schillende staatslieden reeds zulk een
caricaturen-bloemlezing is gewijd. De cartoons
van Punch" op Disraeli verschenen in 1878
gebundeld, de eerste reeks op Gladstone in
het zelfde jaar. In ons land kennen wij zulk
een uitgaaf met betrekking tot Dr. Kuyper
en tot Mr. Troelstra, natuurlijk bestaat er
ook meer dan een op Bismarck.
Maar bij al die verzamelingen bestrijken
de herdrukte spotprenten een reeks van
jaren, en het is wel iets van onzen tijd, dat
hier, in dit aardige boekje, alleen de geschie
denis van de laatste anderhalf jaar wordt
behandeld.
De loopbaan van den grooten staatsman
en redenaar David Lloyd George als minister
duurt weliswaar al veel langer, maar die
van David Low, den teekenaar van deze
caricaturen, strekt zich nog slechts over acht
tien maanden uit. Dat wil zeggen, in Europa.
David Low is een Australié'r, die in 1891
geboren werd, en dus nog pas 30 jaar oud
is. Hij - is beroemd geworden in zijn vader
land door zijn spotprenten op Hughes, den
Australischen premier. Arnold Bennett, die
de voorrede voor dit bundeltje schreef, ver
telt, dat hij'hem eigenlijk ontdekt heeft, en
over hem een stukje in de krant plaatste,
waarin hij wees op zijn voortreffelijkheid en
zich verbaasde over de Londensche uitgevers,
die hem niet deden overkomen en aan het
werk zetten. De bekende schrijver van Buried
Alive" en andere geestige verhalen, drukt
zich daarbij wat geringschattend uit over de
huidige Engelsche politieke
spotprentteekenaars, waarbij hij, dunkt me, een man als
Carruthers Gor.ld van de Westminster Gazette
toch onrecht doet.
De carrière van den kleinen toovenaar uit
Wales zou zeker voor een verder teruggaande
en meer overzichtelijke reeks stof genoeg
iHiiiiiiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
bliek dat toch altijd, ik erken 't, afhankelijk
is van handige reclame of voorbijgaande mode
zeer merkbaar : in 1890 constateerde Leo
Trézenik, de auteur van zoo'n preciese obser
vatie als l' AbbéCoqueluche, dat Fétiquette"
moeurs proyinciales" collée surunlivre..
a l'inconvénient ---- de n'être nullement
commerciale." Dat is thans anders, dank zij
de waarlijk verdienstelijke provincie-kunst, die
sinds is verschenen : Eugène Ie Roy, Jules
Renard, Charles-Louis Philippe, Pierre Hamp,
Roupnel's Nono, Guillaumjn's Vie d'un
Simple, 't reeds genoemde werk van Chérau,
Jean et Louise van J. Dusserre, alles provincie
beschrijving in den geest der Académie
Goncourt, zooals die van Henri Bordeaux of
RenéBazin meer het tyj&A&démieJrancaise
vertegenwoordigt, aï'r' 'roman du sol de
chez nous."
De intrige is allereenvoudigst ; Nêne (een
afkorting en een liefkpzjjngswoord voor
Madeleine en voor marraine") komt in dienst bij
een boer Michel Corbier, weduwnaar met twee
kinderen ; zij vat voor de kleintjes een ge
negenheid op waarin zich moederlijk instinct
en slaafschheid aan den baas vermengen, die
ons doet denken aan Félicitéuit unCoeur
simple, aan de Fillede Ferme van Maupassant
of aan Germinie Lacerteux. Zij wordt, na
tuurlijk, 't slachtoffer van haar goedhartig
heid : Michel laat zich inpalmen door Violette,
een coquette, verleidelijke modiste uit een na
burig dorp, die in opspraak is gebracht door
een avontuur met een jongen priester en die
Michel huwt onder voorwaarde dat hij
Nêne haar dienst opzegt en zijn geloof on
trouw wordt. Als Nêne na veertien dagen de
kinderen terugziet, hebben zij haar vergeten ;
die ondank maakt, dat zij den dood zoekt in
den vijver, waarbij zij eenmaal den kleinen
George geleerd had ma-man" tegen haar te
stamelen. Als nevenfiguren zijn er een
slinksche boereknecht Boiseriot, dien Nêne heeft
afgewezen en die zich op haar wreekt door
Violette op Michel af te sturen, en een broer
van Madeleine, een sterke, wilde landarbeider,
die in een dronken bui een arm laat verplet
teren bij het dorschen, en ook al een slachtoffer
van de noodlottige Violette is. In de intrige
en in de teekening der figuren is Pérochon nog
vol van melodramatische trekjes, die vreemd
aandoen in dit realistisch opgezette verhaal.
Want eigenlijk is er slechts n persoon wer
kelijk levend : Nêne. Ik erken, dat de schrij
ver wél eens erg mooi heeft willen doen : niet
voor niets heeft hij Jules Renard gelezen
(p. 14 : les hoche-queues-avaient l'air de
petites personnes maniérées et coquettes" ;
p. 15: unepie ____ raideet sérieuse comme un
beau gendarme") en George Sand heeft poë
tische ontboezemingen van Madeleine (p.
22: Petits musiciens du paradis ---- ";p.58
Voila qu'elle chantaitJ,.'.;p. 62 Ie rêve
---p. 91 ; Chétifs, vous ma doriilez. .) op haar ge
weten. Maar overigens is:Nêne zuivergehóuden
in haar overgave aan de kinderen, vanaf 't
oogenblik dat zij de handjes van George over
zich voelt rondtasten, en in haar liefde voor
Michel van dat waarop hij gevaar loopt in den
strijd met den stier ; dat is goede analyse van
de eenvoudige ziet in -haar toegevendheid,
haar bruusk kibbelen, haar ontwakend moe
derverlangen, haar zorgen voor moeder en
broer, den inwendigen strijd tegen een liefde
die haar verboden schijnt en de geheele over
gave aan de kinderen ; met haar, met haar
lijden kan men meeleven en er door ontroerd
Illl .............. ' ..... illlllllllll IIIIIIII ..... IKIIII ..... Illll
hebben opgeleverd, ook al is hij eerst in de
laatste jaren de meest op den voorgrond
tredende figuur van de Britsche politiek
geworden.
Bij de vergelijking van deze campagne
met die van Punch" -- het blad dat nu
toch wel afstand heeft moeten doen van zijn
zoolang onbetwist gebleven suprematie op
dit terrein, zien wij dadelijk, dat de toon
geheel anders is. Het object is trouwens
even zoo verschillend. Mannen als Disraeli
en Gladstone, geletterden, die in hun vrijen
tijd of in de ttisschenpoozen van hun
regecringsperioden belletristische of philologische
werken schreven, wier redevoeringen in een
ketirigen, zoo niet klassieken vorm waren
opgesteld, treden anders op, en worden anders
bestreden dan ds.ze zoon van het volk, die
in zijn handelingen van een brutale naicvetiet
en in zijn woorden en beelden kras-populair
kan zijn. Bovendien was Punch" nooit
heelemaal een oppositie-blad, terwijl deze
prenten van de Star" zonder uitzondering
de taal van den tegenstander spreken.
Maar hoewel de teekentrant beknopter en
directer is, de voordracht van een meer
dadelijk aansprekende komischheid, de onder
schriften meer slang" (uit al die dingen
kan men zien, hoe zich de aard van het
publiek gewijzigd heeft), het is curieus,
hoevaak in de Engelsche caricatuur een gelukkige
vinding opgeld doet, en hoe men zich ver
meit in een eenmaal gecreëerd allegorisch
beeld. DJ tweckoppige ezel van Low, die
D E D R I E V OU DIG E BOTSING
Teekening voor de Amsterdammer" van JoriSaan
Du Choc des Opinions
MIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIMIIIIII
Illllllllllllllllllllllllllli IIIIMIIIIMIIIHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllinMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIItlfl
worden, zooals een spinnende boerin van
Millet ons ontroert.
Wat de keuze van de Académie zal hebben
doen vallen op dit werk, dat zijn de détails
van het landleven en de teekening, beter nog,
de aanduiding van een eigenaardige groep af
gescheiden Katholieken te midden der Katho
lieke Vendée, in 't departement der
DeuxSèvres. Daar leven een 1500 dissidents", die
de pauselijke macht niet erkennen, die geen
doop, geen hostie, geen enkel sacrament meer
kunnen ontvangen, die als hoofd van hun
genootschap een vrouw erkennen, gezamenlijk
bidden onder leiding van hem of haar die ge
nspireerd wordt; zoo zien wij Madeleine,
twee maanden na haar komst bij Michel,
het gebed leiden, 't Landleven en de landelijke
typen zijn van een juiste realistische obser
vatie, vol direct geziene beelden die 't boek de
bekoring van het spontane en naïeve geven,
die in een deel der tegenwoordige romans, als
een contrast met den strak gecomponeerden
roman van Flaubert, tot uiting komen.
Tooneeltjes als de wandeling naar den vijver,
het dorschfeest, dat zoo sterk contrasteert met
de episode der Labourettrs" uit Lamartine's
Jocelyn, het afvisschen van den vijver, de be
grafenis van den ouden afgescheidene, of
landelijke typen zooals Samuel de Heilsoldaat,
Jules de-idioot, de leurder" uit Auvergne, ide
plattelandsdokters en de betjoenster", dat
zijn elementen die.het succes verklaren van
dit boek, dat zijn roem misschien meer te
danken heeft aan de vermelding Prix-Goncourt
1920 op 't omslag dan aan zijn letterkundige
beteekenis.
K. R- G A L L A s
Illllllllllllllllll IMIIIMHmilHmilHMIIHIIItimillllllllt
/||r^
CEMTLFME
7vnflr OF DtWÏOCRACY AMD TUF \NoMEfJ
THE
Een speech van Lloyd George geïllustreerd.
de liberaal-conservatieve coalitie voorstelt,
is niet meer van het tooneel verdwenen,
sedert hij hem in 1919 zijn intrede deed doen.
Hij is als vondst, familie van Tenniel's Mrs.
Gamp, die altijd den conservatieven Standard
voorstelde. Lloyd George geniet als Disraeli
indertijd, het voorrecht, als engel te worden
voorgesteld; het is de moeite waard, den
feeërieken. engel van 1864 in zijn met sterren
bezaaid kostuum en-zijn groote vleugels, te
vergelijken met dien van 1919, die over zijn
pak een lang hemd heeft aangetrokken en
wiens hoed in een aureool is omgefatsoeneerd.
Een nauwe waarneming van het object is
altijd karakteristiek geweest voor de taktiek
der Engelsche caricaturisten. Llovd George
schijnt op het punt van hoofddeksels wat
excentriek te zijn, en Low illustreert een
zijner speechen dus door hém zijn woorden
met verschillende hoofddeksels kracht te doen
bijzetten. Gentlemen (slappe hoed). Let us
be firm (helm) for the sake of democracy
(pet) and the women and children
(vrouwenhoed); the dammage(ingeslagen hoed) must be
repaired (hooge zijden) and virtue emerge
triumphant (aureool). No questions (domper
achtige hoed)."
Op een van de beste prenten van Low zien
we Clemenceau, Venizelos.Wilsonen Orlando,
als de werkelooze veteranen van Versailles,
hun collega toeroepen, dat hij nu aan de
beurt is. Als deze staatsman van het poli
tiek terrein verdwenen zal zijn, zal men de
vele komische paraphrases die Low op zijn
sprekenden kop gemaakt heeft, zeker als een
historisch curiosum nog te meer op prijs
gaan stellen.
CORNELIS V E TH
Uw beurt
Lloyd George als explicateur