De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 20 augustus pagina 8

20 augustus 1921 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

20 Aug. '21. - No. 2304 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ZONSONDERGANG AAN HOLLANDS STRAND AANWIJZING DER 29 FOUTEN Deze prijsvraag is een buitengewoon succes geweest. 2. Niet minder dan ruim 2400 inzendingen bereikten ons, waarvan het percentage juiste oplossingen echter zeer 3. klein is. Na zorgvuldige schifting bleek het, dat slechts 30 inzenders aan de loting voor den prijs mochten deel nemen. 4. Deze 30 inzendingen waren van: O. v. d. K-, te Alblasserdam; D. v. D.; A. B. H.; C. F. de G.; J. J. P. C., allen te Amsterdam; Leo 5. de S., te Antwerpen; H. J. v. d. T. te Arnhem; H. J. e -L. te Berlijn; L. V. A. te Breda; M. S. te Brussel; 7. A. F. C. v. D. te Bussum; E. A.: Hendr. J. de L.; 8. H. J. S.; F. en Q. van S., allen te 's Qravenhage; J. o. K- te Hoorn; J. E. te Huis ter Heide; Annie S.; A. 10. K- B., beiden te Interlaken; D. D. v. L. te Lalouvière; W. J. V. te Londen; W. T. S. M.; H. de K-; H. F., allen te Rotterdam; Nettie H.; A. H. J.; D. d. M. V.; n. Victorine D., allen te Scheveningen; Arie en Bram . 12. te Utrecht en J. O. N. T. te vaud en de prijs een 13. bedrag van vijf en twintig gulden is toegevallen aan 14. J. J. P. Cattel, Staringplein 10 i Amsterdam. 15. De 29 fouten zijn ais volgt: Algemeene fouten: 15. 1. De schaduwen vallen verkeerd, terwijl de taxhond 17. geen schaduw geeft. \s. De. meeste vlaggen wapperen in verkeerde richting, 19. of hangen stil. 20. Het zand is een vaste massa waar de puntige voorwerpen niet inzakken. 21. OO In de lucht: De vlieger staat" met wind-mee. Van links naar rechts: 23. De chatelaine van den slapenden man moet vallen. 24. De hand van dezen man mist een vinger. 25. De riem van de binocletasch is niet goed bevestigd. Het ezeltje heeft gespleten hoeven. 26. Het ezeltje heeft een paardenstaart. Het ezeltje staat sti!, terwijl de man en de jongen, 27. die de staart vasthoudt, in loopende houding zijn geteekend. 28. De fotograaf heeft twee linkerhanden. 29. De fotograaf heeft winterkleerer, aan. De fotograaf heeft zijn schoenen verwisseld. De fotograaf zijn jas gaat verkeerd dicht. De knoopjes aan de linkermouw van den fotograaf zitten aan den binnenkant. De hoed van den fotograaf zit omgekeerd. Het kiektoestel staat in de verkeerde richting. Het slot van de foto-tasch is verkeerd ingezet. De riem van de foto tasch is niet juist bevestigd. De schilder, die een zeegezicht schildert, zit met zijn rug naar de zee. De schilder heeft zijn hoed verkeerd op. De schaduw van de zandschop heeft een handvat, en de schop zelf niet. Beenen en arm van den man in den strandstoel zijn te lang. Deze man heeft damesschoenen aan. De onderkant van de broekspijp zit niet tegen het been aan. Het knoopsgat is op de rechtsche lapel in de jas gesneden. Het riempje van den taxhond is verkeerd aan den strandstoel bevestigd. De taxhond heeft een keeshondenstaart. De jongen achter den strandstoel schept met een riek. Scherpe opmerkingsgave en geduld waren dus wel noodig om al deze feilen in de teekening aan te wijzen. Ten slotte geven wij eenige opmerkingen van mede dingers en wij veroorloven ons hun kwaliteit daaraan te doen voorafgaan. De getrouwde dame: Ik hoop het nummer, waarin de oplossing voorkomt, nie,. door mijn vacantie mis te loopen, wat me zeer zou spijten, daar ik graag zou willen weten weten of er iemand bestaat die nog vittiger is aangelegd dan ik. De hypochondsr: Eindelijk eens iets, waaruit ten minste een klein beetje geestigheid blijkt. De moeder: De huilende baby behoort om dezen tijd van den dag allang in bed te liggen. De secure: Weet U nu wel zeker dat de zonsonder gang juist is? De dronkaard: Een groote fout van den man in den badstoe! is, dat hij limonade heeft gedronken. De fabrikant van kabeltouwen: H|t touw van den vlieger is niet te zien. De inzender niet zelfkennis: Daar is weer zoo'n mede dinger die zich verbeeldt dat hij de fouten heeft ontdekt. De held: Als ik de ? 25.?win, win ik ze niet, want mijn vrouw heeft er vooraf beslag op gelegd. De inzender die twijfelt aan de nauwkeurige nalezing: P. S. Wilt U mij een exemplaar van de Juli-nummcrs toezenden ? De luiaard: Het strand is mij te bergachtig. Correspondentie over den uitslag kunnen wij niet voeren. i" """ "' ' ' ' o»i urn. i n ,?,?.m, i i i i iiiiiMliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii Illllllllllllllll Mlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllimill OVER ZANGWEDSTRIJDEN EN WAT ER MEE SAMENHANGT W In mijn vorig artikel besprak ik uitvoerig een geval van sterk-énzijdig gewicht-hechten aan een bepaald element in de prestatie van een zangvereeniging op een wedstrijd, element in de prestatie, misschien nog juister gezegd : element in de kans op den eeisten prijs. .Het betiof hier het element, dat men in het proces-verbaal aangeduid vindt met den term klankgehalte". Dit geval staat echter volstrekt niet alleen. Gemakkelijk overtuigt men zich daarvan, als men eens rondhoort onder het minder-deskundige wedstrijdpubliek. Wat is dat nu voor 'n tempo !" ,,Ik wil wedden, dat dat de juiste opvatting niet is." Ik heb geen enkel piano gehoord." ??Och, och, wat slap ! Ze komen nooit aan een behoorlijk forte toe." Aan het slot waren ze er heelemaal uit!" (Ziet op een weifelende intonatie.) .De bassen waren veel te steik." '?,,'t Was ruw !" (In dit geval een vage aanmerking op de uitspraak van den tekst, mér dan een critiseeren van het klankgehalte".) Ze hebben het met hun vrije nummer bedorven." ? 't Was alles prachtig genuanceerd !" Die willen Fransen zingen !" Een direc teur met temperament!" Ze zijn een halven toon gezakt!" (Dit is er een, die in de buurt zit van een meneer met een stemTluitje.) Dat kleine sopraantje daar vooraan heeft voortdurend gedomineerd " Een staalkaart van oppervlakte-oordeelen ! In elk dezer uitingen zit wellicht een kern van juistheid, maar ze zijn alle gelijkelijk nzijdig. Wat intusschen door de geciteerde eenlingen onder het publiek niet wordt ingezien, en hen dus ook niet belet, den eersten prijs n-twee-drie te vergeven of in te houden, al naardat het spontaan opgewelde en in zijn omschrijving zoo sterk mogelijk gecompri meerde oordeel gunstig of ongunstig luidt. Dit is nu niet erg, maar dat soms teleur gestelde dirigenten op vrijwel dezelfde maniei zich uitlaten over de prestaties van boven hen uitgekomen concurrenten, dat is wél erg, dat is hél erg. De eenige verontschuldiging, die men voor dergelijke onbehoorlijkheid kan vinden, is, dat de heeren door het weken achtereen ingespannen studeeren allicht wat overprikkeld raken. Doch dit excuus houdt op, een excuus te zijn, als er na het oogenblik der teleurstelling weken, maanden zijn verloopen. En zoowaar, ook in ditgeval ziet men hier en daar een enkel nijdasje in zijn onmo gelijke houding volharden. Er is niets aan te doen ; het correctief, dat hier van noode is : zelfkennis, eenig wijsgeerig aankijken van de dingen, inzicht in de materie, algemeene ontwikkeling, beschaving ja, beschaving vooral! , het is den stakker niet cadeau te maken.... Het gaat hier nauwelijks tegen de concurtenten, het gaat tegen de jmy, tegen de jury in haar geheel, of enkele harer leden in 't bijzonder. Onwaardig' ageeren, dat een ieder ongedeerd laat, wanneer de jury slechts zorg draagt, dat in haar kring de fout der eenzijdigheid angstvallig wordt gemeden. OELOF f|ITROEN ? DEN HAAG - PLAATS 23 U KALVERSTRAAT \ Amsterdam - OPGERICHT 1850 TELEFOON 658 N. firma M. J. 60UDSMIT PAARLEN, BRILLANTEN Goud, Zilver en Horloges Uits uitend eerste kwaliteit IIIMIIIIIIIMIIMIIIIIIIIMIIMIIIIIMIIIIIIII Hl!imimlllll lltMIIlllllllimillllllllMMIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllll IMIlMfllllllllll MISS B L. ANC H E Wanneer de jury haar tafel in de zaal ver laat en op het podium plaats neemt, dan staat voor ieder lid de volgorde tusschen de mededingende vereenigingen vast, zooals hij die in acht zal nemen bij het uitbrengen van zijn stem voor den eersten, den tweeden prijs, enz. Het ware nu m. i. zeer gewenscht, dat voor alle juryleden de bedoelde volgorde op dezelfde wijze, geheel naar dezelfde methode kwam vast te staan. Er zijn er, die het liefst naar totaal-in drukken oordeelen. Zij maken korte aanteekeningen omtrent wat hen in de ver schillende prestaties bijzonder gefrappeerd heeft, hetzij in ongunstigen, hetzij in gunstigen zin. Afzonderlijk noteeren zij de achter eenvolgens optredende vereenigingen, in volg orde van gebleken verdienste. Bv. de totaal indruk der prestatie van de eerstopgetreden vereeniging is gunstig ; zij wordt dus genoteerd ergens op de bovenste helft van het blaadje papier. Vereeniging No. 2 valt zeer tegen ; haar naam komt op de onderhelft van het papier te staan. No. 3 ontpopt zich als een prijs-candidaat; dit koor heeft zelfs No. l eenigermate overtroffen, de naam wordt genoteerd op de bovenhelft, een weinig boven No. 1. Nu ziet het jurylid zich voor een lastig geval geplaatst: No. 4 blijkt No. l ook te hebben overtroffen ; maar staat nu No. 4 naar den totaal-indruk alweer ! , zoo ongeveer gelijk met No. 3, of moet No. 4 iets boven, dan wel iets beneden No. 3 worden gezet? De aanteekeningen wolden nog eetis geraadpleegd, alles wordt in zijn verband nog eens goed overdacht, en het resultaat is : bovenaan No. 4, slechts heel weinig lager No. 3, daaronder, en wel op iets grooter af stand, No. l, en ten slotte, ver onderaan : No. 2. Heeft deze methode het onmiskenbaar voordeel, het jurylid van veel analyseerend en détailleercnd schrijfwerk te ontheffen, de nadeelen presenteeren zich niet minder duidelijk, en zijn, dunkt mij, bepaald over wegend. Ten eerste : gezien de moeilijkheid, die reeds in het hierboven geschetste geval zich voordeed, toen voor de laatste van slechts een viertal vereenigingen de haar volgens recht en billijkheid toekomende plaats moest worden gevonden, mag men verwachten, dat, wanneer de afdceling van den wedstrijd, in plaats van vier, 12 of misschien wel 15 of 16 koren telt waaronder verscheidene boven het middelmatige ! , het jurylid alras geen vasten grond meer onder de voeten zal voelen. En nog voornamer haast lijkt mij dit bezwaar : wie deze methode volgt, mist de gelegenheid om voldoende rekenschap af te leggen omtrent de wijze, waarop hij tot de ten slotte aangenomen volgorde gekomen is. En dit bezwaar klemt te meer, naarmate het jurylid de mindere is van collega's mei veel prijsrechters-roiitim: en een ' gnpolen naam als musicus in 't algemeen, die zich een dergelijke soberheid in de toelichting van hun cind-oordeel nog wel kunnen ver oorloven. Het eenig-juiste lijkt mij een gedetailleerd proces-verbaal. Links : het rapport omtrent de uitvoering van het verplichte koor, rechts : idem koor naar keuze. Elk rapport telt eenige rubrieken, zeg: zeven, en wel : intonatie, rhythmiek, nuanceering, uitspraak, klank gehalte, samenzang en opvatting. Vooi iedere rubriek is in de tabel een rechthoekige ruimte gereserveerd; het grootste deel daarvan (links) biedt gelegenheid tot het maken van aanteekeningen, terwijl rechts een vierkantje overblijft, om er een cijfer in te zetten. In ieder geval worden de cijfers ingevuld ; dat hier en daar de aanteekeningen wegblijven, omdat er geen voldoende aanleiding is ze te maken, ligt voor de hand. Hoofdzaak is, dat de aanteekening nergens ontbreekt, waar een niet onbelangrijke korting op het maximum-aantal punten der rubriek om toelich ting vraagt. Dit maximum-aantal punten per rubriek kan ieder jurylid zoo groot of zoo klein nemen, als hij verkiest. Mijn onder vinding zegt mij, dat men bij 7 rubrieken, n voor het verplichte, n voor het vrij-gekozen stuk, aan 3 punten als maximum per rubriek genoeg heeft. Ook bij grootere aantallen mededingende vereenigingen blijken de beooraeelingen voldoende uiteen te loopen, en een klein maximum is gemakkelijker te hanteeren dan een groot. Zoo noodig werkt men ook met halfjcs. Het is natuurlijk onont beerlijk, dat ieder jury-Hei op elk proces verbaal het door hern aangenomen maximum per rubriek vermeldt. De som der 7 cijfers links plus die der 7 cijfers rechts geeft het algemeen totaal, en de algemeene totalen bepalen de volgorde, waarin het jury-lid op de in zijn schatting allereerst in aanmerking komende vereenigingen voor den eersten, den tweeden prijs enz. stemt. Rationeel lijkt het nnj, wanneer twee of meer vereeni gingen hetzelfde algemeen totaal blijken te hebben verkregen, de onderlinge volgorde nader te doen bepalen door de totalen voor het verplichte koor. Betreffende de aanteekeningen nog dit: het moeten dat zal een ieder dadelijk willen toegeven geen vertalingen" zijn van de cijfers, die er naast staan ; dus geen vol doende", middelmatig", redelijk" of iets dergelijks voor een cijfer, dat het midden houdt tusschen maximum en minimum ; neen, het behooren korte aanduidingen te zijn van begane fouten, liefst met vermelding van de plaats in de partituur, of ook wel, wanneer liet jury-lid, zonder zich ook maar een oogen blik te bederrken, het maximum heeft toe gekend : een beknopte karakteristiek van wat hem als zoo bijzonder verdienstelijk heeft getroffen. Tegen het hier beschreven systeem heb ik meer dan eens het bezwaar hooren opperen, dat bij toepassing ervan het resultaat, in cijfers soms niet blijkt te kloppen niet den totaal-indruk. Ik heb dit zelf ook wel PI-HS ondervonden, terwijl ik mij toch, gelijk nauwgezetli! con trole uitwees, bij het cijfers-geven niet ha vergist. De verklaring is deze : op de vorming vau den totaal-indruk zijn de verschillende ele menten in de prestatie niet van gelijken invloed. Dit kan zijn een overhellen naar de in dit artikel ruimschoots gecritiseerde een zijdigheid, het kan k zijn en ik acht dit 't waarschijnlijkst , dat hij, wiens totaal-indrukken op deze wijze ontstaan, op goede gronden, schoon misschien slechts ten deele bewust, onderscheid maakt in be langrijkheid tusschen verschillende elementen. Naar aanleiding hiervan zou ik de vraag willen stellen, of het wellicht aanbeveling verdient, door jury's, die zich bedienen van het door mij voorgestane systeem, te doen overwegen, of soms de cijfers in bepaalde uibrieken bij het opmaken van het totaal dubbel moeten worden geteld. Bij voorbeeld : samenzang" dubbel en klankgehalte" enkel ? mede als concessie aan de actie tegen de geleende of gehuurde krachten (zie mijn vorig artikel) , en verder misschien nog, in den gedachtengang der 4e kolom van dat artikel blijvende: rhythmiek", nuancee ring", uitspraak" en opvatting" dubbel, en intonatie" enkel. Ik kan mij echter ook heel andere schiftingen denken, meer naar den smaak van jury's, die de hulpkrachtenkwestie liefst geheel buiten beschouwing laten, en de waarde-bepaling der elementen uitsluitend wenschen te baseeren op be ginselen, ontleend aan eigen kijk op het wezen van den koorzang. Het verdubbelen der aantallen punten in de bij jury-besluit aarrgewezen rubrieken en het verrichten van de optellingen zou gevoeglijk aan een paar secretarissen kunnen worden opgedragen. (Wurdt vervolgd.) H. J. DEN HERTOG mm iiiiiiiiMiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiitMiiMiiiiiiMiiiiiiiiiiiii iiiiiiitiiiimiii iiiiiiiMiiiiiimiiiiiii Die Flonkerlich'jes AMSTERDAM Prinsengracht 711-713 Vrijdag l SEPTEMBER u. 's MIDDAGS 2 UUR QPENING der NIEUWE MAGAZIJNEN PRINSENGRACHT 709 enLEIOSCHESTf AAT 3 Toen ik als kind, stil voor mijn bedje, In vrome eenvoud, handjes saam, Gebogen knie, mijn klein gebedje In blij geloof tot God liet gaan; Toen dacht ik waar die flonkerlichtjes Heel ver in 't blauw te dansen staan, Daar woont de Heiland, Die ons, wichtjes, Van daaruit steeds kan gadeslaan. Vaak kon ik uren liggen turen Door 't ruitje naar hun schoonen schijn En dacht: Daar in den blauwen hemel Zal het wel altijd vreugde zijn. Daar bij de lieve Jezus wonen, Die zooveel van de kind'ren houdt, Bij al zijn Eng'Ien, wonderschoonen, In zalen, blinkende van goud. Darr weend' ik vaak, bij 't vriend'lijk schijnen Der sterren, al mijn weemoed uit, En zocht mijn troost in 't zachte deinen Der lichtelijnen door de ruit. Want in die uren vol verlangen Naar 'n enkel woordje, teer en zacht, Hebben dan vaak die sterrengangen Mij zachtjes-aan in slaap gebracht. En droomend van den blauwen hemel, Waaraan de zilv'ren maanschijf stond, Met in mijn kamer 't lichtgewemel Waarin mijn zieltje vrede vond. God als de mildheid uwer handen Voor goed mijn oog gesloten luid Dan was ik waar de lichtjes branden In de verbeide worrderstad. S. II l- IJ N UITBREID NG met 16 Smaakvol betimmerde vertrekken J lllllllllllllllllllimilllllllllllllllllltlMHIIIIIIIIIt HETBQEK Het belangrijkste werk op literair gebied d«t dit Jaar zal verschijnen Zoo juist verscheen deel I van _, ALBERT VERWEY PftOZ A COMPLEET IN 10 DEELEN Prijs ingenaaid per deel fl 3 90. Prijs gebonden per deel fl 5.25. (Een beperkt aantal luxe exx worden in geheel leder geb. verkrijgb. gesteld, prijs f 11 50 p', deel) Een boek voor i. der beschaafd Nederltnde, die m het geestesleien van zijn land oelangste|J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl