Historisch Archief 1877-1940
' DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
*iji?li
\, f
GRAND H Of E L
BOSCH H EK"
's-GRA<VENHAGE
DEU BEKEEIEH DA8 RESTAURANT
DIHER-COHCERT
K UNSTHAND WE VEN.
CteOhutreerde Handleiding ten gebraike van school en buis
vow het aanleeren der technieken van Kunst- en
Spoelweven op den handweefstoel,
door ELIS. M. ROGGE en LOUI8E H. WILDT.
geeart f LM. Uitga re TUI TAK Houanu & WAEBTDOB», A' Jam
ENZ.
LUXE- EN
VRACHTAUTO'S
BENZ & Cle., Amsteldijk 10, Amsterdam.
NV
EVANIDERHDDE
hl l LVERêUn
SIGAREN deëe^U.
Motor- on Zeiljachten
TE KOOP, In diverse grootten en prijzen.
Lijst van In commissie staande vaar
tuigen gratis en franco toegezonden.
KLUGT
AFD.JACHT AGENTUUR
Slepersvest 1 Rotterdam
Onze .gebreide
JONGEhSPAKJES
kürinerS "begeh
klimmen en
klauteren.
Tel.
DEDEMSVAART 107
UW WINKELIER.
OftANH
DE AMSTERDAMMER
Weekblad vooi Nederland
kost slechts f 6.50 pei balt Jaat
SPECIAAL
LUX
F. FEDDEMA
mirnm EJ - mm m - DEN m
Belangrijke Prijsverlaging.
TORPEDO .
4 plaatsen 10/15 P.K. /575O
CONDUITE INTÉRIEURE
idem
17OOQ.TORPEDO
6 plaatsen 15/20P.K.
fSOOO.LANDAULET
idem... fBBOO.'
Wm W INilUD.
J.LEONARDLANQ
iiiiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiuiiHiiiHiniiiii-iiinniiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiHiiiHiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
BOEKEN OVER RUSLAND
' Het rijk van den anti-christ, door
Meresjkofski, e.a. Drei Masken Verlag,
München.
? En ik zag in de verte een sterfbed. En
_dat zoowel overwinnaars als overwonnenen
'"sïierven. Enidat het sneeuwde. En dat de
aarde ledig was. Toen zei ik: God, neem ons
tot U! En de overwinningsgedachte verschrom
pelde in mijn ziel, want mijn ziel verschrom-,
pelde. Want op de plaats waar menschen
sterven, wórdt niet meer- gestreden. Geen
.overwinning, geen vlucht. De dooden blijven
liggen en de sneeuw dekt hen dicht".
Deze zijn de laatst opgeschreven woorden
van den goeden ett grooten Rus Razanöf,
die ook gezegd heeft over onzen tijd: de
diepste oorzaak van wat er thans geschied is,
dat er reusachtige holle ruimten zijn ont
staan in den geest dereuropeesche menschheid,
omdat het Christendom verloren is, en door
die holten stort nu alles in
Zij mogen aan het hoofd staan van de
volgende korte bespreking over een boek, dat
zooeven, verschenen is bij het Drei Masken
Verlag in München.
Een boek, dat een vreeselijke aanklacht is
tegen West-Europa, dat lijdelijk toeziet, hoe
Rusland doodbloedt onder de dui velsche
tyrannie van-- het .bolsjewisme, Europa, dat Lloyd
Georges noninterventie-leuze heeft overge
nomen en niet begrijpen wil, dat een over
winning van het bolsjewisme in Rusland, de
zeer spoedige ondergang van Europa beteekent.
O, ik weet, het is niet mogelijk, méte
^ lijden met allen die lijden, mépijn, te.hebben,
honger, koude, ziekten en doodsangsten met
hen, die pijn, honger, koude en doodsangst
lijden.
Maar het kan toch ook niet goed zijn, rustig
zijn zaakjes te doen, zijn pretjes na te loopen,
zijn krantje te lezen, te vertellen aan zijn
vrienden, dat het in Rusland zoo'n toestand
moet zijn en zich verder niets aan te trekken
Dat kan toch ook niet goed zijn.
Maar leest dan eens dit boek :
Als in Europa in de XXste eeuw een land
bestaan kan met zulk een intensieve slavernij,
als er in de geschiedenis der werdd nog nooit
heeft bestaan, en Europa wil dat niet begrijpen
of accepteert dien toestand zoo maar, dan moet
Europa te gronde gaan. Dan zal Europa recht
wedervaren." (blz. 138).
l»Maar Europa ken niets weten. Doordringen
doet alleen, wat de terroristen willen
meedeelen : reclame voor hun theorieën : hun groote
woorden : dictatuur aan het proletariaat,
realizeeïing van Marxs wetenschappelijke leer.
Gelijkheid voor allen ! Wereldvrede l (Maai
dood aan de bourgeoisie d.i.: verbitterde
klassenstrijd, oneindig wreeder, gemeener en
menschonteerender dan oorlog tusschen volken)
Vechten tegen vijanden van binnen en van
buiten noemen ze dat; daarvoor is
voorloopig het roode leger noodig en de ononder
broken fusillades, huiszoekingen, folteringen
in gevangenissen en dwangarbeid.
Aan leugen en moord gaat het Russische
volk te gronde. Europa aanvaardt den leugen
als waarheid : de communisten aller landen
spreken van den heilstaat Rusland : zijn of zoo
verblind als de ongelukkige Russische men
schen in 1919 of hun leiders zijn terwille van de
theorie zoo misdadig, door dik en dun leugens
te blijven propageeren en tot moord op de
Eurppeesche menschheid aan te zetten.
""Want Er is geen regeer ing van het prole
tariaat in Rusland, er zijn geen boiren- en
arbeidersraden (sovjets), er zijn geen socialis
tische of zelfs comméiaistischei beginselen ver
wezenlijkt", {blz. 1434,....... .
Maar wie er officieel heen. gaat, om dit te
onderzoeken, mag in den trein van Tiotzky
reizen en koteletten eten met Gorky en merkt
niets van wat het volk lijdt, wie den moed
zou hebben er incognito heen te gaan, zou*
wellicht nooit terugkeeren
Merkwaardig is de scherpe scheiding, ja,
de afgrond, die door alle vier schrijvers van
dit boek tusschen Europa en -Rusland wordt
gevoeld. Hetzelfde gevoel, dat reeds
Toergenjef kende, toen hij Rusland veiliet voor
Berlijn en Parijs, vooi de West-Europeesche
cultuur, terwijl zijn hart toch altijd naar
moedertje Rusland trok.
Maar bij deze schrijvers, van wie
Meresjkofski wel de belangrijkste is; is die tegen
stelling tot een tragische antithese geworden :
Europa begrijpt niets van Rusland, is blind
voor watdaargebeurt.Europa wil niet begrijpen
dat het bolsjewisme niet specifiek-russisch is,
maar internationaal, en dat, als Rusland
ondergaat, ook het einde van Europa daar is
Want de bolsjewisten houden krampachtig
vast aan de ook grootsche gedachte der
Internationale : algemeene verbroedering,
algemeene gelijkheid, algemeene vrijheid n
eeuwige vrede. En zij zullen voortgaan met
hun propaganda, ten spijt van verdragen, het
sterkst in landen, die vrede met hen hebben
gesloten (zie Duitschland-en Brest-Litofsk).
M Daarbij steunen zij op de kennis van de
psychologie der massa, die lichtgeloovig is,
een elementairen wil tot vernieling bezit en irt
den grond niets om de vrijheid" geeft omdat
de massa geen persoonlijke wil bezit en den
leider, wie het ook zij, blind gehoorzaamt l
Waarom echter kan de grootsche gedachte
van de algemeene verbroedering door de
bolsjewiki nooit of te nimmer worden ver
wezenlijkt ? w.
Omdat zij de persoonlijkheid dooden, 'omdat
zij van den tnensch een machine, een automaat
maken, omdat zij het leven dooden, de ziel
dooden, God dooden terwille van een econo
misch materialisme en een staatkundige utopie.
Zij vernielen cultuur en al het geweeste, maar
zij vernielen ook het menschelijk-zijn dooi
de automatizeering, mechanizeering van het leven.
Zij hebben reeds in Rusland de meest elemen
taire persoonlijke vrijheid gedood,geen mensch
in Rusland is meer baas over zijn lichaam,
over zijn tijd, over zijn denken, voelen, willen,
handelen, laat staan over zijn bezittingen, die
hem zijn afgenomen.
Meresjkofski zegt het aldus:
Hoe heerlijk geurden de dagen van Febru
ari en Maart (de niet-bolsjewistische revolutie
tijd) Welk een schoonheid straalde toen van de
gezichten der menschen ! En nu ? Kijk toch
de menschen der October-revolutie eens aan.
Zij hebben in 't geheel geen gezichten meer
grauwe, pieterige, onpersoonlijke,
insectenachtige wezens, geen menschen meer, maar
ongedierte".
,. i* *?
Ik wil geen feiten aanhalen uit dit boek:
we kennen er reeds zoo vele, zoo ontzettende,
al wordt onze kennis omtrent Russische gru
welen door deze bladzijden nog aanmerkelijk
uitgebreid. Maar waarom dit boek door heel
velen uit alle politieke kampen en ook door
verantwoordelijke regeeringspersonen 'gelezen
moet worden, is in de eerste plaats om den
waardigen toon van een waardig man, die
veel geleden heeft, en om het diepe inzicht, dat
alleen een geboren Rus kan hebben in de ziel
van het Russische volk, in de psyche van dezen
gruwelyken uitwas, deze Russische pest, die
bolsjewisme heet, en die zoo aanstekelijk is
voor Europa.
Dit boek wekt een obsessie bij den lezer,
een greep voelt hij om zijn keel, een last op
zijn borst, zeoals ook die milioenen Russen
nu al drie jaren beleven onder de tyrannie
van-een misdadig-krankzinnige minderheid,
die de beul en de doodsvijand der menscheid is.
Dit boek is een waarschuwing en een ver
klaring, het stervenslied van den dichter uit
dat volk, waarvan Dostojefski getuigde :
Ik geloof, dat de diepste behoefte van
het Russische volk is: de behoefte aan
onstilbaar leed, aan onophoudelijke pijn en vernede
ring
AR N. SAALBORN.
lllllllllmtlllMlllllllllllllilllltlllllllllllllllllllMIIIIIMIIIIIIII IIMIIIIIIII.IIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllmillllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
iiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii
iiiiiiiiimiiiimii
Itllll Wlllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllll
LITTERAIRE
BESCHOUWINGEN
V.
BRAHMAN, DOOR
JOHANNES ANDREAS DER Mouw (ADWAITA).
Twee jaren liggen ze .nu al op mijn schrijf
tafel-, de twee zwaar-geladen violette banden,
met hun woorden-rijkdom en gedachte
vracht. De aanvankelijke indruk heb ik
beschreeven, de beteekenis van dit werk,
in enkele woorden, heb ik vastgesteld. Maar
er moet veel meer oover gezegd worden,
om aan deeze boeken de plaats aan te wijzen
die ze in onze Nedeilandsche cultuur ver
dienen. Men zwijgt er oover, omdat men
waarlijk niet weet, of deeze gansche verzen
massa werkelijk behoort tot het echte en
niet vergankelijke, of ze werkelijk is wat ze
zich voordoet, een geweldige voorraad bouw
materiaal voor den tempel van onze litteraire
kunst.
Verzen zijn de glanzende, wei-gepolijste
en zuiver doorzichtige kristallen, die zich
uit-kristalliseeren, uit de yormelooze, gistende
en woelende, soms zeer vieze en onsmakelijke
brei van het werkelijke materieele en geeste
lijke leeven in onzen tijd. De millioenen,
milliarden woorden die voortduurend worden
gesprooken zijn gesamenlijk een
leevensverschijnsel, een beweeging, als gebooren
worden, eeten en sterven, een groei-fenomeen,
dat 's nachts wat tot rust komt en ooverdag
met vernieuwde leevendigheid opbruischt.
De menschen verbeelden zich dat het uit
gestrekte gezwatel, dit dagelijks hernieuwde
gerucht iets blijvends, iets vaststaands is,
en kan worden behouden, intact en deug
delijk, door elke groep die het min of meer
oovereenstemmend te weeg brengt. Maar dit
is een illuzie. In de taal is niets duurzaam.
Het gedruisch dat deezen morgen uit de
menschenschare op rijst, is een ander
gedruisch als gisteren, en morgen is het alweer
nieuw en anders. Eevenals ieder individu
eiken morgen een nieuw samenstel van tril
lingen en krachten is.
Maar wij houden aan die
duurzaamheidsilluzie vast, uit ingebooren neiging tot be
stendigheid, en spreeken van een taal",
als van een onveranderlijk en vaststaand
solide ding, dat ons dient als verkeers-middel
en steevig-hou vast in ons wankelend zoeken
naar richting en geluks-verhooging.
Zoo iets bestaat eigenlijk niet, er is geen
taal" met blijvenden inhoud en vast-te
stellen kracht, er is maar een steeds veran
derend gerucht. Het gistende en woelende
klank-plasma waaruit nieuwe aandoeningen
en nieuwe daden ontspringen.
En nu koomen de toovenaars, de Dichters,
en door hun liefde-macht en
schoonheidsbegeerte, doen zij in die massa kleine
vastheeden en stelligheeden onstaan, als kris
tallen, meteevenreedige vormen en harmo
nische structuur, soms nog troebel en donker,
tot zwart af, en_dan weer in duizende nuancen
van kleur en vorm, tot het blank-diafane van
den harden, helderen diamant.
Zoo ontstonden de groote Gedichten de
Maha-Baratade epische verhalen van Homeros,
de korte oden van Pindarus, de Hebreeuwsche
psalmen, Dante's Divina Commedia, Shelley's
verheeven lyriek, de Drama's van Sophocles
Shakespeare en Goethe. Dit poëtische werk
ligt nu nog glanzend en ongeschonden in
het woordengeruisch der meenigte. En dank
baar spreeken de menschen steeds weer die
klanken uit, en zelfs de ondergang van volken
en cultuur-perioden laat de schoone
taaikristallen onaangetast. Geen wonder dat de
menschen deeze dichterlijke scheppingen her
halen en de Dichters eeren, het zij dan meestal
te laat. Hun werk is niet minder duurzaam
dan de scheppingen der tempel-bouwers,
in Egypte en Indië.
Toen Dante leefde, was het.Iatijn de taal
van geleerden, schrijvers en dichters. Maar die
taal onderging het verwordings-proces der
woordgeruchten, dat nimmer staakt. Het
latijn verstijfde en werd verdrongen door
de volkstaal lingua Vernacula al
iiiiiiiiiiiiiiiiiititmiiiiiiiliiiimiiitiiiiiiiiiiiliiiiiiiiimiiiiilimiliiiltiliiii
KUHS7HAHDEL
JACK HIEKERKrlh Chef Goupil A Co.
23 & 25a Lange Houtsfr. 's-Grarenliage
MEESTERWERKEN VM DE
17o EEUWSCHE, HAAGSCHE
EU FRANSCHE SCHOOL
bleeven de schoone latijnsche dicht-kristallen
ongeschonden. Maar Dante zocht het blij
vende in het leeven, en hij kristalliseerde
zijn schepping uit de taal der schare. Dat
was zijn roem, en te midden van de bloedige
daden rondom hem, en de vreesselijkste
verwarring, schreef hij rustig en
onverdrooten zijn sterk en helder werk.
Deeze eigenaardig creatieve arbeid komt
altijd vór, en gaat voort in elke cultuur
periode, zoodra het drukke leeven der massa
tot een zeekere krachtige uiting is gekoomen.
Hoe wonderbaar schijnt ons de statige sere
niteit van Homeros, te midden van een voort
duurend yecht-gewoel en gejoel. En ook
Virgilius>liet zich niet stooren in het gevaar
lijke Romeinsche leeven, noch verhinderde
dit Horatius in het slijpen van zijn fijne,
precieuze woord-juweelen.
Deeze werksaamheid komt ook nu nog
voor, zoo goed als in oudheid en midden
eeuwen. En twee typische voorbeelden er
van zie ik in Kar! Spitteler die Olympischer
Frühling" schreef, terwijl de volken van Euro
pa zich toerustten tot den geweldigsten
kamp die ooit op aarde gestreeden is en
in Johannes Andréas der Mouw, die in alle
stilte vijf leevensjaren wijdde aan het be
stendigen der Nederlandsche woord-geruchten
tot vaste, lijkversierde en m veelerlei glans en
kleur fonkelende eedelsteenen. Luister naar
zijn eigen woorden :
IJvrig in schachten van natuur en taal
zocht lang mijn speurzin met voorzichtig boren
Voor wetenschap's wolkenkrabbende Toren
naai deugdlijk, bouwversterkend materiaal.
Al rilde mij 't getril van 't schrille staal
doorpijnlijkmerg van anders-wenschende ooren
Niets kon mijn koel geestdrift'ge vlijt verstoren
De Toren zag ik rijzen, zaal op zaal.
En dreigde al doffe stiklucht ons te smoren,
mij en mijn lamp, flikkerend flauw en vaal.
Niets kon mijn menschentrots zoozeer bekoren
als 't graven, trouw, naar nuttig mineraal
tot plotsling 'k zag : alle arbeid is verloren
Hij staat op brokk'lend zand,en zakt eenmaal."
Bij dit vers valt allerlei merkwaardigs te
beschouwen. Vooreerst de techniek. Het
is een sonnet, in zuiveren vorm, uiterst
Kunstig, maar toch precies in dien vorm
J, S. MEUWSEN.Hofl., A'DAM-R'DAM-DEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
llllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIMIIIIIIIIIIIHIIIIIII mlMUMIIHM
gedwongen. Ondanks een, onregelmatig
ritme, nu en dan, waardoor de caesuur
verandert.
Wetenschap's wolkenkrabbende Toren"
is het aantal lettergreepen zorgvuldig ge
handhaafd. Toch is het niet geknutseld,
maar voortdurend in den ban van de inspi
ratie gehouden. Elke reegel, elk woord
spreekt, zegt iets, heeft expressieve kracht.
Maar het kunstigste is het rijm. Dit sonnet
en de twee volgenden hebben genoeg aan
twee rijmklanken. aal" en ooren". Deeze
twee worden in elk der drie sonnetten dus
zeeven maal herhaald, en in 't geheel worden
deze twee rijmklanken dus ieder
een-entwintig malen, telkens met een ander woord,
gebruikt. En toch word geen enkel woord
deezer twee-en-veertig rijmwoorden herhaald.
Er zijn echter twee hoog-duitsche woorden
bij Parcifal" en Thoren".
Dit is een zeer zeldzaam voorbeeld van
verstechniek. De meeste sonnetten-dichters
brengen het niet verder dan twee rijmklanken
in de kwatrijnen en drie in de terzinen. Maar
twee-en-veertig rijmwoorden te vinden voor
twee rijmklanken dat is wel een .ongewoone
prestatie. Maar deeze prestatie komt oovereen
met den inhoud van het vers, waar de Dichter
zichzelven kenschetst als de geduldige,
koelgeestdriftige ploeteraar en zoeker in de
diepe schachten van natuur en taal. Alleen
de verbinding van groote taalkennis, alge
meene cultuur, en dichterlijke begaafdheid,
gestadige toewijding, geloof in eigen roeping,
en grenzeloos geduld kan tot zulk een uit
komst leiden.
Maar dan is het ook noodig dat de Dichter
onbelemmerd en alleen op eigen behoefte
achtend, zonder eenige eerbied voor moode
en conventie, zijn taalschat aanvult uit
alle bronnen binnen zijn bereik. Zoo spreekt
hij van de Gletscher-rand van Cohinoren"
waarbij ieder leezer wordt ondersteld te
weeten wat Cohinoren zijn. Min of meer
toevallig weet ik, dat er een reuze-diamant
bestaat die Ko-hi-noor" genoemd wordt,
hetgeen beteekent: Berg-Van-Licht". Daar
door kreeg de gletscherrand" zijn beeldende
beteekenis. Maar ik wist, leezende, niet wat
Labradoren" zijn en ik moet daarvoor dus
de Encyclopedieën opslaan.
En zoo gebruikt Adwaita de meest zeldsame
woorden en alle menscheüjke Kennis' die
hij heeft verzameld, om zijn taai-gebouw
schoon, vorm- en kleurrijk en enpressief
te maken. Hoe de leezer er achter komt wat
hij met al die tallooze geleerde woorden
bedoelt, dat gaat hem niet aan, dat moet
de leezer maar weeten. En in de ontzettende
cultuur-verschilleri van onzen tijd, zullen zij,
die deeze twee dikke verzen-bundels, zonder
het voortduurend gebruik van meerdere
Encyclopedieën kunnen leezen, weleen kleine
minderheid vormen. Maar wat gaat dat den
Dichter aan? Hij reekent er op dat een
reeks van commentators en literaire
boekenwurmcn in volgende generaties gereed zal
staan om elke reegel, elk woord te voorzien
van annotaties en emendaties zooals dat
met Homeros, Virgilius en Dante is geschied.
En daarbij moet men in 't oog houden dat
Adwaita zorgvuldig alle rethoriek vermijdt.
Zijn verzen zijn soms vol geleerdheid, vol
toespeelingen op weinig bekende
weetenschappelijke of litteraire dingen soms ook
dood-famieljaar in den meest huisselijken
toon maar ze zijn nooit hol, en nooit
namaak van andere dichters. In elk ivoord
is originaliteit.
Ik weet dat hij met de giootste zorgvuldig
heid leege" woorden, ??woorden die men
niet meer gebruikt, trachtte te vermijden.
Ik was het daarin niet met hem eens. Ik
hield vol dat een Dichtei ook aan een oud,
afgeleefd woord nieuw leeven kan geeven.
Maar woorden als beminnen" slechts"
en dergelijke achtte hij onbruikbaar, omdat
ze uit het taal-leeven verdweenen zijn, en
een meisje nooit meer zegt: ik bemin je"
maar ik hou van je".
Een volgende maal kom ik op het hier
besprooken vers terug.
FREDERIKVAN EEDEN.
Levensverzekering Maatschappij
H A A R L E M"
Wllsonspleln 11
DE VOORDEEUOSTE TARIEVEN