Historisch Archief 1877-1940
JP.8807
Zaterdag 10 September
A°. 1981
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN KAMP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL, Dr. G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
l Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6 50. Abonn. loopen per jaar | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosten
INHOUD: 1. De Vrijheidsbond, door Prof.
Dr. O. W. Kernkamp ; Tijdgenooten : Hugo
Stinnes, I, door Dr. W. G. C. Byvanck;
De Amsterdamsche Kinderpolitie, door E.
C. G. Hogendijk 2. Clemenceau weer in
de politiek, teekening van Jordaan ; Krekel
zang, door J. H. Speenhoff; Literaire be
schouwingen, door Dr. Fred. van Eeden
3. Dante's Divinia Commedia in Nederland,
door Dr. J. Berg?5. Voor Vrouwen : 't
Woonhuys, door Elis. M. Rogge ;
Handwerk' onderwijs op de lagere school, door C.
Dozijvan Doesburgh; Het Oiitslag van vrouwelijk
personeel bij de Spoorwegen, teekening van
Herm. IJzerdraat; Uit de natuur: Wesp,
door Jac. P. Thijsse ; 7. De strijd in
Duitschiand, teekening van George van Raemdonck.
8. Riddersteekspel, door Edmond Visser,
met teekeningen van Prof. J. H. Jurres ;
Bbekbespreking, door Prof. Dr. H. Brugmans ;
Schilderkunstkroniek, door A. Plasschaert
,9. Financien en Economie: Het verslag der
rijkspostspaarbank, door J. D. Santilhano.
10. Uit het Kladschrift van Jantje;
RuizeRijmen, Charivaria en Kenjums, do'or
Charivarius; De Herbergierster" door het
tooneelgezelschap Comoedia", teekeningen van Annie
Spier. 11. De reactie in Duitschland, teeke
ning van Joh. Braakensiek; Caricaturen van
Tijdgenooten, II, door E. P.; Het derde
Milliard, door Melis Stoke; Royal Auction
Bridge, door Bridger.
Bijvoegsel : Treub's afscheid van de poli
tiek, teekening van Joh. Braakensiek.
IIUItllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllfttllllllllllllfMIIIIIIIIIIIII
DE VRIJHEIDSBOND.
Toen wij hier vroeger over de oprich
ting va,n den Vrijheidsbond hebben ge
schreven, hebben wij onze instemming
ermede te kennen gegeven, dat er een
einde zou kotnen aan de onnoodige
versplintering van de vrijzinnigen.
Maar wij hebben daarbij den nadruk
gelegd op het woord onnoodig".
Er was geen enkele reden, waarom
de Vrije Liberalen en een groot deel der
Unie-Liberalen en de Economische
Bond en een paar miniatuur-partijtjes
een zelfstandig bestaan zouden blijven
leiden. In hoofdzaak hadden zij toch
hetzelfde programma en vonden zij
hunne aanhangers in dezelfde kringen.
Door samensmelting zouden zij hunne
positie in het parlement versterken,
de kans op toeloop van nieuwe leden
krijgen en de kosten van afzonderlijke
partijblaadjes uitsparen.
Niet gewenscht scheen het ons echter,
alle vrijzinnigen, ook de vrijzinnig
democraten en de met hen gelijkgezinde
leden van de Liberale Unie en welke
geestverwanten van hen er nog mochten
zijn onder de kleinere partijtjes, in n
partijverband te brengen.
Voor een vrijzinnig allegaartje hebben
wij nooit iets gevoeld. Onder de vrijzin
nigen heerscht groot verschil van mee
ning over sociale vraagstukken. Men
vindt onder hen een groot aantal con
servatieven, die de maatschappelijke
toestanden in hoofdzaak ongewijzigd
[? Tj/DGENGOTEN <
HUGO STINNES
I
De wereld heeft hem eerst leeren kennen
in den zomer van het vorige jaar op de con
ferentie te Spa. Twee groote vraagstukken,
behalve de schadeloosstelling der
Ententelanden, beheerschten daar den loop der ver
handelingen : de ontwapening van Duitsch
land en zijn steenkolenlevering aan het
Frankrijk dat tijdens de bezetting door
Duitsche troepen zijn mijnengebied meedo
genloos had zien verwoesten.
Von Seecht had in Spa Duitschlands
weermacht te verdedigen gehad ; nauwlijks was
zijn aandeel aan de diplomatieke conferentie'
geëindigd en had zijn lange steil militaire
figuur, in de enge uniform geprest, de deur
achter zich gesleten gezien of een korte ge
drongen gestalte vertoonde zich voor de
mannen bijeengekomen om Duitschland hun
wil op te leggen. Een werkmans-type, donkere
kortgeknipte haren, zware baard, stekende
oogen, maar in het matbleeke gezicht de
uitdrukking van een die gewoon is zijn wil
te zien zegevieren. Een onverzettelijke met
het steunpunt in zichzelf, geen werkman,
.maareen industrieel, de heer van het Duitsche
kolenkantoor, Hugo Stinnes, beschikker over
ongetelde millioenen.
Wanneer hij gaat spreken en zijn meening
willen laten, maar ook velen, die de
noodzakelijkheid van diep ingrijpende
hervormingen erkennen. Er zijn er, die
bijna elke bemoeienis van den staat met
maatschappelijke aangelegenheden uit
den booze achten, maar ook evenveel
misschien, die aan den staat de taak
willen opdragen,,maatschappelijke her
vormingen te leiden en te regelen.
Tusschen deze beide richtingen moet
de politieke scheidslijn loopen. Ver
splintering van wat bijeen behoort is
dwaas ; maar even dwaas mag het
heeten, samen te willen houden wat in be
ginsel verdeeld is.
Toen dan ook de liberale concentratie
in wording was, hebben wij den wensch
geuit, dat de nieuwe partij om zich heen
zou groepeeren alle vrijzinnigen, die op
maatschappelijk gebied conservatief
voelen ; voor de overigen was het aan
gewezen, hetzij zich te voegen bij de
vrijzinnig-democraten, hetzij met dezen
een nieuwe partij te stichten.
Wij achtten ditdeste meer gewenscht,
omdat op den duur ook de partijen der
rechterzijde met uitzondering alleen
van de christelijk-historischen uiteen
zullen moeten vallen in een conserva
tieve en ,een vooruitstrevende fractie
en deze wenschelijke splitsing bevor
derd zal worden, wanneer de vrijzinni
gen daartoe het voorbeeld hebben ge
geven. Voor de christelijk-historischen
maakten wij een uitzondering, omdat
de vooruitstrevende elementen in deze
partij ten eenenmale ontbreken; zij
is reeds nu een zuivere partij van het
behoud.
Aanvankelijk scheen het, alsof de
nieuwe partijformatie, die sedert den
potsierlijken naam van Vrijheidsbond
heeft gekregen, ook de op maatschappe
lijk gebied vooruitstrevende vrijzinni
gen tot zich wilde lokken.
In het ontwerp-programma, dat door
een commissie uit de verschillende par
tijen werd opgesteld, las men o.a. deze
alinea :
Samenwerking van kapitaal, intel
lect en arbeid ; bevordering van mede
zeggenschap van den werknemer in de
daarvoor vatbare groote bedrijven".
Deze redactie was vaag genoeg om
niemand af te schrikken. Met de me
dezeggenschap van den werknemer"
kon men de vooruitstrevenden paaien ;
maar de conservatieven werden tegelijk
gerustgesteld : de medezeggenschap zou
alleen nog maar worden bevorderd"
en ook dit zou slechts gebeuren in ,,de
daarvoor vatbare groote bedrijven".
De conservatieve vrijzinnigen lieten
zich daarmede echter niet tevreden
stellen. Zij dreven door, dat in het defi
nitieve programma van den Vrijheids
bond de zooeven aangehaalde alinea
aldus werd geredigeerd :
Samenwerking van kapitaal, intel
lect en arbeid ; bevordering van het
bewustzijn, dat medezeggenschap van
den werknemer, ten aanzien van arbeids
voorwaarden en inwendige organisatie,
gewenscht is in de daarvoor vatbare
bedrijven".
Daarmede was de medezeggenschap"
voldoende gekortwiekt. Zij zou zich
alleen mogen laten gelden ten aanzien
van arbeidsvoorwaarden en inwendige
organisatie", en het gevaarlijke, dat
deze beperkte medezeggenschap nog
mocht hebben, werd geheel weggeno
men door de andere wijziging, die in de
redactie was aangebracht: de Vrijheids
bond zou niet bevorderen, dat deze
medezeggenschap werd ingevoerd, maar
alleen het bewustzijn bevorderen, dat
zij gewenscht was!
Niet alleen bij de wijziging van deze
alinea hebben de conservatieve elemen
ten van den Vrijheidsbond, d.w.z. de
vroegere vrije-liberalen, naar zich toe
getrokken. Gaandeweg bleek, dat zij in
de nieuwe partij de lakens uitdeelden.
Tot voorzitter van den Vrijheidsbond
werd de leider der vrije liberalen ge
kozen, de heer Dresselhuys. Bij de
propaganda voor de nieuwe partij trad
hij het meest op den voorgrond. Hij
reisde het land door om de beginselen
der partij aan den volke te verkondigen.
Daarbij accentueerde hij de conserva
tieve gezindheid van den Bond. In een
te Utrecht gehouden redevoering gaf hij
het parool aan : gematigd tegenover
rechts, scherp tegenover links".
Het orgaan van den Vrijheidsbond,
het weekblad de Vrijheid", dat in de
plaats treedt van de partijbladen, die
vroeger door Vrije Liberalen, Liberale
Unie en Economischen Bond werden
uitgegeven, zal geredigeerd worden door
een vrij-liberaal, die tot dusverre de
Kameroverzichten voor de Nieuwe Rott.
Courant schreef.
Wij voor ons hebben geen reden, het
te betreuren, dat de Vrijheidsbond de
partij der conservatieve liberalen is ge
worden ; integendeel, wij hebben juist
gewenscht, dat dit zou gebeuren.
Zeker, er was ook een andere.gang
van zaken denkbaar geweest, waaraan
wij de voorkeur zouden hebben ge
geven. De fusieplannen der vrijzinnigen
hadden ook tot dit gevolg kunnen lei
den, dat alle vooruitstrevende liberalen
zich met de vrijzinnig-democraten tot
ne partij hadden vereenigd, en dat de
vrije liberalen en hunne geestverwanten
uit de andere vrijzinnige partijen met de
christelijk-historischen waren samen
gesmolten.
Nu dit echter niet geschied is en
er kon reeds daarom geen sprake van
zijn, omdat, de christelijk-historischen
nog in coalitieverband willen blijven
met de andere partijen van rechts
juichen wij het toe., dat de Vrijheids
bond niet de dubbelzinnige partij is ge
worden, die vroeger de Liberale Unie
was, maar dat hij pp maatschappelijk
gebied het conservatieve vaandel heeft
ontplooid.
Alleen maar de op dit gebied voor
uitstrevende vrijzinnigen moeten nu ook
gewaarschuwd zijn en zich niet laten
verlokken om een partij te steunen,
waarbij zij niet thuis behooren.
Bij de fusie is de heele Liberale Unie
overgegaan naar de nieuwe partij, hoe
wel een deel van de
Liberale-Uniemannen veel dichter stond bij de
vrijiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiniiitii iiiiiiiiimiin IIIMIIIII
iiiiiiiitiiitiiiiniii
zegt over de Entente-mogendheden, door
de overwinningskoorts aangetast", die het
onmogelijke van Duitschland eischen, wordt
hij door den voorzitter der conferentie aan
gemaand zich te matigen, en hij kijkt van het
papier op dat hij in de hand houdt, ik ben
hier niet gekomen om complimenten te
maken," zegt hij rustig en gaat voort met wat
hij heeft mee te deelen.
Millerand voert daarna het onderhoud in
grooten Franschen stijl. Dat redt de positie
en redt haar heel mooi.
Want het eigenaardige van Stinnes' zelf
standig heerschende stelling, maakt dat hij
in de Duitsche pers verre van een onverdeel
den aanhang bezit. Het meest tegenstrijdige
weet zij van hem te vertellen. Hij is voor haar
de stut van de Volkspartij die naar het oude
régime voor Duitschland terugverlangt en
de man die op een aansluiting aan de Fransche
belangen hoopt, de volksvertegenwoordiger
die het vervallen land een nieuwe
ruggegraat zal geven en de voorstander van de
bezetting door Fransche troepen van het
geheele Roergebied, omdat hij daardoor de
socialisatie van het mijnbedrijf denkt te ont
gaan. In den grond der zaak kon men den
onafhankelijke zin van Stinnes niet zetten.
Hij is op zijn tijd werkman geweest, omdat
hij zijn eigen weg in de wereld heeft willen
maken, maar hij behoort niet tot den werk
mansstand. Integendeel, hij is van een der
vijf of zes families die economisch de macht
in handen hebben in het Rijn- en Roergebied
en in Westfalen land.
De invloed van het geslacht Stinnes, men
kan ook spreken van de dynastie, gaat terug
tot het begin der 19e eeuw en tot zijn groot
vader Mathias Stinnes, in zijn tijd de oude
Mattes" geheeten.
Mathias was de zoon van een Rijnschipper,
maar in hem zat de zelfstandigheidskoorts
die hij aan zijn kleinzoon heeft nagelaten.
Die kleinzoon heeft hem echter niet ge
kend ; lang voor zijn geboorte Hu£o
Stinnes is thans vijftig jaar heeft de oude
man hel aardsch verkeer op den Rijn en elders
zijn eigen gang laten gaan, nadat hij van de
gansche ontwikkeling der Rijnvaart getuige
was geweest.
Die is van strikte gebondenheid gegroeid
tot een vrijheid zonder wezenlijke belemme
ring.
Ja, in het begin der voorgaande eeuw was
het Rijngebied wel verdeeld onder vijf en
dertig staatjes en potentaatjes, die ieder van
zijn nabuurschap aan de groote rivier, slag
ader van den handel, hun voordeel wilde
trekken en overal tollen hadden gevestigd,
totdat eerst de gezegende Fransche revolutie
in de verdeelde streek eenheid bracht en
later het congres van Weenen het gebied
toewees aan den koning van Pruisen.
Mathias Stinnes begon zijn loopbaan van
schipper en kolenhandelaar op zijn achttiende
jaar. Zijn eerste waagstuk ondernam hij
door het koopen, bij zijn boot, van een kolen
hok voor de som van 1240 thalers. Daarmee
is hij op gang gekomen, want van zijn
schipper mag men toch niet zeggen dat hij
zijn voet in den stijgbeugel had.
Geen zeven jaren waren voorbijgegaan of
hij had een scheepvaartdienst georganiseerd
van Keulen op Holland, en n;/g een paar
jaar verder telde hij 66 eigen vaartuigen op
stroom en was druk bezig om de hindernissen
in de vaart op te ruimen, nu verscheiden
steden aan den Rijn nog privilegiën van vracht
en stapelrecht hadden behouden.
Hij zette door, verwisselde den
trekschuitdienst met paarden in een stoomsleepdienst
rivier-opwaarts, breidde zijn handel uit door
de producten van den Boven-Rijn naar Hol
land in te voeren en van daar overzeesche
zinnig-democraten dan bij de vrije
liberalen.
Naarmate het duidelijker aan den dag
komt, dat de fusie eigenlijk beteekent:
een versterking van de vrij-liberale
partij, beginnen de
democratisch-gezinde liberalen te begrijpen, dat zij het
kind van de rekening zijn geworden.
Een hunner, de vroegere voorzitter
van de Liberale Unie, prof. Heeres
maar hij was als voorzitter reeds afge
treden, voordat de fusie tot stand kwam
en draagt dan ook voor die fusie geener
lei verantwoordelijkheid heeft on
langs uiting gegeven aan het gevoel van
ontevredenheid, dat bij een aantal
vroegere Liberale-Unie-mannen over
den gang van zaken heerscht.
En hij opperde daarbij het denkbeeld,
dat deze vrijzinnigen, die zich in den
Vrijheidsbond niet thuis gevoelen, met
de vrijzinnig-democraten in n
partijverband zullen treden ; de
VrijzinnigDemocratische Bond zou zich dan moe
ten ontbinden, alleen hierom reeds,
omdat de heer Heeres en degenen,
namens wie hij spreekt, in de tegen
woordige leiding van dien Bond geen
vertrouwen stellen.
Op dit laatste punt: de wijze, waarop
een eventueele vereeniging van alle
vooruitstrevende vrijzinnigen in n
partijverband zou kunnen geschieden,
wenschen wij hier niet in te gaan ; de
bereidheid van de vrijzinnig-democraten
om met den heer Heeres nader van ge
dachten te wisselen, zal inttisschen wel
voornamelijk hiervan afhangen, of deze
een handjevol, dan wel een vrij groote
groep van aanhangers achter zich heeft.
Maar wél willen wij onze instemming
betuigen met de door den heer Heeres
uitgesproken gedachte, dat alle voor
uitstrevende vrijzinnigen zich tot ne
staatkundige partij vereenigen, onver
schillig of deze dan Vrijzinnig-Demo
cratische Bond zal heeten, dan wel een
anderen naam zal aannemen.
Aan de zuiverheid van het staatkun
dig leven in ons land kan dit slechts ten
goede komen.
K E R N K A M i1
UIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
DE AMSTERDAMSCHE
KINDERPOLITIE.
lllllllllllllllllllHII'llt
Geen enkel overheidsorgaan kan zich op
den duur onttrekken aan het verleenen
van sociale hulp. Allerminst de. politie, die
door den aard harer functie, harer macht
en middelen zoo bij uitstek in staat is per
sonen en toestanden te leeren kennen, maat
schappelijke schipbreukelingen, cf die het
dreigen te worden, te vinden en dezen het
eerst de helpende hand te leiken.
De politie, wellicht dat zij zich in den
eersten tijd strikt gehouden heeft aan de haar
oorspronkelijk opgedragen taak, heeft deze
dan ook langzamerhand uitgebreid met
werkzaamheden, liggende op het terrein
van het maatschappelijk hulpbetoon en
wel die, waartoe zij zich voelde aangewezen.
Voorbeelden hiervan zijn : het tijdelijk onder
dak verschaffen aan dakloozen ; het ver
strekken van voedsel aan hongerigen ; het
verleenen van eerste hulp bij ongelukken ;
lllimlIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllHimlINIIIlllllllimillllllllIlllllllll
waren te exporteeren, liet zijn schepen op
.zee varen naar Hamburg en Stettin en kocht
.eigen mijnen aan voor den steenkolenhandel.
In n woord hij legde den grondslag %'oor een
firma van grootreederij, groothandel en
grootin ij n bezit.
Na den ouden Mattes kwam het klein
Matiske en niet altoos was het voor den wind
varen. De fondamenten waren toch stevig
gelegd, het huis kwam aldoor vooruit, al
had het ook, als in het jaar 1848, zware
stormen te doorstaan. Totdat Hugo Stinnes
de tweede zoon van den jongsten spruit van
Mattes een werkzaam aandeel gaat nemen
aan den arbeid der firma....
Gelijk reeds werd vermeld, hij begon met
mijnwerker te worden en zich in eigen persoon
op de hoogte te stellen van wat in de mijnen
werd gedaan. Dan richtte hij met beperkte
middelen een eigen firma op, die na eenige
tijd zich aansloot bij de groote familie-firma.
Hij kent van jongs af niets anders dan ar
beiden en heeft in verscheiden opzichten de
manieren en de taal van een werkman. Hij
kan het ook best verdragen wanneer hij door
zijn werknemers familiaar wordt bejegend.
Zij allen hebben in hun hart een grooten
eerbied en een groote vrees voor hem. Hij is
een .van de zeer weinigen die in het
werkluikwartier met zijn automobiel kan rijden
zonder een schimpwoord te hooren. Ieder
weet dat hij het niet doet vior zijn gemak.
Want niemand is harder en meer voort
durend bij zijn zaken dan hij. Zelfs in de
revi.lutie-dagen is er nooit een schot tegen hem
gelost.
Vrijen tijd gunt Hugo Stinnes zich niet,
altijd is hij aan hét bedenken, aan het be
rekenen, aan het de handen uitsteken. Een
echt man van zaken, zonder zenuwen, zonder
neigingen, altoos de cijfers en de praktijk
voor oogen; heel verre uitzichten, maar langs
den grond der werkelijkheid, instinctief het
Aan onze Medewerkers
De redactie acht het gewenscht, haren
medewerkers en inzenders nadrukkelijk
te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo
veel mogelijk rekening te houden met den
voor het Weekblad meest gesc,hikten om
vang. Te lange artikelen leveren ver
schillende bezwaren op, zijn ook voor
de lezers veel minder aantrekkelijk. De
normale afmeting van artikelen moet
op ten hoogste 1500 woorden, en die
van Feuilletons op ten hoogste 2000
woorden -worden gesteld.
Van met potlood geschreven bijdragen
kan de redactie geen kennis nemen;
evenmin van die bijdragen waarvan het
papier aan beide zijden is beschreven.
Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge
typte copie in te zenden.
Alle inzendingen moeten
geadresseerd worden: Aan
het Secretariaat der Redactie
van De Amsterdammer", Week
blad voor Nederland, Keizers
gracht 333, Amsterdam, zonder
vermelding van persoonsnamen.
Eventueele vragen over drukproeven
overdrukken, tijdstip van plaatsing e.d.
eveneens en uitsluitend te richten tot het
Secretariaat".
lllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII.IMIIlM
het geven van raad en steun in allerlei, ook
buiten den eigenlijken politiedienst liggende,
zaken; het opsporen en teiugbrengen van
minderjarigen enz.
Niet steeds echter werd in voldoende mate
gevoeld, dat bovenbedoelde werkzaamheden
inderdaad een onderdeel uitmaken van de
politietaak en dientengevolge had de behande
ling daarvan dikwijls op eenigszins stief
moederlijke wijze plaats.
In den laatsten tijd evenwel is de politie
zich meer bewust geworden, aat zij op sociaal
gebied een taak te vervullen heeft.
De eerste stap in deze richting werd in
1911 in Rotterdam gedaan door de aanstelling
van een vrouwelijke politieambtenaar met
den titel van politie-assistente" bij de
afdeeling Zedenpolitie.
Duidelijkheidshalve zij hier vermeld, dat
onder Zedenpolitie moet worden verstaan de
centraliseering van de politiebemoeienis met
alle zedendelicten ; arbeid dus niet
behoorende tot het z.g. maatschappelijk werk"
en geheel liggende binnen het oorspronkelijk
arbeidsveld der politie.
Deze dienst kwam voortdurend in nauwe
aanraking met meisjes van meer of min
der slecht zedelijk gedrag, en steiker dan
vroeger werd daardoor door de politie gevoeld,
dat zij die meisjes niet mocht laten gaan
zondei eene poging in het werk te hebben
gesteld, haar voor verdere afdwaling te
behoeden.
Dit werd het werk van de politie-assistente.
Haar werd opgedragen, hulp en steun te
.verleenen, voor zoover noodig, aan meisjes,
die in de door de Zedenpolitie behandelde
zaken betrokken waren en ook en deze
mui iiiiiiiiiaiiaiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiuiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiHiii
mogelijke zoekend en dan frisch wagend,
Toen men hem zijn idee vroeg over soci
alisatie van den arbeid, merkte hij op:
,,Wanneer men maar niet denkt, dat er iets
uitgericht kan worden door middel van
decreten, men kan de persoonlijkheid van
den leider der onderneming niet missen ; als
ik de kansen moet nagaan van een zaak,
vraag ik mijzelf eerst af: wie en waar is de
man die het ding doet, en waar zijn de
flinke geschikte werklui ? Vind ik die niet,
dan steek ik er mijn vingers niet in. Zoo
zal het in de toekomst blijven: aan den
ondernemer de leiding en voor de arbeiders
zoo groot mogelijk deel aan de winst en
een goed bestaan,"
..Maar waarvoor werkt ge eigenlijk zoo
ingespannen en geeft ge u zoo ontzaggelijk
veel moeite ?" vroeg iemand hem, nadat zij
samen een lastige zitting hadden bijgewoond
en naar huis gingen.
Hugo Stinnes wachtte een oogenblik, sloeg
zijn oogen op en keek den metgezel, een
socialist van het zuiverste water, met een
eigenaardigen blik aan. alsof hij hem een
les wou geven en toch ook ironisch kon zijn
tegenover zichzelf, hij, die een reusachtig
vermogen heette te hebben.
Voor mijn kinderen," antwoordde hij.
Was het niet misschien het meest juiste
bescheid dat hij kon geven? In zijn persoon
zette hij een traditie voort, door de ouderen
der familie gegeven, op zijn beurt leverde
hij haar over aan zijn nakomelingen. Die
groote industrie-huizen van Rijnland en
Westfalen zijn op hun wijs dynastiën. Zij
hebben het devies: werken en altijd werken.
Dat is hun hartstocht, hun macht en hun
beperking.
Laat ons het werk van Stinnis nagaan.
W. G. C. BYVA NCK