Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
10 Sept. '21. No. 2307
CLEMENCEAU WEER IN DE POLITIEK
Teekentng voor de Amsterdammer" van Jordaan
VRAAQTi
SI-FA-KO
SIOAKEH
Hot voorn*mmmto Sorlomork
Le Tigre
lllllllllliniHIIIIIIIIIIIIIIIMIMIIIIIIIIMIMIIIIIllllltllllllMIIIMMIIIHIUIIMIMIUtlllllllllll
uitbreiding had ten doel haar arbeid meer
preventief te doen zijn aan meisjes, over
wier gediag de ouders kwamen klagen. Te
recht oordeelde men, dat hier eene vrouw
met meer succes werkzaam zou kunnen zijn
dan een man.
Het voorbeeld van Rotterdam is door
meerdere steden, waar een afdeeling Zeden
politie bestond, gevolgd.
Een tweede nog grootere stap in diezelfde
richting nu is 'nam een jaar geleden door
Amsterdam gedaan door de oprichting van
de Kinderpolitie met het doel: bescherming
van het kind op de hieronder aangegeven
wijze, voor zoover noodig en mogelijk in
samenwerking met personen en lichamen, die
een gelijk doel beoogen.
De werkzaamheden der Kinderpolitie om
vatten :
A. het bijstaan met raad en daad van ouders, die
zich over het gedrag hunner kinderen komen
beklagen;
lllllllimlIIMIIIIIIIIIIIIlllllllllHtlllMIIIIIHIIIIIIItlllllllllllHUMmMMNMI
J. S. MEUWSEN,Hofl., A'DAM-R'DAM-DEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
?aiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiii
LITTERAIRE
BESCHOUWINGEN
VI
DANTE EN DE ZEE
B. het tegengaan van slechte behandeling of
verwaarloozing van kinderen door hunne verzorgers;
C. het hulp zoeken voor kinderen, die hunne ver
zorgers missen en dadelijke hulp behoeven ;
D. het tegengaan van bedelen, spijbelen,
liedjeszingen en zwerven van kinderen;
E. het toezicht houden op plaatsen van verleiding
voor de jeugd (markten, danshuizen, verdachte
café's, bioscopen e. d.) om, indien wenschelijk,
de ouders van de aldaar aangetroffen kinderen
te waarschuwen;
F. het opsporen en terugbrengen van minder
jarigen, die zich aan het over hen gestelde
gezag hebben onttrokken;
G. de behandeling van alle, door Voogdijraden
e. d. aan de politie gerichte verzoeken om in
lichtingen, en
H. de handhaving van verbodsbepalingen, speciaal
in het belang der kinderen gemaakt als: het
tentoonstellen van voor de jeugd
zinneprikkelende afbeeldingen, verkoopen van tabaks
artikelen aan kinderen enz.
De Kinderpolitie verricht dus, uitgezonderd
het onder punt H vermelde, geen eigenlijk
politiewerk". Dit karakteristieke verschil
heeft men duidelijk naar voren willen doen
komen en daarom ook is de dienst onderge
bracht in een heerenhuis en is aan het inte
rieur een zoo weinig mogelijk politiebureau
achtig aanzien gegeven. Ook heeft hierbij
de overweging gegolden, dat het publiek
in het algemeen ongaarne naar een bureau
van politie gaat.
Het behoeft geen betoog, dat de arbeid
der Kinderpolitie voor een stad als Amsterdam
van niet geringen omvang is en dus niet
aan een luttel aantal personen kan* worden
opgedragen. In n jaar tijds is het aantal
'bij de Kinderpolitie dienstdoende ambtenaren
dan ook reeds verdriedubbeld. Thans zijn
onder leiding van een hoofdinspecteur daarbij
werkzaam gesteld : 2 inspecteurs, 3 inspec
trices ^i), 4 vrouwelijke en 12 mannelijke
agenten. Ook dit aantal zal verdere uitbreiding
moeten ondergaan, zoo men het werk naar
behooren wil verrichten.
Op de inspectrices rust een belangrijk
onderdeel van de aan het bureau opgedragen
taak en wel het met raad en daad bijstaan
van ouders, die zich over het gedrag hunner
kinderen komen beklagen. De inspectrices
spreken met de ouders en kinderen, zoeken
contact met kinderbeschermeride instellingen
en nemen in overleg met de ouders, de maat
regelen, welke het beste voor het kind moeten
worden geacht. Psychiatrische en
paedagogische voorlichting staan haar hierbij ten
dienste. Alleen in de gevallen, waarin meer
resultaat van de bemoeienis van een man mag
worden verwacht, geschiedt het door een
inspecteur.
Ook stellen de inspectrices zoo noodig
persoonlijk onderzoeken in en leggen controle
bezoeken af.
Wat de vrouwelijke agenten betreft, zij
zijn in de eerste plaats aangewezen de in
spectrices te assisteeren. Zij stellen in opdracht
van dezen onderzoeken in en transporteeren
en houden toezicht op daarvoor in aanmerking
komende minderjarigen.
De inspecteurs instrueeren agenten, be
handelen de door de surveilleerende agenten
aangebrachte zaken, de ingekomen stukken
en doen andere werkzaamheden van adminis
tratieven aard.
De mannelijke agenten verrichten
sqrveillancedienst en stellen in opdracht onder
zoeken in.
Tot op zekere hoogte werkt c!e geheele
politie van Amsterdam aan den arbeid der
Kinderpolitie mede, want de commissarissen
doen het bureau mededeeling van alle te
hunner kennis gekomen gevallen, waarin de
Kinderpolitie naar hun oordeel nuttig werk
zal kunnen verrichten. Het bureau krijgt
verder opgave met vermelding van bijzon
derheden van alle tegen minderjarigen op
gemaakte processenverbaal.
Op .een tweetal bijzonderheden wil ik nog
even de aandacht vestigen. De eerste is, dat
aan het bureau Kinderpolitie geen
kindernttiHimimiiiMiiimiiiiiMi
j Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij
[DE GRUYTER&Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Bergplaatsen voor Inboedels l
strafzaken worden behandeld en dus als
regel geen processenverbaal tegen kinderen
worden opgemaakt.
Deze regeling doet oppervlakkig beschouwd,
eenigszins vreemd aan, maar toch berust
zij op goede gronden. Daargelaten, of het in
een groote stad als Amsterdam practisch
uitvoerbaar zou zijn alle kinderstrafzaken
aan n bureau te behandelen, zou het over
bodig en verkeerd wezen. Overbodig niet
alleen, omdat de Kinderpolitie, zooals gezegd,
opgave krijgt met vermelding van bijzon
derheden van alle tegen kinderen opgemaakte
processen-verbaal, maar ook omdat er reeds
ambtenaren bestaan, die hunne zorg uit
strekken over kinderen tegen wie geverbali
seerd is, met name de Ambtenaren van de
Kinderwetten. En verkeerd zou het zijn, wijl
het bureau anders zijn bijzonder karakter
zou verliezen en daarmee het vertrouwen
van het publiek.
De tweede bijzonderheid is, dat zij geen pa
tronaat aanvaardt.
Zij is de meening toegedaan, dat dienten
gevolge op den duur de suggestieve" macht,
welke zij thans over het kind bezit, zal ver
loren gaan en daardoor de goede werking
der instelling zal worden geschaad. Verme
den moet worden, dat het kind zich op
het bureau thuis gaat gevoelen en vooral
dat het en zoover zou het tenslotte toch
komen tot de ontdekking komt, dat
de Kinderpolitie (die in zake kinderbescher
ming geen speciale bevoegdheid bezit) ook
niet veel meer kan doen dan waarschuwen
en vermanen. Daarom geen patronaat.
De Kinderpolitie wil niet anders zijn dan
de raadgeefster in eerste instantie en wil verder
door preventief, correctief en, waar noodig
en mogelijk, door repressief optreden haar
doel trachten te bereiken.
Iedereen zal wel overtuigd zijn, dat van een
Kinderpolitie een zegenrijke werking kan
uitgaan. En dat dit ook werkelijk het geval
is, heeft zij in haar korten bestaanstijd reeds
bewezen.
Zoo is het haar gelukt, een einde te
maken aan .het bedelen door of met kin
deren, een misstand, welke in de hoofdstad
in de laatste jaren een grooten omvang had
aangenomen ; zoo heeft zij op verzbek van
schoolhoofden in zeer ernstige gevallen van
onwettig schoolverzuim, als zelfs rechterlijke
vonnissen geen verbetering konden aanbren
gen, de nalatige ouders tot hun plicht gebracht;
heeft ze met succes haar invloed aangewend
in gevallen van verwaarloozing of slechte
behandeling van kinderen, en heeft zij menig
ouder, die zich over het gedrag van zijn kind
kwam beklagen, met goed gevolg van raad
gediend.
Hiermee zou haar bestaansrecht m. i.
reeds voldoende bewezen zijn, doch aange
nomen mag worden dat zij meer heeft be
reikt. Immers het'nut van een instelling als
deze de politie in het algemeen is er een
voorbeeld van schuilt hoofdzakelijk in
de groote preventieve kracht, welke er van
uit gaat. De gevolgen hiervan zullen wellicht
eerst veel later waarneembaar zijn, maar nu
reeds manifesteeren zij zich eenigermate in
uitdrukkingen, zopals in volksbuurten worden
gehoord : Als je je kinderen niet beter
verzorgt, zal ik het aan de Kinderpolitie
zeggen", ,en Jongen, -als je niet oppast,
breng ik je naar de Kinderpolitie".
De uitbreiding van het werk der politie
met een Kinderbeschermingsdienst zal ook
haar zelve ten goede komen. Haar arbeid
komt er door op een hooger plan te staan en
krijgt een breederen idieëelen kant. Duide
lijker zal daardoor blijken, dat zij niet enkel
wil zijn de sterke arm maar ook de helpende
hand, hetgeen hare populariteit zal doen
toenemen ! C. E. G. H o o E N D i j K
Chef van de Amsterdamsche Kinderpolitie
iiiiiiiiiiiiiimiuitiimiiiiim
" «"IMIIIIIII IMIIIIIMIIII.I11,,,,,,, Hlllllllllllim -M1HMI
iiiiiiiimiiiMiiiiiiiiiiii
In 1908 schreef ik in het 24ste Sonnet 1)
aan Dante gewijd, het volgende :
"Wie eens uw watervelden heeft aanschouwd
O zee, waarpover zilvren glansen glijen
en zag uw eindelooze golvenrijen
Aanstrijken van de kimme, grijs en goud,
Wie eens met uwer blauwe woestenijen
Schriklijk bestaan verzoend werd en ver
trouwd
en voelde aan uwe rotsen, grauw en oud,
de ontroerde ziel tot ruimer bloei gedijen,
? hoe kan die anders dan in smachtend
dulden
de droefheid ondergaan van enger sfeer?
Hij kent geen vreede in 't veilig landschap
meer,
Schoon aarde en zon hem eiken wensen
vervulden.
Hij wil de wijdheid der verlaten kusten,
als kon hij nader daar aan God's hart
rusten."
Voor mij gaat de gedachte aan Dante
altijd samen met gedachten aan de zee. Ik
las hem aan zee, en als ik hem ergens anders
lees moet ik aan de zee denken, en als ik
aan Dante denk, verlang ik naar de zee.
Het kleine, armoedige visschersdorp is dan
voor mij vol van Dante's grootheid. Is het
door het statig ritme? door het plechtige
geruisen? door de gestadige herinnering aan
het verheevene, dat door woorden niet kan
worden weergegeeven maar achter alle
woordenpracht zich verbergt? Is het dat onbe
schrijfelijke, dat men stemming" noemt?
Er zijn voor mij twee dichters die de ge
weldige stemmings-kracht der zee verdragen:
Sheüey en Dante.
Veel spreekt Dante niet oover de zee,
maar welbekend zijn de schoone reegels:
l'alba vinceva l'ora mattutina
ch'èfuggia innanzi, si che di lontana
Conobbi il tremolar della manna".
De dageraad ooverwon den adem van
den morgen, die voor haar vluchtte, zoodat
ik van verre-het trillen van de zee herkende."
Deeze reegels, in het oorspronkelijk, roepen
voor mij op het beeld van een hoogen-weg,
een heuvelpad, en in de verte het trillende
blinken van de zee, met al de heerlijkheid
van het onverwachtte schoone en ruime,
het groote eeuwige water.
Men behoeft niet zeer goed italiaansch te
1) Dante en Beatrice, W. Versluijs, 1908,
kennen om te hooren, hoe in die drie reegels
een sterke stemming is uitgedrukt, en de
eerste, tweede en derde harmonieën
aanweezig zijn,
In mijn sonnet is gezegd, rhoe zoowel het
verblijf aan zee, als het leezen van Dante
ons zoodanig stemt en verheft, dat wij on
gevoelig worden voor de streeling van ander
landschaps-schoon of van meer gewoone,
enkel welluidende of geestige poëzie.
Voor zeer sterke natuuren is deeze wer
king blijvend. Voor hen is de stemmings
kracht van Danteske beelding, en de nabijheid
van het groote water, bij storm of stilte,
altijd zeegenrijk of verheffend. Minder
krachtigen houden het een paar maanden, of een paar
weeken, of enkele dagen uit - om dan door
het kille, en eentoonige, of het grootsche en
machtige van de zee bezwaard en beklemd
te worden, en de hooge spanning van Dante's
stem en gedachte niet langer onafgebrooken
te verdragen. Deezen gaat de lectuur
verveelen en maakt de zee naargeestig en ver
drietig. Hierin is ieder anders. Maar hoe
sterk ook de verveeling, de somberheid, de
antipathie teegen het eentoonige mpoge zijn
altijd is er een zwijgende erkenning van
de meerderheid van het grootsche en ver
heevene. Men mag zeggen: voor mij te
zware kost!" of AI dat water is me te kil
en te saai!" toch is er een vaag besef, bij
den meest alledaagschen en nuchteren mensen,
dat grootsche en verheeven dingen meer
belang hebben, voor ons allen, dan het alleen
maar genoegelijke of aardige. En dit belang
schuilt in hun betrekking tot het Eeuwig
Leeven, dat wij allen, of we willen of niet,
te gemoet gaan.
De zee spreekt gestadig en altijd door van
het eeuwige en onvergankelijke en Dante's
groot werk is een welbewuste pooging tot ver
woording van alles wat wij omtrent het
Eeuwige Leeven weeten.
Dante is de meest volmaakte representant
van het Dichterschap. Hij was de geleerdste
man van zijn tijd, en omvatte de geheele toen
malige weetenschap. Hij was de man van actie
die als staatsman zijn vaderstad Florence be
stuurde, hij was de krijgsman die persoonlijk
mee kampte in den strijd voor wat hem toen
recht toescheen, de Minne-zanger die de schoon
ste aandoeningen verklankte en vastlegde voor
eeuwen. En eindlijk was hij de
zeedeleeraar en apostel, die al zijn enorme
dichterlijke begaafdheid in dienst stelde van
de heemelsche waarheeden en de goddelijke
Liefde. In onzen tijd is er anarchie, en veele
valsche profeeten en usurpatoren trachten
zich omhoog te werken. De geleerden steunen
op de weetenschap, die naar zij meenen niet
bedriegen kan. De kunstenaars steunen op de
schoonheid, die hen toch het einddoel van
alles toeschijnt. En het verheugt mij dat
ik in 1890 reeds, toen ik mij met het boek
Johannes Viator los scheurde van de
K'oosgroep, in dat boek duidelijk heb gezegd dat
noch weetenschap, noch schoonheid genoeg
waren voor het doel des leevens, maar dat
er n God was boven die allen, die
schijngooden en afgooden zijn 1). Het meest
compleete Dichterschap,' het ideaal waaraan
Albert Verwey zijn leeven wijdde, kan der
menschheid den gemoedsvreede niet geeven.
Dat kan alleen de erkenning en aanbidding
DANTE
naar een schets van Rafaël
van n persoonlijken, innig en vuurig
lievenswaarden God. En in deeze erkenning vond ik
Dante aan mijn zijde.
Mijn hart smacht naar dat verre Vaderland
Waarvan wij beide op aard een vórglans
zagen
toen, nauw-ontwaakt, in blijde kinderdagen
zic,h ziel aan ziele spon met teedren band.
1) Johannes Viator leed. pag. 341,367,368.
TELEURGESTELD
1) Staat gelijk met politie-assistente.'
Oom Jacob was boos op de wereld:
Men had hem niet gedecoreerd.
Hij zocht zich vergeefs bij de lintjes,
Ze hadden Oom Jaap genegeerd.
Hij dokte toch trouw zijn belasting,
Hij werkte toch hard voor zijn brood;
Hij dronk voor 't eten een theetje,
Ze vonden hem nooit in de goot.
Hij kende geen Huis van Bewaring;
De deurwaarder maande hem niet;
Nooit had hij iets valsch onderteekend;
Zelfs ging hij t\og nimmer failliet.
Hij was zeer soliede verzekerd,
Hij zat in geen zeden-schandaal,
Hij volgde-geen Troelstra of Wijnkoop,
Hij was nog niet eens liberaal.
Ook was hij geen Lid van de Kamer,
Hij foeterde niet in den Raad.
Hij was voor den vijftien-uur-werkdag
En rechts hield hij altijd op straat.
Hij kuste geen andermans kaantjes;
Zijn vrouw was hij spijkervast trouw;
Hij keek naar geen kuitjes en halsjes;
Hij had ze niet achter de mouw.
Hij deed niet aan plakkerig dansen,
Hij kwam in geen fuif-cabaret;
De laatste tram hoorde hij zelden,
Hij lag tegen tienen in bed.
Een loggertje liet hij nooit zinken,
Ook brand had hij nimmer gesticht;
De zaak waar hij jaren kantoorde,
Had hij voor geen cent opgelicht.
Steeds was hij plichtmatig geschoren,
Zijn haar droeg hij burgerlijk kort,
Zijn boordjt was helder en glanzend,
Hij at met zijn hand naast zijn bord.
Toch stond hij niet onder de lintjes;
Toch hadden ze hem genegeerd
Oom Jacob was boos op de wereld-:
Men had hem niet gedecoreerd.
J. H. SPEENHOFF
IIIJHIIIIIIIIIIllllllllllHIHHUIimil UmiHIIMIIIIIIIllillllllllMIIMiMiiMIlM
UMIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GBAYENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWLJK.
UDENHOUT, LOCHEM en BOBCULO.
Agentschappen in IndiB:
BATAYIA, SOERABAYA,
8EMABANG, BANDOENG»MEDAN e
WELTETBEDEN.
nut*. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllftllllllllllllllllllllliilllllllllllllllllll
Toen, door dat bliksemfelle licht geslagen
verhief zich ons verwonderde verstand
en bleef om 't kernvuur van zoo schoonen
brand
en om terugkeer van dat lichtheil vragen.
Dat is miin smart, dat raakt het diepste
weezen
van al mijn vreugde en leed, dat geeft de
klank
van innigheid aan deeze zwakke zangen
Als klank van verre Kerk-klok in den nacht
d'eenzamen dwaler oover duistre heiden
vertroostend meldt waar zijn verwanten
beiden,
waar hem de lang gederfde haardstee wacht,
zoo heeft van ver 't plechtstatige geluid,
bij de eersten flauwen aangalm uwer woor
den,
mij 't trouwelijk thuis der eigen ziel geduid,
en d'ooren van 't verlaten kindje hoorden
met grooter vreugd de moeder niet,die 't riep,
dan ik die roepstem uit der eeuwen diep".
De schoonste en meest-bekende reegel van
de gansche Divina Commedia is wel de heer
lijke slotreegel
,,1'amor che move il sole e l'altre stelle".
De Liefde die de zon beweegt en de andere
sterren.
Gij steegt omhoog,op wieken, sterk en blank,
van een grootmachtig, triomfant verlangen;
mijn wonde brandt nog altijd ongeneezen".
Die brandende wonde, toen nog ongeneezen,
is de drang naar verlossing en schulddelging,
die niet kan worden gestild, dan door
goddelijken bijstand. Het was geen afgunst die mij
zoo tot den grooten zanger deed spreeken. Hij
was mij vór, in zijn tijd was de strijd gemak
kelijker, er was meer eenheid van Godsdienst,
en de weetenschap stond niet als
stof-aanbidding teegenoover de Kerk. Dante kon toen
nog doen wat nu onmoogelijk is : de weeten
schap geheel omvatten. Nu werken duizend
specialiteiten, zonder leiding.
Maar de Weg is dezelfde, de Weg, die ook
de Waarheid is, en het Leeven.
,,'t Zij dan door zesmaal honderd jaar ge
scheiden
't Zij dan zoo ongelijk van maat en macht
Zijn telgen wij nochthans van n geslacht
en draagt n liefde-stronk ons, bloesems,
beiden.
In de vita nuova vindt men deeze groote
Liefde in haar eerste oopenbaring, als nog min
of meer sexueele liefde, beschreeven. Bij de
eerste ontmoeting met Beatrice bezwijmde de
jonge knaap, onder den geweldigen eersten
aangreep van de liefde. Duidelijk is hier dit
bekende feit, dat sexueele liefde oovergaat tot
heemelsche liefde. Dante en Beatrice hebben
elkaar maar weinig malen gezien. Zij stierf
jong, en Dante trouwde met Gemma Donati,
met wie hij ongelukkig was. Maar Dante's
liefde voor Beatrice is onvei zwakt gebleeven
en deed hem later haar ontmoeten in 't Para
dijs. Het in de Vita Nuova beschreeven vizioen
kan niet anders beduiden als dit: dat Dante
door zijn dwalingen verbitterd was, en dat
toen Beatrice zijn hart met al zijn bitterheid
verteerde" en door dit offer den weg tot den
heemel voor hem oopende.
Het is kenmerkend voor de oude zucht naar
sensatie in het menschelijk karakter, en voor
de neiging der menschen tot het akelige en
gruwelijke een duivels-neiging dat van de
drie deelen der Divina Commedia de Inferno
verreweg het best gekend en het meest be
wonderd is. De meeste menschen weeten van
Dante alleen dat hij in de Hel is geweest. Dat
hij ook Vagevuur en Paradijs door-trok en
beschreef, weeten maar betrekkelijk weinigen.
En toch is de poëtische waarde van Purgatorio
en Paradiso zeeker niet minder dan die van
de Inferno.
Voor mijn persoonlijke smaak is Purgatorio
het schoonste en verheevenste deel van de
drie.
Nu wil ik nog doen opmerken dat Dante's
dfchtwerk alle vijf door mij onderscheiden
harmonieën vertoont in hoogste intensiteit,
zoowel de eerste, eenvoudigste, de zinnelijke
welhiidendheid, als de allerhoogste de religieu
ze wijsheid, het zuivere godsbesef als diepe
inhoud. En bij hem is ook het apostolaat ge
wichtiger dan het dichterschap.
Hieruit volgt echter ook dat Dante's werk
niet metrisch vertaald kan worden. De beste
vertaling die ik ken is de Engelsche, uit de
Temple Classics", edited by Israël Gollancz,
published by 1. M. Dent & Co Aldine House
London".
Er zijn meerdere Hollandsche vertalingen,
waarvan die van I. I. L. ten Kate en van Joan
Bohl het best bekend zijn. Als ik mij wel her
inner, stond er voor jaren een plaat van
Braakensiek in de Groene, waar Bohl en ten Kate
elkaar met krukken te lijt gaan roepend :
Kreupele Dante" en Jijzelf een kreupele
Dante".
Ik meen dat ze allebei gelijk hadden. De
vertalingen zijn beiden eeven slecht, omdat een
metrische berijmde vertaling in het Hollandsen
niet goed kan zijn. De eerste en tweede har
monieën worden er totaal door verwoest en
door hun dwang worden ook de hoogere aan
getast. Ook de enkele fragmenten die ik van
heedendaagsche dichters las, lijden aan het
zelfde euvel. Het eenige wat men in eerbied
voor den grooten Dichter doen kan is een proza
vertaling, zoo zuiver en letterlijk moegelijk.
De lagere harmonieën worden daardoor
opgeheeven zonder door den dwang van metrum
en rijm, de hoogere te schaden.
F R E D E R i K VAN EEDEN