Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17 Sept. 21. No. 2308
WEST-HONGARIJE ALS
BRANDPUNT
door J. H. B. KERNRAMP.
L
Wanneer men de gebeurtenissen, welke ge
durende den laatsten tijd hebben plaats ge
grepen in .de" verschillende landen, die in de
successie der voormalige
Oostenrijksch-Hongaarsche dubbelmonarchie hebben gedeeld,
nauwkeuriger volgt en zich moeite geeft, het,
dikwijls niet direct zichtbare.verband tusschen
deze gebeurtenissen naar voren te brengen,
geraakt men tot de overtuiging, dat aan de
moeilijkheden, welke zich in de laatste weken
bij de overgave van West-Hongarije hebben
voorgedaan, diepere oorzaken te gronde liggen
dan de al of niet gemotiveerde verschillen in
opvatting tusschen de beide, direct bij het
geschil betrokken partijen.en dat de gevolgen
dezer ?moeilijkheden zich bezwaarlijk zullen
beperken tdt eene wijziging in de, toch reeds
uiterst labiele, verhouding welke sinds de
ineenstorting der oude dubbelmonarchie 'tus
schen Hongarije en Oostenrijk langzamerhand
is ontstaan.
De grootere belangen, die bij de annexatie
van de West-Hongaarsche komitaten in het
spel ? zijn, worden op dit oogenbjlk echter niet
op den voorgronUgebracht, doch maken het
onderwerp uit, van onderhandelingen en dis
cussies waaraan blijkbaar zoo min mogelijk
? ruchtbaarheid wordt gegeven en waarvan
elfs de aandacht schijnt te worden afge
leid door middel van directe perscampagnes
over de aangelegenheiden van meer
onder"gesphikten aard, met het kennelijk doe! de
?publieke opinie?vooral inWest-Europa op
een zijspoor te leiden.althanste localiseéren tot
de beoordeeling der dagelijksche gebeurte
nissen in het gebied.waarom de strijd tusschen
de Oostenrijksche gendarmerie en de
Hongaarsche vrijscharen wordt gevoerd.
Uit den aard der zaak is het meerendeel der
berichten over de voorvallen in West-Hon
garije afkomstig uit bronnen welke bij het
Oostenrijksch-Hongaarsche geschil direct be
trokken zijn en dus de noodige objectiviteit
veelal missen. De meeste berichten zijn van
Oostenrijksich origine en de meeste perscitaten
die men hier onder de oogen krijgt zijn af
komstig uit Weensche dagbladen, hetgeen te
verklaren is door het feit, dat de groote
buitenlandsche pers te Weenen beter vertegen
woordigd is dan te Budapest, en tevens een
gevolg is van de omstandigheid, dat de bijna
uitsluitend in het Hongiarsch weergegeven op
vattingen van de Budapester dagbladen moei
lijker haar weg tot de groote menigte vinden.
De indrukken die men zich aldus uit deze
berichten kan vormen, leiden aan eene een
zijdigheid die de rol, welke Hongarije in het
geschil speelt, in sommige opzichten te zwart
afbeeldt en de tegenslagen, welke Oostenrijk
bij de inbezit-neming van het Burgenland"
heeten te treffen, wel zeer in den breede op
den voorgrond brengt.
Daarbij komt nog dat de stemming ten
opzichte van Oostenrijk en Hongarije, zooals
die thans bij een overgroot deel van het publie'k
heerscht, voor eene dergelijke subjectieve be
richtgeving bij uitstek gunstig is. Men is toch
over 't algemeen geneigd.het gevoel van
mede' lijden met het Oostenrijksche volk, dat in de
laatste jaren meer tegenspoed moest onder
vinden dan het werkelijk bleek te kunnen ver
dragen, ook uit te strekken tot de tegenslagen
welke zich voor de republiek bij de
inbezitname der West-Hongaarsche komitaten
voordoen,terwijl men.ouder gewoonte .gretig gehoor
schenkt aan de Schreckensnachrichte" welke
over het Horthy-Hongarije met hernieuwden
ijver worden verspreid, vooral wanneer daarbij
mm
MUIS TflUEIBIK
UI
VAN DER HOOP'
MEUBELBEWARINQ.
EN TRANSPORT MIJ.
Oiiiluiiind
limtigd:
TELEF09N
AMSTERDAM
VAK HAAR LAATST
VERSCHENEN
PROSPECTUS
i. Trompitnit
219$ ZWO
MIIIIIIIIIIIHtllllllllll
namen als Friedrich, Kejjas en Pronay op
den voorgrond worden gebracht, namen die
de Hongaarsche zaak in het buitenland reeds
belangrijk meer schade hebben berokkend
dan door de pleidooien van een patriot als
Apponyi en een werker als .Roland Hegedüs,
om slechts deze twee te noemen, kan worden
goedgemaakt.
Het is daarom de moeite waard, de voorvallen
die de laatste weken in West-Hongarije hebben
plaats gevonden ee.ns te bezien, ontdaan van
alle chauvinisme en tendenzieuse reportage,
om daarna te kunnen komen-tot een zuiverder
standpunt en een zuiverder beoordeeling der
grootere oorzaken ei gevolgen, die met deze
voorvallen verband houden.
De vredesverdragen van Trianon en St.
Oermain bepalen, dat een nader omschreven
deel der West^Hongaarsche comitaten aan
Oostenrijk zal worden toegevoegd. De nadere
motiveering hiervan alsook de daaromtrent
vastgestelde details en de voorzieningen, ver
vat in de mantélnota op,het verdrag van
Trianon kunnen hier voorloopig buiten be
schouwing worden gelaten. Zij doen niets af
aan het feit, dat Hongarije, door
onderteekening van dit verdrag, de verplichting op
zich genomen heeft, te zijner tijd het
WestHongaarsche gebied aan Oostenrijk over te
dragen. De veelvuldige officieele en officieuze
verklaringen van Hongaarsche zijde, waarin
steeds opnieuw werd betoond, dat Hongarije
alles in het werk zou stellen, de drukkende
verplichtingen van het vredesverdrag na te
komen, hebben aan deze contractueele ver
plichting de noodige moreele kracht bijgezet.
In het vredesverdrag wordt voorts het over
te dragen gebied steeds als eenheid beschouwd,
eene onderverdeeling in zones komt daarin
niet voor, zoodat een gedeeltelijke overgave,
zooals die thans van Hongaarsche zijde in
praktijk is gebracht, zich niet baseert op de
vredesbepalingenen dientengevolge als onrecht
matig dient te worden gekwalificeerd ; waar
aan het feit, dat de intergeallieerde militaire
commissie in Sopron gemakshalve wel dege
lijk twee zones onderscheidt, vanzelfsprekend
niets afdoet.
Waar men zich van Oostenrijksche zijde
bij de overname met nauwgezetheid heeft ge
houden aan de aanwijzingen welke door de
controleorganen der Entente zijn gegeven, kan
de verantwoordelijkheid voor de onregel
matigheden die bij deze overname hebben
plaats gevonden voor zooverre zij althans
n der beide betrokken staten als zoodanig
kan worden aangerekend Oostenrijk niet
drukken, maar komt geheel ten laste van
Hongarije
Dit is het theoretische standpunt, zooals
het noodzakelijkerwijze moet worden af
geleid uit de bestaande verdragen en zooals
het dan ook van Oostenrijksche zijde is ge
handhaafd, met terzijdestelling van alle andere
overwegeingen.
Een'pond yleesch van den koop
man komt U tóe ; het Hof bevestigt
dit en de wet moet het U toestaan".
Op dit theoretisch standpunt stelt zich ook
de Entente, in de nota, welke de te Budapest
geaccrediteerde vertegenwoordigers der groote
mogendheden op 6 September aan den Minis
ter van Buitenlandsche zaken, Graaf Banffy
overhandigden. En daarmee schijnt het oor
deel over Hongarije geveld: schuldig bevonden
aan contractbreuk, aan tweeslachtigheid in
zijn ten opzichte' van West-Hongarije ge
voerde politiek en aan het zich verstoppen
achter de zoogenaamde onverantwoorde
lijke lementen"| de bendegangers van Kejjas
en Pronay en de volgelingen van Friedrich,
die, vereenigd in ruiterbenden en zwaar be
wapende vrijscharen de Oostenrijksche gen
darmeriebezetting het verblijf in Burgenland
vergallen.
Tegenover deze, op zichzelf moeilijk
bestrijdbare, theoretische uiteenzetting van het
geval wordt van Hongaarsche zijde op grond
van practische overwegingen echter betoogd,
dat een overgave van West-Hongarije, zooals
die door Oostenrijk thans volgens den letter
van het contract wordt geeischt.niet doenlijk
is, zonder dat de finantieele en economische
aangelegenheden die tusschen Oostenrijk en
Hongarije tengevolge van, en in verband met
de uitvoering van de territoriale bepalingen
van het vredesverdrag acuut geworden zijn ,
tegelijkertijd worden geregeld, of althans de
noodige garantie voor eene latere afdoening
daarvan worde gegeven.
De overgave van West-Hongarije brengt
namelijk de regeling van verschillende vraag
stukken met zich mede, waarbij voor Honga
rije belangrijke finantieele vorderingen op
het spel staan, en waaruit voor Oostenrijk
zware verplichtingen tegenover Hongarije
resulteeren. Zoo is bijvoorbeeld geen regeling
getroffen omtrent de verrekening der in
WestHongarije gelegen staatseigendommen, waar
van de waarde door Hongarije op 3J milliard
wordt geschat. Weliswaar bevat deze post
meerdere uitgaven, welke dateeren van voor
iiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiii
DE VIJFDE JAARBEURS IN
VOGELVLUCHT
: Individualist en kriticus is de mensch in
zijn studeer- of huiskamer, ? plaats hem in
e«n .nenigte en hij ondergaat met feillooze
zekerheid de suggestie van het collectieve en
massale. Hoe is hef anders te verklaren dat
onder de standbewoners rondom het vaste
jaarbeursgebouw wel klaagliederen worden
gehoord, terwijl de bewoners van het groote
steenen warenhuis tevredener waren, hoe
is het anders te verklaren dan uit de zuigende,
magnetische kracht, die van de drie wijd
open poorten uitging van het vaste gebouw,
die permanente opslokkers van alle levende
ladingen der menschen - vervoerende
vracht-auto's en van de inhouden der al te
kinderlijk gebouwde en te tentoonstelling
achtig met vanen en geurige festoenen ge
tooide, trammetjes? Over de wijde vlakte
van het Vreeburg, waar alles: de contouren der
huizen buiten de omheining, de bonte
verzameling expositie-tentjes, ja misschien wel de
silhouet in de verte vanden grijzen, nimmer
afgerestaureerden Dom, waar alles kleiner
scheen dan de kolos van het vaste gebouw,
over die vlakte vormden de beenende stoeten
zich vanzelf tot een optocht, waarvan de
staart verward was in de tourniquets en
zuurkramen daarachter en 'de kop stond in de
wijde Ingangshal van Utrechts nieuwste
wereldwonder. En wie tot dien kop was op
geschoven, onderging vreemde gewaarwor
dingen. De ingangshal van het jaarbeursge
bouw met het zachte licht van zijn als oogen
schijnende, geel omfloerste lampen, met het
wel niet zeer fraaie, maar tol weemoed
stem" mende, omkranste borstbeeld van van Zijst,
met opeens het stemmige van door witte
wanden omsloten wijdheid zou iets van een
tempel hebben, wanneer het niet om u heen
van circuleerende menschen met gonzende
stemmen wemelde als in de wandelgangen van
het Pal ai s Bourbon te Parijs. De groote liften
(boemel- en snelliften op z'n Amerikaansch)
gaan op en neer en zoemen een
jaarbeurslied met monotoon motief, n als ge dan naar
boven kijkt, waar langs de trappen de wan
den in groote witte bakken zijn uitgebouwd,
op welker wanden ge allerlei ziet geëtaleerd.
dan voelt ge u opeens weer midden in de
business. Het' gebouw heeft iets
tweeslachtigs, iets stemmigs en toch iets gedrukts, iets
kils en nuchtere met zijn regelmatig boven
elkander liggende, gestucadoorde
trapomlijstingen en toch weer, met zijn gekleurde
vensters, door de Utrechtsche nijverheid aan
gebracht, met zijn overal op de
trapportalen geplaatste banken en zijn
koffie-enthee-kamertjes, welke de organisatoren der
jaarbeurs als ware menschenvrienden op elke
verdieping hebben neergezet, iets
buitengewoon behagelijks. Het heeft alle
kilte van het officieele gebouw, maar alle
gerieflijkheid van het beschaafde warenhuis,
'4?en de exposanten, zij zorgen wel voor kleur
en leven ! Het systeem van het gebouw is
simpel en overzichtelijk. Vijf malen hebt ge
u in de rondte te bewegen telkens op een
hooger plan, dat brengt regelmaat in uw
vermoeiend bezoek.
iillliiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiMilmiiiiilliiiitiiiiMiiiiiiiiliiiiiiiiiiMiiliim.-iiiii ...
linmilllllllllllllnilltllllMliillliiiil iiiiiiiiiiit«iilii»i
Mr..P. Fockema Andrea, voorzitter der
Jaarbeurs
Wij stijgen de breede trappen op, en we
deinen mee rondom het ontzaglijk trappen
huis. Wij wandelen langs de vele kleine
kameren die de gangen begrenzen en waar de
weelde van nationale en vreemde industrieën
is uitgestald. En als wij zoo voortwandelen,
aldoor in de rondte, voelen wij ons als in een
reusachtige, stil liggende mailboot. Eigen
aardige beweging, die.van een menschenmassa,
bezig en opgewekt-geprikkeld, een menschen
massa die niet slentert, maar toch zonder
centraal, gemeenschappelijk doelpunt is, die
zich mee laat sleuren, om dan bij gedeelten
zich terzijde in de monsterkamers te verliezen.
Wanneer wij kijken in al die kleine intérieurs
lijkt het ons als wordt er in dat groote jaar
beursgebouw een ontelbaar aantal eenakters
opgevoerd. Want iedere monsterkamer is als
een klein tooneeltje, en de vertegenwoordigers
van de verschillende vennootschappen zitten
in luie stoelen geanimeerd met elkander te
praten en te rooken, soms.in de toonkamers
voor voedings- en genotmiddelen, met een
flesch van de aangeprezen heerlijkheden tus
schen zich, terwijl sierlijke rookpluimen, uit
geurige sigaren opgestegen, een ranke recla
me pogen te teekenen boven hun hoofden.
En wij misprijzen liet Lot, dat ons tot het
hier zaken doen" niet heeft voorbestemd.
Hoe gaarne hadden ook wij ons rijk geconver
seerd in deze knusse handelskabinetten !
Maar in andere kamers is het stiller, daar n\
soms een eenzame exposant als op een eiland
tusschen de geboende vlakte van zijn tijdelijke
woon, en ordent en wacht, en gaapt. Toch moet
ge scherpe oogen hebben om hem op te mer
ken, want in de meeste kamers is beweging en
vertier en sommige zelfs harer bewoners
hebben de deuren toegeschoven en de gor
dijnen laten zakken het zijn voor eenige
Overzicht van het Vreeburgterrein met op den achtergrond het nieuwe gebouw.
oogenblikken gereserveerde coupé's voor den
handel, en de loute,r nieuwsgierigen worden
verre gehouden :. Zaken gaan voor.
Wanneer gij lezers van ons weekblad niet
tevens lezers waart van de dagbladen, dan
zouden wij monsterkamer voor monster
kamer met u betreden.
Thans, nu wij reeds weten wat er op de
Jaarbeurs te koop was, interesseeren ons voor
al de onderscheidingen. Er was verschil in de
wijze van exposeeren, er was verschil in aan
prijzing en bedoeling. Er waren van die stille,
deftige stands, waar men bijna fluisterend en
voornaam zaken deed als in een stil kantoor, en
waar de i>acunfi£-jaarbeursbezoeker niets vond
wat van zijn gading was, er waren er, als
winkels in het klein, waar ieder kon kijken
zonder te worden lastig gevallen, en daar
naast had men de demonstreerende exposan
ten, de uitstallers bij voorbeeld van een heele
verzameling mecharrisch-gedreven
kinderspeelgoed, dat verweg in het groote, holle gebouw
zijn hamertjes liet klinken of, op het
Vreeburgterrein, de proefwerkende machines. Sommige
exposanten, zooals Verkade die zijn stands in
licht liet stralen, zochten het in den glans
en de smakelijkheid van de verschijning hunner
verzamelingen, anderen verhieven hun bedrijf
tot een symbool.van zijn hoogste bedoelingen.
De expositie van de Oouda-kaarsfabriek was
als de kapel van de, 'Jaarbeurs, met zijn hoog
rijzende witte waskaarsen, die als op kleine
altaren waren samengebracht. Het leven
omringt u in afzijn houdingen. Zijner
verkoopers die zich het strak-voorname, het haast
hautaine zakendoen uitsluitend met belang
hebbenden konden veroorloven, aan den
anderen kant kwam er een bezige, een tierige,
een in haar overbeleefdheid haast opdrin
gerige reclame ieder lastig vallen. In de groote
tent voor reclame-artikelen op het Kanaal
straat-terrein deed men ware aanvallen op
mogelijke détail-inkoopen, -?- en Utrecht is
in de jaarbeursdagen bedolven geweest onder
een veelkleurige sneeuw van reclame-biljetten,
die van alle zijden uit vaardige handen, uit
wagens en auto's, ja zelfs uit vliegtuigen rond
zweefden en nederdaalden tusschen de dui
zenden deelnemers aan de jaarbeursbeweging.
Om het groote, vaste jaarbeursgebouw heen
op het Vreeburgterrein had de beweging der
menigte die in duizend richtingen ging, een ge
heel afzonderlijk karakter. Het was daar niet
het stage rondgaan van een menschenstroom
binnen stemmige omwandingen, het was
daar naar h;t uiterlijk meer het feestelijke,
het fleurige, het waaierige van een tentoon
stelling. Daar wapperden de vanen, daar hoor
de men geklank van vele talen, door het
internationale speciaal van dit
jaarbeursgedeelte, daar stampten de machines, en
stonden de reusachtige producten van som
mige groot-industrieën, zooals een enorme
luxe-auto, te kijk. Daar was het
handelspavilioen, het secretariaat van de Jaarbeurs, daar
mengde zich het officieele tusschen het zake
lijke, men zag er heeren met- hooge hoeden op
en neer gaan, men wachtte e r. zee r lange kwar
tieren op het vertrek van de Landsvorstin.
Dit bezige jaarbeursgedeelte grensde aan
vertier en verkeer, het was het bruggehoofd
voor de verbinding met de Kanaalstraat, het
was de drempel van het Jaarbeurs-restaurant.
Het jaarbeursrestaurant! O supreme délice
van het nog altijd provinciale Utecht met zijn
te kort aan ontspanningsgelegenheden. Wij,
Utrechters,hadden nooit van zooiets gedroomd
zooals wij er nooit vin gedroomd hadden dat
eenmaal eui kl.in stuk van onze stad zou
worden afgeknipt en in een wereldstad her
schapen, met een verkeersintensiteit, een
file van automobielen en trams, een
menschenmenigte, die denken doen aan Londen of
Parijs terwi'i daarachter het oude, grijze
statige Utrecht met zijn stille, diep-liggende
grachten roerloos en onbewogen toeft. Het
Jaarbeursrestaurant is deftig, men treedt er
over mollige tapijten, men zit erin gemakkelij
ke leuningstoelen, er is een paerse schijn, het
licht is er diep-getimbreerd, het is voornaam
veel minder protserig dan zijn Vader,
Central in den Haag, gedempter en offici
eeier dan Américain in Amsterdam.
fin wie vertoefd heeft in het
Jaarbeurscaféer is, waar de bediening nog niet al te
vlot gaat, gelegenheid genoeg om uit te rusten,
verlangt naar het buitenverblijf van de
Jaarbeurs, het Kanaalstraat-terrein. Hij maakt
zich meester van n der schaarsche plaatsen
op een der talrijke vehikelen, laat hij oppassen
niet over een ezeltje te vailcn dat zichzelf aan
de kaak stelt door een hord op zijn rug, waarin
hij vraagt waarom hij niet een bepaald artikel
koopt! Omdat ik een e/.el hen. Op den kop \an
de sight-seeiiiii car gaat het vliegensvlug door
Utrecht op /.ijn drukst, onder de
spoorwegW. Oraadt van Roggen, Secretaris
der Jaarbeurs.
viaduct waar reusachtige Jumbo's staan te
puffen en dan opeens daar is men buiten,
in een behagelijk park, waar een fonteintje
spuit wat in de eerste hittedagen onuit
sprekelijke lafenis gaf en men overziet ge
makkelijk dit terrein. Wat een voordeel dat
deze vijfde jaarbeurs op twee punten geconcen
treerd en daardoor gesystematiseerd kon wor
den. Het slingerachtige, het vermoeiende is
er aanmerkelijk door verminderd. Hier, op
het Kanaalstraat-terrein verschijnt het oude
tentjes-idee, het aan de tentoonstelling gren
zende, maar het geeft rust doordat het
opzichzelf een eenheid is. Wat hebben wij ei al
niet gezien en gedaan? Wij hebben er het
coöpereerend Friesland gezien in de monster
kamer van de Friesche maatschappij van
Landbouw, wij hebben er kazen bewonderd,
gereed gemaakt voor de meest uiteenloopende
internationale gewoonten, wij hebben er
Belgische corsetten-industrieën gezien en dikke
menschen zien rondspringen op een door een
Belgische firma geïmporteerde springstok voor
kinderen. Maar het is alweer niet onze bedoe
ling de exposeerende industrieën stuk voor
stuk te gaan beschrijven. Wij zijn gelukkig
als ge met ons de vriendelijke herinnering be
leeft aan dit waarlijk smaakvol ingericht
openlucht-filiaal van de jaarbeurs en, aan het eind
van vele tochten, met ons in de veranda van
het Indisch-uitziend restaurant achter de
oranje koordjes gaat zitten, die die veranda
afscheiden van het buitene en door een koei
glas ranja van de vele vermoeiende ervaringen
bekomt.
Wie, met het oog op het ontzaglijk aanta.
toegangskaarten, dat is verkocht, geest
driftig uitroept: De jaarbeurs was een
enorm succes! moet even gemaand wor
den tot voorzichtigheid. Er zijn industrieën,
die opspringen van vreugde, er zijn er andere
die zitten met een lang gezicht.
Een algemeene klacht is de concurrentie van
het buitenland. De buitenlanders, vooral de
Duitschers, zijn op deze jaarbeurs hogelijk
tevreden, dit volk van werkers vergeet zijn
misere m hernieuwde krachtsinspanning,
en het biedt tegen ons op, tegen ons met onze
hooge valuta's en enorme werkloonen. Alge
meen is de klacht over den achturigen werkdag.
Indien wij voortgaan met het ondermijnen van
onze welvaart door een al maar toegeven
aan uiterst-linksche eischen, dan gaat onze
industrie naarden kelder ! Men moet maar eens
gesproken hebben met onze piano-fabri
kanten,met veel van onze metaal-industrieëlen.
En nu rijst onmiddellijk de vraag naar de
beteekenis der internationalisatie van de
beurs. Het buitenland is tevreden: de
Duitschers vooral ; de Engelschen zijn zeer
sympathiek gestemd. Maar onder de
Nederlandsche deelnemers zijn er die den
prikkel der internationalisatie als een aan
sporing tot krachtsontplooiïng gevoelen, an
deren die hun gedachten nietkunnen afwenden
van de ellende derbuitenlandscheconcurrentie.
Wij voor ons, gelooven dat men met vasten
tred op den weg der internationalisatie voort
moet gaan. Indien men uit het meest algemeen
gezichtspunt de jaarbeurs beschouwt, dan
kan men de waarde van het internationaal
ontmoetingspunt-zijn van ons Vaderland
niet uit het oog verliezen. Geen bescherming,
maar de hekken open dat is, indien wij
daarbij zoo wijs zijn de drakonische arbeidswet
te verzachten, het eenig genezend parool!
Ten siotte de vraag naar de toekomst der
beurs. Het jaarbeursbestuur kan content zijn
over den buitengewonen meevaller, die deze
vijfde Nederlandsche en eerste
Nederlandschinternationale jaarbeurs is gebleken ! En waar
reeds thans tal van aanvragen zijn ingediend
voor expositie op de volgende beurs, daar is
allerminst aanleiding voor de door vele stor
men en moeilijkheden heenreizende energieke
mannen die de jaarbeurs besturen, om te
versagen. Tech moet men na de hooge vlucht,
die de vijfde jaarbeurs nam,bedachtzaamheid
niet laten overschijnen door al te groot
enthousiasme. De economische toestand in
onzen tijd is grillig en nog altijd onzeker.
Nauwkeurige oriënteering zal de voorberei
ding van de zesde beurs moeten vergezellen.
Maar het is wel zonneklaar gebleken dat de
poging met kracht kan en moet worden
voortgezet.
P. H. R l TT E K Jr
I'e tiappen op..