De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 17 september pagina 2

17 september 1921 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 Sept. 21. No. 2308 WEST-HONGARIJE ALS BRANDPUNT door J. H. B. KERNRAMP. L Wanneer men de gebeurtenissen, welke ge durende den laatsten tijd hebben plaats ge grepen in .de" verschillende landen, die in de successie der voormalige Oostenrijksch-Hongaarsche dubbelmonarchie hebben gedeeld, nauwkeuriger volgt en zich moeite geeft, het, dikwijls niet direct zichtbare.verband tusschen deze gebeurtenissen naar voren te brengen, geraakt men tot de overtuiging, dat aan de moeilijkheden, welke zich in de laatste weken bij de overgave van West-Hongarije hebben voorgedaan, diepere oorzaken te gronde liggen dan de al of niet gemotiveerde verschillen in opvatting tusschen de beide, direct bij het geschil betrokken partijen.en dat de gevolgen dezer ?moeilijkheden zich bezwaarlijk zullen beperken tdt eene wijziging in de, toch reeds uiterst labiele, verhouding welke sinds de ineenstorting der oude dubbelmonarchie 'tus schen Hongarije en Oostenrijk langzamerhand is ontstaan. De grootere belangen, die bij de annexatie van de West-Hongaarsche komitaten in het spel ? zijn, worden op dit oogenbjlk echter niet op den voorgronUgebracht, doch maken het onderwerp uit, van onderhandelingen en dis cussies waaraan blijkbaar zoo min mogelijk ? ruchtbaarheid wordt gegeven en waarvan elfs de aandacht schijnt te worden afge leid door middel van directe perscampagnes over de aangelegenheiden van meer onder"gesphikten aard, met het kennelijk doe! de ?publieke opinie?vooral inWest-Europa op een zijspoor te leiden.althanste localiseéren tot de beoordeeling der dagelijksche gebeurte nissen in het gebied.waarom de strijd tusschen de Oostenrijksche gendarmerie en de Hongaarsche vrijscharen wordt gevoerd. Uit den aard der zaak is het meerendeel der berichten over de voorvallen in West-Hon garije afkomstig uit bronnen welke bij het Oostenrijksch-Hongaarsche geschil direct be trokken zijn en dus de noodige objectiviteit veelal missen. De meeste berichten zijn van Oostenrijksich origine en de meeste perscitaten die men hier onder de oogen krijgt zijn af komstig uit Weensche dagbladen, hetgeen te verklaren is door het feit, dat de groote buitenlandsche pers te Weenen beter vertegen woordigd is dan te Budapest, en tevens een gevolg is van de omstandigheid, dat de bijna uitsluitend in het Hongiarsch weergegeven op vattingen van de Budapester dagbladen moei lijker haar weg tot de groote menigte vinden. De indrukken die men zich aldus uit deze berichten kan vormen, leiden aan eene een zijdigheid die de rol, welke Hongarije in het geschil speelt, in sommige opzichten te zwart afbeeldt en de tegenslagen, welke Oostenrijk bij de inbezit-neming van het Burgenland" heeten te treffen, wel zeer in den breede op den voorgrond brengt. Daarbij komt nog dat de stemming ten opzichte van Oostenrijk en Hongarije, zooals die thans bij een overgroot deel van het publie'k heerscht, voor eene dergelijke subjectieve be richtgeving bij uitstek gunstig is. Men is toch over 't algemeen geneigd.het gevoel van mede' lijden met het Oostenrijksche volk, dat in de laatste jaren meer tegenspoed moest onder vinden dan het werkelijk bleek te kunnen ver dragen, ook uit te strekken tot de tegenslagen welke zich voor de republiek bij de inbezitname der West-Hongaarsche komitaten voordoen,terwijl men.ouder gewoonte .gretig gehoor schenkt aan de Schreckensnachrichte" welke over het Horthy-Hongarije met hernieuwden ijver worden verspreid, vooral wanneer daarbij mm MUIS TflUEIBIK UI VAN DER HOOP' MEUBELBEWARINQ. EN TRANSPORT MIJ. Oiiiluiiind limtigd: TELEF09N AMSTERDAM VAK HAAR LAATST VERSCHENEN PROSPECTUS i. Trompitnit 219$ ZWO MIIIIIIIIIIIHtllllllllll namen als Friedrich, Kejjas en Pronay op den voorgrond worden gebracht, namen die de Hongaarsche zaak in het buitenland reeds belangrijk meer schade hebben berokkend dan door de pleidooien van een patriot als Apponyi en een werker als .Roland Hegedüs, om slechts deze twee te noemen, kan worden goedgemaakt. Het is daarom de moeite waard, de voorvallen die de laatste weken in West-Hongarije hebben plaats gevonden ee.ns te bezien, ontdaan van alle chauvinisme en tendenzieuse reportage, om daarna te kunnen komen-tot een zuiverder standpunt en een zuiverder beoordeeling der grootere oorzaken ei gevolgen, die met deze voorvallen verband houden. De vredesverdragen van Trianon en St. Oermain bepalen, dat een nader omschreven deel der West^Hongaarsche comitaten aan Oostenrijk zal worden toegevoegd. De nadere motiveering hiervan alsook de daaromtrent vastgestelde details en de voorzieningen, ver vat in de mantélnota op,het verdrag van Trianon kunnen hier voorloopig buiten be schouwing worden gelaten. Zij doen niets af aan het feit, dat Hongarije, door onderteekening van dit verdrag, de verplichting op zich genomen heeft, te zijner tijd het WestHongaarsche gebied aan Oostenrijk over te dragen. De veelvuldige officieele en officieuze verklaringen van Hongaarsche zijde, waarin steeds opnieuw werd betoond, dat Hongarije alles in het werk zou stellen, de drukkende verplichtingen van het vredesverdrag na te komen, hebben aan deze contractueele ver plichting de noodige moreele kracht bijgezet. In het vredesverdrag wordt voorts het over te dragen gebied steeds als eenheid beschouwd, eene onderverdeeling in zones komt daarin niet voor, zoodat een gedeeltelijke overgave, zooals die thans van Hongaarsche zijde in praktijk is gebracht, zich niet baseert op de vredesbepalingenen dientengevolge als onrecht matig dient te worden gekwalificeerd ; waar aan het feit, dat de intergeallieerde militaire commissie in Sopron gemakshalve wel dege lijk twee zones onderscheidt, vanzelfsprekend niets afdoet. Waar men zich van Oostenrijksche zijde bij de overname met nauwgezetheid heeft ge houden aan de aanwijzingen welke door de controleorganen der Entente zijn gegeven, kan de verantwoordelijkheid voor de onregel matigheden die bij deze overname hebben plaats gevonden voor zooverre zij althans n der beide betrokken staten als zoodanig kan worden aangerekend Oostenrijk niet drukken, maar komt geheel ten laste van Hongarije Dit is het theoretische standpunt, zooals het noodzakelijkerwijze moet worden af geleid uit de bestaande verdragen en zooals het dan ook van Oostenrijksche zijde is ge handhaafd, met terzijdestelling van alle andere overwegeingen. Een'pond yleesch van den koop man komt U tóe ; het Hof bevestigt dit en de wet moet het U toestaan". Op dit theoretisch standpunt stelt zich ook de Entente, in de nota, welke de te Budapest geaccrediteerde vertegenwoordigers der groote mogendheden op 6 September aan den Minis ter van Buitenlandsche zaken, Graaf Banffy overhandigden. En daarmee schijnt het oor deel over Hongarije geveld: schuldig bevonden aan contractbreuk, aan tweeslachtigheid in zijn ten opzichte' van West-Hongarije ge voerde politiek en aan het zich verstoppen achter de zoogenaamde onverantwoorde lijke lementen"| de bendegangers van Kejjas en Pronay en de volgelingen van Friedrich, die, vereenigd in ruiterbenden en zwaar be wapende vrijscharen de Oostenrijksche gen darmeriebezetting het verblijf in Burgenland vergallen. Tegenover deze, op zichzelf moeilijk bestrijdbare, theoretische uiteenzetting van het geval wordt van Hongaarsche zijde op grond van practische overwegingen echter betoogd, dat een overgave van West-Hongarije, zooals die door Oostenrijk thans volgens den letter van het contract wordt geeischt.niet doenlijk is, zonder dat de finantieele en economische aangelegenheden die tusschen Oostenrijk en Hongarije tengevolge van, en in verband met de uitvoering van de territoriale bepalingen van het vredesverdrag acuut geworden zijn , tegelijkertijd worden geregeld, of althans de noodige garantie voor eene latere afdoening daarvan worde gegeven. De overgave van West-Hongarije brengt namelijk de regeling van verschillende vraag stukken met zich mede, waarbij voor Honga rije belangrijke finantieele vorderingen op het spel staan, en waaruit voor Oostenrijk zware verplichtingen tegenover Hongarije resulteeren. Zoo is bijvoorbeeld geen regeling getroffen omtrent de verrekening der in WestHongarije gelegen staatseigendommen, waar van de waarde door Hongarije op 3J milliard wordt geschat. Weliswaar bevat deze post meerdere uitgaven, welke dateeren van voor iiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiii DE VIJFDE JAARBEURS IN VOGELVLUCHT : Individualist en kriticus is de mensch in zijn studeer- of huiskamer, ? plaats hem in e«n .nenigte en hij ondergaat met feillooze zekerheid de suggestie van het collectieve en massale. Hoe is hef anders te verklaren dat onder de standbewoners rondom het vaste jaarbeursgebouw wel klaagliederen worden gehoord, terwijl de bewoners van het groote steenen warenhuis tevredener waren, hoe is het anders te verklaren dan uit de zuigende, magnetische kracht, die van de drie wijd open poorten uitging van het vaste gebouw, die permanente opslokkers van alle levende ladingen der menschen - vervoerende vracht-auto's en van de inhouden der al te kinderlijk gebouwde en te tentoonstelling achtig met vanen en geurige festoenen ge tooide, trammetjes? Over de wijde vlakte van het Vreeburg, waar alles: de contouren der huizen buiten de omheining, de bonte verzameling expositie-tentjes, ja misschien wel de silhouet in de verte vanden grijzen, nimmer afgerestaureerden Dom, waar alles kleiner scheen dan de kolos van het vaste gebouw, over die vlakte vormden de beenende stoeten zich vanzelf tot een optocht, waarvan de staart verward was in de tourniquets en zuurkramen daarachter en 'de kop stond in de wijde Ingangshal van Utrechts nieuwste wereldwonder. En wie tot dien kop was op geschoven, onderging vreemde gewaarwor dingen. De ingangshal van het jaarbeursge bouw met het zachte licht van zijn als oogen schijnende, geel omfloerste lampen, met het wel niet zeer fraaie, maar tol weemoed stem" mende, omkranste borstbeeld van van Zijst, met opeens het stemmige van door witte wanden omsloten wijdheid zou iets van een tempel hebben, wanneer het niet om u heen van circuleerende menschen met gonzende stemmen wemelde als in de wandelgangen van het Pal ai s Bourbon te Parijs. De groote liften (boemel- en snelliften op z'n Amerikaansch) gaan op en neer en zoemen een jaarbeurslied met monotoon motief, n als ge dan naar boven kijkt, waar langs de trappen de wan den in groote witte bakken zijn uitgebouwd, op welker wanden ge allerlei ziet geëtaleerd. dan voelt ge u opeens weer midden in de business. Het' gebouw heeft iets tweeslachtigs, iets stemmigs en toch iets gedrukts, iets kils en nuchtere met zijn regelmatig boven elkander liggende, gestucadoorde trapomlijstingen en toch weer, met zijn gekleurde vensters, door de Utrechtsche nijverheid aan gebracht, met zijn overal op de trapportalen geplaatste banken en zijn koffie-enthee-kamertjes, welke de organisatoren der jaarbeurs als ware menschenvrienden op elke verdieping hebben neergezet, iets buitengewoon behagelijks. Het heeft alle kilte van het officieele gebouw, maar alle gerieflijkheid van het beschaafde warenhuis, '4?en de exposanten, zij zorgen wel voor kleur en leven ! Het systeem van het gebouw is simpel en overzichtelijk. Vijf malen hebt ge u in de rondte te bewegen telkens op een hooger plan, dat brengt regelmaat in uw vermoeiend bezoek. iillliiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiMilmiiiiilliiiitiiiiMiiiiiiiiliiiiiiiiiiMiiliim.-iiiii ... linmilllllllllllllnilltllllMliillliiiil iiiiiiiiiiit«iilii»i Mr..P. Fockema Andrea, voorzitter der Jaarbeurs Wij stijgen de breede trappen op, en we deinen mee rondom het ontzaglijk trappen huis. Wij wandelen langs de vele kleine kameren die de gangen begrenzen en waar de weelde van nationale en vreemde industrieën is uitgestald. En als wij zoo voortwandelen, aldoor in de rondte, voelen wij ons als in een reusachtige, stil liggende mailboot. Eigen aardige beweging, die.van een menschenmassa, bezig en opgewekt-geprikkeld, een menschen massa die niet slentert, maar toch zonder centraal, gemeenschappelijk doelpunt is, die zich mee laat sleuren, om dan bij gedeelten zich terzijde in de monsterkamers te verliezen. Wanneer wij kijken in al die kleine intérieurs lijkt het ons als wordt er in dat groote jaar beursgebouw een ontelbaar aantal eenakters opgevoerd. Want iedere monsterkamer is als een klein tooneeltje, en de vertegenwoordigers van de verschillende vennootschappen zitten in luie stoelen geanimeerd met elkander te praten en te rooken, soms.in de toonkamers voor voedings- en genotmiddelen, met een flesch van de aangeprezen heerlijkheden tus schen zich, terwijl sierlijke rookpluimen, uit geurige sigaren opgestegen, een ranke recla me pogen te teekenen boven hun hoofden. En wij misprijzen liet Lot, dat ons tot het hier zaken doen" niet heeft voorbestemd. Hoe gaarne hadden ook wij ons rijk geconver seerd in deze knusse handelskabinetten ! Maar in andere kamers is het stiller, daar n\ soms een eenzame exposant als op een eiland tusschen de geboende vlakte van zijn tijdelijke woon, en ordent en wacht, en gaapt. Toch moet ge scherpe oogen hebben om hem op te mer ken, want in de meeste kamers is beweging en vertier en sommige zelfs harer bewoners hebben de deuren toegeschoven en de gor dijnen laten zakken het zijn voor eenige Overzicht van het Vreeburgterrein met op den achtergrond het nieuwe gebouw. oogenblikken gereserveerde coupé's voor den handel, en de loute,r nieuwsgierigen worden verre gehouden :. Zaken gaan voor. Wanneer gij lezers van ons weekblad niet tevens lezers waart van de dagbladen, dan zouden wij monsterkamer voor monster kamer met u betreden. Thans, nu wij reeds weten wat er op de Jaarbeurs te koop was, interesseeren ons voor al de onderscheidingen. Er was verschil in de wijze van exposeeren, er was verschil in aan prijzing en bedoeling. Er waren van die stille, deftige stands, waar men bijna fluisterend en voornaam zaken deed als in een stil kantoor, en waar de i>acunfi£-jaarbeursbezoeker niets vond wat van zijn gading was, er waren er, als winkels in het klein, waar ieder kon kijken zonder te worden lastig gevallen, en daar naast had men de demonstreerende exposan ten, de uitstallers bij voorbeeld van een heele verzameling mecharrisch-gedreven kinderspeelgoed, dat verweg in het groote, holle gebouw zijn hamertjes liet klinken of, op het Vreeburgterrein, de proefwerkende machines. Sommige exposanten, zooals Verkade die zijn stands in licht liet stralen, zochten het in den glans en de smakelijkheid van de verschijning hunner verzamelingen, anderen verhieven hun bedrijf tot een symbool.van zijn hoogste bedoelingen. De expositie van de Oouda-kaarsfabriek was als de kapel van de, 'Jaarbeurs, met zijn hoog rijzende witte waskaarsen, die als op kleine altaren waren samengebracht. Het leven omringt u in afzijn houdingen. Zijner verkoopers die zich het strak-voorname, het haast hautaine zakendoen uitsluitend met belang hebbenden konden veroorloven, aan den anderen kant kwam er een bezige, een tierige, een in haar overbeleefdheid haast opdrin gerige reclame ieder lastig vallen. In de groote tent voor reclame-artikelen op het Kanaal straat-terrein deed men ware aanvallen op mogelijke détail-inkoopen, -?- en Utrecht is in de jaarbeursdagen bedolven geweest onder een veelkleurige sneeuw van reclame-biljetten, die van alle zijden uit vaardige handen, uit wagens en auto's, ja zelfs uit vliegtuigen rond zweefden en nederdaalden tusschen de dui zenden deelnemers aan de jaarbeursbeweging. Om het groote, vaste jaarbeursgebouw heen op het Vreeburgterrein had de beweging der menigte die in duizend richtingen ging, een ge heel afzonderlijk karakter. Het was daar niet het stage rondgaan van een menschenstroom binnen stemmige omwandingen, het was daar naar h;t uiterlijk meer het feestelijke, het fleurige, het waaierige van een tentoon stelling. Daar wapperden de vanen, daar hoor de men geklank van vele talen, door het internationale speciaal van dit jaarbeursgedeelte, daar stampten de machines, en stonden de reusachtige producten van som mige groot-industrieën, zooals een enorme luxe-auto, te kijk. Daar was het handelspavilioen, het secretariaat van de Jaarbeurs, daar mengde zich het officieele tusschen het zake lijke, men zag er heeren met- hooge hoeden op en neer gaan, men wachtte e r. zee r lange kwar tieren op het vertrek van de Landsvorstin. Dit bezige jaarbeursgedeelte grensde aan vertier en verkeer, het was het bruggehoofd voor de verbinding met de Kanaalstraat, het was de drempel van het Jaarbeurs-restaurant. Het jaarbeursrestaurant! O supreme délice van het nog altijd provinciale Utecht met zijn te kort aan ontspanningsgelegenheden. Wij, Utrechters,hadden nooit van zooiets gedroomd zooals wij er nooit vin gedroomd hadden dat eenmaal eui kl.in stuk van onze stad zou worden afgeknipt en in een wereldstad her schapen, met een verkeersintensiteit, een file van automobielen en trams, een menschenmenigte, die denken doen aan Londen of Parijs terwi'i daarachter het oude, grijze statige Utrecht met zijn stille, diep-liggende grachten roerloos en onbewogen toeft. Het Jaarbeursrestaurant is deftig, men treedt er over mollige tapijten, men zit erin gemakkelij ke leuningstoelen, er is een paerse schijn, het licht is er diep-getimbreerd, het is voornaam veel minder protserig dan zijn Vader, Central in den Haag, gedempter en offici eeier dan Américain in Amsterdam. fin wie vertoefd heeft in het Jaarbeurscaféer is, waar de bediening nog niet al te vlot gaat, gelegenheid genoeg om uit te rusten, verlangt naar het buitenverblijf van de Jaarbeurs, het Kanaalstraat-terrein. Hij maakt zich meester van n der schaarsche plaatsen op een der talrijke vehikelen, laat hij oppassen niet over een ezeltje te vailcn dat zichzelf aan de kaak stelt door een hord op zijn rug, waarin hij vraagt waarom hij niet een bepaald artikel koopt! Omdat ik een e/.el hen. Op den kop \an de sight-seeiiiii car gaat het vliegensvlug door Utrecht op /.ijn drukst, onder de spoorwegW. Oraadt van Roggen, Secretaris der Jaarbeurs. viaduct waar reusachtige Jumbo's staan te puffen en dan opeens daar is men buiten, in een behagelijk park, waar een fonteintje spuit wat in de eerste hittedagen onuit sprekelijke lafenis gaf en men overziet ge makkelijk dit terrein. Wat een voordeel dat deze vijfde jaarbeurs op twee punten geconcen treerd en daardoor gesystematiseerd kon wor den. Het slingerachtige, het vermoeiende is er aanmerkelijk door verminderd. Hier, op het Kanaalstraat-terrein verschijnt het oude tentjes-idee, het aan de tentoonstelling gren zende, maar het geeft rust doordat het opzichzelf een eenheid is. Wat hebben wij ei al niet gezien en gedaan? Wij hebben er het coöpereerend Friesland gezien in de monster kamer van de Friesche maatschappij van Landbouw, wij hebben er kazen bewonderd, gereed gemaakt voor de meest uiteenloopende internationale gewoonten, wij hebben er Belgische corsetten-industrieën gezien en dikke menschen zien rondspringen op een door een Belgische firma geïmporteerde springstok voor kinderen. Maar het is alweer niet onze bedoe ling de exposeerende industrieën stuk voor stuk te gaan beschrijven. Wij zijn gelukkig als ge met ons de vriendelijke herinnering be leeft aan dit waarlijk smaakvol ingericht openlucht-filiaal van de jaarbeurs en, aan het eind van vele tochten, met ons in de veranda van het Indisch-uitziend restaurant achter de oranje koordjes gaat zitten, die die veranda afscheiden van het buitene en door een koei glas ranja van de vele vermoeiende ervaringen bekomt. Wie, met het oog op het ontzaglijk aanta. toegangskaarten, dat is verkocht, geest driftig uitroept: De jaarbeurs was een enorm succes! moet even gemaand wor den tot voorzichtigheid. Er zijn industrieën, die opspringen van vreugde, er zijn er andere die zitten met een lang gezicht. Een algemeene klacht is de concurrentie van het buitenland. De buitenlanders, vooral de Duitschers, zijn op deze jaarbeurs hogelijk tevreden, dit volk van werkers vergeet zijn misere m hernieuwde krachtsinspanning, en het biedt tegen ons op, tegen ons met onze hooge valuta's en enorme werkloonen. Alge meen is de klacht over den achturigen werkdag. Indien wij voortgaan met het ondermijnen van onze welvaart door een al maar toegeven aan uiterst-linksche eischen, dan gaat onze industrie naarden kelder ! Men moet maar eens gesproken hebben met onze piano-fabri kanten,met veel van onze metaal-industrieëlen. En nu rijst onmiddellijk de vraag naar de beteekenis der internationalisatie van de beurs. Het buitenland is tevreden: de Duitschers vooral ; de Engelschen zijn zeer sympathiek gestemd. Maar onder de Nederlandsche deelnemers zijn er die den prikkel der internationalisatie als een aan sporing tot krachtsontplooiïng gevoelen, an deren die hun gedachten nietkunnen afwenden van de ellende derbuitenlandscheconcurrentie. Wij voor ons, gelooven dat men met vasten tred op den weg der internationalisatie voort moet gaan. Indien men uit het meest algemeen gezichtspunt de jaarbeurs beschouwt, dan kan men de waarde van het internationaal ontmoetingspunt-zijn van ons Vaderland niet uit het oog verliezen. Geen bescherming, maar de hekken open dat is, indien wij daarbij zoo wijs zijn de drakonische arbeidswet te verzachten, het eenig genezend parool! Ten siotte de vraag naar de toekomst der beurs. Het jaarbeursbestuur kan content zijn over den buitengewonen meevaller, die deze vijfde Nederlandsche en eerste Nederlandschinternationale jaarbeurs is gebleken ! En waar reeds thans tal van aanvragen zijn ingediend voor expositie op de volgende beurs, daar is allerminst aanleiding voor de door vele stor men en moeilijkheden heenreizende energieke mannen die de jaarbeurs besturen, om te versagen. Tech moet men na de hooge vlucht, die de vijfde jaarbeurs nam,bedachtzaamheid niet laten overschijnen door al te groot enthousiasme. De economische toestand in onzen tijd is grillig en nog altijd onzeker. Nauwkeurige oriënteering zal de voorberei ding van de zesde beurs moeten vergezellen. Maar het is wel zonneklaar gebleken dat de poging met kracht kan en moet worden voortgezet. P. H. R l TT E K Jr I'e tiappen op..

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl