De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 1 oktober pagina 2

1 oktober 1921 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

l DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLANDv l Oct. '21. No. 2310 geestelijke vrijheid op te voeden, dan wordt dat feit ruiterlijk erkend. Maar dan betoogt onze Engelschman, dat daar dan ook nog een groote roeping voor Engeland ligt, maar dat men dan ook niet moet doen, alsof die roeping reeds vervuld ware. Met andere woorden, men moet geen rechten geven aan een kind, al is dat kind ook nog zoo verstandig en van goeden aanleg en wil. Maar zelfs dat laatste is bij Ierland nog twijfelachtig. Zoo was het standpunt van den gewonen Engelschman, the man in the street, die in Engeland zooveel invloed heeft. Maar die Engelschman kon zich toch niet onttrekken aan den indruk, dat het met Ierland misliep, en zich evenmin vrij maken van de zekerheid, dat de leren het anders wilden dan hij. Zij wilden nu eenmaal de zoete vrijheid en dach ten 'zich daarna een gouden eeuw voor het lersche ras. Vandaar voortdurend verzet, soms burgeroorlog, op zijn best een hoogst gespannen verhouding. Er moet dus wel een en ander aan het Engelsche systeem in Ier land ontbreken. Een verstandige politiek eischt, dat men aan eisenen tegemoet komt, ? zoodra dat onvermijdelijk wordt, ook al acht men zelf die eisenen overdreven en zelfs absurd. Daarom heeft Engeland vooral na 1820 heel wat maatschappelijke en zedelijke nooden ia Ierland gelenigd ; de emancipatie der Katholieken in 1829, de opheffing der lersche Protestantsche Staatskerk in 1869, de reeks van landwetten van 1870 tot 1904, de wet op het plaatselijk zelfbestuur van 1898, de home-rule-wetten en voorstellen van 1886, 1893 en 1912 zijn krachtige bewijzen voor de gezindheid van Engeland om aan Ierland recht te doen. " Het spreekt evenwel van zelf, dat dat alles onvoldoende of meer dan voldoende is. On voldoende om Ierland duurzaam te bevre digen, meer dan voldoende om lerlands drang naar zelfstandigheid aan te wakkeren. Die drang is in de laatste jaren sterk toegenomen, stellig ook onder den indruk van den grooten oorlog. Nog in 1914 scheen een home-rule-wet in Ierland kans op succes te hebben ; in 1921 schijnt dominion-home-rule onvoldoende. De leiders der lersche nationalisten zeggen met niets minder tevreden te zijn dan met de onafhankelijkheid. Het is de vraag, of zij daarbij de meerderheid van hun volk achter zich hebben ; want de voordeelen van een nauwe verbinding met Engeland zijn voor Ierland zoo groot, dat zij ook den gewonen kiezer wel duidelijk moeten zijn. Maar af gezien daarvan, indien Ierland werkelijk de politieke onafhankelijkheid kon verkrijgen, behoefde het die niet aan Engeland te vragen ; het zou die grijpen en vasthouden tegen Engeland in en zonder op de erkenning daarvan te wachten. Het blijkt reeds daaruit, dat de lersche leiders feitelijk niet zoo sterk zijn als zij zich houden. Ierland is nu eenmaal altijd het land der groote leuzen geweest ; een Ier neemt nu eenmaal den mond behoor lijk vol. Daarbij komt nog iets anders. Voor Ierland was de zaak belangrijk eenvoudiger en voor Engeland ook, zoo het lersche volk eenig, eensgezind en ongedeeld was. Maar dat is volstrekt niet het geval ; in de lersche kwestie zit het probleem van Ulster. Wat de drie , andere hertogdommen, Connaught, Minster en Leinster vurig verlangen, dat weigert Ulster even hartstochtelijk. Ulster met zijn m meerderheid welvarende, Britsche, Pro testantsche, handeldrijvende bevolking staat scherp tegenover het behoeftige, Keltische, Katholieke, agrarische volk der drie andere districten. Noch stoffelijk, noch geestelijk vormt Ierland een eenheid. Juist daarom is de eisch van de volstrekte onafhankelijkheid zoo moeilijk te vervullen. Want al geeft En geland toe, wat nauwelijks denkbaar is, dan nog zou Ulster zich blijven verzetten tegen een onderwerping aan Dublin. Juist wat Ier land had bereikt, zou dan Ulster eisenen : de politieke zelfstandigheid. Ierland staat voor een zware keuze : de tweesprong, waarvoor het staat, is moeilijk. Eenerzijds het ruime aanbod der Britsche regeering, dat wel geen onafhankelijkheid meebrengt, maar daar toch zeer dicht bij komt, een aanbod, dat een daad van moed is, omdat het nog zeer de vraag is, of het Engelsche volk het kan goedkeuren. Aan den anderen kant nieuwe strijd ; want men kan er zeker van zijn, dat Ierland dan den oorlog opnieuw zal beginnen, maar Engeland ook. En wat het beteekent, als Engeland een kamp tot het bittere einde wil doorzetten, dat heeft de groote wereldoorlog bewezen. Dat zou wel de slechtste oplossing zijn, maar zij zou door Engeland als onvermijdelijk worden aanvaard. Intusschen zoover is het nog niet gekomen. verwachting mag worden gekoesterd, dat het aan Lloyd George met zijn fijn gevoel voor politieke mogelijkheden mag gelukken ook dit overoude, overzware probleem tot oplossing te brengen. H. B K u G M A N s DE TOEKOMSTIGE ECONOMI SCHE VERHOUDINGEN TUSSCHEN AMERIKA EN EUROPA De oorlog heeft langer geduurd dan men voorspelde en zoo is het mogelijk, dat de economische ontwrichting, daarop gevolgd, veel langer zal nawerken dan de grootste pessimisten onder ons verwachten en dat zij zelve nieuwe beroeringen zal uitlokken. Gesteld echter, dat geen nieuwe oorlogen of revoluties den toestand komen verergeren, dat geen staatsbankroeten plaats hebben en dat de gesloten verdragen zoo goed mogelijk worden nagekomen, dat in binnenlandsche en buitenlandsche betrekkingen rust en vrede en een goede wil tot samenwerking terugkeere, langs welke banen zal dan het her stel plaats hebben van het economisch even wicht? Dit is de vraag, die thans alle gemoederen bezig houdt. Het is eigenlijk minder juist te spreken van het economisch evenwicht. Wij hebben te maken met verschillende evenwichtsverhoudingen : er is een wereldeven wicht; een evenwicht tus schen werelddeelen of groepen van naties en tusschen verschillende staten onderling; er is ten slotte een evenwicht tusschen de ver schillende klassen en standen in eiken staat afzonderlijk. En al die evenwichtsverhoudingen zijn min of meer verstoord, sommige daarvan zijn zeer ernstig geschokt. De verstoring van het wereldevenwicht is hierin gelegen, dat bijna over den geheelen aardbol de menschheid in de laatste jaren meer heeft vernietigd en verkwist, laat ons NEDERLANDSCH-INDIËEN DE GRONDWETSHERZIENING door Prof. Mr. J. H. CARPENTIER ALTING. iiiiiiiiiiiiii ..... MIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM Met volkomen eenstemmigheid heeft de Herzieningscommissie in haar verslag van Juni 1920 in overweging gegeven, dat bij herziening van de Grondwet, Indië zou worden erkend als in beginsel autonoom deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Zij wilde herhaaldelijk werd dit gezegd dat nu, ter bevestiging van wat reeds lang als gevestigde algemeene overtuiging mag worden beschouwd, in de Grondwet afscheid zou worden genomen van de denkbeelden van overheersching en overheerscht gebied. De tijd is daarvoor ten volle rijp. Nederland heeft in de laatste halve eeuw meer en meer bewust zich gewijd aan zijn grooten arbeid den waren arbeid van elke koloniale mogend heid om zijn overzeesch gebied in Azië op te voeden tot zelfstandigheid" en mag nu met zelfvoldoening er op wijzen dien arbeid voor een zeer belangrijk deel te hebben vol bracht. Indië is, niet het minst door Nederlands toedoen, zich bewust geworden van eigen beteekenis en eigen kracht. In Indië zelf worden de inheemsche naties met de Europeesche gelijkgerechtigd geacht, staatkundig, zoowel als maatschappelijk enkele uit zonderingen nog in wetten voorkomende be vestigen, als zoodanig, slechts den regel ; Nederland heeft in zijn gedraging ten opzichte van Indië meermalen getoond de prindpieele gelijkwaardigheid van zijn overzeeschen staatsgenoot te erkennen. Bij het ontwerpen van de nieuwe redactie der artikelen 61 en 62 der Grondwet heeft de Regeering in Nederland getoond den boven aangeduiden weg te willen inslaan. Indië zal niet langer met den aan den Compagniestijd herinnerden naam van bezitting van het Rijk in een ander werelddeel" worden aangeduid; in beginsel en hoofdzaak zal de regeling van de inwendige aangelegenheden van Indië worden overgelaten aan de daar te lande gevestigde autoriteiten en lichamen; de er kenningvan Indië als zelfstandig gebied binnen het staatsverband zal aldus worden verkregen. Dientengevolge zal Indië verkrijgen een wet regelende zijn staatsinrichting", niet meer zonderling genoeg bezigde de jongste troonrede nog den ouden term als vroeger een als instructie bedoeld reglement op het beleid der regeering". In de opheffing van de verplichting om de comptabiliteit te regelen bij de wet, ligt, zie ik goed, een belofte om de Indische begrooting behoudens hooger toezicht, eerlang in Indië te doen vaststellen. In denzelfden geest spreekt de uitlichting van de Kroon uit de rij van de gewone Indische wetgevers. Dat voor het overige de bevoegdheid van de Wetgevende Macht in Nederland ten aanzien van Indië op dezelfde wijze blijft geregeld als thans behoeft met het hier gezegde niet in strijd te zijn: er is geen reden om te vermoeden dat die Wetgevende Macht zich regelend met inwendige Indische aangelegen heden zal bezig houden, wat ze facto niet deed tot nog toe. Voor Indië thans geldende wetten kunnen met uitzondering dan van die regelende de comptabiliteit en, mogelijk, het muntwezen geacht worden onderwerpen te betreffen, waarbij de belangen van het Koninkrijk betrokken zijn. Is er dus eenige reden tot tevredenheid, er kend moetworden datnogin vele opzichten aan de wenschen van Indië, neergelegd in het ver slag der Herzienigscommissie, niet is tegemoet gekomen en dat mitsdien de voorgestelde wij ziging nog i£volstrekt onvoldoende. De Commissie wenschte allereerst, de schrapping van nog twee termen: Kolonie" en Opperbestmir". indië is niet meer een kolonie. Colonie de peuplement" is het eigenlijk nooit geweest met zijn handjevol Europeanen te midden van de massa inheemschen ; dat het colonie d'exploitation" zou zijn (zie Colenbrander, Nederland's betrekking tot Indië in verleden en toekomst, blz. 8) zou geen Nederlander meer willen toegeven. De Grondwet zal ook bij de nieuwe redactie niettemin het woord handhaven, intusschen in den denkbaar meest onschuldigen zin n.l. om het alleen te gebrui ken zie de Memorie van antwoord als verzamelwoord, als de drie overzeesche geH,, IMIIIIIIIIII iiiiiiiiiimiitiiiiiiiiiniii iiiiiiiiiiui HIIIIII zeggen geconsumeerd, dan voortgebracht. De ze verstoring kan alleen worden hersteld door werken en sparen, door harden doelmatigen arbeid en door verbanning van alle luxe, militaire lasten en andere improductieve uit gaven. Er bestond voorts een evenwicht tusschen groepen van staten of werelddeelen en hier heb ik vooral op het oog de verhouding tus schen de Oude en de Nieuwe wereld: tusschen Europa (de Soviet-Republiek uitgesloten) en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Aan deze verhouding heb ik met behulp van statistische en andere gegevens eene studie gewijd, die eind OctoberMti druk zal kunnen verschijnen. Het actueele van het onderwerp noopt mij, reeds thans een en ander te publiceeren betreffende de conclusies waartoe ik ben gekomen. Ie. Hetisonjuistaan te nemen, dat Amerika, nu het zijn schuld aan Europa heeft afgelost en nog 20 milliard dollar te vorderen heeft bovendien, rijker zou zijn geworden dan het vór den oorlog was. Amerika is inderdaad armer geworden aan kapitaal en moet even goed als de andere naties hard werken en zuinig zijn om zich heen te slaan door de crisis en niet verder achteruit te boeren. 2e. Tot op den dag van heden begaan alle Amerikaansche economisten, welke juiste dingen zij overigens ook mogen gezegd hebben i deze fout, dat zij zich toeleggen op eene hand having van den export naar Europa eti eene verhindering van den import uit Europa. Het is nutteloos voor den grootcrediteur Amerika om zijn uitgeputten debiteur goe deren of diensten op te dringen, die Europa toch niet kan betalen, ook niet op den langen duur. Alle crediet of zelfs belegging van Amerikaansch kaoitaal in Europa voor dit VAN mm BHTIS TltZEIOI All DER HOOP'. MEUBELBEWARINGEN TRANSPORT MIJ. AMSTERDAM Uitiluitind lemtigd: TELEFOON AMSTELDIIK h. Trompstraat 21 ss ZUID BiiiiiiimiMimi bieden te zatnen worden bedoeld. Maar als de term onwaar is, niet beantwoordt aan de werkelijkheid, mag die dan zelfs kortheids halve worden behouden? De praktijk zal van het wegvallen van het woord uit de wet geen hinder ondervinden; in de omgangstaal zal het woord gerust nog lang kunnen worden gebezigd ; het gebouw op het Plein kan zijn naam ministerie van Koloniën" gerust nog blijven dragen; maar een wet die voor alles waar moet zijn, mag het woord niet meer kennen. De enkele malen dat het noodig zal zijn over Nederlandsch-Indië, Suriname en Curac.ao tegelijk te spreken neme ze daarom de moeite de drie landen met name te noemen of spreken ze het is al meer gezegd over Overzeesche gebieden". Het woord opperbestuur" is al lang onwaar, eigenlijk reeds sinds in 1848 de woorden bij uitsluiting" vervielen en aan de Wetgevende Macht deel werd gegeven aan de regeling der Indische zaken. Tot nog toe kon het geacht worden eenigen zin te hebben als men de wetgevende macht der Kroon in 's Konings Opperbestuur geworteld achtte ; nu de Kroonwetgeving als normale staat te vervallen en een afzonderlijke bepaling aan haar zal zijn gewijd, kan niet meer worden aangewezen waarin het opperbestuur zich onderscheidt van de macht.des Konings over het staats hoofddeel Nederland. De Kroon zal ook over Indië geen andere macht hebben dan die uit drukkelijk voortvloeit uit grondwet en wet. Wil men daardoor tot uitdrukking brengen de verantwoordelijkheid van den Indischen Landvoogd aan de Kroon, dan kan dit beter geschieden door, gelijk de Herzieningscom missie voorstelde, die verantwoordelijkheid met zooveel woorden neer te leggen in de wet. Opperbestuur" past bij kolonie" en be zitting", behoort nu tot het verleden; nu die andere woorden verdwijnen of beteekenisloos worden, vervalle het ook: het voorgesteld eerste lid van artikel 61 worde geschrapt. 1) Waarom zooveel waarde te hechten aan woorden? Die vraag kan gericht worden tot mij, tot Volksraad en Herzieningscommissie. Ze kan echter met evenveel recht worden ge richt tot hen, die op het behoud daarvan staan : waarom zooveel waarde te hechten aan woorden, die hun beteekenis verloren? Dit kan ik verzekeren, dat zij in Indië, die bezwaar hadden tegen behoud van den naam Nederlandscli-lndië, dat bezwaar niet meer . zullen hebben, als hun land niet meer kolonie'.' wordt geacht te zijn; dat zij dan zelfs met vreugde ook in den naam zullen willen erkend zien, dat Indië deel is van het rooter Ne derland. De Herzieningscommissie vroeg dat, wan neer onderwerpen waarbij de belangen van Nederlandsch-Indië betrokken zijn, in de Staten-Generaal in behandeling komen om het vertegenwoordigend lichaam in Indië ver gund zou worden door afgevaardigden ad hoc die belangen in den Haag te doen voorstaan. De Volksraad heeft bij de behandeling van 1) Tegenover de redactie van art. 01 zooals die na schrapping van het eerste lid zou luiden, moet hier nogmaals de aandacht v orden gevestigd op die van artikel 193c. van het Commissoziale ontwerp luidende : onver minderd de in de wet op de landsordening van Indië uitdrukkelijk aan den Koning op te dra gen (beter mogelijk : voorbehouden) bevoegd heden, wordt de Koning ten aanzien van Indië vertegenwoordigd door den Gouverneur-Ge neraal, met dien verstande dat de bevoegd heden vermeld in enz. enz. aan den Koning blijven voorbehouden (lees dan: mede.. voor behouden). DeGouverneur-Generaal is ten aanzien van de uitoefening van ztjn ambt verantwoorde lijk aan den Koning." Voor het geval er grond is, en dat is ineen ik het geval, voor de uitlegging dat de door de Regeering voorgestelde redactie, welke het algemeen bestuur" (waarom niet : de regee ring?) in Indië opdraagt om den landvoogd, uit zou sluiten de instelling van een collegi ale regeering, verdient de hier aangehaalde redactie zeker de voorkeur. De Grondwet mag zeker de opdracht der regeering aan den Gou verneur-Generaal in Rade niet onmogelijk maken. het wijzigingsontwerp dezen wensch onder streept, uitgaande van de overtuiging dat het noodig kan zijn in Nederland behalve de stem der Indische Regeering, die haar tolk zal vinden in den Minister, ook de stem der openbare meening in Indië te doen hooren. Bovendien is betoogd dat de aanraking tusschen een Indische deputatie en de leden der Staten-Generaal er toe kan bijdragen den band tusschen de Indische en Nederlandsche volken te versterken en onze StatenGeneraal op andere wijze dan door het officieele medium van den Minister met Indië te doen medeleven." (Brief uit Insulinde in de N. R. Crt van 9 Juli, Avondblad). De N. R. Crt. van 25 Juli verdedigde de rechtmatigheid van dezen wensch, daarbij terecht uitdruk kende dat hier niet bloot aan Europeesche afgevaardigden, maar ook aan inheemsche moet worden gedacht. Deze wensch moge hier ter plaatse -nogmaals worden naar voren ge bracht. Gelooft men niet ook daarop mag gewezen worden dat ook de eigen volken in Indië nader tot Nederland zullen worden ge bracht als het aan hunne mannen veroorloofd zou worden in de vergaderzaal van den Staat hun stem te doen hooren, wanneer het Indië's belangen betreft? Men late geen maatregel na die voor het onderhouden van den vriend schapsband tusschen het Europeesch en het Indisch Nederland van zoo bijzonder groote waarde zou zijn en toone daardoor teveng waardeeiing te gevoelen voor den onwil der Herzieningscommissie om de hoogste regelede macht in den Staat aan een ander lichaam opgedragen te zien dan aan de bestaande Wetgevende Macht in Nederland. De' Regee ring heeft intusschen aan dezen Indischen wensch niet willen tegemoetkomen, oordeelende dat praktisch nut van den maatregel niet is te verwachten en de vertegenwoordigen de lichamen in de koloniën voldoende in de mogelijkheid zijn om de belangen dier gebiedsdeelen op andere wijze bij de Staten-Gene raal voor te staan." Het praktische en, wat nog meer zegt, ideëele nut van het gewenschte instituut wees ik al aan; dat het voorstaan van Indië's belangen in Nederland het best kan geschieden door kersversch van Indië gekomen vertegenwoordigers, volkomen op de hoogte van wat daar omgaat en in staat dit mondeling te zeggen, wie kan dit eigenlijk betwijfelen? Herzieningscommissie en Volksraad wen schen te zien vastgesteld dat geen Indië be treffende wet e n hetzelfde moet uit den aard der zaak thans gelden voor het Koninklijk Be sluit voor zoover dit blijft bestaan?zal wor den aangenomen zonder dat ook het Indische vertegenwoordigende lichaam, ook op andere wijze, in staat zou worden gesteld te dienen van raad. Het komt der Regeering mede niet gewenscht voor een verplichting daartoe in de Grondwet vast te leggen zonder dat af doende redenen worden aangevoerd voor deze weigering. De noodzakelijkheid om uit zonderingen mogelijk te maken, gesteld dat die inderdaad bestaat, kan geen reden zijn om den regel niet op te nemen. Maar"is het bestaan dier noodzakelijkheid denkbaar ? De Herzieningscommissie schreef reeds dat -de parlementaire geschiedenis van Nederland geen voorbeeld oplevert van een voor het Koninkrijk van belang zijnd onderwerp, waar in eene onmiddellijke"beslissing (en alleen de urgentie zou een uitzondering rechtvaardigen) noodig bleek. De Staten-Generaal, het is meermalen ge zegd en in de Tweede Kamer zelve erkend, kunnen onmogelijk volkomen op de hoogte zijn van Indiës belangen en van de daar ge zaghebbende gedachtestroomingen. Elk mid del dat dienstig kan zijn orn de hier te lande uiteraard bestaande ondeskundigheid weg te nemen, behoort te worden aanvaard. Maar bovendien * het niet meer dan billijk om over wettelijke maatregelen van Indisch belang de stem ook van Indië te doen spreken. Noodzakelijk is het dus n ten aanzien van wetten n ten aanzien van algemeene maat regelen, die bestemd zijn voor indië te gelden, openbare behandeling in het Indische ver tegenwoordigend lichaam bepaald voor te schrijven. Alle verbeteringen, in het hier gezegde aangegeven, kunnen alsnog zonder \ee\ moeite worden aangebracht en dus zal desnoods er in kunnen worden berust dat de voor Indië geldende bepalingen, overeenkomstig het boven gezegde gewijzigd, voorloopig nog tot de volgende grondwetsherziening blij ven opgenomen in het hoofdstuk handelend over de macht des Konings, waarin ze niet thuis behooren. Rubrica non est lex en dus zal de plaats aan de Indische bepalingen toe gekend, nimmer als argument tegen den in houd daarvan kunnen worden aangemerkt. Stelt men echter aan de Grondwet den eisch dat ze ook uit oogpunt van systema tiek juist zal zijn dan behooren die bepaling en te worden osgemaakt van de plaats waar DE KON. HOLL. LLOYD. DADAÏSTISCHE ODE. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitimiminiiii i iiiiiiiiiiiniiiiiii i imiHiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiit iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiniiiiiiiimiiiii doel is uit den booze. Europa zijnerzijds moet ervan afzien fabrikaten uit Amerika te be trekken; ten aanzien van levensmiddelen moet het zich beperken tot het hoognoodige en ten aanzien van grondstoffen tot die quantiteit, die absoluut onmisbaar is voor eigen gebruik of in verwerkten toestand naar elders kan worden uitgevoerd tegen contante betaling. 3e. Europa moet daarentegen zijn land bouwproductie opvoeren tot het hoogst mo gelijke, hetgeen tevens een prachtoplossing zou zijn van het probleem der werkeloosheid. 4e. Ook Ame.ika moet zijn 4 a 5 millioen werkloozen naar het platteland zenden, waar zij allicht, ook zonder voor den export te werken, zooveel extra produceeren kunnen, dat zij zichzelf, het geheele jaar door, kunnen onderhouden en nog iets oversparen boven dien. 5e. Ook bij een sterk verminderden export van levensmiddelen en grondstoffen en zonder de exportindustrie is er in Amerika eenen broodwinning te vinden voor iedereen en zelfs nog plaats voor eene geregelde matige i mmigranten-bevolking. 6e. Indien echter Amerika om catastrophen te voorkomen, of om andere redenen zijn industrieele productie en zijn export van levensmiddelen en grondstoffen toch wil hand haven op het niveau 1920/1921, of zelfs op het niveau van 1913/1914, zal het afzetgebie den moeten zoeken buiten Europa, in landen met nieuwe onontgonnen hulpbronnen, b.v. in Siberië of het overige Russische rijk, in Canada en Zuid Amerika. 1) 7e. Amerika zal dan op deze markten ook Europa ontmoeten en alleen tegen Europa kunnen concurreeren door zich tevreden te stellen met leveringen op crediet, ja zelfs op crediet van jaren, Europa daarentegen zal lagere prijzen vragen, doch contante be taling of betaling op korten termijn. 8e. Amerika moet natuurlijk alle belem meringen van den Europeeschen invoer op heffen: deze invoer is de meest voor de hand liggende en voor Amerika vermoedelijk ook de meest gunstige wijze waarop Europa zijne schulden betale. ? 9e. Er moet iets op gevonden worde, opdat de technische moeilijkheid der betaling van de milliarden-vordering van Amerika niet telkens alle handelstransacties verlamme en het wisselverkeer in de war sture. Voor hoofd som en een deel der rente moet uitstel van betaling worden verleend voor een langen termijn van jaren. 10e. Bij alle verschil van individueele belangen bestaat er toch een zekere saamhoorigheid van de Europeesche Staten onder ling, en hunne gezamenlijke economische belangen zijn tegengesteld aan de richting, die de Amerikaansche financiers en econo misten tot dusverre volgden. Komt men in Amerika tot betere inzichten en wil men aldaar zijn vermeende directe belangen opofferen aan de werkelijke meer verwijderde-belangen, die gelegen zijn in het herstel van Europa, in eene verandering van productieplan en eene verplaatsing van afzet gebied, dan, maar ook dan, dan alleen, kan er sprake zijn van vruchtbare samenwerking tusschen Amerikaansche en Europeesche fi nanciers en economisten. En samenwerking is altijd goed, want, hetzij deze aanwezig is, hetzij ze ontbreekt, de onderlinge afhanke lijkheid blijft toch altijd bestaan. Dit zijn eenige der voornaamste conclusies Zee-manzee, boot-stoom, pinari Do-re-mi-fa-sol-la fluit uit ! Beê-beê-bébelabberd. Foetsie ? Millio'en van Aalst .... o je Nee, mee, hé! De pee-pee-pee-in Aandeel-sjouwers : wee P. C. Gestampte pot Villa minus rente = krot Kapi-kapi-kapi?taal Wijnkoop, Troelsta, Sociaal Obligaties prikkie-prikkie Beurs-beroerte ??pot-verdikkie Wilmink af Paf ! 0 8 =0 ? ? ? ? / / r / Bouwers, booten, fal de rieren Financieren. Mieren, mieren Duiten mis Broekhuys wél gevangenis Rood, Wit, Blauw Amerika Brabanüa Hoep, sa, sa Ja Nee Ja Toe maar Tienus, waaien, waaien Kanebraaien, snaaien Haaien, naar de haaien Da, da, da Tubantia Brandkast-apendicitus Operatie : wel 's, niet 's Holland .... maar Gedaan J. H. S P E E N H o F F IIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllHllnuUMIIHUMB UNIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: 's-GRAVENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWIJK, UDENHOUT, LOCHEM en BORCÜLQ Agentschappen in Tndië: BATAVIA. SOERABATA, SEMARANG, BANDOENG, MEDAN ei WELTEVREDEN. lllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllltlllllMllttllttltlllltfHIIIIMIIIIIIitlllllll ze nu staan en te worden samengebracht in een afzonderlijk hoofdstuk. Het eenig argument door de Regeering tegen opvolging van dezen wensch aangevoerd, dat daarvoor een algeheele omwerking van de Grondwet noodig zou wezen, is niet overwegend, nu de Herzie ningscommissie reeds een apart Indisch hoofd stuk ontwierp dat althans zeker een bruikbaren grondslag voor een regeeringsontwerp kan opleveren. Ten slotte valt nog de aandacht op npunt, waarbij in het regeeringsontwerp aan Oost en West-Indiéniet is gedacht. De vraag rijst of wanneer mogelijk bij een later voorstel tot Gronduetherzieningeen referendum noodig mocht zijn, deze volksstemming mag beperkt blijven tot de kiezers en dus binnen de grenzen van het Rijkin Europa en of in dat geval de Nederlanders in de andere Staatsdeelen ver hinderd moeten worden om hun gevoelen te doen blijken. Die vraag verkrijgt bijzondere beteekenis voor het geval de voorgestelde her ziening ter doel mocht hebben eene beslissing uit te lokken over een denkbeeld tot verande ring van staatsvorm. Het komt mij voor dat de hier gestelde vraag moeilijk toestemmend kan worden beantwoord. iiiiiiiiliiiimiiiiliiiiiiiiHMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuitlttlliilliiiiiimiHiiii waartoe een zelfstandig onderzoek mij heeft geleid en tenzij buitengewone gebeurtenissen, zooals "nieuwe oorlogen, herziening van het vredesverdrag, annuleering van schulden, buitengewone veranderingen met zich brengen, zal, naar mijne meening, het herstel der bovengenoemde evenwichtsverhoudingen ver moedelijk plaats hebben op de wijze zooals is aangegeven. Dit zal automatisch geschieden, zooals het water de laagste plaats zoekt. Bewust in grijpen kan echter het herstellingsproces ver haasten of vertragen. Verrassingen zijn mis schien ook te wachten van de zijde van het grootkapitaal, dat hier en daar.zal trachten zijn slag te slaan op eene wijze die soms ten goede, doch gewoonlijk ten kwade werkt en die tijdelijk alle berekeningen en maat regelen in de war kan sturen.Tegen dit imperia lisme van het grootkapitaal heeft het congres voor Volkenrecht niet zonder reden gewaar schuwd. Voor Amerika moge het verloop der gebeur tenissen een tegenvaller zijn; daar is niets aan te doen. Van hem die heeft, zal genomen worden; dit is the crude law of all panics", zeide terecht een Amerikaansche oeconoom. En wie was het, die na den oorlog het meest te verliezen had? Amerika. Mr. A. H. Li j D s M A N 1) Prof. J. M. Keynes heeft ook rekening gehouden met deze mogelijkheid blijkens zijn hoogst interessant opstel, opgenomen in De Telegraaf" van 17 September j.l.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl