Historisch Archief 1877-1940
l Oct. '21. - No. 2310
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
i*-.
Briefen uit Zweden
De Zweden zijn een buitengemeen beleefd
volk. Men merkt het dadelijk bij zijn aan
komst in Zweden: kruiers, conducteurs,
kellnerinnen (kellners heb ik hier nooit gezien),
? winkelbedienden, ambtenaren, allen zijn voor
komend en behulpzaam. Het half gezongen,
jo do, so gorna" van de winkeljuffrouwen
als men om iets vraagt, is werkelijk roerend
om te hooren.
Ook in den omgang met kennissen is men
hier bijzonder beleefd. Echter op een eigen
aardige wijze : de beleefdheid heeft hier een
eenigszins stug, weinig plooibaar, vast gefi
xeerd karakter. Eens voor altijd is bijv. vast
gesteld dat men, van tafel opstaande, tot
gastvrouw en gastheer zegt ,,tack för
maltiden", en dat zegt dan pok iedereen zonder
dat iemand het noodig vindt een variatie op
het thema aan te brengen. Evenzoo zegt
men bij het afscheid nemen tack för idag"
(dank u voor vandaag) en den eerstvolgenden
keer, dat men de menschen weerziet bij wie
men gastvrijheid genoten heeft tach för
senast" (dank u voor laatst.) Als men ergens
koffie of thee heeft gedronken, zegt men
tack so mycket" op het moment dat het
blad wordt weggenomen, niet vroeger en niet
later wat wel eens een beetje gek aandoet,
als het midden onder een gesprek gebeurt.
Als er aan een diner sterke drank gedronken
wordt mag men daarvan niet drinken zonder
een ander toe te drinken, waarbij men zegt
skol!" En aangezien een echt -diner hier
altijd begint met schnaps, voortgaat met wijn
en bier (maar dat valt niet onder de
skolbepaling) en eindigt met een likeurtje, wordt
er in Zweden verbazend veel skol gedronken.
Buitenlanders kennen vaak hét versje din
skal, min skal, alla vackra flickors skol!"
(uw gezondheid, rrrijn gezondheid, gezondheid
van alle mooie meisjes) maar de Zweden zelf
gebruiken het nooit meer tegenwoordig, naar
men mij vertelde.
Ondanks al deze wellevendheidsvormen zijn
de Zweden, althans hier in Skonen, stijf,
weinig uit de plooi schietend, moeilijk
converseerend. De pijnlijkheid van pauzes schijnt
hier in gezelschap minder gevoeld te worden ;
dien indruk heb ik tenminste bij verschil
lende gelegenheden gekregen, als iemand zich
moeite gaf om wat te zeggen, terwijl de eene
dominee (?engel" zegt men hier) na den anderen
voorbijging. De conversatie, dit wel bij uit
stek Fransche cultuurproduct, wil hier niet
aarden, zooals ook de Fransche taal hier
weinig beoefend wordt. Juist uit dit gebrek
aan conversatie is misschien ook het geijkte
der Zweedsche beleefdheidsformules af te
leiden : omdat het hun zoo moeilijk valt op
het juiste moment iets goeds en passends
te bedenken, is er eens en voor al vastgesteld
wat men in een bepaald geval te zeggen heeft;
als men het formuletje uitgesproken heeft
is de zaak daarmee uit.
Ook voor hun behoefte aan feestelijkheden
schijnen de Zweden moeilijk zelf een nieuwen
individueelen uitingsvorm te kunnen scheppen,
en, daarom hechten zij zoozeer aan hun oude
traditipneele feesten. Wij hebben in Holland
eigenlijk maar n echt nationaal en algemeen
feest: Sint Nicolaas; dat hebben de Zweden
niet, maar zij hebben vele feesten van even
groote beteekenis voor het heele volk, en het
voornaamste, het Julfeest (Kerstmis) over
treft in de intensiteit waarmee het gevierd
wordt ons tegenwoordig Sint Nikolaasfeest
verre. Men is er zeer op gesteld het thuis te
vieren ; van het jaar kwamen niet minder
dan 1000 Zweedsch-Amerikanen voor Jul
hierheen! Het werk dat besteed wordt aan
het nakomen van alle eigenaardige
Julgebruiken is enorm. Een paar weken van
te voren begint de huisvrouw bijv. al met
worst maken en lutfisk' weeken. Lutfisk is
een soort stokvisch, maar zoo hard en
ingedroogd dat hij 14 dagen te weeken moet
liggen in soda water of, als het precies gaat,
in water met berkenasch, voor hij eetbaar is.
Ook wordt in de weken voor Jul het heele
huis schoongemaakt.
Volgens de oude opvatting begint Jul
eigenlijk al met Lucia, 13 December. Langen
tijd heeft men hier in het Noorden 12-13
December gehouden voor den langsten nacht.
Wat minder mis was, dan men zou denken
want de Gregoriaansche tijdrekening is pas
laat hier ingevoerd. De heilige Lucia nu
heeft dank zij dezen datum in het volksgeloof
hier een vrij wat andere beteekenis gekregen
dan in de Roomsche heiligengeschiedenis.
Men heeft haar gemaakt tot heerscheres
over de geesten, die in den langsten nacht
door de'lucht zwerven en bracht haar vroeger
i. daarom*ze,lfs offers. Op den 13en 's morgens
wordt nu nog vaak door een jong meisje
in het wit gekleed, met een kroon van bran
dende kaarsen op het hoofd koffie gepresen
teerd aan de nog op bed liggende huisgenooten.
Dit meisje wordt gedurende den verderen dag
Lucia genoemd en haar eigen naam mag men
niet zeggen. Oorspronkelijk was het geen
koffie, die zij presenteerde, maar vleesch
en bier, later glögg", een soort bisschop met
brood. Ds bedoeling van dit vroege maal was
oorspronkelijk, dat men op Lucia zich kracht
voor het heele verdere jaar" moest eten.
Ook de huisdieren kregen hun extra
Luciamaal. En hier in Lund bestond voor den oorlog
nog het gebruik dat de mannen die er aan mee
wilden doen 's morgens- vroeg door herauten
uit hun bed gebazuind werden en na een
ommegang door de stad, in witte nachtge
waden, een gezamenlijk feestmaal hielden,
waarbij een in zijn geheel gebraden zwijn
op tafel kwam. Men denke bij Lucia ook aan
een plaat uit een der, ook in Holland -zoo
bekende, boeken van Carl Larsspn, ik meen
das Haus in der Sonne" ; een jong 'meisje,
aangekleed als een soort fee, met de kaarsen
brandend op het hoofd, komt de slaapkamer
binnen met een blad met dampende koffie.
Tegenwoordig wordt Jul niet meer zoo vroeg
begonnen, maar kort na Lucia voelt men toch
de Kerststemming al in de lucht. Alle winkels
versieren hun etalages; op de markten staan
honderden sparren te koop, met de toppen
bijeen opgesteld, als tenten ; in de slagers
winkels ziet men de Julhammen uitgestald,
die op een bijzondere wijze, in een naar
Hollandsche opvatting nogal griezelig vocht (o.a.
stroop en suiker bevattende) gekookt
behooren te worden. Ook speciale Julkoekjes
komen er voor den dag, de z.g.n. klarinetten,
en vörtbröd, brood, gebakken met blermost
en met rozijnen er in, en meer dan anders
worden sinaasappels, appels, noten en aman
delen gegeten.
Het groote feest is Julafton, de avond vór
den 25sten. 's Middags is er concert op de
markt; 's avonds worden overal de
kerstboomen aangestoken, ook een op het markt
plein, voor het stadhuis, en hier en daar
worden sparren tegen de deur gezet. Ook
in de kerk komen er twee te staan aan weers
zijden van het altaar. In alle families is er
op Julafton een groot feest, dat veel doet
denken aan Sint Nikolaas. Het behoort ge
vierd te worden in de keuken, waar al het
koperwerk mooi blinkend is gepoetst. Behalve
de bovengenoemde lekkernijen bestaat er
op dezen avond nog een attractie, het doppa i
grijtan", het doopen van stukjes brood in een
pot met een soort soep. De Kerstman,
Jultomde, vervult de rol van Sint Nicolaas,
gekleed in een rood pak met pimpelmuts
en witten baard ; maar onze kostelijke zwarte
Piet heeft hier geen representant.
Na dit feest gaan de Juldagen maar steeds
voort, met de bijbehoorende lekkernijen en de
kerstboomen ; officieel is het einde tegenwoor
dig op trettondagen (den 73en dag na Jul,
6 Januari, den Ropmschen Driekoningendag),
maar de Zweden, die van geen ophouden weten
als ze eenmaal begonnen zijn, houden zich
aan de oude traditie annandags Knut-kör
Julen ut" (den dag na Knut rijdt Jul weg)
en stellen het einde op 13 Januari, met het
Knutfeest. Dan is er weer muziek op de markt
en er wordt nog eens duchtig gedanst, hier
in Lund ook, o.a. door het Knutgilde, een
restant van een middeleeuwsche sociaal
geestelijke orde, die tegenwoordig nog hier
en daar bestaat, de chic van de plaats omvat
en geen ander doel meer schijnt te hebben dan
feest te vieren. Of doen ze nog wat anders?
Men vertelt dat de leden beloven moeten
niets te verklappen van wat zij pp hun bij
eenkomsten uitvoeren. Men ziet dat Jul
in oude tijden dus duurde van 13 December
-13 Januari. Het stamverwante woord in
't Angelsaksisch schijnt dan ook voor de maand
December gebruikt te worden. Dat er in
de gebruiken met Jul nog zeer veel heidendom
steekt is natuurlijk in het oogvallend. De
Kerstboom is hier echter pas begin 1800 uit
Duitschland ingevoerd ; het zetten van spar
ren voor het huis is daarentegen inheemsch
en een zeer oud gebruik.
Ook Paschen vertoont in zijn viering nog
sporen van heidensche afkomst; de
Paaschvuren zijn echter niet speciaal Zweedsch en
niet meer zoo algemeen in zwang. Maar
Midzomernacht wordt nog algemeen gevierd ;
dan danst men om den Meiboom totdat de
zon opgaat.
Ook nog een zeer geliefd feest in Skone is
Morten, de dag, volgende op Maarten Luther's
dag, 10 November. Men hoort wel verkon
digen dat Marten ook aan Luther gewijd
zou zijn, dat hij dus twee dagen van het
kalenderjaar gekregen zou hebben vanwege
zijn belang voor de Zweedsche kerk (de
DE OVERBUREN
Ofschoon betrekkelijk kort geleden Enge
land en Nederland nog niet gescheiden waren
door de Noordzee, bestaan er merkwaardige
verschillen tusschen onze vogelwereld en
die van den overkant. In het eene land ko
men veel vogelsoorten overvloedig voor, die
in het andere land zelden of nooit gezien wor
den. In het bijzonder geldt dat voor vogels,
die in die landen broeden. Alles wel bezien
zijn wij niet in het voordeel, want in Engeland
broeden zelden of nooit wielewaal, ortolaan,
kuifleeuwerik, duinpieper, baardmannetjes,
roodkop-klauwier, snor, groote karekiet,
spotvogel, zwart roodstaartje, blauwborstje, hop
zwarte specht, bruine kiekendief, ooievaar,
lepelaar, purperreiger, roerdomp, kleine
plevier, kemphaan, kluit, grutto, zwarte stern.
Hierop antwoordt Engeland met kruisbek,
Dartford, warbler, beflijster, waterspreeuw,
slechtvalk, steenarend, zeearend, smient, eider,
zwarte zeeëend, groote en middelste zaagbek,
gekuifde aalscholver, jan van ent, drie
soorten van stormvogels, fuhnar,
roodkeelduiker, duif, franjepoot, regcnwulp, kleine
mantelmeeuw, mantelmeeuw, drietecn-meeuw
twee soorten van jagers, alk, zeekoet, pape
gaaiduiker, auerhaan en sneeuwhoen. De
Engelsche winnen het dus in aantal, maar er
zijn er in het lijstje, die ik haast had wegge
laten, omdat ze in Engeland zelf toch ouk nog
zeer zeldzaam zijn. Als we de ondersoorten be
schouwen, dan wordt het verschil nog grooter,
maar daarop kan ik hier nu niet verder in
gaan. Voor verscheidene soorten lijkt het heel
vreemd, dat ze wel in ons land en niet in
Engeland broeden, vooral wanneer we in het
oog houden, dat de Noordzee bij Nederland
toch maar heel smal is, zoodat zelfs kleine
vogels gemakkelijk op n dag heen en terug
zouden kunnen vliegen. En voor vogels,
zooals het spotvogeltje, die heelemaal uit
Afrika komen, lijkt het toch geen verschil te
maken of ze nu naar Texel vliegen of naar
Yarmouth. Historisch en natuurhistorisch
is het een heel interessante bezigheid, om eens
rekenschap te geven van al dat verschil. Het
trekt de aandacht, dat wij in de zangvogels
verreweg in de meerderheid zijn, terwijl
Engeland ons slaat in de zwemvogels, in het
bijzonder de zeevogels. Dat ligt voor een deel
er aan, dat Groot-Brittannië zich zoover uit
strekt naar het Noorden en met de Orkney's
al een heele vordering maakt in de richting
van de Poolstreken. In de tweede plaats leve
ren de steile kusten en vaak ongenaakbare
eilandjes veilige en gemakkelijke broedplaat
sen, zooals wij die met geen mogelijkheid kun
nen verschaffen. Dat zijn een paar zeer af
doende redenen. Voor onze meerderheid in
zangvogels weet ik echter voor de meeste
soorten geen enkele reden, waarom ze niet
even goed in Engeland zouden broeden als
bij ons. Voor sommige ervan is het dan ook
zeker wel een kwestie van tijd.
Buiten het broedseizoen krijgen wij veel
van elkanders rariteiten te zien. Onze lepelaars
steken zeer graag eens over naar Norfolk en
moeten dan hun zwerflust vaak met den dood
bekoopen. Hetzelfde gebeurt met onze klui
ten en grutto's.
Wij krijgen van de Engelsche vogels betrek
kelijk veel meer te zien, vooral natuurlijk van
de zeevogels. Voorden Hollandschen
natuurvriend is het een zeer aangename bezigheid,
om gedurende het winterhalfjaar kennis te
maken met verscheidene van onze overburen.
Die strekken dan hun visscherij wat verder uit
en komen tot in de Hollandsche territoriale
Staatskerk is Luthersch)^ maar dat is een
vrome vergissing; het is nog de oude St.
Maarten, die gevierd wordt. Ieder die het
maar eenigszins kan doen eet met Marten
gans. Wat die gans met St. Morten uit te
staan heeft kan niemand verklaren. Een
legende meldt dat een katholieke bisschop
Morten tijdens de reformatie vervolgd werd
en dat zijn schuilplaats toen door kakelende
ganzen is verraden blijkbaar een legende
a posteriori. Hoe het zij, men eet gans en is
vroolijk en zingt liedjes ; ook krijgt men nog
een bruine soep te genieten, die blijkbaar
uit de meest heterogene bestanddeelen ge
brouwen is, een soort heksenkooksel, meer
eigenaardig dan lekker.
Aangezien men hier in een universiteitsstad
is, zijn er in Lund ook nog een aantal speciale
studentenfeesten. Allereerst is er een soort
studenten carnaval, overeenkomende met onze
maskerade, eens in de 4 jaar. Er pleegt een
optocht te zijn, en o.a. een tentoonstelling
van humoristische teekeningen en schilde
rijen. Aangezien het juist voor mijn komst
in Zweden gevierd was, kan ik er geen uit
gebreide beschrijving van' geven. Dan is
. 4 October de huldiging door studenten
van Esaias Tegnér, den in de publieke
opinie hoogstgeschatten Zweedschen klas
sieken dichter. (1782?1846). De studenten
houden met de vaandels der nationen onder
fakkelverlichting en zang een plechtigen om
megang om zijn standbeeld^ dat voor het
gebouw der Akademiska Förening staat. Daar
na stelt het koor zich op'"üe' stoep van dit
gebouw op en zingt verschillende liederen.
Heel mooi klinkt deze zang van enkel mannen
in de open lucht; stampvol menschen staat
het op het plein, en doodstil is het op het
oogenblik dat de zang ophoudt,, voor het
applaus losba.rst Het studentenzangkoor is
zeer populair. Nu en dan geeft het
Kerkconcerten tegen laag entree, en wat zij leveren
is goed en serieus ingestudeerd.
Een ander openbaar studentenfeest is de
fakkeltocht ter eere van de nagedachtenis
van Carl XII, 30 November. Het eigenaardige
van deze plechtigheid is, dat ze in nachthem
den behoort te geschieden. Aangezien deze
zaak van het corps uitgaat en de meisjes pok
corpslid zijn, is de vraag gerezen of zij al
of niet mee zouden doen. Eén keer hebben
zij inderdaad meegedaan, de traditie getrouw
blijvend, in haar hemd. Daarna is de fakkel
tocht eenige jaren niet doorgegaan om den
regen. Dit jaar begon al dagen te voren een
polemiek in de krant; een inzender vond het
choquant jongedames ,,3V uur na zons
ondergang" in pyama's" (de eigenlijke zaak
scheen hij heelemaal niet te durven noemen)
over straat te zien gaan ; meisjesstudenten
protesteerden, verkondigend dat zij het haar
recht en plicht achtten de nagedachtenis van
Carl XII op de traditioneele wijze te vieren.
Ten slotte is de heele fakkeltocht afgelast.
Op het Julfeest van de meisjesstudenten werd
er een liedje over gezongen; ze zouden toch
niet meegedaan hebben, heette het daarin,
om de ziel van dien mijnheer uit de krant
niet in het verderf te storten ; denk eens aan
het ging misschien om zijn eeuwig heil!
Voegt men bij al deze feesten nog de vele
locale fe.stelijkheden, waarover ik niet ge
sproken heb, de verjaardagen in elke familie,
benevens de namensdagen" (d.i. de dag van
het kalenderjaar die den naam draagt dien-men
zelf heeft)", dan ziet men dat de Zweden
aanleiding genoeg, misschien te over, hebben
om feest te vieren.
L. M. Co STER-WIJSMAN.
iiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii iimiiiniiiiiiiimiiiiiiifiiiiiimiiliiiiiB
October, Wijn-maand
Teekening voor de Amsterdammer" van B. Midderigh?Bokhorst
Dat de tiende maand van 't jaar, eeuw-in,
eeuw-uit, ,,October", (zegge ,,de achtste")
wordt genoemd, nu ja, dat is de schuld
van de oude Romeinen, en wij zijn er allemaal
zoo aan gewend, dat niemand er zich over
verbaast.
De bijnaam Wijnmaand echter is van
later datum. Voor ons land is dat woord al
even oneigenlijk, en gelukkig wordt het maar
heel zelden meer uitgesproken. Het is ecu
germanisme van een oudere soort dan die,
waarop Charivarius zoo vermakelijk pleegt
jacht te maken, 't Is een insluipsel uit de
dagen, toen de nederlandsche taal nog
officieel de nederduitsche" werd genoemd.
Het werd destijds zonder veel kritiek uit
het hoogduitsch" overgenomen. Met een
klein beetje nadenken zou men zich toch wel
gestooten hebben aan het feit, dat hier, in
October, even weinig als in andere maanden,
wijn wordt gemaakt: dat het betrekkelijk
beetje druiven, hier gekweekt, vooreerst
niet tot dat doel wordt gebruikt en ten andere
in onze kultures te zeer een bijzaak is dan
dat de volksmond er ooit ecu heele maand
mee zou hebben aangeduid.
Afbeelding A Afbeelding B
, ,DE AMSTERDAMMER'' -DIENSTKLEEDING
Gratis papieren patroon van ,,de Amsterdammer"-dienstkleeding
Wij lezen:
Door het hoofdbestuur van de Vrouwen
groep uit den Vrijheidsbond is aan den Minister
van Waterstaat een adres gezonden, waarin
adressante den Minister dringend verzoekt al
vorens tot inkrimping van het vrouwelijk per
soneel bij de Post en Telegrafie over te gaan,
te pogen door het voorschrijven van een
passende dienstkleeding, het besef van de
waardigheid van het ambt en den ernst van
den arbeid te versterken."
De Redactie van deze rubriek Voor Vrou
wen," dit bericht gelezen hebbende, heeft
gemeend haar lezeressen een dienst te bewij
zen door in den Amsterdammer twee modellen
te geven voor een passende dienstkleeding:
Afb. A. Schort van effen waschbaar linnen.
Ceintuur en biezen van effen gekleurd
satinet of bont katoentje. Zakken gevonnd door
opgestikte zijbaantjes, grootte te regelen door
een tweede horizontaal stiksel.
Afb. B. Eenvoudige werkjapon van
donkere of wit-zwart gestreepte stof. Wit
waschbare, ingeknoopte chemiset en mouw
opslagen. Den halsboord hoog te dragen of
als kort omgeslagen reverskraag. Zakken kunnen
desgcwenscht afneembaar zijn en onder aan
't lijfje met drukknoopen worden bevestigd.
Deze patronen zyn tot en met
Woensdag 5 October gratis
voor de abonnees beschikbaar
gesteld. Groote maat 46.
Elke abonnee heeft recht op n patroon
naar keuze.
Na Woensdag is de prijs per patroon /l.
Aanvrage met duidelijke opgave van naam
en woonplaats, met bijvoeging van 15 et
port, te richten tot het Secretariaat van de
Amsterdammer" Keizergracht 333 Amsterdam
E. M. R.
lllltlllllHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIU
Illllllllllllllllllllll
wateren en zelfs wel binnengaats. Soms. als
ze aan lager wal door hevig stormweer worden
overvallen, vcrtoonen ze zich een enkele maal
in het binnenland, maar in zoo'n geval lijden
ze ook vaak schipbreuk voor de kust en onze
oude vogellijsten vermelden ze dan als dood
aangespoeld, in het bijonder zijn dat dan zee
koeten, alken, papagaaidnikers en Jan van
Genten. Ieder strandwandelaar moet begin
nen met zich dit viertal vogels goed in het
geheugen te prenten.
Jan van Gent thuis
Als een nederlandsche bijnaam noodig
is, maar niemand zal dien, dunkt mij
noodig achten dan zon ik liever voor
stellen, van Appelmaand" te spreken.
Appelen, ja, die zijn hier van oudsher
zóinheemsch, dat we gemakkelijk vergeten
kunnen : hoe ze hier oorspronkelijk ook wel
uit den vreemde zullen zijn ingevoerd en
gaandeweg door kultuur tot eetbaar fruit
veredeld.
De hier in de duinen in het wild voorko
mende appelstruiken, met doornen en houtige
vruchten, zouden weinig aantrekkelijks heb
ben ; en zelfs de variëteiten die een honderd
jaar geleden in de mode waren als dessert
lekkernij" kunnen niet op tegen de nieuweren,
waaraan wij ia de laatste halve eeuw verwend
raakten. Tusschen handappelen" en
potappelen" bestaat een heele afstand van ran?.
Intnsschen kan men zich vergissen en blijkt
menigeen, die in 't najaar als potappel"
beschouwd werd, een nobele handappel te
zijn, als hij bij toeval tot aan den kortsten
dag is blijven liggen. Men zou bijna aan
Andersens' leelijke jonge eendje denken, dat
na verloop van tijd bleek een zwaan te wezen !
De Pomologie" is gaandeweg een heel
afzonderlijke tak van wetenschap geworden.
En in oudere en nieuwere receptenboeken
is de rubriek appelgerechten talrijk gere
presenteerd. Maar zulke boeken moeten al
heel oud zijn, indien zij aan het slot een les
iiiiiiiiimiiMimmiiiin i minimi imiiiiiiiimMiitiiiiiMiiii i IIIIIIIIIIIMIIIIII
De meest bekende is wel de Jan van ent,
de visscher van haringen makreel, de w
ndervlugge duiker, de fregatvogel van den
NoordAtlantischen Oceaan, een heldenfiguur uit
de vogelwereld. Rondom het Briltsche rijk
broedt deze vogel op steile, eenzame eilandjes,
sommige ervan zoo Ln het woeden der baren,
dat de mensch er maar een enkele maai in
jaren kan landen. De voornaamste broedplaat
sen de Bass Rock en Ailsa Craig liggen aan
den invaart van de beide belangrijkste water
wegen van Schotland. Wie de Bass-Rock ge
zien heeft, bedekt met de broedende Genten,
zou kunnen meenen, dat het aantal van deze
vogels legio is, maar dat valt bij een- nuchtere
telling erg tegen en de menschelijke
haringvisschers wete'n nu dan ook al zeker wel.dat al
de Jan van Genten van de Noord-Atlantischen
Oceaan geen noemenswaardige n invloed kunnen
hebben op den bloei der haringen. Soms komen
deze Genten zwemmen in het gezicht van onze
kust, ook heb ik ze binnengaats gezien op
Marsdiep en Vlie en het was een onvergete
lijk oogenblik toen ik daar in 't zeegat voor
het eerst een heuschen Jan van ent zag vlie
gen, een groote witte vogel, de vleugelpunten
zwart, de staart toegespitst, de heele indruk
heel anders dan van een meeuw. En toen hij
hoog genoeg was en ging zweven zag je hoe hij
de geweldige roeivoeten gebruikte als stuur
en rem. Veel zeldzamer zien wij de heel jonge
vogels, die heelemaal zwart met wit gespikkeld
zijn, je zoudt haast zeggen reusachtige spreeu
wen, maareen enkele keer worden ze toch wel
aangetroffen. De zwemmende Jan van Gent is
wel te herkennen aan zijn aardig gevormden
rondachtigen kop, iets geel getint, en aan den
rechten langen snavel en den kalen oog
streek. Het is eigenlijk voldoende om te
weten, dat: de vogel bestaai en dan pik je hem
vanzelf uit uit de andere zeevogels.
Er zijn niet zoo heel veel Jan van Genten
meer op de wereld. Wellicht worden ze thans
minder sterk vervolgd dan vroeger. Maar hun
geven in het maken van pomade", zegge
een zalf, ter verzachting van de huid,"
waarin oorspronkelijk (getuige de naam)
appelsap een voorname plaats innam.
Ondanks de droogte, allicht door de
daarmee samenhangende warmte! valt
dit jaar de appeloogst zeer mee. In streken
waar veel boomgaarden zijn, kan men thans
de boomen zórijk beladen zien als op prent
jes van Adam en Eva in het paradijs.
Van harte wensen ik al onze lezeressen
toe, een ruim deel van dat gezonde fruit te
mogen machtig worden : vroege en late,
zoete en zure, grovere en fijnere appelen ,
al naar verlangen en behoefte.
Slechts van n soort hoop ik dat haar
tuin en haar kelder en zolder en keuken en
provisiekamer en frnitschaaltjes vrij mogen
blijven. Dat zijn twistappelen.
En indien deze zich bij ongeluk in iemands
huiselijk leven binnensluipen, wel, dan moge
zoo iemand de kracht en den tact vinden om ze
zoo gauw mogelijk cmschadelijk te maken,
te negeeren of uit den weg te ruimen.
Zijt gij niet met mij eens dat dit altijd een
etninent-vrouwelijke taak is, een arbeid
nog veel nuttiger dan het handig bakken
van appel-flaps of het bereiden van moes
op de modernste manier, waarbij ook de
schil tot haar recht komt?
G E E R T R U l D A C A R E L S E N.
dreigt thans een nieuw gevaar, het nieuwe
schrikbeeld voor de vogelwereld, de stookolie.
Misschien herinnert ge u, dat ik in het voor
jaar verteld heb van die oliemeeuwtjes in het
Vondelpark. Het schijnt, dat het kwaad al
erger en erger wordt en gaarne sluit ik mij aan
bij de Nieuwen Rotterdammer van 9 Septem
ber en het Handelsblad van den 20sten waar
met klem en drang nog wordt betoogd hoe
onverantwoordelijken misdadig wordt gehandeld
door slordig om te gaan met die stookolie.
Men denkt maar altijd, de zee reinigt zich
zelf" dus tout a la mer", maar de zee kan
die minerale oliën niet zoo gemakkelijk ver
werken en een ronddrijvcnde olielaag
beteekent de dood voor alles wat leeft op en in de
zee. Let eens op, wanneer ge langs het strand
gaat; ik vrees, dat ge vele van onze overburen
zult vinden gehuld in de vieze olielaag, dik
wijls bijna onherkenbaar. Zend ons even be
richt ervan, licht helpt het voor de actie, die
onvermijdelijk zal moeten volgen.
JAC. P. T H i j s s E
iiiiiiiiiiiiiiiiii.iiiiitimtiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
UMOERHEIM"!
l DEDEMSVAART )
l Adviezen |
i Plannen ... |
| Begrootingeti |
§ Uitvoering f
| van aanleg of verandering van tuinen |
| Condities op aanvraag. |
Tiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiuiiiii*"