Historisch Archief 1877-1940
l Oct. "21. - No. 2310
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Trappenhuis, vijfde verdieping, met dakbedekking van gebrand glas
BOUWKUNST
HET NIEUWE JAARBËURSGEBOUW TE UTRECHT
Toute chose d'après sa nature.
De vorige week toog ik naar Utrecht ter
bezichtiging van het nieuwe Jaarbeursge
bouw, en die reis is me zógoed bevallen, dat
ik er deze week nogmaals heen ging.
Dit is inderdaad eens echt-modern bouw
werk. Dat wil zeggen: een werk, geheel be
antwoordend aan zijn doel.
Geen fratsen of poetspas, geen overbodige
versiersels of opdirkerijen, welke den gewonen
mensch nog o zoo dikwijls van de wijs
brengen, worden aan dit gebouw ten toon
gespreid. Hier te Utrecht een werk, dat
zich niet opdringt en dat, ondanks zijn
respectabele afmetingen, zoowel in letterlijken
als figuurlijken zin, zijn plaats waardig be
kleedt.
Een kalm en degelijk gebouw is het, 't welk
ons onmiddellijk op ons gemak zet.
Flink, groot, ongezocht, van waardige, niet
el te edele verhoudingen, maakt het direct
den indruk, een gepaste zetel te zijn, waar de
vertegenwoordigers van Nijverheid en Handel
elkander ontmoeten en hun wederkeerige
belangen op even praktische als ongezochte
wijze naar voren kunnen brengen.
Behooren alle dingen werkelijk naar hun
aard" te zijn, dan is dit bouwwerk een van de
weinig goede, die gedurende de laatste tijden
zoowel hier in Nederland als elders tot stand
gebracht werden. Juist dit is het, wat ik in
dit werk zoo bizonder waardeer: het heeft
niet den minsten schijn van iets, dat het niet
bedoelt te wezen. En daarom gaat het uit,
hoog boven de meeste zoogenaamd-moderne
producten van dezen tijd, die uiterlijk zoo
opdringerig, quasi-voornaam, maar innerlijk
vaak zoo voos zijn.
Het echt-moderne schuilt niet in buitenis
sig- of uitzonderlijkheden. Vór alles open
baart het zich in de doelmatigheid, in de juist
heid waarmede een nieuwe maatschappelijke
noodzaak door den geest stoffelijk wordt opge
lost of vervuld.
Bij geen ander type van bouwwerk is
een Jaarbeursgebouw beter te vergelijken, dan
bij het moderne Warenhuis." Dit laatste is
in zijn tegenwoordigen hoofdvorm eveneens
een karakteristiek product van Handel en Nij
verheid van onzen tijd.
Maar het Jaarbeursgebouw, zooals we het
nu te Utrecht opgericht zien, is heel wat dege
lijker en ichter dan de warenhuizen, gelijk we
die in nagenoeg alle hoofdsteden vinden.
Ondanks hun opschik verloochenen deze
laatste hun innerlijke natuur nooit. Zij verra
den steeds hun oorsprong van niets anders te
zijn, dan het Kastje" van den marskramer,
waarmede van-alles-en-nog-wat" wordt uit
gevent. Zij blijven het kistje" van den leur
der, maar dan duizend en duizend maal ver
groot.
In wezen is het de eindeloos varieerende,
immer zich gelijk blijvende ,/{utiliteit," die
zoo sierlijk mogelijk moet opgedirkt worden.
Bergen van garen en band ; torens van
knoopen, kammen en doozen ; bloemtuinen
van lintjes en strikjes ; rotsen van
onedelgesteenten ; zeeën van rarnmelaars, poppen,
fluitjes en tamboerijnen ; fonteinen van kla
tergoud, ziedaar den hoofdinhoud dezer pa
leizen", en hun aesthetisch wezen is daar
meestal aan gelijk.
Wel bergen deze inrichtingen ook deugde
lijker dingen, maar steeds gaat de opsmuk
vér boven de intrinsieke waarde der artike
len uit. En daardoor blijft de hoofdindruk der
warenhuizen steeds als die van uitge
strekte rommelkramen of uitdragerijen. On
danks hun uiterlijken zwier zijn het groote
kerrhistenten, goed beschuttend voor den
regen. Zoo is het warenhuis als
een veredelde kermis, een ver
fijnde beignetkraam, de geper
fectioneerde, best voorziene
tent.
Het sterkst komt dit tot
uiting, juist in de voornaamste,
quasi meest imponeerende
onderdeelen van het inwendige
der moderne warenhuizen. In
hun groote Hall" met hunne
monumentale
trappen,middenschepen en koepels, wordt een
luister ten toon gespreid, om
gekeerd evenredig aan den
futielen inhoud dier indruk
wekkende ruimten.
Voer het eerst de warenhuizen van Tietz en
Wertheim te Berlijn bezoekend, viel ik om
van den lach door het allerbespottelijkst
mengelmoes van pompeusheid en futiliteit
dier kolossale centrale hallen.
Alles goud, brons, echt-marmer in de
kostelijkste schakeeringen, bizonder schoone
houtsoorten langs de wanden getimmerd,
kristal, gebrandschilderde glazen, schitterend
als zwemmend in een zee van licht, zooals men
dat in dien overdaad in de meest bespottelijk
uitgedoste paleizen aller eeuwen nimmer heeft
aangetroffen.
Maar die indrukwekkende, kostbare hallen
staan vol vitrines, gevuld met duizenden geva
rieerde blouses, onderrokken, (Pardon !
jupons), caleQons, chemises (marque Zéphir,"
spécialitéde la maison) corsages, corsetten in
kant, ragfijne spinsels van zijde en goudloover.
De daartusschen geplaatste vitrines met
haar verruklijke odeurs, exotische oliën en
reukwateren, donzige poudres, geurige zee
pen, brengen de gewijde stemming te midden
van al die heerlijkheid.
Wat heb ik gelachen, echt lollig gelachen om
die bekoorlijke onbenulligheid ! En die lach
had niets saterachtigs of sarcastisch ; want de
wereld is grót, de mensch is klein ; en
reuzenleuk leken mij die fondant-tempels.
Al die hemelsche schoonheid van stralende
lampen, marmer, goud, brons, oliën en
reukwateren, van rose, zee-groene en hemels
blauwe jupons en corsages beschouwend,
voelde ik mij in den zevenden hemel en werd
het tne te moede, als rees plotseling te midden
van al die pracht Venus-Aphrodite, de uit het
schuim geborene Aphrogeneia, de uit de golven
der zee opgedoken Anadyomene voor mij op,
en als kwamen de tonen der Aëolusharpen te
ruischen door die mystieke hallen, de tonen,
die het zoo zacht-lieflijke, zoet-strelendc
Léve ton jupon rose"
der stralende. Godinne toefluisterden.
Ja ! rose, zee-groen en-hemels-blauw zijn de
tinten, omhullend de uit sneeuw-wit schuim
geboren, blanke, eeuwig-jonge, bepoederde,
immerlachcnde, onsterfelijke Aphrodite !
Waar toeft Uw zoon, Venus? Waar schuilt
Eros, de bloem Uwer lendenen, de jongeling
voor wien maagden blozen? Loert en lonkt
hij niet, daar, achter gindsche uitstalkast?
Maar niet in het Oude Griekenland bevond
ik mij. Het was in het Kristallen paleis van
Frau" Venus.
Want was ik hier niet in het binnenst van
den Venusberg verzeild geraakt? In den
Een der eetzalen
TH. FRANKEN-:-H.
Hofleverancier - Amsterdam
KUVERSIRAAT 2)6 -:- WIUEMSPWWEC 8
TEL. NOS. 2040-1881 - TEL. No. 1793 Zuid
KOUDE EN WARME SCHOTELS
Middengedeelte van den voorgevel
tempel, waar deze Godin, sinds eeuwen en
eeuwen op even koninklijke als lieftallige wijs
regeert? Lokte zij er, sedert onheuglijke tijden
de leuke typen niet,de avontuurlijke karakters,
de eeuwige scharrelaars, die, ten koste hunner
ziel en zaligheid daar een leven vol lust en
vreugde voeren? Had zij er niet zelfs
Tannhaiiser opgeslokt; en zou zij er dan ook niet
mij, onmondige, verslinden?
Ik was gewaarschuwd ; want de Trouwe
Eckhart", die iederen naderende ernstig ver
maant, had me bij den ingang van het paleis
dat hij onverpoosd bewaakt, beteekenisvol
aangestaard. Maar, toevallig, keek ik den
anderen kant uit.. .
Mimdtis vult decipi !" En het is maar
goed, dat het zoo is, want het onderhoudt de
gezelligheid, de afwisseling. Het brengt zoo
wel den lach als den traan in 't leven.
HET INWENDIGE VAN HET JAARBEURSGEBOUW
Wat het type jaarbeursgebouw van het
type warenhuis onderscheidt is de meerdere
ernst, de mindere opgesmuktheid van het
eerste. Het verschil hier is even groot als
tusschen de typen schouwburg en bioscoop;
deze dan opgevat in hun tegenwoordige ge
daanten. En juist omdat dit verschil in het
Utrechtsche gebouw zoo helder aan den dag
treedt, is dit laatste een echt-modern werk.
Dat*het inwendige op verscheiden plaatsen
nog zoo sterk aan een warenhuis denken deed,
lag niet aan het bouwwerk-als-zoodanig, doch
aan den aard van vele der inzendingen; en dat
zal op den duur door meer systematische
en rustige rangschikkking ongetwijfeld ver
beterd worden.
Vele gedeelten maakten nu reeds door juiste
inhoudsgroepeering een werkelijk dcgelijken
en levendigen, niet rommeligen indruk.
Reeds dadelijk bij het binnentreden van
den groote n hal werden we door de conceptie
van het bouwwerk aangenaam getroffen.
Deze hal, geheel opgetrokken in gewapend
beton (als uit n stuk !), is flink, krachtig,
licht; tevergeefszoektmen er het
quasi-tempelachtige, gewijd, stemmige, pompeuze,
in der meeste warenhuishalien. Deze ruimte
deed nog wat kaal en kil, plaatselijk zelfs
kinderachtig aan, dat laatste werd veroor
zaakt door de over de balcons hier en daar
loerende sponzen en mckanieke poppen. Zoo
kwam heel e ven nog hèt warcnhuisorn den hoek.
Maar als deze hooge hal in stemmige, lichte
tinten zal afgewerkt zijn en er mooie tapijten
(eveneens handelsproductcn)over de
ballustracles komen te hangen, dan zal hij niet zijn
luchtigen, levendig gelinten glas-in-lood koe
pel ten uitstekend effect maken.
De planindeeling van het bouwwerk
is van opzet allereenvoudigst. Om de groote
middenhal loopen gangen, die als n
enkele, doorltiopende corridor te beschouwen
zijn, daar er geen hinderlijke, verwarrende
zijgangen op uitkomen. Aan dezen door
loopenden corridor grenzen in regelmatige
verdeeling alle verkoopcabinetten en eta
lages, welke uitstekend vanuit de buitengevels
en de beide groote binnen
plaatsen verlicht zijn.
Alle vijf verdiepingen hebben
dezelfde indeeüng, zoodat men
zich in 't gebouw direct op
z'n gemak voelt. Slechts op de
bestemde verdieping behoeft
men te letten, om direct te
weten waar men wezen moet.
Het artikel van Dr. Ritter in
het nummer van 17 Sept.
geeft hierover voldoende in
lichting, zoodat we hier verder
niet bij behoeven stil te staan.
Maar cén roep was er onder
exposanten en bezoekers: het
gebouw is praktisch uitstekend
geslaagd en het maakt eenaangenamenindruk,
vooral inwendig. En dat wil hél wat zeggen !
Nu trof de ontwerper, de architect de Bie
Leiiveling Tjeenk, het hier ook uitstekend.
Tot zijn beschikking stond een ruim, open,
aan alle zijden vrij terrein, zooals dat in de
centra der groote steden vau ons land ner
gens te \'inden is. uit, natuurlijk, vas een niet
Sering voordeel voor het welslagen van dit
ontwerp. Van deze schoone en zeldzame ge
legenheid werd hier een goed gebruik gemaakt,
wat, helaas, niet altijd geconstateerd kan wor
den.
Ja, zulke terreinen zijn uiterst zeldzaam in
't hart der groote steden.
HET CAFE-RESTAURANT
Dit gedeelte beslaat ongeveer 2/5 der begane
grondoppervlakte en werd natuurlijk aan de
drukste zijde van het Vreeburg geprojecteerd.
Dit onmisbaar object is als geheel eveneens
geslaagd, 't Is mondain in de goede beteekenis
/an het woord. De café-ruimten zijn werkelijk
gezellig.
De groote restauratiezaal echter lijkt me
het minst gelukt. De hoofdtoon ervan is niet
Icelijk, doch de decors zijn te verbrokkeld. Zij
vormen afzonderlijke stippen of vlakken in de
ruimte. Deze zaai maakt een lichtelijk thea
terachtig effect, wat vooral ook door haar
groote, in 't midden donkere zoldering van
gekleurd en gebrandschilderd glas-in-lood
veroorzaakt wordt.
Het drukkende van dat lichtvlak wordt nog
verhoogd door de daarin gestyleerde Toorop-,
van Konijnenburg- of Roland- Holstachtige
figuren, welke staande en knielende houdin
gen hebben, terwijl zij in werkelijkheid in een
horizontaal vlak gelegen zijn. En waar we
van nature de neiging bezitten (dat valt door
niets weg te redeneeren) de figuren in haar
werkelijken stand te willen zien, zouden we
voor de juiste beschouwing ervan wel op den
vloer willen gaan zitten; doch ook aldus gezien,
zou de afstand nog niet groot genoeg wezen.
Dit maakt eveneens dat deze zaal te laag
toont.
De donker-gepolitoerde, glanzende stoelen
dezer lokaliteit in hun duitsch-fransch-eugelsch
modern Chipendale-karakter bekoren mij
evenmin. Ze zien er niet onbeschaafd uit, maar
zijn te groot en te gezocht. Hun leuningen
gelijken op gestyleerde, uitgestrekte, platte
ganzcnhal^cn. En deze slank gebogen nekken,
iiimiiiiiiiiMMiiitiiii
Navigatie en Mooi-Nederland
DE ELITE-SIBARENMERKEN
Verkrijgbaar bij da voornaamste winkeliers
Fabr.: Firma RAPPARD & POTT ? Tiel
imiliimiiliiii
schijnen op hun vier wijdbeensche pooten
aan den loop te willen gaan. Ook
verdwijnt een groot deel van de lijven der
bezitters" dezer stoelen achter die hooge
ruggen. Een voordeel hiervan echter is, dat
ze de Adonissen enCratessen gelijk maken. Dit
is zeer democratisch gezien. En zoo heerscht
er dan in deze zaal als zij vol is, ondanks
alles, gelijkheid, vrijheid en broederschap!
Zoowel het goede als het minder goede dient
gezegd ; de redactie noodigde mij niet uit om
louter complimenten uit te deelen. Daarom:
Van alles kunnen mij de gespijkerde vloer
tapijten dezer restauratiezalen het minst
bekoren. Niet omdat het hier rechthoekige,
kleurige blokken zijn, die deze vloeren be
dekken. Mij om 't even, of het zijn rechthoe
ken, cirkels, spiralen of krullen! als ze maar
mooi zijn.
Maar het feit-zelf, dat hier in deze publieke
lokaliteit gespijkerde tapijten als
vloerbekleeding gekozen werden, staat mij tegen. Ik acht
dat on-welvoeglijk, 't maakt me onwel, om
dat het in wezen in hooge mate on-hygienisch
en daardoor on-modern is.
(Ik weet wel, dat de stofzuiger is uitgevon
den !)
Eendergelijke vloerbedekking is Louis-seize-,
Trianon-, Grand-gala-, Folie-Bergere-,
Grillroom-achtig. Zij past niet bij binnen- of
buitenlandsche stof- en modderschoenen, asch,
eindjes sigaren en sigaretten, en op den
vloer vallende drank- en eetresten. In publieke
lokaliteiten zijn wollen of harige Meeden mis
plaatst. Zij wekken onmiddellijk de niet te
omschrijven atmosfeer van quasi-chique, en
behooren thuis in de ,,hm"-deftige restau
rants en nachtcafé's waar de cocottes met
hare onafscheidelijke swells, dandy's en
sjappies den scepter voeren ; niet passen zij in
de sfeer van degelijk-zakendoende menschen.
Mijn heilwensch aan het energiek
Jaarbeursbestuur en zijn architect zij daarom deze :
dat handel en verkeer in het gebouw zeer spoe
dig zoo overweldigend mogen zijn, dat deze
tapijten, hun uitstekende qualiteit ten spijt,
weldra tot op den laatsten draad versleten
zullen zijn l
Vél zou er nog gezegd kunnen worden ;
ook van het uitwendige van dit welgeslaagde
bouwwerk. Doch, ik ging de voor dit artikel
beschikbare ruimte reeds te buiten. (Toefde
ik te lang in de tempels van Aphrodite?)
Daarom alleen nog dit: Het uitwendige is
de ietwat koele, gereserveerde, niet genoeg
bezielde, maar waardige omhulling van het
inwendige. Als geheel is dit bouwwerk nog te
veel ingenieurswerk ; dit dan genomen in zijn
beste beteekenis. De titel zelf van den ont
werper : Ingenieur-Architect is een juiste.
De verbinding van Ingenieurs en
Architectskunst blijkt meer dan ooit noodig te zijn voor
dezen tijd. Moge echter het schoonheidsge
voel, als het meest tijjilooze en onverganke
lijke, het alles doordringende zijn en blijven.
Als bizonderheid zij ten slotte nog vermeld,
dat de bouw van het geheele Jaarbeursge
bouw, zooals het er nu staat, 24 ton kostte.Dat
is ?30. per M3.
Het vormt 1/4 deel van het geheel na zijn
voltooiing.
H. J. M. WALENKAMP C z.
MET VREDEN5UBG MET DE JAAR5EUBXiE5OUWEN
Algemeen overzicht. (Alleen het rechtsche bouwwerk is nu voltooid.)