De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 1 oktober pagina 8

1 oktober 1921 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND l Oct. '21. Ne. 2310 Overzicht van de tentoonstelling EEN PLAATJES-TENTOON STELLING IN HET VEILIG, HEIDSMUSEUM Amsterdam, Hobbemastraat 22 Meer dan plaatjes zijn het niet, welke thans gedurende enkele weken in het Veiligheidsmuseum zijn tentoongesteld. De Vereeniging Kunst aan het volk" kan hare leden niet tot een bezoek aan deze tentoonstelling aan sporen, omdat de Kunst bij het vervaardigen van deze plaatjes geen rol heeft gespeeld. Toch moet men bij het aandachtig beschou wen dezer collectie dikwijls de kunst bewon deren, waarmede de ontwerpers der plaatjes, de aandacht weten te vestigen op de oor zaken van tal van ongevallen. En het is om die reden, waarom het volk (en ook Het Volk") zich niet zal beklagen, wanneer het een uurtje op deze tentoonstelling zoek brengt. Een dagblad gaf hoofdonderwijzers in over weging deze tentoonstelling met hunne leer lingen te bezoeken. Ze zullen er zeker wat van hun gading vinden. Maar ook werkgevers en werklieden kunnen door het aandachtig bekijken der prentjes en het lezen der Hollandsche of Amerikaansche bijschriften, in korten tijd een juisten indruk krijgen van de oorzaken vanjtal van ongevallen. Dank zij de medewerking van deJAmerikaansche veiligheids-technische Pers, dank zij de vrijgevigheid van verschillende Ame rikaansche (en Engelsche) vereenigingen, verzekeringsmaatschappijen, en fabrikanten, kwam het Veiligheidsmuseum in het bezit van deze collectie veiligheidsbiljetten. Soms een tikje sentimenteel, dikwijls gees tig, doch bijna altijd raak", zoo zou men deze prentjes geloof ik wel kunnen karakteriseeren. leder voelt toch dat tikje senti mentaliteit, wanneer Dolly vraagt: n neem je een snoepje voor me mee, Vader? Ter wijl Vader dient te bedenken, dat hij zijn Dolly zal moeten teleurstellen, wanneer hem een ernstig ongeval overkomt. Wees op lettend" is de strekking van deze aardige prent. Op deze en tal van andere wijze vragen, neen schreeuwen deze platen om de mede werking van arbeider en werkgever, van auto mobilist en voetganger, in den strijd tegen ongevallen. Men moet de plaatjes zien, ze zijn niet te beschrijven. Daarom stel ik het zeer op prijs dat de Redactie van de Groene" mij ver zocht daarvan eenige in dit nummer te mogen reproduceeren. En toen haar Redacteur Charivarius de vertaling van de bijschriften op zich wilde nemen, wist ik, dat de lezers van deze Groene" een juisten indruk van aard en strekking der prentjes zouden krijgen. ..'n bring me some candy, too!" IF YOU FORGET SAFETY TODAY she won't get her candy- and may have to do without many of the necessaries of every day life. IT 'S UP TO YOU. National .Safet}- Council l'hicago. Moge dat het bezoek van velen aan deze tentoonstelling tengevolge hebben. Misschien, dat enkelen dan het groote nut van deze plaatjes zullen inzien, zoodat zij er toe zullen besluiten dergelijke veiligheidsbiljetten ook voor ons land te laten maken. De bezoekers van deze tentoonstelling kunnen daar tevens een indruk krijgen hoe ook nog op andere wijze tal van onder nemingen de werklieden daadwerkelijk doen deelnemen aan het verminderen van het gevaar voor ongevallen; zij kunnen daar lezen met welke woorden zoowel voor mannen van de arbeiders-beweging als van werkgevers-organisaties den gezamelijken strijd tegen het bedrijfsgevaar aanmoedigen; zij Modellen van veiligheidsbriilen kunnen zien met welke middelen die strijd wordt gestreden en hoe de overwinning op den gemeenschappelijken vijand wordt behaald. Deze tentoonstelling is voor een ieder kosteloos toegankelijk. Zij is geopend: alle werkdagen (behalve des Woensdags) van 10?4, op Woensdag van 7?9, benevens Zondag 2 October en Zondag 16 Octobcr van l?4. Ir. A. R. G o R T E R. ARCHEOLOGISCHE ONTDEK KING IN GRIEKENLAND Uit Athene komt het bericht van de wederontdekking van het vermaarde Odeion van Perikles. Naast hunne alom bekende grootsche openluchttheaters hebben de Grieken reeds in de vijfde eeuw vór onze jaartelling enkele overdekte gebouwen gehad, die bestemd wa ren voor muziek-- en tooneeluitvoeringen. Onder deze spande het Athcensche Odeion de kroon. Tot nu toe had men weinig vaste gegevens om zich van dit gebouw een voor stelling te maken. Men kon in de oude schrij vers lezen, dat het vele zitplaatsen en binnen in vele zuilen telde, en dat het een spits toe loopend dak had. Het volk zeide, dat het dak van het Odeion gemaakt was naar het model van de veldtent van koning Xerxes. De blij speldichter Kratinos bespotte Perikles, die een opvallend hoog en eigenaardig gevormd hoofd had, door te zeggen, dat hij het Odeion op zijn schedel droeg. De moderne archeo logen hebben zich op grond van deze en der gelijke getuigenissen het Odeion doorgaans voorgesteld als een gebouw van ronden vorm. Dit blijkt nu niet juist te zijn. Nu een gedeelte der grondmuren en van de inwendige rijen zuilen blootgelegd is, ziet men, dat de grond vorm van het Odeion vierkant is. Het is een soortgelijk gebouw geweest als het Telesterion te Eleusis, het heiligdom, waarin de geloovigen werden ingewijd in de mysteriën van Demeter. Van dit laatste gebouw, dat ruim 50 M. in het vierkant meet en inwendig zes rijen van zeven zuilen elk had, zijn de overblijfselen reeds geruimen tijd ontgraven. Evenals het Odeion, was het bestemd om tooneeluitvoeringen (of tableaux vivants) voor een groot aantal toe schouwers ook in eene overdekte ruimte en bij kunstlicht mogelijk te maken. De verdere ontgraving van het Odeion, die zeker algemeen de aandacht zal trekken, wordt ter hand genomen door de Gricksche Regeering. C. W. V O L L G R A F F J THATS RICHT LADY ALWAYS CETOFF A'CA'R BACKWAR&S PracticeH What Yow ett. Dat komt van 'n losse mouw!" Als een lente-koeltje!" Nou, jij treft 't. Eerste hulp busongelukken". Niet twee dingen tegelijk doen!" Goed zoo, juffrouw. Altijd achteruit uitstappen !" Hij gaat 'n verre reis doen. Droom-boek. Pas op voortgevaren'!" Dokter neem1je pillen zelf in". Hier,zet dit ernog'op, dan kèje d'r bij.1 II1IIIIIIIIIIII IIIIIIIMMIll Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllll Illl lllllllll III II iillliilliiillltliiiiiliiiillliiiiiiilliiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiliiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiMiiiiiiiiilllil Nedorl. Munt Hollmnda bornto tO oent mlgmmr N.V. HET SCHOUWTOONEEL : Othdlo. Wanneer de Moor van Venetië" niet meer was dan dat wat het Schouwtooneel" ons onder den naam Othello" biedt, zouden er dan wel zooveel geleerde en gevoelige geesten zich hebben ingespannen om aan de vier groote karakters, die in hun ondoorgronde lijke volheid met elkander ten-naastenbij de wereld vertegenwoordigen, alle schitterende facetten af te vangen? Jago, in wien de hartstochten naar binnen sloegen, Othello, die aan zijn pathos ten gronde ging, Desdemona, de eeuwige Eva, tusschen schuld en onschuld, nimmer zichzelve gelijk, en Emilia, haar eenzijdige voltooiing, misdadig van opper vlakkigheid? Menschen, problemen voor zich zelf en voor ons, doelloos voortgezweept door hun getergde instincten, gedood ten slotte door het druppelend oorgif, door het kwaad, dat half wil, half noodlot is want ook de omstandigheden," het toeval, de,verloren zak doek helpen hier en vreeselijlfer in zijn half slachtigheid dan voldongen laster: de in sinuatie. In Othello" kluwen de menschelijke en de duivelsche booze machten samen tot het misverstand", dat ten slotte volkomen, groot en tragisch als een fatum is. Voor alle opvat tingen, alle schakeeringen, laat Shakespeare ruimte. Ging de eene te ver, of de andere, of bezweken allen in dien zuidelijken zinnenbrand? Het is alles twijfelachtig, als in het leven. In het derde tooneel van I zegt Jago : ,,'k Haat den Moor En 't wordt gefluisterd, dat hij 'm mijn bed Mijn dienst verrichtte; 'k weet niet of het waar is." Wederkeerig noemt hij zicrTop Desdemona verliefd niet juist uit wellust" (U, 1ste too neel) maar omdat hij in haar het werktuig ? ziet, en'?schier bemint", dat hem kan dienen tot wraak op den machtigen Moor, haar echt genoot, welke zijn officiers-carrière brak. Niet juist uit wellust," eenigermate dan toch wel, hier voelt hij reeds hoe ook de nijd tot een wellust groeien kan voor den verongelijkte, welke enkel en alleen dit negatieve zijn bezit kan noemen. Is Jago, voor wien het, naar hij zegt een gewetenszaak is een moord te doen,"dochdie den zedelijkcn moordbedrijft als een sport, een slecht mensch, of alleen een mensch? Hoeveel verontschuldigingen draagt Shakespeare voor wien geen schurk ooit een complete schurk was aan ! Eén machtig getuigenis bovenal pleit voor hem, richt over het geheele proces. De voorkeur van7 den Moorschen generaal was een willekeurige en onrechtvaardige slechts uiterlijke gaven bezat de brillante Florentijner Cassio, die tot lui tenant-adjudant bevorderd werd, boven den om zijnentwil gepasseerden vaandrig. Men denke zich: een krijgsman, van goeden aanleg, verraderlijk gefnuikt in zijn fierst be zit, zijn militaire eer, gehuwd daarbij met een laag-gebore.ne, een vrouw die hem -neerhaalt (in de novelle, waaraan Shakespeare zijn stof ontleende, is Emilia ook in-der-daad Jago's medeplichtige) aangewezen naast, n in rang beneden Cassio, den generaal te vol gen naar het eiland Cyprus, en in dien engen kring geprikkeld, van dag op dag, door de schoone vrouw, die zoo openlijk, zoo naiëfteeder haar zwarten gemaal aanhangt, doch zich intusschen niet ontziet een weinig te flir ten met al wat man is in dit heete land. Ook dit nog : de machtige en bevoorrechte, die het hem aandeed, is een klcurling, en hoewel de Mooren in Venetië hoog in aanzien waren, zijn mindere in ras. Jago is niet dom, geen man, die zich alles aanleunen laat, geen stille strever, welke de voordeur uitgewezen, door de achter deur weer binnensluipt, en doet of er niets ge beurd was. Hij is intelligent en gevoelig,hijis hoeveel heeft Shakespeare van zijn diepste zelf gelegd in deze figuur ! in zijn lichtgeraaktheid, in zijn zelf-verteedering, in zijn bijna vrouwelijke jaloezie, op zijn wijze : een kun stenaar. Het motief, dat we in Strindberg's werken overal terugvinden, van den school knaap, die onverdiend straf krijgt, voor een ander boeten moet, het motief, dat Leonard Frank tot een klein meesterwerk inspireerde, (?Die Ursache") de geschiedenis van een kind, dat, omdat hij de armste van zijn klas was en op een wandeling met den meester nog geen glas melk kon betalen, achteraf werd gezet, en dan een leven vol pech eindelijk wreekt op dien noüit-vergetcn onverlaat (den onderwijzer), wiens onbevangen wreedheid zijti eerste wan delingdoor liet leven maakte toteen lijdensweg. Ook de Moor" is een argelooze, een man, met maar enkele groote kanten, die zich in het ingewikkeld samenstel van den, hem vreemden geest niet verdiept. Hij heeft Jago gewis niet opzettelijk willen kwetsen, laat staan dat hij diepte en omvang van een dergelijke, zake lijke deceptie peilen zou. En zoomin als hij het oorspronkelijk goede en fijne in Jago begreep, en op zijn waarde schatte, zoomin overziet zijn beperkt inzicht Jago's boosheid, zijn lasterlijke aantijgingen en zijn duivclschcn raad, op het plan waar deze reflexen" thuisbehooren, en, in het verband der omstandig heden, begrijpelijken betrekkelijk worden.Wat begreep hij zelfs van Desdemona, de Venetiaansche cdelvrouwe, dochter van een senator, welke den vadervloek trotseerde om een kleurling te volgen ; wat van de vrouwelijke in stincten, door hem zelf gewekt, in deze bloei ende, levensgretige en bereide vrouw, wat van Huize J. ZOMERDIJK BUSS1NK ir Restaurant a la carte _unch,Afternoon-tea,Diner8 en Soupers Dagelijks muziek door het Huls-orkest iimiiiiiiiiiimiillillll de gebreken harcr zonnige deugden, haar eerzucht, hecrschzucht (de ,,generaalsche" noemt men haar reeds) haar gevleide jeugd en labiliteit? Zoo zuiver als zij schijnt, is zij niet ; deze vrouw, die het groote avontuur der liefde moedig ondernam, blijft ietwat avon tuurlijk ook in het kleine. Maar tusschen deze speelschheid, rondom do vaste, vurige liefde voor haar gemaal ??hoc innig is hun weerzien op Cyprus ! en de ontrouw, waarvan men haar beschuldigt, welk een afstand ! En juist die afstand was voor Othello, de eenvoudige, die in zijn land slechts kleuren leerde onder scheiden, geen nuances, een stapje. Veel meer dan de liefde van een minnaar, was de liefde van Shakespeare voor de vrouwen zijner ver beelding, voor Julia en Dusdemona, engelen van menschelijkheid. Maar de Moor, een natuunnensch, kon deze fijnere cultuur uit de kunststad alleen liefhebben met de zinnen, instinctmatig, kuisch en fier. Hij bleef het kind, dat alles even hevig" gelooft, en hevig moet zijn uit noodweer. Desdemona, het voor werp, dat zijn mannelijk zelfbewustzijn be dreigt, zijn machtige handen dooden haar, en in haar zichzelf, met n slag. De daad vol bracht, brengt de terugslag, de bezinning waarin hij begrijpt de bedrijver van een on herstelbaar onrecht te zijn, hem den zegen van het onverdeeld berouw; zijn vrijwillige dood houdt de onmiddellijke verzoening in. Othello was een braaf man, binnen de perken van zijn zwart-menschelijk bewustzijn. Jago echter, de wijder-bewuste, de intellectueel, hoe goed kent hij zichzelf! in wien het verstand (?for I am nothing if not critical" ) reageert als een bloeddorstig rechter, de man, die op hield kind te zijn in het uur der bitterste ver ongelijking, hij blijft de machtelooze lijder aan het onrecht van een ander. Voor hem is geen daad afdoende, duizend daden vraagt zijn gefolterde fantasie. En alleen de foltering kan dezen ,,booswicht" tegenwicht, verlichting en verlossing zijn. Zówilde ook Shakespeare zijn straf". The torture.... o, enforce it!" Ik heb mij laten verleiden over dit bloed warm renaissance-werk, dat daar tegen den achtergrond van kanten gevels, gouden spit sen, violette luchten en zwart doorschoten IIIIHIIIIIIIIHIIIIlllllHMIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIIII'lllllllllllllMlllllllllllllllm J. S. MEUWSEN.Hofl., A'DAM-R'DAM-DEN HAAQ DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND, water, te pronk ligt, meer te schrijven'dan mijn hart mij na de vertooning van Het Schouwtooneel" ingaf. Daarover ware het mij liever geweest geheel te zwijgen. Maar dit heet dan toch een daad", en Shakespeare niet de eerste de beste. En er traden tooneelspelers in on, die wij in.andere rollen meer malen bewonderen mochten. Ko van Dijk, een Othello van het Leidsche Plein vór vijfen twintig jaar, wiens declamatie juist het tegengestelde was van het zeldzaam rein pa thos, dat als de weekc slag van een vreemden vogel klinkt, en bijna stamelend over de lippen welt van den trouwhartigen primi tieven mensch, uit vorstelijk geslacht. Jan Musch, als Jago.... wat merkten we van de helsche machine, van het verterend vuur achter dit glad masker? Een opvatting? vrees zich door te-veel te verraden, den marquéte spelen? Met tal van opvattingen kan ik in een Shakespcare-stuk meegaan. Als we maar een bouwwerk voelen, niet alleen een fac.ade zien. Coen Hissink bij Het Groot-Tooneel" haalde er indertijd, sterk en boeiend, slechts ietwat te rauw, te direct voor deu stijl van het werk,dat toch altijd distantie vraagt, de hyste rische trekken in op, dat, wat ik onwillekeurig het vrouwelijk;" in Jago noemde, en dat ook Paul We gêne r in die rol, althans naar een foto die ik van hem zag, op een Oostersche vrouw doet gelijken. Maar Musch haalde er heelemaal niets in op; na den eersten inzet, waarbij als altijd zijn heldere dictie trof, werd de rol hoe langer hoe leeger en zelfs de ge weldige, als met duizend vingers de keel dicht knijpende stijging, nadat Jago (in III) voelt dat zijn prooi hem niet meer ontsnappen kan, gaf noch diepgang, noch virtuositeit. Desdemo na.... alweer in een groote rol een debutante met een gevoelige" stem. Een duive.~ Er zijn er vele in Venetië. Maar Desdemona was, behalve zacht en schuchter", een moedige meid, die voor haar liefde pal stond en wegliep uit haar vaders huis. En niets is ons liever aan de Shakespeare-vrouwen dan juist de piquanterie van deze heetbloedigheid in het maagde lijk zilverbrocaat. Het is Cassio, Pierre Mols, de cavalier, die op Cyprus de mondaine sfeer overbrengt, waarin Jago's geraffineerd spel gedijen kan, de sfeer, waar tegenover de Moor eenzaam en hulpeloos staat. Cassio kan niet onweerstaanbaar genoeg* gespeeld worden. Ook bij deze monteering, alles gedompeld in een saai bruin, de schikking der kleuren (het vorstelijk" gewaad van den Moor, de scharlaken Bi'anca!) rees de gedachte : of dan al wat in de laatste tien jaar gewerkt is in ons land om aan het Shakespeare-stuk zijn glans en gloed, zijn flonkering, te geven, vergeefs was geweest. Geen berinnering aan de stad der kanalen, aan het blank paleis waaruit op dit omsluierd uur der nacht" de jonk vrouw ontvluchtte om den donkeren man toe te behooren, geen idee van de woeling, de gisting, de verbittering, welke dit feit teweeg brengt onder de Jonge beethoofden, die den SMIT&Co., Tailleurs P.C.HOÖFÏuIRAAÏGG.WscfieStoffen edelen Brabantio bestormen, en door de nauwe straatjes jagen, waarvan geen mensch weet of hij er heelhuids uittkomt. In den nacht nog, in den geheimzinnig levenden, melodieusen Venetiaanschen nacht, roept men de politiek spreekt een hoog woord mee den Senaat bijeen. En in dit midden, waar ieder zich een vorst gevoelt, verschijnen de eersten, de edelstcn der stad. Welk een spanning, welk een, de republiek op haar palen schokkend con flict. Waarlijk, wie op dit oogenblik ware binnengekomen, zonder het stuk te kennen, hij zou gedacht hebben mede in verband met den Moor ? dat de Heeren om de tafel zaten te zwarte-pieten. En dan moest men nog goed zoeken o voorbeeldige Bellini ! welke onder hen de Doge was, de Doge van Venetië. Het is bedroevend om het te moeten zeggen, maar ik geloof dat het voor de ontwikkeling van het Nederlandsche volk" beter is Shake speare niet te spelen dan aldus. TOP NAEFF iiiiiiiiiiiiii H AUTOBANDEN U Kirt b*. D. B. P*L M. Time to Re-tire? (Buy FiskJ Schitterende Kwaliteiten Lage Prijzen - Alom verkrijgbaar VOOR NEDERLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl