De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 8 oktober pagina 2

8 oktober 1921 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

I r DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 8 Oct. '21. No. 2311 BERLIJN-MUNGHEN. Tutunlng voor <te Amsterdammer" van Jordaa VRAAGTi SI-FA-KO SIGAREN Hot voopnmmmmto Te d o n k e r!" Onder den drang der omstandigheden kwam, (van democratische zijde ditmaal: immers van het westen en het zuiden), de vraag naar bescherming. Tijdens de vorige Regeering, die 4 Maart 1921 aftrad, is die bescherming niet gekomen omdat President Wilson de Emergency Tariff Act, die door het Congres was aangenomen, niet heeft onderteekend. Er werd in politieke kringen in Washington voorspeld, dat de daarna aan het bewind ge komen republikeinsche partij de bescherming niet zou geven, tenzij democratische steun voor bescherming der producten van het republikeinsche oosten tevens verzekerd was, m.a.w. dat de zaak zou worden aangehouden tot de geheele herziening van het Tarief-1913 aan de orde kwam; dat zal zijn aan het einde van dit jaar. Het is echter anders geloopen, want de Emergency Tariff Act, die speciaal den land bouw beschermde, werd inderdaad in dit voor jaar nog van kracht. Tarwe, meel, mais, aard appelen, katoenzaadolie, klapperolie, soyaboonolie, runderen, schapen, vleesch, katoen, wol, melk en melkproducten, olijven en ker sen, die alle op de vrije lijst stonden, werden belast met specifieke of ad valorem rechten van 15 tot 25 % der waarde. Dit tarief is aange nomen voor den tijd van 6 maanden. Het zal wel worden overgenomen in het Tarief dat thans wurdt behandeld en de democratische partij zal daarbij, dankbaar voor de verkregen bescherming, medewerken tot een verhooging der rechten voor de industrié'ele producten van het republikeinsche oosten. Trouwens, verhooging van het tarief is ook uit fiscale overwegingen noodzakelijk. De verhouding tusschen de staatsinkomsten der V. S. uit directe en indirecte belastingen is, met de vermeerdering dier inkomsten gedurende en na den oorlog, noodzakelijk door de meerdere uitgaven, geheel veranderd. De gewone uitgaven, vór den oorlog on geveer 1.500 millioen dollar, werden voor 1921 geraamd op 4.000 millioen dollar, doch zullen worden gereduceerd naar men hoopt tot 3000 millioen dollar. De inkomsten uit invoerrechten waren vór den oorlog ± 75 "0 en zijn thans slechts 35 "0 van het totaal der inkomsten. Het aanslagbil jet der directe belastingen heeft dus voor den Amerikaan een veel belangwekkender aspect gekregen. Aangenomen mag worden, dat dit dat de productieprijs door deskundigen op 20 cent per pond wordt gesteld. Benige andere cijfers zijn Jaarl. l Juni l Maart Productie 1920 1921 1920. katoenzaadoliep.W 19.40 et. 7 et. petroleum p. vat $ 6.10 $3 443mill. vaten sulphuricacid p. ton S 19 S 12 nuiden p. 'S 30 et. 9 et. leer p. S? 50 et. 34 et. wol p. 'S SI 45 et. SOOmill. eigen con sumptie eraan p. bushei $ 3.10 $ 1.62 789mill. bushel. mais p. bushel $ 2.15i $ 0.87J 3232mill. bushel Aangezien deze cijfers slechts dienen ter vergelijking onderling, is het niet noodig nauw keuriger omschrijving der genoteerde goederen te geven. Het gevolg was, dat de banken hare vor deringen niet konden innen en de verhouding tusschen deposito's en crediet werd verbroken. Een zeer ernstige finantieele crisis zou dan ook in November-December 1920in diestreken zijn ontstaan, indien niet het Federal Reserve systeem, dat de New-Yorksche banken toe liet om haar crediet ter beschikking der be dreigde streken te stellen, den toestand had gered. D.w.z. den finantieelen toestand. Want ge liquideerd zijn de koopmanschappelijke moeilijkheden nog niet, hoewel door gedeel telijke liquidatie enorme verbetering werd verkregen. iiini iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiifiiimiiiiiii,,,,,,!,,, itiiiiiiiiiitiiiiiiii DEGRUYTER&Co. DEN HAAG AMSTERDAM ARNHEM Internationale Verhuizingen najaar eerst de directe belastingen,daarnaeerst de invoerrechten zullen worden herzien, doch ook de herziening der laatste zal geschieden mede op grond van zeer dringende fiscale overwegingen. ^ Uit een en ander blijkt, dat de geschiedenis der laatste jaren veranderingen heeft te weeg gebracht in de functie van het tarief van in-voerrechten der V. S. In vroegere jaren hoofdzakelijk verdedigd tot bescherming van den Amerikaanschen arbeider en fabrikant, immers van den Ame rikaanschen levensstandaard als compensating tariff, dat egaliseert het verschil in kostprijs met het buitenland, of wel gewenscht tot be scherming van industrieën ,,in their infancy", zal het thans worden aangepast bij de ver anderde omstandigheden, niet enkel bezien in het licht der juist vermelde beschouwingen, immers ook de levensstandaard der wereld is veranderd en nieuwe industrieën zijn de laatste jaren in menigte ontstaan, maar ook met betrekking tot industries als de chemische- en kleurstoffenindustrie en met betrekking tot de dringende behoefte aan meerdere "staatsinkomsten, waarbij verhooging van invoerrechten den belastingdruk ver plaatst van het grootkapitaal naar eiken consu ment. Verondersteld mag worden, dat ook uit dien hoofde de tegenwoordige handels politiek zal worden geleid. Hiermede ziet men tevens welke moeilijk heden het buitenland, dat den invoer zijner producten ziet bedreigd, ontmoet bij bestrij ding van den heerschenden gedachtengang in de V. S. Argumenten, welke bij ons gangbaar zijn en zelfs doorslaand,pleiten daar juist voor het tegendeel ; het economisch geheel is an ders dan bij ons; de verhouding van den pro ducent tot de groote massa van minder be voorrechte consumenten is evenzeer geheel verschillend. Bovendien heeft Amerika het buitenland noodig in slechts zeer beperkte mate. Self sufficient voor wat betreft bijna alle goederen die de maatschappij behoeft, een rijk kooper op de overvoerde markten der tropische en andere producten die worden ingevoerd, slechts ten deele afhankelijk van wat betreft den uit voer der eigen producten (van ijzer + staal slechts 10"0 b.v.) is de economische gedachten gang natuurlijkerwijs ego-centrisch. Doch daarnaast brengen zij, die het lijden van Europa kennen en de gevaren weten welke daaruit ontstaan, die zich verder realiseeren dat welvaart van n land in een kwijnende wereld economisch niet bestaanbaar is.aanAmerika de boodschap dat de commercieelecomitasgentium van dezen tijd eischt, dat ook in de handels politiek rekening worde gehouden met de belangen van andere natiën, dat herstel niet wordt gevonden door zich af te sluiten van de overige wereld, dat de normale loop der dingen is: produceeren daar waar de kostprijs het laagst is, en dat de minst mogelijke belemmering den internationalen handel in den weg moet worden gelegd. Deze gedachte, op krachtige en duidelijke wijze ge formuleerd en uitgesproken door den Commis sarisder Koningin bij de opening der Utrechtsche Jaarbeurs op 6 Sept. j.I.,wordt thans ook in A'merika gepropageerd door hen die de economische gevaren der tegenwoordige poli tiek begrijpen en zij heeft inderdaad ingang gevonden. Voor de Vereenigde Staten zijn dit geen aca demische vragen, maar quaesties van dollars die wél of niet zullen vloeien in de kassen van den Staat en den particulier. Maar ook daar aan moet een zuivere theorie ten grondslag liggen, zal het resultaat blijvend goed zijn. En die theorie moet zijn : Self-sufficiency is an abnormalcv. DE ZUIDERZEEWERKEN De Zuiderzeewerken hebben het tegenwoor dig wel hard te verantwoorden. Maar de debatten over de vraag, of het zelfs in deze slechte tijden gewenscht is de Zuiderzee droog te maken, hebben ook hunne goede zijde, want zij maken dat de werken zich in een belangstel ling mogen verheugen als nooit te voren. Toch hebben slechts weinigen een idee, hoe het er tegenwoordig mee staat. Ik moet nog dikwijls de eenigszins spottende vraag hooren: wanneer beginnen jelui nu eindelijk? Meestal trekt men dan een ongeloovig gezicht als ik verzeker, dat het begin van de uitvoering al meer dan een jaar achter ons ligt. De werken bevinden zich dan ook in een uithoekje van de bewoonde wereld en reizi gers die de groote route's volgen, zien er weinig of niets van. Er is slechts een klein kansje. Als ge op de stoomboot tusschen Enkhuizen en Stavoren een heel helderen dag treft, kunt ge aan den Noordwestelijke n horizon flauwtjes de Oostpunt van Wieringen zien. Het silhouet is omgeven door rook wolken en die zijn afkomstig van het baggermaterieel en van de sleepbooten die bezig zijn met n van de merkwaardigste werken op waterbouwkundig gebied: den afsluitdijk tusschen Noordholland en Friesland. Om de bedrijvigheid van dichterbij te be zien, moeten we een heel anderen kant uit. De treinreis eindigt te Schagen, een belang rijke plaats met een drukke markt: het middelpunt van noord-NoordhoIland. Voor ons doel is hier van het meeste gewicht de tram naar Ewijcksluis : n van de welbekende miniatuurspoortjes getrokken door een bij passende locomotief, die den naam Papegaai, Musch of misschien Ezel draagt. Het tochtje duurt drie kwartier en het laatste deel gaat door den Anna-Paulownapolder, die zich.langzamerhand heeft hersteld van de gevolgen van de overstrooming van 1916. Op den Zeedijk bij Ewijcksluis staande, zien we Wieringen eindelijk van dichtbij : de naar ons toegekeerde punt is niet meer dan twee. kilometer verwijderd en de motor boot, die de verbinding met Ewijcksluis onderhoudt, heeft slechts twintig minuten werk. Eerst gaat het door een nauw ondiep geultje ; maar spoedig komt de boot in diep water: het Amsteldiep. Het is er nu niet druk, maar verleden jaar was alles vol bedrijvigheid. Toen is de onder bouw gelegd van den grooten dijk, die Wieringen met den vasten wal moet verbinden. De afsluitdijk doorsnijdt in het Amsteldiep twee geulen, waarvan de Oostelijke een diepte van zeven Meter had, de Westelijke zelfs elf Meter, verreweg de grootste diepte die tus schen Ewijcksluis en Piaam wordt ontmoet. In die geulen zijn gronddammen gestort, waarop later het bovenste deel van den dijk moet rusten ; de diepte is nu teruggebracht tot enkele meters onder laagwater. De scheep vaart door het Amsteldiep is nog mogelijk, ook de trek van vischscholen zal er weinig of geen hindernissen ondervinden, terwijl de dammen de mogelijkheid openen om zon der veel moeite snel den afsluitdijk hier te voltooien. De dammen zijn verleden jaar voorspoe dig gemaakt. Behalve het eerste onderdeel van den grooten afsluitdijk vormen zij een proefneming op groote schaal. Bij het leggen van dijken in stroomend water wordt namelijk altijd een vaste kern gemaakt om het wegspoelen van de overige dijkspecie, meestal zand, te beperken. Die kern werd bijna steeds uit rijshout samenge steld door opeenstapeling van z.g. zinkstukken en wordt dus heel wat kostbaarder dan een grondlichaam van denzelfden inhoud. Bovendien is de rijshoutproductie niet onbe perkt, zoodat zoo groote hoeveelheden als in den afsluitdijk zouden moeten worden verwerkt moeielijk zijn te verkrijgen. De directie der Zuiderzeewerken besloot deze dammen, die in sterk stroomend water liggen, te voorzien van een kern van klei. Wanneer het zou gelukken de dammen op deze wijze te vervaardigen en in stand te houden, kon met veel minder rijshout worden volstaan. De klei wordt in aanzienlijke hoe veelheden op den zeebodem dicht bij den af sluitdijk gevonden, zoodat zij door baggeren is te verkrijgen en het vervoer zich beperkt tot enkele kilometers in onderlossers. Onder de uitvoering van het werk bleek het door grondboringen dat nog een andere voor de dijkskern geschikte specie in groote hoeveelheden op gemakkelijk bereikbare plaatsen voorkomt. Dit is de keileem, een zeer vaste taaie grondsoort, die bij het terugtrekken van de gletschers uit den ijstijd als grondmoraine is achtergebleven en dus tot het diluvium be hoort. Groote velden hiervan liggen op of dicht onder den zeebodem in de omgeving van Wieringen, aan de Westkust van Fries land en ook in de kom van de Zuiderzee, waar zij van belang zijn voor het maken van de dijken van de groote polders, de meerdijken. Met den aannemer werd nu een overeen komst gesloten waarbij hij zich verplichtte 200000 M3 keileem in de dammen te verwer ken op een totaal grondverzet van ruim 500000M3. De dam in de kleine geul is nog volgens den oorspronkelijken opzet gebouwd, maar die in de groote geul bestaat voor een gedeelte uit keileem. Het werk is zeer voorspoedig verloopen ; het grondverlies was gering ; van de 670 OOOM3 verwerkte grond is ruim 562 000 M3 in de dammen terecht gekomen, wat voor werken als dit een uitstekend resultaat is. Deze manier van werken heeft dus haar bruikbaarheid vol doende bewezen en het was nu de vraag hoe de dammen zich op den duur zouden houden. Een gemakkelijk bestaan hebben zij niet. Voortdurend zijn zij blootgesteld aan den invloed van krachtige getijstroomen. Deze stroom is in het Amsteldiep toch al sterk,maar waar bij de dammen de doorstroomingsruimte sterk is verminderd, krijgt het water een zeer groote snelheid : ik heb boven de dammen wel het dubbele van de normale snelheid ge meten. Oe kunt de plaats van de dammen dan ook herkennen aan liet kolken en woelen van den zeespiegel. Het over de dammen schietende water slijpt de oppervlakte steeds af en de weerstand dien de dammen hieraan bieden, is een goede maat voor de bruikbaarheid van klei en keileem voor de vaste kern. Behalve dien dagelijkschen aanval hebben de dammen nog een respectabelen storm mee gemaakt, namelijk dien van 18 op 19 Januari 1921, dien de Amsterdammers zich nog wel zullen herinneren door de dijksverzakking bij Durgcrdam. Bij het oppeilen van het werk in dezen zo mer bleek dan'ook, dat het er niet zonder kleerscheuren was afgekomen. Die kleer scheuren bestonden uit wegspoelen van zand, waar dit slechts onvoldoende was beschermd door een kleiafdekking. Gelukkig was de schade niet groot en, wat het voornaamste is, de keileem heeft zich uitstekend gehouden en zal dus zonder bezwaar op groote schaal rijswerk kunnen vervangen. Wieringen bezit twee haventjes : aan de Haukes, aan de Westzijde, en te den Oever aan de Oostpunt. De postboot komt aan in dat van de Haukes. Verleden jaar heeft men hier het hoogtepunt van bedrijvigheid beleefd, het is nu al veel stiller : de sleepbooten en baggerwerktuigen zijn verdwenen en nadat het Amsteldiep volledig is afgesloten, zal de haven nog verder achteruitgaan. Zijn collega den Oever daarentegen bevindt zich aan het begin van een periode van bloei. Ge weet, dat door het leggen van den dijk Ewijcksluis-Wieringen-Friesche kust bij Piaam de Zuiderzee wordt afgesloten en dat er later stukken van worden drooggemaakt. Het overblijvende deel, dat IJselmeer zal heeten, ontvangt dan steeds water van de omliggende landen, voornamelijk door de IJsel. Al dat water moet weer op de Noordzee worden ge loosd en hiervoor zullen sluizen in den afsluit dijk dienen. Deze sluizen waren oorspronkelijk ontwor pen op de Oostpunt van Wieringen, maar in den tijd, dat de Zuiderzeeplannen nagenoeg hebben stilgelegen (1894?1918) is de techniek vooruit blijven gaan, zoodat er nu toe beslo ten is de sluizen in zee te bouwen buiten den Oever, wat verscheidene voordeelen met zich brengt. Ook de scheepvaart is aan sluizen gebonden, zoodat hier na de afsluiting een groote bedrijvigheid zal zijn te verwachten. Het bestaande visschershaventje zal dan ook veel te klein blijken, terwijl ook gedurende het bouwen van den dijk en van de sluizen daarmee niet kan worden volstaan. Als eerste werk aan dezen kant van Wie ringen is dan ook het maken van een nieuwe haven op het programma gezet en deze haven bevindt zich nu in volle uitvoering. Twee dijken worden in zee gebouwd, die tezamen de nieuwe havenruimte omsluiten. Onnoodig is het te zeggen dat deze dijken voor een groot deel uit keileem bestaan en evenmin dat hier weer de gelegenheid benut is om eenige proeven te nemen. In de eerste plaats was verleden jaar veel bezwaar ondervonden bij het lossen van de keileem uit de onderlossers. De kleppen, die den bodem van deze vaartuigen vormen, wor den bewogen door kettingen, die door het laadruim gaan. Ook loopt het laadruim naar onder iets toe, wat het drijfvcrmogen ten goede komt. Met het lossen van zand en klei was nooit eenig bezwaar van deze constructie ondervonden ; bij het openen der kleppen valt de geheele inhoud naar beneden op de plaats waar de specie moet komen. De kei leem echter is te taai en er moest steeds een flinke waterstraal worden gebruikt om haar in beweging te krijgen. Daarom is nu een drietal onderlossers gebouwd, voorzien van laadruimen met loodrechte wanden, waarin de keileem geen beletselen van kettingen en dergelijke ondervindt. Eén van deze onderlossers heeft zoo weinig diepgang, dat hij bij hoogwater grond kan storten op plaatsen, die bij laagwater, als de zeespiegel 80 centimeter is gedaald, droog liggen. De vaartuigen voldoen goed en het is een lust om te zien hoe met de onderlossers twee evenwijdige keileemdammetjes worden ge maakt waartusschen de blusleiding, die bij een persvaartuig begint, haar stroom van water en zand uitstort en zoo de tusschenruimte opvult. Op de havendijken worden proeven geno men met verschillende soorten van bekleeding. Het is namelijk de moeite waard te onderzoe ken of er een even goede of betere, maar toch goedkoopere dijksverdediging te maken is dan de klassieke basaltglooiing, die vele van onze dijken beschermt. Als ik het wel heb, zullen veertien dijksvakjes evenveel soorten van verdediging krijgen, waarbij veel van beton wordt gebruik gemaakt. Hiervoor is een kleine betonfabriek ingericht, waar eenige tientallen Wieringers hun brood verdienen. In de laatste aflevering van de maandelijks door de Zuiderzeewerken uitgegeven mededeelingen vindt ge een foto van dit bedrijfje. Het is een heel gedoe in de omgeving van den Oever. Op verschillende plaatsen in zee liggen de baggervaartuigen. Zij baggeren keileem en klei of zuigen zand en laden dit in bakken en onderlossers, die voortdurend door ijverige sleepbooten worden afgehaald. Deze vervoeren de specie naar de plaats waar zij te water moet om deel van de dijken uit te maken, of brengen de bakken naar het persDE CHAPLIN-1NFECTIE Menschen zonder zelfwaardeering En van levens-onrust ziek, Juichen om een Charley Chaplin, Om een cynischen komiek. Film-verslaafden, ziet hoe ploertig Hij zijn film-slavinnen groet, Hoe brutaal hij met het haakje Van zijn schunnig stokje doet. Als een beest trekt hij die vrouwen Om haar halzen naar zich toe. Arme film-geïnfecteerden, Gruwt ge niet van zijn gedoe ? Al wat vies is en gevaarlijk Laat hij door een ander doen, Teere meisjes trapt hij hoonend Met zijn monsterlij ken schoen. Ziet hoe hij de grijsaards ranselt, Of 't hondsche slaven zijn, Ziet zijn spuwen, lollen, drallen Op wat deugdzaam is en rein. Deze grijnzende kwajongen Is een tiende-rangs paljas, Die met al zijn apen-foefjes Nimmer waarlijk geestig was. In het hoonen onzer zeden Zoekt hij vieze grappigheid, Al wat wij als goed vereeren, Is voor hem maar ,,stommiteit", Ziet hoe laf en hoe laaghartig Hij soms als een padde kruipt, Hoe hij, wat zich niet kan weren, Stil van achteren begluipt. Lacht niet om dien zedenschenner, Duldt hem niet in dezen tijd, Menschen, ge bespot u zelve En uw arme narigheid. J. H. S PE ENHO F F UNIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: VGRAVENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWIJK, UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO. Agentschappen in Indië: BATAYIA, SOERABATA, SEMJLHANG, BANDOENG* MEDAN e WELTEVREDEN. vaartuig dat het zand door de blusleiding verder pompt. In het oude haventje is een groote steiger gemaakt en daar zijn een tweetal stoomkraantjes bezig de groote Rijnaken te lossen, die steen of andere materialen komen brengen. In de nieuwe haven zijn twee stoomheien aan het werk. Zij slaan de ijzeren platen in den grond, die de kade moeten vormen, waartegen de schepen later zullen meeren. De werkwijze is ongeveer dezelfde als die in Amsterdam bij de verbouw'ng van het Westelijk Viaduct is toegepast. U kunt daar de bovenkanten van de ijzeren damplanken" uit het water zien steken. De nieuwe haven zal ongeveer een millioen gulden kosten, dus iets meer dan de dammen door het Amsteldiep, waarmee ruim zeven ton gemoeid was. Behalve de eigenlijke uitvoering is er bij de Zuiderzeewerken nog heel wat te doen. Alle plannen moeten worden uitgewerkt en zoo noodig gemoderniseerd. Daarvoor zijn tal van gegevens noodig. Zoo onderzoekt de hydrografische dienst de diepteligging van den zeebodem en de ver anderingen daarvan, terwijl door de grond boringen de samenstelling van dien bodem en van de lagen daaronder wordt nagegaan. Op deze wijze'worden de meest vruchtbare deelen van de Zuiderzee, die dus moeten worden drooggelegd, opgespoord, zoo ontdekt men de plaatsen, waar de bouwstoffen voor de dijken worden aangetroffen, en kan worden vastge steld waar de bodem stevig genoeg is om die zware dijken zelf te dragen. Een uitgebreid onderzoek is aan den gang om de verandering der getijden en stormvloe den in het overblijvende deel van de Zuider zee te kunnen voorspellen. Hiervoor zijn stroommetingen verricht, die de wetten van de waterbeweging hebben doen kennen en zijn een aantal registreerende peilschalen op gesteld, sommige op buitengewoon moeielijke plaatsen. Dit is een werkje op zichzeff, waarbij aan avonturen geen gebrek is geweest. Tot nu toe kan men zeggen dat het werk flink meevalt. De technische moeilijkheden zijn niet groot geweest en ook voor later zijn nog geen ernstige bezwaren in het zicht. Het is nu maar te hopen, dat de finantieele nood van tegenwoordig geen beletsel wordt, zoodat het groote werk in zijn vollen omvang kan worden uitgevoerd. Mogelijke mee- of tegenvallers maken een nauwkeurige kostenberekening bezwaarlijk, zoodat niet vooruit is te zeggen of men met een batig of met een nadeelig saldo zal eindi gen. Maar al moesten er over 35 jaar enkele tientallen millioenen bij, de voordeelen van het plan op allerlei gebied zijn zoo groot, dat Nederland die er dan maar voor over moet hebben. Aan het werk dus ! I R. J. TH. T n ij s s E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl