Historisch Archief 1877-1940
I
r
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
8 Oct. '21. No. 2311
BERLIJN-MUNGHEN.
Tutunlng voor <te Amsterdammer" van Jordaa
VRAAGTi
SI-FA-KO
SIGAREN
Hot voopnmmmmto
Te d o n k e r!"
Onder den drang der omstandigheden kwam,
(van democratische zijde ditmaal: immers
van het westen en het zuiden), de vraag naar
bescherming. Tijdens de vorige Regeering, die
4 Maart 1921 aftrad, is die bescherming niet
gekomen omdat President Wilson de
Emergency Tariff Act, die door het Congres was
aangenomen, niet heeft onderteekend. Er
werd in politieke kringen in Washington
voorspeld, dat de daarna aan het bewind ge
komen republikeinsche partij de bescherming
niet zou geven, tenzij democratische steun
voor bescherming der producten van het
republikeinsche oosten tevens verzekerd was,
m.a.w. dat de zaak zou worden aangehouden
tot de geheele herziening van het Tarief-1913
aan de orde kwam; dat zal zijn aan het
einde van dit jaar.
Het is echter anders geloopen, want de
Emergency Tariff Act, die speciaal den land
bouw beschermde, werd inderdaad in dit voor
jaar nog van kracht. Tarwe, meel, mais, aard
appelen, katoenzaadolie, klapperolie,
soyaboonolie, runderen, schapen, vleesch, katoen,
wol, melk en melkproducten, olijven en ker
sen, die alle op de vrije lijst stonden, werden
belast met specifieke of ad valorem rechten van
15 tot 25 % der waarde. Dit tarief is aange
nomen voor den tijd van 6 maanden. Het zal
wel worden overgenomen in het Tarief dat
thans wurdt behandeld en de democratische
partij zal daarbij, dankbaar voor de verkregen
bescherming, medewerken tot een verhooging
der rechten voor de industrié'ele producten van
het republikeinsche oosten.
Trouwens, verhooging van het tarief is ook
uit fiscale overwegingen noodzakelijk.
De verhouding tusschen de staatsinkomsten
der V. S. uit directe en indirecte belastingen
is, met de vermeerdering dier inkomsten
gedurende en na den oorlog, noodzakelijk door
de meerdere uitgaven, geheel veranderd.
De gewone uitgaven, vór den oorlog on
geveer 1.500 millioen dollar, werden voor
1921 geraamd op 4.000 millioen dollar, doch
zullen worden gereduceerd naar men hoopt
tot 3000 millioen dollar.
De inkomsten uit invoerrechten waren vór
den oorlog ± 75 "0 en zijn thans slechts 35 "0
van het totaal der inkomsten. Het aanslagbil
jet der directe belastingen heeft dus voor den
Amerikaan een veel belangwekkender aspect
gekregen. Aangenomen mag worden, dat dit
dat de productieprijs door deskundigen op
20 cent per pond wordt gesteld.
Benige andere cijfers zijn
Jaarl.
l Juni l Maart Productie
1920 1921 1920.
katoenzaadoliep.W 19.40 et. 7 et.
petroleum p. vat $ 6.10 $3 443mill.
vaten
sulphuricacid p. ton S 19 S 12
nuiden p. 'S 30 et. 9 et.
leer p. S? 50 et. 34 et.
wol p. 'S SI 45 et. SOOmill.
eigen con
sumptie
eraan p. bushei $ 3.10 $ 1.62 789mill.
bushel.
mais p. bushel $ 2.15i $ 0.87J 3232mill.
bushel
Aangezien deze cijfers slechts dienen ter
vergelijking onderling, is het niet noodig nauw
keuriger omschrijving der genoteerde goederen
te geven.
Het gevolg was, dat de banken hare vor
deringen niet konden innen en de verhouding
tusschen deposito's en crediet werd verbroken.
Een zeer ernstige finantieele crisis zou dan ook
in November-December 1920in diestreken zijn
ontstaan, indien niet het Federal Reserve
systeem, dat de New-Yorksche banken toe
liet om haar crediet ter beschikking der be
dreigde streken te stellen, den toestand had
gered.
D.w.z. den finantieelen toestand. Want ge
liquideerd zijn de koopmanschappelijke
moeilijkheden nog niet, hoewel door gedeel
telijke liquidatie enorme verbetering werd
verkregen.
iiini iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiifiiimiiiiiii,,,,,,!,,,
itiiiiiiiiiitiiiiiiii
DEGRUYTER&Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Internationale Verhuizingen
najaar eerst de directe belastingen,daarnaeerst
de invoerrechten zullen worden herzien, doch
ook de herziening der laatste zal geschieden
mede op grond van zeer dringende fiscale
overwegingen.
^
Uit een en ander blijkt, dat de geschiedenis
der laatste jaren veranderingen heeft te weeg
gebracht in de functie van het tarief van
in-voerrechten der V. S.
In vroegere jaren hoofdzakelijk verdedigd
tot bescherming van den Amerikaanschen
arbeider en fabrikant, immers van den Ame
rikaanschen levensstandaard als compensating
tariff, dat egaliseert het verschil in kostprijs
met het buitenland, of wel gewenscht tot be
scherming van industrieën ,,in their infancy",
zal het thans worden aangepast bij de ver
anderde omstandigheden, niet enkel bezien in
het licht der juist vermelde beschouwingen,
immers ook de levensstandaard der wereld
is veranderd en nieuwe industrieën zijn de
laatste jaren in menigte ontstaan, maar ook
met betrekking tot industries als de
chemische- en kleurstoffenindustrie en met
betrekking tot de dringende behoefte aan
meerdere "staatsinkomsten, waarbij
verhooging van invoerrechten den belastingdruk ver
plaatst van het grootkapitaal naar eiken consu
ment. Verondersteld mag worden, dat ook
uit dien hoofde de tegenwoordige handels
politiek zal worden geleid.
Hiermede ziet men tevens welke moeilijk
heden het buitenland, dat den invoer zijner
producten ziet bedreigd, ontmoet bij bestrij
ding van den heerschenden gedachtengang in
de V. S. Argumenten, welke bij ons gangbaar
zijn en zelfs doorslaand,pleiten daar juist voor
het tegendeel ; het economisch geheel is an
ders dan bij ons; de verhouding van den pro
ducent tot de groote massa van minder be
voorrechte consumenten is evenzeer geheel
verschillend.
Bovendien heeft Amerika het buitenland
noodig in slechts zeer beperkte mate. Self
sufficient voor wat betreft bijna alle goederen
die de maatschappij behoeft, een rijk kooper
op de overvoerde markten der tropische en
andere producten die worden ingevoerd, slechts
ten deele afhankelijk van wat betreft den uit
voer der eigen producten (van ijzer + staal
slechts 10"0 b.v.) is de economische gedachten
gang natuurlijkerwijs ego-centrisch.
Doch daarnaast brengen zij, die het lijden
van Europa kennen en de gevaren weten welke
daaruit ontstaan, die zich verder realiseeren dat
welvaart van n land in een kwijnende wereld
economisch niet bestaanbaar is.aanAmerika de
boodschap dat de commercieelecomitasgentium
van dezen tijd eischt, dat ook in de handels
politiek rekening worde gehouden met de
belangen van andere natiën, dat herstel niet
wordt gevonden door zich af te sluiten van
de overige wereld, dat de normale loop
der dingen is: produceeren daar waar de
kostprijs het laagst is, en dat de minst
mogelijke belemmering den internationalen
handel in den weg moet worden gelegd. Deze
gedachte, op krachtige en duidelijke wijze ge
formuleerd en uitgesproken door den Commis
sarisder Koningin bij de opening der
Utrechtsche Jaarbeurs op 6 Sept. j.I.,wordt thans ook
in A'merika gepropageerd door hen die de
economische gevaren der tegenwoordige poli
tiek begrijpen en zij heeft inderdaad ingang
gevonden.
Voor de Vereenigde Staten zijn dit geen aca
demische vragen, maar quaesties van dollars
die wél of niet zullen vloeien in de kassen van
den Staat en den particulier. Maar ook daar
aan moet een zuivere theorie ten grondslag
liggen, zal het resultaat blijvend goed zijn.
En die theorie moet zijn : Self-sufficiency
is an abnormalcv.
DE ZUIDERZEEWERKEN
De Zuiderzeewerken hebben het tegenwoor
dig wel hard te verantwoorden. Maar de
debatten over de vraag, of het zelfs in deze
slechte tijden gewenscht is de Zuiderzee droog
te maken, hebben ook hunne goede zijde, want
zij maken dat de werken zich in een belangstel
ling mogen verheugen als nooit te voren.
Toch hebben slechts weinigen een idee, hoe
het er tegenwoordig mee staat. Ik moet nog
dikwijls de eenigszins spottende vraag hooren:
wanneer beginnen jelui nu eindelijk? Meestal
trekt men dan een ongeloovig gezicht als ik
verzeker, dat het begin van de uitvoering
al meer dan een jaar achter ons ligt.
De werken bevinden zich dan ook in een
uithoekje van de bewoonde wereld en reizi
gers die de groote route's volgen, zien er
weinig of niets van. Er is slechts een klein
kansje. Als ge op de stoomboot tusschen
Enkhuizen en Stavoren een heel helderen
dag treft, kunt ge aan den Noordwestelijke n
horizon flauwtjes de Oostpunt van
Wieringen zien. Het silhouet is omgeven door rook
wolken en die zijn afkomstig van het
baggermaterieel en van de sleepbooten die bezig zijn
met n van de merkwaardigste werken op
waterbouwkundig gebied: den afsluitdijk
tusschen Noordholland en Friesland.
Om de bedrijvigheid van dichterbij te be
zien, moeten we een heel anderen kant uit.
De treinreis eindigt te Schagen, een belang
rijke plaats met een drukke markt: het
middelpunt van noord-NoordhoIland. Voor
ons doel is hier van het meeste gewicht de
tram naar Ewijcksluis : n van de welbekende
miniatuurspoortjes getrokken door een bij
passende locomotief, die den naam Papegaai,
Musch of misschien Ezel draagt.
Het tochtje duurt drie kwartier en het
laatste deel gaat door den
Anna-Paulownapolder, die zich.langzamerhand heeft hersteld van
de gevolgen van de overstrooming van 1916.
Op den Zeedijk bij Ewijcksluis staande,
zien we Wieringen eindelijk van dichtbij :
de naar ons toegekeerde punt is niet meer
dan twee. kilometer verwijderd en de motor
boot, die de verbinding met Ewijcksluis
onderhoudt, heeft slechts twintig minuten
werk. Eerst gaat het door een nauw ondiep
geultje ; maar spoedig komt de boot in diep
water: het Amsteldiep.
Het is er nu niet druk, maar verleden jaar
was alles vol bedrijvigheid. Toen is de onder
bouw gelegd van den grooten dijk, die
Wieringen met den vasten wal moet verbinden.
De afsluitdijk doorsnijdt in het Amsteldiep
twee geulen, waarvan de Oostelijke een diepte
van zeven Meter had, de Westelijke zelfs elf
Meter, verreweg de grootste diepte die tus
schen Ewijcksluis en Piaam wordt ontmoet.
In die geulen zijn gronddammen gestort,
waarop later het bovenste deel van den dijk
moet rusten ; de diepte is nu teruggebracht
tot enkele meters onder laagwater. De scheep
vaart door het Amsteldiep is nog mogelijk,
ook de trek van vischscholen zal er weinig
of geen hindernissen ondervinden, terwijl
de dammen de mogelijkheid openen om zon
der veel moeite snel den afsluitdijk hier te
voltooien.
De dammen zijn verleden jaar voorspoe
dig gemaakt. Behalve het eerste onderdeel
van den grooten afsluitdijk vormen zij een
proefneming op groote schaal.
Bij het leggen van dijken in stroomend
water wordt namelijk altijd een vaste kern
gemaakt om het wegspoelen van de overige
dijkspecie, meestal zand, te beperken. Die
kern werd bijna steeds uit rijshout samenge
steld door opeenstapeling van z.g.
zinkstukken en wordt dus heel wat kostbaarder dan
een grondlichaam van denzelfden inhoud.
Bovendien is de rijshoutproductie niet onbe
perkt, zoodat zoo groote hoeveelheden als
in den afsluitdijk zouden moeten worden
verwerkt moeielijk zijn te verkrijgen.
De directie der Zuiderzeewerken besloot
deze dammen, die in sterk stroomend water
liggen, te voorzien van een kern van klei.
Wanneer het zou gelukken de dammen op
deze wijze te vervaardigen en in stand te
houden, kon met veel minder rijshout worden
volstaan. De klei wordt in aanzienlijke hoe
veelheden op den zeebodem dicht bij den af
sluitdijk gevonden, zoodat zij door baggeren
is te verkrijgen en het vervoer zich beperkt
tot enkele kilometers in onderlossers.
Onder de uitvoering van het werk bleek
het door grondboringen dat nog een andere
voor de dijkskern geschikte specie in groote
hoeveelheden op gemakkelijk bereikbare
plaatsen voorkomt.
Dit is de keileem, een zeer vaste taaie
grondsoort, die bij het terugtrekken van de
gletschers uit den ijstijd als grondmoraine is
achtergebleven en dus tot het diluvium be
hoort. Groote velden hiervan liggen op of
dicht onder den zeebodem in de omgeving
van Wieringen, aan de Westkust van Fries
land en ook in de kom van de Zuiderzee, waar
zij van belang zijn voor het maken van de
dijken van de groote polders, de meerdijken.
Met den aannemer werd nu een overeen
komst gesloten waarbij hij zich verplichtte
200000 M3 keileem in de dammen te verwer
ken op een totaal grondverzet van ruim
500000M3. De dam in de kleine geul is nog
volgens den oorspronkelijken opzet gebouwd,
maar die in de groote geul bestaat voor een
gedeelte uit keileem.
Het werk is zeer voorspoedig verloopen ;
het grondverlies was gering ; van de 670 OOOM3
verwerkte grond is ruim 562 000 M3 in de
dammen terecht gekomen, wat voor werken
als dit een uitstekend resultaat is. Deze manier
van werken heeft dus haar bruikbaarheid vol
doende bewezen en het was nu de vraag hoe
de dammen zich op den duur zouden houden.
Een gemakkelijk bestaan hebben zij niet.
Voortdurend zijn zij blootgesteld aan den
invloed van krachtige getijstroomen. Deze
stroom is in het Amsteldiep toch al sterk,maar
waar bij de dammen de doorstroomingsruimte
sterk is verminderd, krijgt het water een zeer
groote snelheid : ik heb boven de dammen
wel het dubbele van de normale snelheid ge
meten. Oe kunt de plaats van de dammen dan
ook herkennen aan liet kolken en woelen van
den zeespiegel.
Het over de dammen schietende water slijpt
de oppervlakte steeds af en de weerstand dien
de dammen hieraan bieden, is een goede maat
voor de bruikbaarheid van klei en keileem voor
de vaste kern.
Behalve dien dagelijkschen aanval hebben
de dammen nog een respectabelen storm mee
gemaakt, namelijk dien van 18 op 19 Januari
1921, dien de Amsterdammers zich nog wel
zullen herinneren door de dijksverzakking bij
Durgcrdam.
Bij het oppeilen van het werk in dezen zo
mer bleek dan'ook, dat het er niet zonder
kleerscheuren was afgekomen. Die kleer
scheuren bestonden uit wegspoelen van zand,
waar dit slechts onvoldoende was beschermd
door een kleiafdekking. Gelukkig was de
schade niet groot en, wat het voornaamste is,
de keileem heeft zich uitstekend gehouden en
zal dus zonder bezwaar op groote schaal
rijswerk kunnen vervangen.
Wieringen bezit twee haventjes : aan de
Haukes, aan de Westzijde, en te den Oever
aan de Oostpunt. De postboot komt aan in dat
van de Haukes. Verleden jaar heeft men
hier het hoogtepunt van bedrijvigheid beleefd,
het is nu al veel stiller : de sleepbooten en
baggerwerktuigen zijn verdwenen en nadat het
Amsteldiep volledig is afgesloten, zal de haven
nog verder achteruitgaan.
Zijn collega den Oever daarentegen bevindt
zich aan het begin van een periode van bloei.
Ge weet, dat door het leggen van den dijk
Ewijcksluis-Wieringen-Friesche kust bij Piaam
de Zuiderzee wordt afgesloten en dat er
later stukken van worden drooggemaakt. Het
overblijvende deel, dat IJselmeer zal heeten,
ontvangt dan steeds water van de omliggende
landen, voornamelijk door de IJsel. Al dat
water moet weer op de Noordzee worden ge
loosd en hiervoor zullen sluizen in den afsluit
dijk dienen.
Deze sluizen waren oorspronkelijk ontwor
pen op de Oostpunt van Wieringen, maar in
den tijd, dat de Zuiderzeeplannen nagenoeg
hebben stilgelegen (1894?1918) is de techniek
vooruit blijven gaan, zoodat er nu toe beslo
ten is de sluizen in zee te bouwen buiten den
Oever, wat verscheidene voordeelen met zich
brengt. Ook de scheepvaart is aan sluizen
gebonden, zoodat hier na de afsluiting een
groote bedrijvigheid zal zijn te verwachten.
Het bestaande visschershaventje zal dan ook
veel te klein blijken, terwijl ook gedurende
het bouwen van den dijk en van de sluizen
daarmee niet kan worden volstaan.
Als eerste werk aan dezen kant van Wie
ringen is dan ook het maken van een nieuwe
haven op het programma gezet en deze
haven bevindt zich nu in volle uitvoering.
Twee dijken worden in zee gebouwd, die
tezamen de nieuwe havenruimte omsluiten.
Onnoodig is het te zeggen dat deze dijken voor
een groot deel uit keileem bestaan en evenmin
dat hier weer de gelegenheid benut is om eenige
proeven te nemen.
In de eerste plaats was verleden jaar veel
bezwaar ondervonden bij het lossen van de
keileem uit de onderlossers. De kleppen, die
den bodem van deze vaartuigen vormen, wor
den bewogen door kettingen, die door het
laadruim gaan. Ook loopt het laadruim naar
onder iets toe, wat het drijfvcrmogen ten
goede komt. Met het lossen van zand en klei
was nooit eenig bezwaar van deze constructie
ondervonden ; bij het openen der kleppen
valt de geheele inhoud naar beneden op de
plaats waar de specie moet komen. De kei
leem echter is te taai en er moest steeds een
flinke waterstraal worden gebruikt om haar
in beweging te krijgen. Daarom is nu een
drietal onderlossers gebouwd, voorzien van
laadruimen met loodrechte wanden, waarin
de keileem geen beletselen van kettingen en
dergelijke ondervindt.
Eén van deze onderlossers heeft zoo weinig
diepgang, dat hij bij hoogwater grond kan
storten op plaatsen, die bij laagwater, als de
zeespiegel 80 centimeter is gedaald, droog
liggen.
De vaartuigen voldoen goed en het is een
lust om te zien hoe met de onderlossers twee
evenwijdige keileemdammetjes worden ge
maakt waartusschen de blusleiding, die bij
een persvaartuig begint, haar stroom van
water en zand uitstort en zoo de
tusschenruimte opvult.
Op de havendijken worden proeven geno
men met verschillende soorten van bekleeding.
Het is namelijk de moeite waard te onderzoe
ken of er een even goede of betere, maar toch
goedkoopere dijksverdediging te maken is
dan de klassieke basaltglooiing, die vele van
onze dijken beschermt. Als ik het wel heb,
zullen veertien dijksvakjes evenveel soorten
van verdediging krijgen, waarbij veel van
beton wordt gebruik gemaakt. Hiervoor is
een kleine betonfabriek ingericht, waar eenige
tientallen Wieringers hun brood verdienen.
In de laatste aflevering van de maandelijks
door de Zuiderzeewerken uitgegeven
mededeelingen vindt ge een foto van dit bedrijfje.
Het is een heel gedoe in de omgeving van
den Oever. Op verschillende plaatsen in zee
liggen de baggervaartuigen. Zij baggeren
keileem en klei of zuigen zand en laden dit in
bakken en onderlossers, die voortdurend door
ijverige sleepbooten worden afgehaald. Deze
vervoeren de specie naar de plaats waar zij
te water moet om deel van de dijken uit te
maken, of brengen de bakken naar het
persDE CHAPLIN-1NFECTIE
Menschen zonder zelfwaardeering
En van levens-onrust ziek,
Juichen om een Charley Chaplin,
Om een cynischen komiek.
Film-verslaafden, ziet hoe ploertig
Hij zijn film-slavinnen groet,
Hoe brutaal hij met het haakje
Van zijn schunnig stokje doet.
Als een beest trekt hij die vrouwen
Om haar halzen naar zich toe.
Arme film-geïnfecteerden,
Gruwt ge niet van zijn gedoe ?
Al wat vies is en gevaarlijk
Laat hij door een ander doen,
Teere meisjes trapt hij hoonend
Met zijn monsterlij ken schoen.
Ziet hoe hij de grijsaards ranselt,
Of 't hondsche slaven zijn,
Ziet zijn spuwen, lollen, drallen
Op wat deugdzaam is en rein.
Deze grijnzende kwajongen
Is een tiende-rangs paljas,
Die met al zijn apen-foefjes
Nimmer waarlijk geestig was.
In het hoonen onzer zeden
Zoekt hij vieze grappigheid,
Al wat wij als goed vereeren,
Is voor hem maar ,,stommiteit",
Ziet hoe laf en hoe laaghartig
Hij soms als een padde kruipt,
Hoe hij, wat zich niet kan weren,
Stil van achteren begluipt.
Lacht niet om dien zedenschenner,
Duldt hem niet in dezen tijd,
Menschen, ge bespot u zelve
En uw arme narigheid.
J. H. S PE ENHO F F
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
VGRAVENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWIJK,
UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO.
Agentschappen in Indië:
BATAYIA, SOERABATA,
SEMJLHANG, BANDOENG* MEDAN e
WELTEVREDEN.
vaartuig dat het zand door de blusleiding
verder pompt.
In het oude haventje is een groote steiger
gemaakt en daar zijn een tweetal
stoomkraantjes bezig de groote Rijnaken te lossen, die
steen of andere materialen komen brengen.
In de nieuwe haven zijn twee stoomheien
aan het werk. Zij slaan de ijzeren platen in den
grond, die de kade moeten vormen, waartegen
de schepen later zullen meeren. De werkwijze
is ongeveer dezelfde als die in Amsterdam bij
de verbouw'ng van het Westelijk Viaduct is
toegepast. U kunt daar de bovenkanten van
de ijzeren damplanken" uit het water zien
steken.
De nieuwe haven zal ongeveer een millioen
gulden kosten, dus iets meer dan de dammen
door het Amsteldiep, waarmee ruim zeven
ton gemoeid was.
Behalve de eigenlijke uitvoering is er bij de
Zuiderzeewerken nog heel wat te doen.
Alle plannen moeten worden uitgewerkt en zoo
noodig gemoderniseerd. Daarvoor zijn tal van
gegevens noodig.
Zoo onderzoekt de hydrografische dienst
de diepteligging van den zeebodem en de ver
anderingen daarvan, terwijl door de grond
boringen de samenstelling van dien bodem en
van de lagen daaronder wordt nagegaan. Op
deze wijze'worden de meest vruchtbare deelen
van de Zuiderzee, die dus moeten worden
drooggelegd, opgespoord, zoo ontdekt men de
plaatsen, waar de bouwstoffen voor de dijken
worden aangetroffen, en kan worden vastge
steld waar de bodem stevig genoeg is om
die zware dijken zelf te dragen.
Een uitgebreid onderzoek is aan den gang
om de verandering der getijden en stormvloe
den in het overblijvende deel van de Zuider
zee te kunnen voorspellen. Hiervoor zijn
stroommetingen verricht, die de wetten van
de waterbeweging hebben doen kennen en
zijn een aantal registreerende peilschalen op
gesteld, sommige op buitengewoon moeielijke
plaatsen. Dit is een werkje op zichzeff, waarbij
aan avonturen geen gebrek is geweest.
Tot nu toe kan men zeggen dat het werk
flink meevalt. De technische moeilijkheden
zijn niet groot geweest en ook voor later zijn
nog geen ernstige bezwaren in het zicht.
Het is nu maar te hopen, dat de finantieele
nood van tegenwoordig geen beletsel wordt,
zoodat het groote werk in zijn vollen omvang
kan worden uitgevoerd.
Mogelijke mee- of tegenvallers maken een
nauwkeurige kostenberekening bezwaarlijk,
zoodat niet vooruit is te zeggen of men met
een batig of met een nadeelig saldo zal eindi
gen. Maar al moesten er over 35 jaar enkele
tientallen millioenen bij, de voordeelen van
het plan op allerlei gebied zijn zoo groot, dat
Nederland die er dan maar voor over moet
hebben.
Aan het werk dus !
I R. J. TH. T n ij s s E