De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 8 oktober pagina 8

8 oktober 1921 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 8 Oct. '21. - No. 2311 D E jM AR IN E D A G T E AMSTERDAM DOOR Luit. ter Zee Ie klasse P. J. JAGER (Met teekeningen voor de Amsterdammer" van B. van Vlijmen). Zooals "misschien vele lezers zullen weten, heeft zich een paar jaren geleden een Comit gevormd, dat zich ten doel stelt gelden in te zamelen voor de nagelaten betrekkin gen van de mannen onzer v oot, die als slachtoffers van hun plicht zijn omgekomen bij rampen, die Hr. Ms. Zeemacht hebben getroffen gedurende de oorlogsjaren en tot oprichting van een monument te den Helder ter hunner nagedachtenis.. Het Comitéis genaamd: Nederland gedenkt zijn slachtoffers der Marine," waarvan H. M. de Koningin Beschermvrouw is. Gedurende de oorlogsjaren zijn 7 officieren, 41 onderofficieren en manschappen, 7 gemilitairiseerden van het personeel loodswezen en 3 inlandsche schepelingen bij rampen om gekomen, nalatende 30 weduwen en 50 weezen. Op zichzelf beschouwt lijken deze getallen niet groot, gewend als wij zijn in de oorlogs jaren om te lezen van duizenden dooden en gewonden per dag, van honderdtallen Nederlandsche visschers, die nimmer wederkeerden. De vermelding van een ramp die onze Marine getroffen had, maakte tusschen al die akelige berichten over torpedeeren, opblazen, fusilleeren, bommen werpen, schieten op smokke laars enz. weinig indruk meer op ons volk. Men leefde met de oorlogvoerenden mee, men offerde willig voor Belgische vluchte lingen, later ook voor Duitsche, Hongaarsche en Oostenrijksche kinderen, overlaadde Engelsche krijgsgevangenen met liefdevolle hartelijkheid, men vergat, dat er ook groote nood heeschte onder de Nederlandsche kin deren in den Vreemde, en dat er in ons eigen land ook geleden werd. - Hoe-hoog de Nederlandsche milddadigheid in het buitenland ook stond aangeschreven, na het intreden van den vredestoestand, d'e de menschen weer in hun oude doen bracht, werd het hoog tijd ook eens te offeren voor zuiver nationale liefdadigheid en waardeering te toonen voor de daden van hen, die in deze zware oorlogsjaren voor het welzijn van ons Vaderland hun leven hebben gegeven. Gelukkig heeft ons goede volk getoond, dat een beroep op zijn nationaal gevoel niet onver hoord bleef. Zoo werd het Nationaal ZeemansDe tamboer-majoor. Onze jantjes. fonds gesticht voor de helden van koopvaardij en visscherij, gelden bijeengebracht voor een monument en weduwenfonds voor omge komen visscherslieden te Scheveningen, eveneeens vooreen dergelijk monument te Egmond aan Zee. Het ComitéNederland gedenkt zijn slacht offers der Marine" heeft gemeend, dar het een eereplicht der Natie is ook piëteit te toonen voor hen, die vielen ", voor de omgeko men 58 Marine-mannen, die tot plicht hadden de gevaren op te zoeken n.l. de zeegaten te zuiveren van mijnen, ter beveiliging der vaarroute voor de koopvaarders; de honderdenaangespoelde mijnen te demonteeren ter beveiliging van dijken en have en goed der kustbevolking, de neutraliteit ter zee te hand haven, onze kusten bij nacht en ontij af te patroeljeeren en nog zooveel meer. Het was geen gemakkelijke taak, die het Comitéop zich genomen heeft, want nu de oorlogsjaren achter den rug zijn, is men gauw de ellende der oorlogsjaren vergeten en blijft waardeering voor moedige daden maar al te vaak achterwege. Inzonderheid voor de Marine-slachtoffers stuit men dikwijls op de moeilijkheid, dat men van het publiek te hooren krijgt, dat ver zorging der weduwen en weezen staatszorg behoort te zijn of toont men weinig belang stelling, aangezien de Marine bij een groot deel der bevolking zoo goed als onbekend is en er een strooming bestaat om alles wat de weermacht betreft, als weinig productief, kostbaar en onnoodig of waardeloos te be schouwen. Het behoeft geen betoog, dat de Staat onmogelijk elke weduwe in haar bijzon dere omstandigheden zoodanig tegemoet kan komen, dat haar een onbezorgde toekomst ver zekerd is. Hier moeten het particulier initiatief en weldadigheidszin te hulp komen en over de afschaffing van onze Marine zullen wc ver der maar geen woorden neerschrijven. f Het hoofdcomitéheeft echter den moed niet verloren en is voortgegaan met sub-comité's op te richten in verschillende steden van ons land. Zoo hebben zich plaatselijk comité's gevormd te Den Haag, Vlissingen, Alkmaar, Delft, Rotterdam, den Helder, Leiden en Am sterdam. Dank zij den grooten ijver van het dagelijksch bestuur van het Amsterdamsche Marine Comitéis het gelukt een Marine dag te organisceren ten bate van het goede doel, die uitste kend is geslaagd. Uit de krantenberichten heeft men kunnen lezen, dat het Amsterdamsche publiek zeer sympathiek stond tegenover dezen dag. Allerwegen trok de stoet, die vanaf de de Ruyterkade naar het Stadion marcheerde vooraf gegaan door de tamboers en pijpers van het korps mariniers onder aanvoering van den tam boer-majoor en de Marine Stafmuzick, groote belangstelling. De heer Henri ter Hall en schrijver hadden zich belast met de leiding De vaandels van burger en militaire vereenigingen groeten den stoet. illusie. Voor wie hcirTzagen, en voor wie alleen van hem hoorden spreken, leeft hij als opge nomen in den nimbus, die door de eeuwen heen hangt om die ne Shakespeare-figuur, ons allen het naast aan het hart. Door schoone tooneelvertooningen, door het hooggestemd propogandawerk van een Arthur van Schendel, Augusta de Wit, leerden wij Shakespcare benaderen, aan Eorbes Robertson danken wij Hamlet. En voor zoover tooneelkunst onsterfe lijk kan zijn, is deze, zijn Hamlet, onsterfelijk. FORBES ROBERTSON ^"J heeft vele andere rollen gespeeld, Othello Shylock, Macbeth, en ook werk van minder In deze verwarde tijden doennuendannationa- gehalte: The light that failed," The paslistische genootschappen wat op den weg zou sing of the third floor back," dat in Londen liggen van kunstenaars-verbonden en kunst- een run" beleefde en waarmee hij dan naar instellingen,en vreemde kluizenaars worden uit Amerika op tournee trok. Shaw schreef voor hun cel gelokt om op te treden voor de vader- hem zijn Caesar and Cleopatra" bccausc landsche vlag. Vinden ze dan altijd het milieu, hèis the classic actor of our day." Maar de atmosfeer, waar behalve de nationale ge- de meesten onzer kennen hem in deze verschildachte ook de dichterlijke verlangens zich lende scheppingen niet en van den invloed, thuis kunnen gevoelen, waar contact en wissel- dien hij wellicht op den stand van het tooneel werking te verwachten is? Het heet, dat bui- in Engeland heeft uitgeoefend, hetzij als .ienlandsche kunstenaars gaarne optreden in leading Man," hetzij als algemeen-kunste ons land, en ik geloof ook, dat er ory velerlei naar, is hier weinig bekend. uiting hier een kring te vormen is van waar- In 1895 kwam hij in Nederland in de ge lijk belangstellende en behoorlijk toegeruste daante van den Deenschen prins, dien hij Nederlanders. En dan is elk initiatief, mits was, innerlijk en uiterlijk, onmiskenbaar en maar de deur wijd open wordt gezet, te prij- voor altijd, en nu hij hier terugkeert begroeten zen, en een onschuldige inzet, als bijv. Sha- wij in den grijzen redenaar opnieuw dien kespeare, ook van zuiver kunstzinnig stand- koningszoon. Dat deze ons bovendien een en punt slechts dankbaar te aanvaarden. Sir Forbes Robertson heeft alle kansen vór. Het genootschap Nederland-Engeland" noodde in hem een oud vriend en een jong gebleven Mr. Forbes-Robertson als Hamlet. ander over den Engelschen dichter zal ver tellen, het kan voor wie bleven onder den ban zijner persoonlijke speelkunst, slechts een dege lijke bijkomstigheid zijn.Zij zullenop den eersten klank van die nooit verloren stem in bevangenheid neerzit ten, en afdwalen als schoolkin deren in de klasse, en nu en dan vergeten te luisteren naar de schatten van romance and reality in Shakespcare's plays". Zij zullen opzien naar dien edelen, droefgeestigcn mond en verwachten dat Ophelia van achter de groene palmen of het kamerschut te voorschijn treden zal om het standje in ontvangst te nemen: I did love you once .... Go to a nunnery, and quickly too. Farewell." Zij zullen op het laatst niets meer hooren wellicht dan words, words, words...." die alle fijne en diepe toonen inhouden van een oude me lodie, en gelaten en gelukkig zijn boven de dingen van den dag uit. Wat is het toch dat tooneelspel soms, o, een zeer zeldzame maal, zólevend houdt, dat het ganschc beeld in onze herinnering blijft ge spaard, helder, vol en gaaf, als was daar maar n nacht over den bloei der ontroering gegaan !? Hoe diep moet de van dezen stoet,dieprecies 12:30 afmarcheerde van de De Ruyterkade en klokslag 2 uur het Station binnentrok. Het was prettig om te ervaren met hoeveel opgewektheid de voorzitters van de verschil lende deelnemende vereenigingen vór den afmarsch schrijver betuigden dat zij met volle sympathie voor het goede doel hun steentje wilden bijdragen om den dag te doen slagen en het fonds voor de weduwen zoodoende te versterken. De tamboers en pijpers lieten zich tijdens den marsen niet onbetuigd, ze roffelden en pijpten er lustig op los en de jongens, die vór den stoet uitliepen, gingen vanzelf mee marcheeren in den pas. De tamboer-majoor met den gouden bandelier, mooie sabel en langen dirigeerstok liep er kranig vór en wekte de hoogste belangstelling van onze Amsterdam sche jongens. Ja, we zagen kleine kindertjes smakelijk en hartelijk den tamboer-majoor toelachen. De defileermarsch der Marine maakte den meesten indruk op het publiek. Bij dezen inarsch blijven tamboers en pijpers voortgaan met pijpen en roffelen, terwijl de stafmuziek speelt; o.a. is hierin gevlochten Piet Hein zijn naam is klein." Tamboer-majoor en ka pelmeester zijn hierbij samen in de weer en zij begrijpen elkaar precies, zoodat het invallen van de tamboers of het aanzwellen van de pijpersmuziek geen nootje te vroeg of te laat komt. Achter de Stafmuziek marcheerden kranig de mariniers, de kustwachters der Marine en Het Kamerlid Ter Hall had de regie.. de jonge matrozen van de opleiding te Gorinchem; daarachter volgden de verschillende . burgervereenigingen met haar muziekkorpsen en vaandels. Nergens op den marsch werd eenige overlast ondervonden van het publiek, de Amster dammers dragen de Marine geen kwaad hart toe en al zullen velen onder de toeschouwers weinig op hebben gehad met militairisme, van deze mariniers en jongens, die in kranige hou ding voortmarcheerden was op de gezichten te lezen, dat zij voor een hooger doel dan aan gegaapt te worden hier meeliepen en met heiligen ijver vervuld waren om straks in het Stadion het publiek te laten zien, dat een Hollandsch kind behalve in zijn element op zee ook aan land een rappen gast en flink sol daat kan zijn. Ongetwijfeld straalde die heilige ernst af op de toeschouwers en al werden hier en daar biljetten rond gestrooid voor propaganda tegen het militairisme en voor verbetering der pensioenwetten, op dat oogenblik kwamen zachte gevoelens van weldadigheidszin en offervaardigheid boven bij de Amsterdammers. Later kon er nog wel eens over ontwapening en wetswijziging worden gesproken. Over de verrichtingen in het Stadion zullen we na de uitvoerige verslagen in de dagbladen kort zijn. Het maritieme gedeelte slaagde volkomen, de marine-sprekers werden toe gejuicht. Wij lichten uit de rede van een kor poraal-timmerman deze woorden: Als er in Holland een sloot gedempt moet worden, die als natuurmonument wordt beschouwd, staat alles overeind; als men de Marine zoo zoetjes aan totaal laat vervallen ziet men dat kalm aan, en de Marine is noodig zoolang de menschen geen engelen zijn en er dus oorlog zijn zal." De turnoefeningen, die volgden, lokten herhaaldelijk vol applaus van de tribune uit c n het Amsterdamsche Marine-Comite eerde den leider der gecombineerde oefeningen met een fraaien krans in de nationale kleuren. Alle rangen waren goed bezet; de heer Mr. Prinsen Geerlings, die wekenlang zich heeft ingespannen om dezen dag in elkaar te zetten mag zeer tevreden zijn over het welslagen van den Marinedag. Ten slotte breng ik het Amsterdamsche publiek nogmaals dank voor de groote be langstelling en opkomst. Amsterdam heeft getoond de Marine een warm hart toe te dragen en dat behoort ook, want het demon teeren van (3000 aangespoelde zeemijnen. dat vele slachtoffers geëischt heeft van de Marine, is een landsbelang geweest. Ik hoop, dat de ontbrekende f 10 000.?aan het fonds voor de nagelaten betrekkingen, door dezen Marinedag zal worden aangevuld. Het Marine-monument staat reeds voor elkaar, echter zijn ook nog gelden benoodigd om de graven te dekken van hen, die vielen en wier stoffelijk overschot snelle, scherpe indruk naarjbinncngedrongen en bezonken zijn om het weerzien van den onbekenden held, die onze ontvan kelijkheid dit aandeed een knappe oude heer, vermoedelijk in een gckleede jas te maken tot een feit, dat onze jongste ontroering wekt. In grootere landen, waar het publiek zijn kunstenaars niet alle dagen in trein of tram kan waarnemen, de afstand meer illusie laat, worden lezingen van bekende tooneelspelcrs gemeenlijk vereerd met een overtalrijk en geestdriftig publiek, onverschillig wat zij ten beste geven en of zij dit -?in civiel, met het boek in de hand mooi of leelijk doen. Het verschijnsel wordt voor snobisme versleten, maar het is ook nog wat beters: een poging tot verwezenlijking, de tol ccner herinnering, het bewustzijn van den onzichtbaren band, de aanraking van dicht-bij met wat eenmaal, ver-af, ergens in een onbereikbare wereld, over een eenzaam hoofd het geluk bracht: verstaan te worden en te verstaan. Toen Forbes Robertson zijn Hamlet nog speelde in 1913 voor het laatst ?- was dit in de intimiteifvaneen groote zaal voor ieder als een gesprek onder vier oogeii, een persoon lijk contact. Van dit vol, harmonisch gesprek nam icdcrhet zijne mee, brengt ieder hem thans het zijne weer. En weder zal daar ontstaan iets als persoonlijk contact. De Engelsche tooneelspeler is emeritus, en de HoUandschc scholieren, die in 1895 aan het Deensche hof figureeren mochten, zijn nu deftige mannen van de Beurs. Maar zij zullen allen te zamcn weer jong zijn wanneer op den vijftienden October de achtenzestigjarige Hamlet de oogen opslaat van het officieel papier, en het nog altijd even twijfelachtig to-be or not tu-be" daarin verstild ligt als een schoone droom. N.V. COMOEDIA: Vlam, door Hans Muller. Ja, of wc hoog springen of laag, wanneer er n op het tooneel is die het ons aandoet", dan liggen we critisch tegen de vlakte. Ver leden jaar was het Hubert la Roche in Zaken zijn Zaken", thans is het mevrouw reta Lobo-Braakensiek in Vlam". Een stuk, als het derde treksel van een gewilde theesoort, das Tagebuch einer Verlorenen" geplunderd en als het woord in deze regionen ge permitteerd is ontwijd, op eik chabloonvan-een-sccne-a-faire de naambordjes der au teurs, die sedert Alcxandre Dumas met het" onderwerp de fatsoenlijke wereld op eerbie digen afstand hebben gevleid. En zoo gezellig en doeltreffend aan elkaar geflanst, dat we niet eens verwonderd zijn wanneer de blonde Annerl haar pasgeboren componist, met wien zij den veiligen oever hoopt te bereiken, in haar bordeelkamcr inviteert, waar de klan ten gewend zijn in-en-uit te loopen - het geen dan ook per noodlot geschieden moet -- en op den minuut af het oogenblik kunnen berekenen, waarop de kamervcrhuurster, een bijzonder weinig sociabele Mrs. Warren, acte de préseiice zal geven. Wij voorzien dat na de ontgoocheling der reine Thor terug zal keeren om desalniettemin het meisje.... niet. te huwen maar te redden", vinden de manier waarop hij uit achting voor de buren zijn riseldis in de kuische slaapkamer ge vangen houdt, iets te middeleeuwsch, en herademen als Anna er genoeg van krijgt. Een tragisch slot blijkt onvermijdelijk. Wer auf der Welt darf denn der Lust nachgehen als um der Liebe willen?" Ook dit groote woord slikken we gelaten, zonder in boven staand verband ecu kunstenaar, die zijn inspiiatie" toevallig uit ae goot opraapt ook maar een gedachte aan de liefde te ver spillen, en ten slotte vinden we den harts tocht ,,de verschrikkelijkste van alle, die der geslachten", niet eens zoo verschrikkelijk als Tolstoï. Aangezien deze eenvoudigen van ziel voor niets anders dan den hartstocht geschapen waren, het meisje voor de huldc"van de vrien dinnen en de klanten, de jonkman voor de hulde van het parterre en de balcons. Anna moet als offer van haar beroep een vroegen dood sterven, Ferdinand, als offer van het zijne, levenslang zijn hymnen dirigeereiv zonder dat er n mensch in de zaal is, behalve hij-zelf, voor wie het hem in zijn binnenste wat schelen kan. Vriend Herbert, de onvervalschte raisonneur, zal daarbij het grondaccoord aanhouden : een man, die op een grooten dag in zijn leven, de vrouw die hij liefheeft, thuis laat (vraag : Strindbcrg ,,'n Roes") is voor de liefde verloren en brengt het hoogstens tot het Requiem der Lust". En de onbekende dame uit het par terre zal den lauwerkrans plengen, waarmede het graf der Anna's tot in lengte van dagen zal worden gedekt. Dit alles is zoo zondig en zoo treurig als de wereld en tegenover de eeuwigheid, Anna had een vroom hartje en een kunstenaar is nu eenmaal onsterfelijk, de moeite niet om van te reppen. En het is altijd weer nieuw, tenzij een stukkenist als Hans Muller het er op zet uitsluitend beproefde situaties en belegen aandoeningen ten tooncele te voeren. Intusschen zitten we er mee als met ,,Dolle Hans". Want de onpersoonlijke auteur was voor de persoonlijkheid, die ons tooneel in mevrouw Lobo bezit, wat de springplank is voor de', zwemmer; en wat zij opdook en uit haar warm hart gaf, nam het onze vjlledig in beslag^ En ontwapende.... zelfs ten opzichte van de rol. Was ze eigenlijk wel die verleidelijke Anna, was ze mooi genoeg, in den zin van voor alle mannen begeerlijk? was ze, als ik het zoo zeggen mag ,,roomsch" genoeg? de poëzie, die de kunstenaar in het burgermeisje wil aanbidden, hangt nauw met den biechtstoel samen, en was er in haar optreden wel genoeg ,.mysterie?" Ook deze critische eischen schakelden we uit, om maar te luisteren, met huid eu haar op te gaan in wat mevrouw Lobo ons met haar groote oogen verhaalde van de arme muggen in de kaars, er beurtelings warm en koud bij te worden, met zoo waarlijk soms de brokken in de keel. Voor de grove schakeeV0i*»ohenon t Dramatische Kroniek Eerste en tweede bundel door TOP NAEFF Ing. f 2.25 6 ... Pnjs per bundel : Uitg.van VAN HOLKEMA& WARENO' RF AMSTERDAM miiiiiiiiimttiiiiiMtiiitiiiiitiiiiiiittittiititiuiitiitiiimti rust te Huisduinen, Vlissingen, Vlieland, Soerabaya zonder dat een steentje of paaltje deze graven dekt, hetgeen toch ieder wel denkend Nederlander onbevredigd moet laten. miiiiiiiiiiiiiiilHiiiriiiiiiiiiiHiiiiimiimiiiiiiiiimtMiiir iiiiiiiiiiniiiiii Op School Toen de oude spil waarop onze aardbol draaid, Op school, verroest was, dat ze niet meer kon Haar loop volbrengen, zette n onzer haar Op de ander zijde en draaide'r tolsnel rond. Maar 't evenwicht verloor ze, en vallend brak In stukke' en splinters, waaruit niemand meer Haar saam kon lijmen. Meester zei toen wijs: Wie de aardbol op haar kop zet, zie wel toe, Dat eerst hij 'n neuwe spil en dan een gat Zorgvuldig maak op 't juiste punt, opdat Het evenwicht bewaard blijf. Veel te duur. Is zulk een bol, en repareeren gaat niet. C. v. H. ,Een spreker uit de marine". ringen vond ze de fijnere nuancen, trof zuiver en diep den toon, de geheele gamma, drukte met haar ganschc gekwelde wezen uit wat het beteekent van huis uit een paria te zijn, een hartstochtelijke machtelooze. Levenswaar en levensvol was dit spel. In het zaaltje, dat op denlaatsten avond van deze eerste Vlam"serie geheel bezet was, wisten we weer eens waarvoor we naar de komedie gaan. De vertooning was onderhoudend, inden Hcyermans-stijl. Misschien had hier de regie nu wel eens modern uit zijn slof kunnen schieten. Een bliksemsnel tempo het is het tempo dat een atmosfeer schept alle tooneelen kort, fel, vlarnming! De titel zonder lid woord jaagt al een beetje aan. En ik stel me voor, dat dan het gegeven en de behan deling daarvan ook minder afgezaagd zouden schijnen. Maar zooals de vertooning was, kon het ook, en had ieder de ruimte om op zijn gemak te typeercn. Constant van Kerckhoven, bewonderenswaardig in de mis lukte rol van den naleven musicus, Verbeek in raisonneurs-rollen altijd intelligent en boeiend, Mientje van Kerckhoven?Kling verrassend frisch en levend in de tweede vrouwerol. Das Tagebuch einer Verlorenen" is aan zijn vierhonderdvierenveertigste dui zendtal. Wij wensche-n Orcetje Lobo sterkte. DE MÜNCHENER MARIONETTEN En thans is de kleine bevolking weer in het zaaltje getrokken. Tot vreugde van oud en jong, tot kunstenaarsverheuging vooral. Want deze kunst is er wel waarlijk een van hooge orde, niet omdat de pop ons meer zou zijn dan de mensch zódiep ontgoocheld zijn we nog niet maar omdat Paul Brann een kunstenaar is, die als een Lieve Heer van Liliput zijn wereld schiep en haar beheerscht. Omdat dit bescheiden theaterwerk wijd om zich heen grijpt en behalve ondoorgrondelijk moeilijk, ook ondoorgrondelijk diep is, en regelrecht in het metaphisischc vaart. Het programma noemt het juiste woord, omdat het geeft: ,.das organische Bühnenbild, een klein heelal". Wij eischen er hoe langer hoe meer van,blijven geloovenin onbeperkte mogeHjkhedenvan verheffingen verfijning,maar zijn daartegenover ook tot volstrekte overgave bereid. Als kinderen ontvankelijk, betooverd en content. Er is over de marionet in het algemeen, en over de Miincheners in het bijzonder, al zooveel en met zooveel geest drift geschreven, ook in dit Weekblad naar aanleiding van den kleinen Faust", dat we bij dit wederoptreden met een eeresaluut aan de onzichtbaren" kunnen volstaan. Wat Brann en zijn staf brengen, het was vór elf jaar op de Münchener kunst-tentoonstelling een openbaring, het handhaafde zich en vond bewondering in alle landen van Europa waar de gouden deurtjes zich openden. Het blijft een vervul ling voor allen, die het tooneel liefhebben. T o i' N A E r E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl