Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
8 Oct. '21. - No. 2311
D E jM AR IN E D A G T E
AMSTERDAM
DOOR
Luit. ter Zee Ie klasse P. J. JAGER
(Met teekeningen voor de Amsterdammer"
van B. van Vlijmen).
Zooals "misschien vele lezers zullen weten,
heeft zich een paar jaren geleden een Comit
gevormd, dat zich ten doel stelt gelden
in te zamelen voor de nagelaten betrekkin
gen van de mannen onzer v oot, die als
slachtoffers van hun plicht zijn omgekomen
bij rampen, die Hr. Ms. Zeemacht hebben
getroffen gedurende de oorlogsjaren en tot
oprichting van een monument te den Helder
ter hunner nagedachtenis.. Het Comitéis
genaamd: Nederland gedenkt zijn slachtoffers
der Marine," waarvan H. M. de Koningin
Beschermvrouw is.
Gedurende de oorlogsjaren zijn 7 officieren,
41 onderofficieren en manschappen, 7
gemilitairiseerden van het personeel loodswezen
en 3 inlandsche schepelingen bij rampen om
gekomen, nalatende 30 weduwen en 50 weezen.
Op zichzelf beschouwt lijken deze getallen
niet groot, gewend als wij zijn in de oorlogs
jaren om te lezen van duizenden dooden en
gewonden per dag, van honderdtallen
Nederlandsche visschers, die nimmer wederkeerden.
De vermelding van een ramp die onze Marine
getroffen had, maakte tusschen al die akelige
berichten over torpedeeren, opblazen,
fusilleeren, bommen werpen, schieten op smokke
laars enz. weinig indruk meer op ons volk.
Men leefde met de oorlogvoerenden mee,
men offerde willig voor Belgische vluchte
lingen, later ook voor Duitsche, Hongaarsche
en Oostenrijksche kinderen, overlaadde
Engelsche krijgsgevangenen met liefdevolle
hartelijkheid, men vergat, dat er ook groote
nood heeschte onder de Nederlandsche kin
deren in den Vreemde, en dat er in ons eigen
land ook geleden werd.
- Hoe-hoog de Nederlandsche milddadigheid
in het buitenland ook stond aangeschreven,
na het intreden van den vredestoestand, d'e
de menschen weer in hun oude doen bracht,
werd het hoog tijd ook eens te offeren voor
zuiver nationale liefdadigheid en waardeering
te toonen voor de daden van hen, die in deze
zware oorlogsjaren voor het welzijn van ons
Vaderland hun leven hebben gegeven.
Gelukkig heeft ons goede volk getoond, dat
een beroep op zijn nationaal gevoel niet onver
hoord bleef. Zoo werd het Nationaal
ZeemansDe tamboer-majoor.
Onze jantjes.
fonds gesticht voor de helden van koopvaardij
en visscherij, gelden bijeengebracht voor
een monument en weduwenfonds voor omge
komen visscherslieden te Scheveningen,
eveneeens vooreen dergelijk monument te Egmond
aan Zee.
Het ComitéNederland gedenkt zijn slacht
offers der Marine" heeft gemeend, dar het
een eereplicht der Natie is ook piëteit te toonen
voor hen, die vielen ", voor de omgeko
men 58 Marine-mannen, die tot plicht hadden
de gevaren op te zoeken n.l. de zeegaten te
zuiveren van mijnen, ter beveiliging der
vaarroute voor de koopvaarders; de
honderdenaangespoelde mijnen te demonteeren ter
beveiliging van dijken en have en goed der
kustbevolking, de neutraliteit ter zee te hand
haven, onze kusten bij nacht en ontij af te
patroeljeeren en nog zooveel meer.
Het was geen gemakkelijke taak, die het
Comitéop zich genomen heeft, want nu de
oorlogsjaren achter den rug zijn, is men gauw
de ellende der oorlogsjaren vergeten en blijft
waardeering voor moedige daden maar al te
vaak achterwege.
Inzonderheid voor de Marine-slachtoffers
stuit men dikwijls op de moeilijkheid, dat
men van het publiek te hooren krijgt, dat ver
zorging der weduwen en weezen staatszorg
behoort te zijn of toont men weinig belang
stelling, aangezien de Marine bij een groot
deel der bevolking zoo goed als onbekend is en
er een strooming bestaat om alles wat de
weermacht betreft, als weinig productief,
kostbaar en onnoodig of waardeloos te be
schouwen. Het behoeft geen betoog, dat de
Staat onmogelijk elke weduwe in haar bijzon
dere omstandigheden zoodanig tegemoet kan
komen, dat haar een onbezorgde toekomst ver
zekerd is. Hier moeten het particulier initiatief
en weldadigheidszin te hulp komen en over
de afschaffing van onze Marine zullen wc ver
der maar geen woorden neerschrijven.
f Het hoofdcomitéheeft echter den moed niet
verloren en is voortgegaan met sub-comité's
op te richten in verschillende steden van ons
land. Zoo hebben zich plaatselijk comité's
gevormd te Den Haag, Vlissingen, Alkmaar,
Delft, Rotterdam, den Helder, Leiden en Am
sterdam.
Dank zij den grooten ijver van het
dagelijksch bestuur van het Amsterdamsche Marine
Comitéis het gelukt een Marine dag te
organisceren ten bate van het goede doel, die uitste
kend is geslaagd.
Uit de krantenberichten heeft men kunnen
lezen, dat het Amsterdamsche publiek zeer
sympathiek stond tegenover dezen dag.
Allerwegen trok de stoet, die vanaf de de
Ruyterkade naar het Stadion marcheerde vooraf
gegaan door de tamboers en pijpers van het
korps mariniers onder aanvoering van den tam
boer-majoor en de Marine Stafmuzick, groote
belangstelling. De heer Henri ter Hall en
schrijver hadden zich belast met de leiding
De vaandels van burger en militaire vereenigingen
groeten den stoet.
illusie. Voor wie hcirTzagen, en voor wie alleen
van hem hoorden spreken, leeft hij als opge
nomen in den nimbus, die door de eeuwen
heen hangt om die ne Shakespeare-figuur,
ons allen het naast aan het hart. Door schoone
tooneelvertooningen, door het hooggestemd
propogandawerk van een Arthur van
Schendel, Augusta de Wit, leerden wij Shakespcare
benaderen, aan Eorbes Robertson danken wij
Hamlet. En voor zoover tooneelkunst onsterfe
lijk kan zijn, is deze, zijn Hamlet, onsterfelijk.
FORBES ROBERTSON ^"J heeft vele andere rollen gespeeld, Othello
Shylock, Macbeth, en ook werk van minder
In deze verwarde tijden doennuendannationa- gehalte: The light that failed," The
paslistische genootschappen wat op den weg zou sing of the third floor back," dat in Londen
liggen van kunstenaars-verbonden en kunst- een run" beleefde en waarmee hij dan naar
instellingen,en vreemde kluizenaars worden uit Amerika op tournee trok. Shaw schreef voor
hun cel gelokt om op te treden voor de vader- hem zijn Caesar and Cleopatra" bccausc
landsche vlag. Vinden ze dan altijd het milieu, hèis the classic actor of our day." Maar
de atmosfeer, waar behalve de nationale ge- de meesten onzer kennen hem in deze
verschildachte ook de dichterlijke verlangens zich lende scheppingen niet en van den invloed,
thuis kunnen gevoelen, waar contact en wissel- dien hij wellicht op den stand van het tooneel
werking te verwachten is? Het heet, dat bui- in Engeland heeft uitgeoefend, hetzij als
.ienlandsche kunstenaars gaarne optreden in leading Man," hetzij als algemeen-kunste
ons land, en ik geloof ook, dat er ory velerlei naar, is hier weinig bekend.
uiting hier een kring te vormen is van waar- In 1895 kwam hij in Nederland in de ge
lijk belangstellende en behoorlijk toegeruste daante van den Deenschen prins, dien hij
Nederlanders. En dan is elk initiatief, mits was, innerlijk en uiterlijk, onmiskenbaar en
maar de deur wijd open wordt gezet, te prij- voor altijd, en nu hij hier terugkeert begroeten
zen, en een onschuldige inzet, als bijv. Sha- wij in den grijzen redenaar opnieuw dien
kespeare, ook van zuiver kunstzinnig stand- koningszoon. Dat deze ons bovendien een en
punt slechts dankbaar te aanvaarden. Sir
Forbes Robertson heeft alle kansen vór. Het
genootschap Nederland-Engeland" noodde
in hem een oud vriend en een jong gebleven
Mr. Forbes-Robertson als Hamlet.
ander over den Engelschen dichter zal ver
tellen, het kan voor wie bleven onder den ban
zijner persoonlijke speelkunst, slechts een dege
lijke bijkomstigheid zijn.Zij zullenop den eersten
klank van die nooit verloren
stem in bevangenheid neerzit
ten, en afdwalen als schoolkin
deren in de klasse, en nu en
dan vergeten te luisteren naar
de schatten van romance and
reality in Shakespcare's plays".
Zij zullen opzien naar dien
edelen, droefgeestigcn mond
en verwachten dat Ophelia
van achter de groene palmen
of het kamerschut te voorschijn
treden zal om het standje in
ontvangst te nemen:
I did love you once ....
Go to a nunnery, and quickly
too. Farewell."
Zij zullen op het laatst niets
meer hooren wellicht dan
words, words, words...."
die alle fijne en diepe toonen
inhouden van een oude me
lodie, en gelaten en gelukkig
zijn boven de dingen van den
dag uit. Wat is het toch dat
tooneelspel soms, o, een zeer
zeldzame maal, zólevend
houdt, dat het ganschc beeld
in onze herinnering blijft ge
spaard, helder, vol en gaaf,
als was daar maar n nacht
over den bloei der ontroering
gegaan !? Hoe diep moet de
van dezen stoet,dieprecies 12:30 afmarcheerde
van de De Ruyterkade en klokslag 2 uur het
Station binnentrok.
Het was prettig om te ervaren met hoeveel
opgewektheid de voorzitters van de verschil
lende deelnemende vereenigingen vór den
afmarsch schrijver betuigden dat zij met volle
sympathie voor het goede doel hun steentje
wilden bijdragen om den dag te doen slagen en
het fonds voor de weduwen zoodoende te
versterken.
De tamboers en pijpers lieten zich tijdens
den marsen niet onbetuigd, ze roffelden en
pijpten er lustig op los en de jongens, die vór
den stoet uitliepen, gingen vanzelf mee
marcheeren in den pas. De tamboer-majoor met
den gouden bandelier, mooie sabel en langen
dirigeerstok liep er kranig vór en wekte de
hoogste belangstelling van onze Amsterdam
sche jongens. Ja, we zagen kleine kindertjes
smakelijk en hartelijk den tamboer-majoor
toelachen.
De defileermarsch der Marine maakte den
meesten indruk op het publiek. Bij dezen
inarsch blijven tamboers en pijpers voortgaan
met pijpen en roffelen, terwijl de stafmuziek
speelt; o.a. is hierin gevlochten Piet Hein
zijn naam is klein." Tamboer-majoor en ka
pelmeester zijn hierbij samen in de weer en zij
begrijpen elkaar precies, zoodat het invallen
van de tamboers of het aanzwellen van de
pijpersmuziek geen nootje te vroeg of te laat
komt.
Achter de Stafmuziek marcheerden kranig
de mariniers, de kustwachters der Marine en
Het Kamerlid Ter Hall had de regie..
de jonge matrozen van de opleiding te
Gorinchem; daarachter volgden de verschillende
. burgervereenigingen met haar muziekkorpsen
en vaandels.
Nergens op den marsch werd eenige overlast
ondervonden van het publiek, de Amster
dammers dragen de Marine geen kwaad hart
toe en al zullen velen onder de toeschouwers
weinig op hebben gehad met militairisme, van
deze mariniers en jongens, die in kranige hou
ding voortmarcheerden was op de gezichten te
lezen, dat zij voor een hooger doel dan aan
gegaapt te worden hier meeliepen en met
heiligen ijver vervuld waren om straks in het
Stadion het publiek te laten zien, dat een
Hollandsch kind behalve in zijn element op zee
ook aan land een rappen gast en flink sol
daat kan zijn.
Ongetwijfeld straalde die heilige ernst af
op de toeschouwers en al werden hier en daar
biljetten rond gestrooid voor propaganda
tegen het militairisme en voor verbetering
der pensioenwetten, op dat oogenblik kwamen
zachte gevoelens van weldadigheidszin en
offervaardigheid boven bij de Amsterdammers.
Later kon er nog wel eens over ontwapening
en wetswijziging worden gesproken.
Over de verrichtingen in het Stadion zullen
we na de uitvoerige verslagen in de dagbladen
kort zijn. Het maritieme gedeelte slaagde
volkomen, de marine-sprekers werden toe
gejuicht. Wij lichten uit de rede van een kor
poraal-timmerman deze woorden:
Als er in Holland een sloot gedempt moet
worden, die als natuurmonument wordt
beschouwd, staat alles overeind; als men de
Marine zoo zoetjes aan totaal laat vervallen
ziet men dat kalm aan, en de Marine is noodig
zoolang de menschen geen engelen zijn en er
dus oorlog zijn zal."
De turnoefeningen, die volgden, lokten
herhaaldelijk vol applaus van de tribune uit
c n het Amsterdamsche Marine-Comite eerde
den leider der gecombineerde oefeningen met
een fraaien krans in de nationale kleuren.
Alle rangen waren goed bezet; de heer Mr.
Prinsen Geerlings, die wekenlang zich heeft
ingespannen om dezen dag in elkaar te zetten
mag zeer tevreden zijn over het welslagen
van den Marinedag.
Ten slotte breng ik het Amsterdamsche
publiek nogmaals dank voor de groote be
langstelling en opkomst. Amsterdam heeft
getoond de Marine een warm hart toe te
dragen en dat behoort ook, want het demon
teeren van (3000 aangespoelde zeemijnen. dat
vele slachtoffers geëischt heeft van de Marine,
is een landsbelang geweest. Ik hoop, dat de
ontbrekende f 10 000.?aan het fonds voor de
nagelaten betrekkingen, door dezen Marinedag
zal worden aangevuld. Het Marine-monument
staat reeds voor elkaar, echter zijn ook nog
gelden benoodigd om de graven te dekken
van hen, die vielen en wier stoffelijk overschot
snelle, scherpe indruk naarjbinncngedrongen
en bezonken zijn om het weerzien van
den onbekenden held, die onze ontvan
kelijkheid dit aandeed een knappe
oude heer, vermoedelijk in een gckleede
jas te maken tot een feit, dat onze
jongste ontroering wekt. In grootere landen,
waar het publiek zijn kunstenaars niet alle
dagen in trein of tram kan waarnemen, de
afstand meer illusie laat, worden lezingen van
bekende tooneelspelcrs gemeenlijk vereerd
met een overtalrijk en geestdriftig publiek,
onverschillig wat zij ten beste geven en of
zij dit -?in civiel, met het boek in de hand
mooi of leelijk doen. Het verschijnsel wordt
voor snobisme versleten, maar het is ook nog
wat beters: een poging tot verwezenlijking,
de tol ccner herinnering, het bewustzijn van
den onzichtbaren band, de aanraking van
dicht-bij met wat eenmaal, ver-af, ergens in
een onbereikbare wereld, over een eenzaam
hoofd het geluk bracht: verstaan te worden
en te verstaan.
Toen Forbes Robertson zijn Hamlet nog
speelde in 1913 voor het laatst ?- was dit
in de intimiteifvaneen groote zaal voor ieder
als een gesprek onder vier oogeii, een persoon
lijk contact. Van dit vol, harmonisch gesprek
nam icdcrhet zijne mee, brengt ieder hem thans
het zijne weer. En weder zal daar ontstaan
iets als persoonlijk contact. De Engelsche
tooneelspeler is emeritus, en de HoUandschc
scholieren, die in 1895 aan het Deensche hof
figureeren mochten, zijn nu deftige mannen
van de Beurs. Maar zij zullen allen te zamcn
weer jong zijn wanneer op den vijftienden
October de achtenzestigjarige Hamlet de
oogen opslaat van het officieel papier, en het
nog altijd even twijfelachtig to-be or not
tu-be" daarin verstild ligt als een schoone
droom.
N.V. COMOEDIA: Vlam, door Hans Muller.
Ja, of wc hoog springen of laag, wanneer er
n op het tooneel is die het ons aandoet",
dan liggen we critisch tegen de vlakte. Ver
leden jaar was het Hubert la Roche in Zaken
zijn Zaken", thans is het mevrouw reta
Lobo-Braakensiek in Vlam". Een stuk, als
het derde treksel van een gewilde theesoort,
das Tagebuch einer Verlorenen" geplunderd
en als het woord in deze regionen ge
permitteerd is ontwijd, op eik
chabloonvan-een-sccne-a-faire de naambordjes der au
teurs, die sedert Alcxandre Dumas met het"
onderwerp de fatsoenlijke wereld op eerbie
digen afstand hebben gevleid. En zoo gezellig
en doeltreffend aan elkaar geflanst, dat we
niet eens verwonderd zijn wanneer de blonde
Annerl haar pasgeboren componist, met wien
zij den veiligen oever hoopt te bereiken, in
haar bordeelkamcr inviteert, waar de klan
ten gewend zijn in-en-uit te loopen - het
geen dan ook per noodlot geschieden moet --
en op den minuut af het oogenblik kunnen
berekenen, waarop de kamervcrhuurster, een
bijzonder weinig sociabele Mrs. Warren, acte
de préseiice zal geven. Wij voorzien dat na
de ontgoocheling der reine Thor terug zal
keeren om desalniettemin het meisje....
niet. te huwen maar te redden", vinden de
manier waarop hij uit achting voor de buren
zijn riseldis in de kuische slaapkamer ge
vangen houdt, iets te middeleeuwsch, en
herademen als Anna er genoeg van krijgt. Een
tragisch slot blijkt onvermijdelijk. Wer
auf der Welt darf denn der Lust nachgehen
als um der Liebe willen?" Ook dit groote
woord slikken we gelaten, zonder in boven
staand verband ecu kunstenaar, die zijn
inspiiatie" toevallig uit ae goot opraapt
ook maar een gedachte aan de liefde te ver
spillen, en ten slotte vinden we den harts
tocht ,,de verschrikkelijkste van alle, die der
geslachten", niet eens zoo verschrikkelijk als
Tolstoï. Aangezien deze eenvoudigen van ziel
voor niets anders dan den hartstocht geschapen
waren, het meisje voor de huldc"van de vrien
dinnen en de klanten, de jonkman voor de
hulde van het parterre en de balcons. Anna
moet als offer van haar beroep een vroegen
dood sterven, Ferdinand, als offer van het
zijne, levenslang zijn hymnen dirigeereiv
zonder dat er n mensch in de zaal is,
behalve hij-zelf, voor wie het hem in zijn
binnenste wat schelen kan. Vriend Herbert,
de onvervalschte raisonneur, zal daarbij het
grondaccoord aanhouden : een man, die op
een grooten dag in zijn leven, de vrouw
die hij liefheeft, thuis laat (vraag : Strindbcrg
,,'n Roes") is voor de liefde verloren en
brengt het hoogstens tot het Requiem der
Lust". En de onbekende dame uit het par
terre zal den lauwerkrans plengen, waarmede
het graf der Anna's tot in lengte van dagen
zal worden gedekt. Dit alles is zoo zondig
en zoo treurig als de wereld en tegenover
de eeuwigheid, Anna had een vroom hartje
en een kunstenaar is nu eenmaal onsterfelijk,
de moeite niet om van te reppen. En het
is altijd weer nieuw, tenzij een stukkenist
als Hans Muller het er op zet uitsluitend
beproefde situaties en belegen aandoeningen
ten tooncele te voeren.
Intusschen zitten we er mee als met ,,Dolle
Hans". Want de onpersoonlijke auteur was
voor de persoonlijkheid, die ons tooneel in
mevrouw Lobo bezit, wat de springplank is
voor de', zwemmer; en wat zij opdook en
uit haar warm hart gaf, nam het onze
vjlledig in beslag^ En ontwapende.... zelfs ten
opzichte van de rol. Was ze eigenlijk wel
die verleidelijke Anna, was ze mooi genoeg,
in den zin van voor alle mannen begeerlijk?
was ze, als ik het zoo zeggen mag ,,roomsch"
genoeg? de poëzie, die de kunstenaar in
het burgermeisje wil aanbidden, hangt nauw
met den biechtstoel samen, en was er in
haar optreden wel genoeg ,.mysterie?" Ook
deze critische eischen schakelden we uit, om
maar te luisteren, met huid eu haar op te
gaan in wat mevrouw Lobo ons met haar
groote oogen verhaalde van de arme muggen
in de kaars, er beurtelings warm en koud
bij te worden, met zoo waarlijk soms de
brokken in de keel. Voor de grove
schakeeV0i*»ohenon t
Dramatische Kroniek
Eerste en tweede bundel
door
TOP NAEFF
Ing. f 2.25
6
...
Pnjs per bundel :
Uitg.van VAN HOLKEMA& WARENO' RF
AMSTERDAM
miiiiiiiiimttiiiiiMtiiitiiiiitiiiiiiittittiititiuiitiitiiimti
rust te Huisduinen, Vlissingen, Vlieland,
Soerabaya zonder dat een steentje of paaltje
deze graven dekt, hetgeen toch ieder wel
denkend Nederlander onbevredigd moet laten.
miiiiiiiiiiiiiiilHiiiriiiiiiiiiiHiiiiimiimiiiiiiiiimtMiiir iiiiiiiiiiniiiiii
Op School
Toen de oude spil waarop onze aardbol draaid,
Op school, verroest was, dat ze niet meer kon
Haar loop volbrengen, zette n onzer haar
Op de ander zijde en draaide'r tolsnel rond.
Maar 't evenwicht verloor ze, en vallend brak
In stukke' en splinters, waaruit niemand meer
Haar saam kon lijmen.
Meester zei toen wijs:
Wie de aardbol op haar kop zet, zie wel toe,
Dat eerst hij 'n neuwe spil en dan een gat
Zorgvuldig maak op 't juiste punt, opdat
Het evenwicht bewaard blijf.
Veel te duur.
Is zulk een bol, en repareeren gaat niet.
C. v. H.
,Een spreker uit de marine".
ringen vond ze de fijnere nuancen, trof zuiver
en diep den toon, de geheele gamma, drukte
met haar ganschc gekwelde wezen uit wat het
beteekent van huis uit een paria te zijn, een
hartstochtelijke machtelooze. Levenswaar en
levensvol was dit spel. In het zaaltje, dat
op denlaatsten avond van deze eerste
Vlam"serie geheel bezet was, wisten we weer eens
waarvoor we naar de komedie gaan. De
vertooning was onderhoudend, inden
Hcyermans-stijl. Misschien had hier de regie nu
wel eens modern uit zijn slof kunnen schieten.
Een bliksemsnel tempo het is het tempo
dat een atmosfeer schept alle tooneelen
kort, fel, vlarnming! De titel zonder lid
woord jaagt al een beetje aan. En ik stel
me voor, dat dan het gegeven en de behan
deling daarvan ook minder afgezaagd zouden
schijnen. Maar zooals de vertooning was,
kon het ook, en had ieder de ruimte om op
zijn gemak te typeercn. Constant van
Kerckhoven, bewonderenswaardig in de mis
lukte rol van den naleven musicus, Verbeek
in raisonneurs-rollen altijd intelligent en
boeiend, Mientje van Kerckhoven?Kling
verrassend frisch en levend in de tweede
vrouwerol. Das Tagebuch einer Verlorenen"
is aan zijn vierhonderdvierenveertigste dui
zendtal. Wij wensche-n Orcetje Lobo sterkte.
DE MÜNCHENER MARIONETTEN
En thans is de kleine bevolking weer in
het zaaltje getrokken. Tot vreugde van oud
en jong, tot kunstenaarsverheuging vooral.
Want deze kunst is er wel waarlijk een van
hooge orde, niet omdat de pop ons meer zou
zijn dan de mensch zódiep ontgoocheld
zijn we nog niet maar omdat Paul Brann
een kunstenaar is, die als een Lieve Heer van
Liliput zijn wereld schiep en haar beheerscht.
Omdat dit bescheiden theaterwerk wijd om
zich heen grijpt en behalve ondoorgrondelijk
moeilijk, ook ondoorgrondelijk diep is, en
regelrecht in het metaphisischc vaart. Het
programma noemt het juiste woord, omdat
het geeft: ,.das organische Bühnenbild, een
klein heelal". Wij eischen er hoe langer hoe
meer van,blijven geloovenin onbeperkte
mogeHjkhedenvan verheffingen verfijning,maar zijn
daartegenover ook tot volstrekte overgave
bereid. Als kinderen ontvankelijk, betooverd
en content. Er is over de marionet in het
algemeen, en over de Miincheners in het
bijzonder, al zooveel en met zooveel geest
drift geschreven, ook in dit Weekblad naar
aanleiding van den kleinen Faust", dat we
bij dit wederoptreden met een eeresaluut
aan de onzichtbaren" kunnen volstaan.
Wat Brann en zijn staf brengen, het
was vór elf jaar op de Münchener
kunst-tentoonstelling een openbaring, het
handhaafde zich en vond bewondering in
alle landen van Europa waar de gouden
deurtjes zich openden. Het blijft een vervul
ling voor allen, die het tooneel liefhebben.
T o i' N A E r E