Historisch Archief 1877-1940
S°. 8818
Zaterdag 15 October
A°. 1981
DE
AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. O. W. KERN KAMP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL, Dr. G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
| Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6 50. Abonn. loopen per jaar | | Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam | [ Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosten)
INHOUD: Volksuniversiteiten, door Prof.
Dr. O. W. Kernkamp Valsche demo
cratie, door Prof. Dr. H. Brugmans
Tijdgenooten: Léon Daudet, door Dr.
W. O. C. Byvanck 2. De
Atlantabouw, teekening van Jordaan De tweede
Volkenbondsvergadeiing, door Dr. B.
de Jong van Beek en Donk, met teekeningen
van A. Petrovic. Israël's wezen en willen,
door J. Ornstein-Hoofiën 3. Mara, door
Dr. Fred. van Eeden. 4. De verschillende
methoden van reserveberekening, door mr.
J. Kist. 5. Voor Vrouwen (red. Elis.
M. Rogge): Eerr school voor opvoedkunde,
.door M. Usteri. In Memoriam Pierre Alin,
door M. Berdenis van Berlekom.
Massainvoer van modeartikelen, teekening van
H. IJsendraat. Vers, door Guus M. ? Uit de
Natuur: Onze overburen, door Jac. P. Thijsse.
7. Het overzeeinstituut op den Dam, door
O. Kamerlingh Onnes. Dramatische Kro
niek, door Top Naeff. 8. Schilderkunst
kroniek, door A. Plasschaert. Boekbe
spreking, door Corn. Veth. De bloedende
wereld, teekening van George van Raemdonck
9. Op den Econ. Uitkijk: Loonen, prijzen
en malaise, door Jhr. Mr. H. Smissaert. ?
10. Uit hét Kladschrift van Jantje.
RuizeRijm; Charivaria en Buitenl. humor, door
Charivarius. 11. Het Amerikaansche
Protectionisme, teekening van Joh.
Braakensiek; 't Schietgat, door Melis Stoke; Muziek:
Concertgebouw, door H. J. den Hertog;
Jan Pieterz. Sweelinck, door Joh. W. Ensched
12. Spreekzaal.?? Leekenspiegel. Omslag:
Royal Auction Bridge,'door Bridger.
Bijvoegsel: De Ontwapening, teekening
van Joh. Braakensiek.
iiniiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiii
VOLKSUNIVERSITEITEN
Bij het lezen van de programma's, die
de volksuniversiteiten voor den aan
staanden winter aankondigen, zal me
nigeen wel weer de spottende opmerking
gemaakt hebben, dat ons volk toch
maar aan de spits der beschaving
blijft!
Die spot geldt dan meestal onder
werpen uit het gebied van philosophie
en litteraire of andere kunst, die ver
boven het bereik van de arbeiders
klasse liggen.
Maar voor de arbeiders alleen zijn
de leergangen van de volksuniversiteit
niet bestemd, en zelfs niet in de eerste
plaats voor hen. Zij bedoelen de ge
legenheid tot verdere ontwikkeling te
bieden aan alle volwassenen, die daar
bij de hulp van meer begaafden noodig
hebben.
Ook de arbeiders zijn er natuurlijk
welkom. Maar zij vormen nog slechts
een gering percentage van de toehoor
ders. Op de Sociale
ontwikkelingsweek," die dezen zomer te Utrecht
werd gehouden, zei Prof. Stemmetz, die
het instituut der volksuniversiteiten
ten onzent heeft helpen stichten, dat
de arbeiders weinig lust toonen om
zelfs de. eenvoudigste cursussen van de
volksuniversiteit te volgen.
Men mag dit betreuren, maar kan
LEON DAUDET
I
Een wonder, dat Parijs!
Zelfs het rennen en jagen van een moderne
stad en de massieve marsch van het verkeer
over boulevards en pleinen kan men kalm in
zich opnemen. Met de gedachte aan den ach
tergrond van rivier en grootsche gebouwenlijn
waarlangs het woelige leven zich voortbe
weegt !
O, dit is Parijs zooals ik het me heb ge
droomd ! Kwam, met geestdrift van genot,
uit.den mond van eene op den eersten avond
van haar eerste reis naar de Stad, en zij was
midden in de golving van den menschenstoet.
Van Parijs laat zich nog droomen zonder
teleurstelling door de werkelijkheid.
Of moet men niet meer zeggen?
Zoo ooit een grootere en ruimere
menschelijkheid is te gemoet gekomen aan de behoefte
naar bevrediging van wat menschelijks in ons
omgaat, dan is het Parijs dat de vervulling
brengt van ons verlangen.
Ik heb het woord van een voornaam man
onder onze Hollandsche kunstenaars:
In Parijs werkt de Stad mee aan het werk
dat wij willen werken. Geen ander land heeft
dit dan Frankrijk."
Het is edelmoedig in zijn vrijgevigheid en
noopt tot edelmoedigheid. Het vraagt en wikt
niet lang; het neemt op. Het weet te geven en
zich mee te deelen.
Die daar, 's avonds laat, in zijn hotel aan
kwam na een vermoeiende spoortocht werd
er opgewacht door een artikel vooraan in de
Fransche courant dat den Hollandschen vriend
zich er eigenlijk niet over verwonderen.
De drang tot verdere geestelijke ont
wikkeling is bij de meeste menschen
niet zoo sterk, dat zij zich eenige moeite
willen geven of eenig vermaak willen
ontzeggen om dien te bevredigen. Ook
niet bij hen, 'die een betere opleiding
hebben genoten dan de volksschool
kan bieden. Hoevelen zijn er niet onder
wie men de ontwikkelde klasse pleegt
__ te noemen, die elke andere inspanning
" van den geest vermijden dan die, waar
toe de uitoefening van ambt of beroep
hen noopt? die hun kennis alleen ver
meerderen door de lectuur van hun
courant of hun vakblad?.
Voor een deel dragen de volksuniver
siteiten er misschien zelf schuld aan,
dat zij niet meer toeloop krijgen uit
de kringen, die ik zooeven bedoelde.
Zij bieden meer gelegenheid tot het ver
krijgen van kennis dan tot verdere ont
wikkeling van den geest er»zij kunnen
niet altijd beschikken over de beste
sprekers.
Het aanbrengen van kennis schijnt
mij niet het eigenlijke doel van de
volksuniversiteiten toe. En zeker niet
het aanbrengen van kennis van
specialen aard, die men om een practisch
doel wenscht te verwerven. Hoe nuttig
ook ongetwijfeld cursussen in moderne
talen, of in boekhouden en handelscor
respondentie mogen zijn voor volwas
senen, die in hunne jeugd deze vakken
niet hebben geleerd, het is niet de taak
van de volksuniversiteit om zulke leer
gangen te stichten. Misschien kan dit
eenmaal een deel van hare werkzaam
heid worden, wanneer zij zich heeft
ontwikkeld tot een centraal instituut
voor alle onderwijs aan volwassenen,
maar voorloopig moet zij den nadruk
leggen op het bevorderen van de ont
wikkeling.
Dit zal niet kunnen geschieden zonder
het tegelijkertijd aanbrengen van kennis,
maar om die kennis alleen moet Met
niet te doen zijn. Voorop sta: de be
vordering van het zelf denken, de scher
ping van het critisch vermogen, het
leeren onderscheiden van juiste en
onjuiste redeneering, het doen kennen
van de vereischten voor een weten
schappelijke conclusie en het waarschu
wen voor een voorbarig oordeel.
Wijlen Dr. D. Bos, die zich als lid
van het hoofdbestuur der Maatschappij
tot Nut van het Algemeen zoozeer
geïnteresseerd heeft voor de cursussen
in hooger onderwijs buiten de uni
versiteit," de voorloopers van de volks
universiteit, drong er altijd op aar, dat
men bij die cursussen niet alleen een
overzicht zeu geven van de kennis,
die omtrent een bepaald onderwerp
was verkregen, maar dat men vooral
ook met geschikte voorbeelden zou
aantoonen, hoe een wetenschappelijk
onderzoek wordt ingesteld. Ook voor
de volksuniversiteit lijkt mij dit aan
bevelenswaardig. Zij zal daardoor bij
hare toehoorders eigenschappen
kweeverwelkomdeenHollandsche vriendschap prees,
en dan waren er de eigen haastige hanepoten
van den Parijzenaar die een plan opmaakten
voor gezellig samenzijn gedurende de volgende
dagen.
Wij hadden elkander in zoolang niet gezien;
tien, twaalf jaren zijn over het laatste
bezoek aan Parijs heengegaan en wat 'n jaren !
eerst moesten wij dus ons hart uitspreken in
een intieme samenkomst, daarop zou het groo
tere diner plaats hebben ten huize van de
Daudets, in den kring van de Action
Franfaise. Maar het allereerst moest ik de werk
plaats en de medewerkers leeren kennen van
de courant die zich een bijzondere plaats onder
de voorsten had verovert! in de geestelijke
wereld van Parijs en van Frankrijk.
Zoo sprak de vriendenstem, en het was niet
de eenige die mij een hartelijke verzekering
bracht, maar dit woord van Léon Daudet moest
voor mij dubbele waarde hebben omdat het
kwam van een wiens dagelijksche arbeid lag
in de hitte van den strijd. Ja, zijn plicht was
een voorstrijder te zijn in zijn blad met den
mooien naam L' action franfaise geen ge
dachte zonder haar verwezenlijking in actie,
en in het Parlement, als afgevaardigde en
als hoofd der royalistische partij, terwijl zijn
gaven van letterkundige en criticus van het
leven in al zijn openbaringen de rest opvor
derden van zijn vrijen tijd.
En dan over de karig toegemeten uren te
beschikken voor den vriend, die het regel
matig werk komt storen en die niets anders
heeft aan te brengen dan zijn vriendschap !
Dat geven aan zijn tijd, daarenboven, recht
koninklijk te bekronen door de gift van zijn
intimiteit, buiten de min of meer zedelijke
verplichting van een meer of min statigen
maaltijd ! Het bewijst een tact van edelmoe
digheid zooals ze ons, te midden van het
wereldleven, alleen in Parijs, te gemoet komt.
Was het niet dat ik dadelijk den ouden Léon
terugvond als ik hem altoos had gezien ge
durende de dertig jaren onzer vriendschap
In huis bij zijn vader, Aiphonse Daudet, in
ken, die ook aan ons staatkundig en
maatschappelijk leven ten goede zul
len komen.
' Cursussen over litteraire en andere
onderwerpen uit het gebied der kunst
zullen niet alleen het verlangen naar
schoonheidsemotie moeten bevredigen,
maar ook de toehoorders moeten leeren
zelf te onderscheiden wat mooi, wat
leelijk is. Ook hier moet de
zelf-werkzaamheid worden gewekt.
Maar niet alleen op deze cursussen,
ook in leergangen over wetenschappe
lijke onderwerpen kan het gevoelsele
ment, dat gewoonlijk te veel verwaar
loosd wordt, tot zijn recht komen. In
wetenschappelijk onderzoek is schoon
heid niet buitengesloten. Een begaafd
docent zal aan zijne toehoorders iets
kunrfen doen medegevoelen van het
schoonheidselement, dat elke harmo
nische werkzaamheid van den geest
bevat, iets kunnen doen beseffen van de
geheimzinnige macht der verbeelding
ook bij de opperste werking van den
geest in wetenschappelijk onderzoek
en hun eenig deel kunnen geven aan de
liefde, waarmede dat onderzoek moet
worden verricht.
Een begaafd docent maar het zou
voor de bestuurders onzer volksuniver
siteiten een Tantalus-kwelling worden,
wanneer ik hier voortging met de op
somming van alles, wat hij bij zijne toe
hoorders zou kunnen bereiken. Want
zij weten maar al te goed, 'dat de be
gaafde docenten niet voor het grijpen
zijn, en allerminst dezulken, die het
heterogene publiek van een volks
universiteit weten te boeien.
Het zijn dan ook buitengewoon hooge
eischen, waaraan zij moeten voldoen.
Zij moeten in de eerste plaats het
onderwerp, waarover zij spreken, vol
komen meester zijn. Maar dit is niet
genoeg. Een professor in een of ander
vak van wetenschap is volstrekt niet
de aangewezen man, om een onder
werp uit die wetenschap voor de toe
hoorders van een volksuniversiteit te
behandelen. Hij zal die toehoorders
op de vlucht jagen, wanneer hij het
talent mist zich aan te passen aan het
gemiddelde van hun begrip en hunne
kennis; wanneer hij de kunst niet
verstaat door een heldere uiteenzetting
en een sluitend betoog hunne aandacht
gevangen te houden; wanneer hem de
macht ontbreekt, hen te ontrukken aan
hun omgeving en hun eigen overden
kingen en hen op te voeren tot de
sfeer van zelfvergetelheid.
Zulke docenten nu zijn er niet bij
honderden; maar er zijn er toch; en
men treft ze aan onder verschillende
rangen van de hiërarchie der weten
schap ; ook onder hen, wier dagelijksch
werk het niet is, onderwijs te geven.
Maar het bestuur van een volksuni
versiteit vindt hen niet altijd bereid,
als leiders van een cursus op te treden.
Alleen hierom reeds niet, omdat het
hun slechts een schamele belooning
Holland wanneer hij mij opzocht in een
joligen bui, of ia zijn verdriet na den dood van
den geliefden vader, of op zijn huwelijksreis,
en later in Parijs tijdens de spanning der op
komst van de Action Franchise: eerste
groote verwachtingen, eerste zekerheid van een
spoedigen omkeer in de gezindheid van het
volk ! En thans geen minuut nadat ik den
drempel van Parijs was overgegaan of ik
voelde mij thuis onder de vleugelen van zijn
vriendschap.
Trots alle veranderingen.
Hij had zijn koers te sturen gehad tegen
den stroom in.
De Republiek, eenmaal gevestigd en na een
vijftig jarig régime ztker geworden van haar
zaak wil niets weten van een aanstaand ko
ningschap uit hetoude Koningshuis van Frank
rijk. Daartegenover had hij de fouten van de
Republiekeinen aan te toonen en de inconse
quenties van een regeering door het toeval van
intriges aan het bewind gebracht.
Hij verdeelde de vijanden van een Frank
rijk zooals hij zich voorstelde dat het moest
zijn, in groote groepen: vrienden van een toe
nadering tot Duitschland, Joodsche bankiers,
vrijmetselaars, tegenstanders van de katho
lieke kerk, socialistische drijvers. Tegen hen
richtte hij zijn dagelijksche aanvallen. Hij, met
den ongemeenen rijkdom van schilderende
termen waaruit zijn schalksche scherpe geest
kon putten, werd de ongeëvenaard satirische
polemist van Frankrijk.
En hij schroomde nooit uit zijn hoek te
voorschijn te komen, wanneer zijn woord de
onderstreeping noodig had van een gebaar
of van een daad. Zijn M. Malvy est un traltre
heeft in een moment van crisis het lot van
Frankrijk helpen beslissen.
Hij spaart niemand in wien hij oen vijand
ziet, en hij wordt ook niet gespaard, vooral
hij spaart zichzelf niet. Want hij is op
een weg vol gevaren; daarvan is hij zich be
wust. Maar hij maakt er zich niet al te bekom
merd over, hoeveel hij ook van het leven houdt
en niet zijn artistenhart van het leven geniet.
daarvoor kan aanbieden.
Met de financieele middelen, waar
over de volksuniversiteiten beschikken,
is het nog treurig gesteld. En de om
standigheden zijn er niet naar, dat men
spoedig een verbetering daarvan mag
verwachten.
Zelf bedruipen kunnen de volks
universiteiten zich niet. Ook al heffen
zij van de toehoorders, die zich.eenige
geldelijke opoffering kunnen getroosten,
een behoorlijke vergoeding, zij kunnen
hare kosten niet dekken, wanneer zij
niet gesteund worden door jaarlijksche
bijdragen van particulieren en door
subsidies van Rijk of gemeente.
Er zou misschien een middel zijn, de
volksuniversiteiten op betere finan
cieele basis te vestigen, zonder al da
delijk weer een beroep te doen op de
goedgeefschheid van begunstigers of
op de openbare kassen.
In verschillende groote steden bestaan
vereenigingen, die een soortgelijk doel
nastreven als de volksuniversiteiten en
lezingen laten houden over onderwerpen
op het gebied van wetenschap of kunst,
voor een publiek, dat in samenstelling
ongeveer overeenkomt met dat van
vele cursussen eener volksuniversiteit.
Indien het mogelijk ware, deze ver
eenigingen te doen opgaan in het
jongere, maar beter georganiseerde en
een grooter veld van werkzaamheid
bestrijkende instituut der volksuniver
siteit, en hare geldmiddelen en hare
leden daaraan over te dragen, zou
reeds vee! gewonnen zijn.
Maar tegen concentratie van gelijk
soortige vereenigingen -?men denke
slechts aan die, welke de armenzorg
of andere philanthropie betrachten
rijzen in ons land nog altijd bergen
van bezwaren. Een genootschap, dat
eenmaal bestaat, en vooral een, dat
reeds jarenlang bestaat, komt niet
spoedig tot de erkentenis, dat het beter
doet zijne taak aan een ander over te
dragen. Het is dan ook te vreezen,
dat de volksuniversiteiten door het
middel, dat ik aangaf, voorloopig niet
gebaat zullen worden.
En toch moeten zij over een ruimer
beurs kunnen beschikken. Zij hebben
alleen reden van bestaan, indien zij
goed werk verrichten; zij zullen voor
de ontwikkeling van ons volk alleen
nuttig werkzaam kunnen zijn, indien
zij hare taak aan de beste docenten
toevertrouwen; die docenten zullen zij
alleen tot hare beschikking krijgen,
indien zij hun een hooger honorarium
kunnen aanbieden dan thans het geval
is. De besturen der volksuniversiteiten
mogen niet mede doen aan de
depreciatie van geestelijken arbeid.
Zoo worde dan ook hier voor de
volksuniversiteiten een beroep gedaan
op den financieelen steun, in de eerste
plaats van alle gegoede particulieren,
die deze instellingen waardeeren als
een krachtig middel tot verhooging
van het geestelijk peil van ons volk.
Zorgen zijn er vele, hij weet het, maar een
goed boogschutter verheugt zich wanneer
zijn pijlen het doel raken.
Nu zou er nog een andere bladzijde van zijn
geest zijn op te slaan, maar is het niet beter,
zonder al te lange inleiding menschen en
dingen zichzelf te doen presenteeren?
Rne de Rome is het kwartier van den staf
der Action Franc.aise.
In een drukken zakenwijk gelegen, kondigt
het huis zich niet aan als den burcht van het
royalisme. Men had ten minste een wapen
bord verwacht met de leliën van het oude
Frankrijk, maar neen het Fransche werk"
schuilt vooreerst nog in een gebouw van kan
toren en bureaux en is een bureau onder de
andere. Het is een huiselijke ontvangst, en
een nuchtere ontvangkamer waar ik word
binnengelaten.
Léon Daudet komt me tegemoet met
uitgestrekte landen.
Er is zeker groote verandering, aan beide
kanten, van de personen, Léon de nerveuze
compacte, elastische, is machtig en gedrongen
massief geworden van gestalte. Het is de
werkman van een idee, die den harden,
meedogenloozen arbeid kan torsen. Het gezicht
tintelend van geestig bruisend leven, eens,
werd een breed masker van krachtige trekken,
en de oogen met hun fluweelen gloed van
lokkende "passie?.Maar zeker, de oogen, al
is hun gloed wat gedoofd, hebben den guiti
ge n blik van vroeger bewaard; de vroolijke
jongensaard trilt telkens door het steile mas
ker heen; de bewegingen zijn levendig ge
bleven, en de stem, nu commandeerend, dan
onweerstaanbaar, overgaand in den komi
sche n trant, heeft nog de intonatie van den
tijd toen wij, samen met Marcel Schwob aan
het Schevenïngsche strand onder leiding van
onzen Parijzenaar, allerlei dwaasheden be
dachten.
Het was de oude Léon.
Hij werd weggeroepen en had alleen even
den tijd om mij voor te stellen aan een
beMaar tevens op het behoud, beter
nog: op de vermeerdering der subsidie
van Rijk en gemeenten, die op alle
andere uitgaven eerder mogen bezui
nigen dan op die, welke de volks
ontwikkeling bevorderen.
KERNKAMP.
VALSCHE DEMOCRATIE
Dat de democratie uit vele lichtpunten
straalt maar ook zware slagschaduwen werpt,
is in het geheel geen nieuws. Geen volk heeft
ernstiger en met meer toewijding aan het
probleem der democratie gearbeid dan het
oude Athene. De politieke strijd om de macht,
waartoe allengs hetgeheele volk geroepen werd,
is de kern van de geschiedenis van Athene.
Hier schrijdt de ontwikkeling der democratie
consequent voort tot het einde toe,
het^bittere einde. Van Solon over Clisthenes en
Themistocles naar Pericles loopt de stijgende
lijn der Attische democratie. Dan is het
oogenblik gekomen, dat het volk volkomen
souverein is; de hoogste besturende, wetgevende,
rechterlijke macht wordt dan uitgeoefend
door de volksvergadering; naast, laat staan
boven haar kan geen regeeringscollege of
geen ambtenaar meer bestaan. Maar dan is
ookhetoogenblik der decadentie aangebroken.
Onbeperkte macht draagt ten slotte niemand
straffeloos, ook niet het souvereine volk;
dat wist men ook reeds in de oudheid. Steeds
heeft Athene gediend als het waarschuwend
voorbeeld van de gevaren der democratie:
en als men dan op Pericles wees als den meest
verheven vertegenwoordiger der democra
tische gedachte en van den hoogsten
cultuuropbloei van Athene, dan lag ook het andere
voorbeeld voor de hand. Als gij de democra
tie in haar volle ontwikkeling wilt zien, let
dan niet op Pericles, het genie, dat met geen
maat is te meten en dus geen maatstaf is,
maar zie naar Cleon, den gefortuneerden par
venu, den demagoog van de ordinairste soort,
den volksvleier met gladde tong en handige
manieren. Cleon, zooals Aristophanes hem
reeds schetste, dat was het einde der
Atheensche democratie.
Is het toeval, dat zulke herinneringen in
dezen tijd boven komen? Wij leven in een
democratischen staat, waar de volkswil of
wat daarvoor wordt gehouden de hoogste wet
is, in een democratische maatschappij, die
hoe langer hoe meer naar nivelleering streeft
en die ook veelszins bereikt. En sneller dan
men eigenlijk zou hebben verwacht,
vertoonen zich reeds de gebreken der democratie.
Men waagt het er is eenigen durf voor
noodig reeds te spreken van een politieke
decadentie in ons openbaar leven, zooals men
vroeger nooit had gezien. De verkiezing van
Had-je-me-maar, in haar gevolgen van geen
beteekenis, heeft toch heel wat menschen
hevig doen ontstellen. Overtuigde democraten
begonnen zich af te vragen, of hun ideaal wel
tegen de harde werkelijkheid bestand was.
Zelfbestuur is stellig het hoogste ideaal van
politieke ontwikkeling; algemeen kiesrecht
van mannen en vrouwen is wel de vervulling
van een lange jaren met liefde gekoesterde
gedachte. Maar het gaat daarmede als met
zoovele politieke hervormingen; het is ten
slotte niet de vraag, of het moet,maar of het
kan.
De vrees, dat het toch eigenlijk niet gaat, of
liever, dat het met de democratie niet zoo gaat
als het moet, besluipt tegenwoordig vele ge
moederen, die zich van aristocratische smetten.
vrij weten. Op zich zelf waarlijk niet te ver
wonderen. Een democratische regeeringsvorm
ejscht niet alleen van de regeerders, maar ook
van de geregeerden een mate van zelftucht,
van zelfbeheersching als lang niet het deel
jaarde dame met scherpe trekken, in zedig
zwart gekleed, die daar op haar stoel gezeten
de wacht scheen te houden over de menschen
van de Action. Het was de marquise de
MacMahon, een van de eerste en meest vermogende
namen van Frankrijk.
Ik gevoel mij zoowat de moeder van de
Action Franchise," zeide zij mij, toen wij
alleen bleven. Van haar eerste begin af heb
ik haar gekend, en was zoo verheugd een groep
broederlijk samenwerkende jonge menschen te
vinden, met een groot doel voor oogen, be
langeloos, opofferend, geheel zich zelf gevend.
Zoo zijn zij gebleven; zoo mogelijk eiken dag
zou ik getuige willen zijn van hun inspanning.
Charles Maurras is door zijn doctrine hun ge
weldige steun, maar Léon houdt er den animo
in. Hij is het leven van den kring."
Een andere dame kwam binnen, jong, ele
gant, bekoorlijk.
Met een ondeugend lachje op het gezicht
stapte ze op me toe, stak haar hand uit:
Herkent ge me niet?"
Ik herinner me niet wat ik heb gezegd, wel
wat ik had willen zeggen: ,,Ge bent zoo mooi
en zoo jong geworden dat ik u bijna niet durf
herkennen." Ik heb haar ,,de weergalooze"
genoemd, en zij is het in heel veel opzichten,
,.1'incomparable," de vrouw, de zuster, de
voorgangster, het moedertje van Léon, Marthe
Daudet, Pampilla" als medewerkster aan
de Action.
Daar stormden de leden aan der redactie '
van het blad, eer zij, na afloop van het werk,
gingen dineercn. Charles Maurras vertoonde
zich, en Jacques Bainville en Henri Massis
en meerderen. Het was een kennis maken en
vragen door elkander. Juist kwam er een be
richt binnen waarop men niet had gerekend.
,,Hoe moeten wij het noemen? une grave
nouvelle"'? vroeg men.
Mettez donc: une nouvelle ahurissante,"
lachte Léon, men moet de menschen ont
stellen om hen leidzaam te maken. Maar
komt voor ons diner !'' en hij bracht zijn vrouw
en mij in de wachtende auto.
W. G. C. BYVANCK