Historisch Archief 1877-1940
15 Oct. '21. No. 2312
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
HET AMERIKAANSCH PROTECTIONISME
Teekening voor dt Amsterdammer" van Joh. Braaken<k
?«V"
FONGERS-RijwielBn
Etrste klas Fabrikaat.
Lanqa Gebruiksduur
Weinig kosten voor onderhoud.
Daarom zeer
Economisch,
DiCroninDirlijwiilin!ibriikl,FOIItEIS
Militarisme
De Hollandsche t ui nier s te r: Hou je aardigheden maar bij je en koop liever van me."
De Nederlandsch e bond van
belastingbetalers
De bond van belastingbetalers
maakt zich voor de stembus gereed,
ze zal aan het openbaar leven
een fonkelnieuw Kamerlid geven
(wij weten nog niet hoe hij heet).
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiniiiiiiiiiiinii
Concertgebouw.
Met Bruckner's Achtste Symphonie heeft,
juist een jaar geleden, Hermann Abendroth
?ons doen kennismaken. Er was toen alle reden,
hem te prijzen voor de manier, waarop hij het
veeleischende werk uitbracht.
Nu heeft Mengelberg het werk van den
plaatsvervanger nog eens overgedaan, of
liever: hij heeft het stuk geheel nieuw ge
studeerd, met dit gevolg allereerst, dat hij
zelf en de meeste leden van het orkest men
kreeg dien indruk hél sterk'. veel voor
?deze symphonie zijn gaan voelen.
Voor Bruckner moet worden gevochten, en
het is een genot, voor hem te vechten ! Stel
u voor, dat gij deel uitmaakt van het orkest,
?dat gij toegerust zijt met de niet geringe be
kwaamheden, die gevorderd worden voor een
zuiver-technisch voldoen aan de eisenen, die
hier aan de samenwerkende instrumentalisten
worden gesteld. Het studeeren wordt vrijwel
terstond een doordringen in de muzikale groot
heid en den geest van het groote aantal
composities-op-zichzelf, waaruit Bruckner zijne
symphonie heeft opgebouwd. Mengelberg
gaat onvermoeid vór, met zijn speurzin, zijn
gemakkelijk begrijpen, zijn liefde voor al wat
problemen stelt, zijn zucht om over alle
zwarigheid te zegevieren. Is 't wonder, dat
gij vol artistieke overtuiging mét hem den
strijd aanbindt tegen al wat in het machtige
werk de klaarheid der reproductie bedreigt,
en ten slotte, mét hem triomfeerend, de in
spanning niet telt, die ge u hebt moeten ge
troosten, en met heel uw hart u verknocht
voelt aan den meester, die al deze rijke, al
deze stralende schoonheid heeft geschapen?
Het is echter niet zoo; gij zit in de zaal,
gij hebt enkele woorden van toelichting ge
lezen, die een vorige uitvoering in uwe her
innering heipen herleven, en ge zet u tot
luisteren. Hebt ge geen partituur, of kunt ge
met een partituur niet overweg, dan is 't al
?een hél zware taak, die u wacht. Dan krijgen
uw ooren en uwe intelligentie vrijwel zeker
belangrijk meer te doen, dan ze aan-kunnen.
Immers, gij kunt u een tijdlang vermeien in
.allerlei klankenpraal wat zijn onder 'meer
?de Wagner-tuba's voortreffelijk te pas ge
bracht ! , maar op den duur krijgt ge toch
ook de behoefte aan verband-leggen, aan het
doorzien van den samenhang van détails,
hoe bekorend deze op zichzelf ook mogen
zijn. Welnu, als gij een geroutineerd hoorder
zijt, brengt gij het een heel eind, doch ten
?slotte zult gij het moeten opgeven.
Het is alles zoo ontzettend lang !
Om te beginnen: het Adagio", dat zeker
niet nalaat tv; imponeeren, dat geruitnen tijd
boeit, maar eindelijk toch lijkt zich te gaan
verliezen in velerlei gerektheid. Ik zeg het
voorzichtig: het lijkt zich in gerektheid te
gaan verliezen; het is best mogelijk, dat bij
telkens weer opnieuw aanhooren de indruk
een andere wordt; maar hoeveel reprises
zouJen daar wel voor noodig zijn? Nog eens:
dirigent en orkest, en vooral: deze dirigent
Wij hadden al specialisten
voor leger en amusement,
wie zou hun dus kunnen beletten
om daarbij de aanslagbiljetten
te voegen in ons parlement ?
* * *
Een bond van belastingbetalers..
Dat opent een mogelijkheid..!
Bevat die niet evenveel leden
als inwoners Nederland heden
met loodzware lasten kastijdt ?
* *
*
Dit is een partij die ons allen
in Nederland representeert!
Verkiezingen worden nnoodig,
Partijstrijd voorgoed overbodig
de zuinigheidsbond decreteert!
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIII
en dit orkest hebben door hun uitgebreid
studeeren een normen voorsprong op den
hoorder, en die voorsprong wordt niet inge
haald, wordt zeker niet ingehaald, waar bij
de voorbereiding van elke nieuwe auditie
door de uitvoerenden weer nieuwe winst zal
worden verkregen aan verdieping van inzicht.
Het is duidelijk: wij raken hier een vrijwel
onoplosbaar probleem in het concertwezen aan.
Wat mijzelf aangaat, ik mag verklaren, dat
het grootsch-opgezette eerste deel en ook het
karakteristieke Scherzo met zijn aanminnig
Trio mij aan n stuk hebben bezig-gehouden
en doen genieten. Bij het Adagio kwam ten
slotte de verslapping van aandacht, hoezeer
ik mij er ook manmoedig tegen verzette; en
de Finale, ofschoon de reeds in de partituur
aangegeven coupures daarin nog wat radicaler
werden genomen, schonk mij het spijt mij,
dat ik het zeggen moet, want hoe dapper werd
ook hier weer door Mengelberg en de zijnen
voor Bruckner gevochten ! slechts een
intermitteerend genot....
Het laatste Zondagmiddag-concert was er
een, waarvan de totaal-indruk, wel verre van
door het optreden van een solist te worden
geschaad, er juist een heerlijk relief door kreeg.
Carl Friedberg speelde het piano-concert
van Schumann met een meesterschap, dat
aller muzikale belangstelling tot ongekende
hoogten opvoerde. Zoodat zij ophield, be
langstelling" te zijn en overging in het
verhevenste genieten, dat het aardsch bestaan
ons biedt.
En wat al prozaïsche invloeden kunnen bij
het worden van een dergelijk brokstuk hoogere
poëzie des levens in het spel zijn !
Een componist schrijft eene Phantasie
voor piano en orkest", kan het stuk niet uit
gegeven krijgen, hoewel niet het geringste
honorarium bedongen wordt, ziet zich hier
door genoodzaakt, aan de Phantasie" twee
stukken toe te voegen, en, nu ja, dit concert"
willen Breitkopf & Ha'rtel wél hebben.
Een pianist zal bij ons in het Concertgebouw
het piano-concert van Schumann komen spe
len, maar er ontstaan pas-moeilijkheden,
zoodat hijeerst opden Zondagochtend, enkele
uren vór zijn optreden, verschijnt. Hij moet
het dus wel spelen zonder repetitie.
Maar welk een componist dan ook, welk een
pianist, welk een dirigent, welk een orkest!
De verdrietelijkheden der mcnschenwereld
kunnen oorzaak zijn, dat groote figuren in deze
wereld, kunstenaars in de allereerste plaats,
komen tot daden, waarin niets van de door
de tegenwerking der omstandigheden afge
dwongen inspanning spreekt, maar alleen het
frisch-geniale.
Zulk een geval, waarlijk, deed zich hier voor.
Het was het innigste samengaan, dat men zich
kan denken. Het was alles pakkend en
betooverend, maar wonderschoon bovenal vond
ik de rhythmische ingehoudenheid van het
bevallige Intermezzo". Van dit gevoel was
men we! zér vervuld: Friedberg en Mengel
berg beiden zijn virtuozen, en hebben aan den
anderen kant weer van virtuozen letterlijk niets.
Het was een goede dag voor Schumann !
Vooraf had men met belangstelling, doch
zonder veel waardeering blijkbaar,
Humperdinck's Voorspel Hanscl und Oretel"
aangehoord, op het program gebracht naar
aanleiding van den dood van den componist
op 29 September j.l. Weer eens een merk
waardig staaltje van de onberekenbaarheid
van het publiek, 't Krijgt knappe,
nattiurlijkstroomende, zóuit het muzikantenhart
pDie is parlement n regeering
en streeft naar 't verleidelijk doel
van minimum-aanslagbiljetten,
gén dure socialige wetten,
want o, die verslinden zoo'n boel!
* *
*
Geen vloot of bijzondere scholen,
geen leger, geen woningcrediet,
de ambtenaars, hoepsa! de deur uit
en 't heele pensioenwets-gezeur uit..
subsidies die geven wij niet.
IIIIIIIIIIIIMttlllllllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
SMIT&Co., Tailleurs
P.C.HOOFTSTRAAT66,EnoelsclieStofien
iiiitiiiiiiiiiiiiiin
gewelde muziek te hooren, waar het bij kan !
en het accepteert ze vrij koeltjes, terwijl
het zoo nu en dan na afloop van de uitvoering
van een stuk, waar het zeker niet bij kan en
waarvan de knapheid eenigermate dubieus is,
geweldig enthousiast doet.
Het slot vormde een magistrale vertolking
van Beethoven's Vijfde, die mij en ging
het niet velen zoo? op den Donderdag
avond, na Bruckner, nog meer had getroffen
«n nóg inniger goed-gedaan.
H. J. DEN HERTOG
llllMlllllllllllllllllllllllllllllll
Illllllllllllllll
JAN PIETERSZ. SWEELINCK
Bij de herdenking van zijn over
lijden : 16 October 1621
Sweelmck is n der groote figuren geweest,
waarop ons land roem draagt. In 1580 als
jonge man van zestien of zeventien jaar aange
steld tot organist der gereformeerde Oude
kerk te Amsterdam, heeft hij meer dan veertig
jaar, tot zijn overlijden toe, door zijn
orgelspel den Amsterdammers muzicale verheffing
gegeven. Evenals zoo vele andere organisten
in onze hollandsche steden, die roomsen
waren, beleed ook hij met een aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid het oude geloof;
evenals zij kon hij daarom het orgel niet be
spelen gedurende de gereformeerde godsdienst
oefening ; ook zijn taak als organist lag in het
geven van orgelbespelingen, waardoor de vol
doening aan de hoogere muzicale behoeften der
stedelijke burgerij voor een overgroot deel
hem toevertrouwd was. Hij heeft daarmede
roem ingeoogst zijner tijdgenooten. De
doopsgezinde Vondel noemde hem, den
organist, een phoenix der musycke"; de
felle anti-papist en mede-vertaler der toe
komstige staten-vertaling van den Bijbel
(1637) Baudartius achtte hem den afder
cloecksten ende constichsten organist deser
eeuwe"; zijn leerling, de rooms£he
rechtsgeO, bond van belastingbetalers,
ik ben uw nartstocfftelijkst lid!
Gij wilt politiekloos regeeren,
de kas van den Staat contröleeren,
u niet politiek corrumpeeren, ..
wie zou er nog durven beweren ?
Dat gij u zoudt kunnen blameeren
wanneer ge tot practisch regeeren
op 't stoeltje van Beerenbroeck zit?
MELIS STOKE
Rijm-Kronyck
De nieuwe Inter-nuntius
die heeft het al verbruid
de liberale pers die roept:
daar komt de aap al uit
de mouw
hij zou
hier zijn als diplomaat.
En zie, ineens ontpopt hij zich
als katholiek prelaat.."
O «untius, o nuntius,
o stoute Inter-nuntius
net of dat zó-maar gaat..
Van Nispen die werd uitgestuurd
omdat het Vaticaan
als brandpunt van diplomatie
beschouwd zou zijn voortaan.
Wat zond
terstond
de Paus naar Nederland?
Geen man metmenschen macht bekleed,
maar.... Jezus' afgezant.
O nuntius, o nuntius
o, stoute Inter-nuntius
men is hier protestant..
* ?
*
Toen is de Inter-nuntius
de eerste plaats gaan vragen
in 't corps diplomatique van
het vorstelijk 's Gravenhage.
Die heer
wil eer
maar is geen diplomaat.
Want anders zou hij weten dat
zoo iets bij ons niet gaat.
O nuntius, o nuntius
o stoute Inter-nuntius
wat hebt ge u verpraat!
MELIS STOKE
iiiiiiiiiiiilimiiiiiiiiiiiiiiimliiiiiiiiiiiiiilitiiiiiiiiiililiMiiiiiiiiiiilHHiiiimii
leerde Plemp was van meening dat hij als
organist zijn weerga niet had (?nee illo
organica quisquam major in arte fuit"); de medicus
Van Wassenaar, een geestverwant van Baudar
tius, liet zich in gelijken zin uit; vaneen ove
rigens niet bekenden Voocht verscheen een
onoogelijk gedrukt vers, vol van zijn lof. Al
moet men deze uitingen, gedaan door Amster
dammers bij of kort na zijn dood natuurlijk
met eenige voorzichtigheid gebruiken, zoo
bewijzen zij wel, al was het alleen reeds
quantitatief, dat hij bij zijn stadgenooten en zulks
in onderscheidene kringen in bijzondere
gunst stond. Zij bewijzen ook nog iets anders.
Sedert nu ruim een halve eeuw geleden wijlen
J. P. Heije met gfoote volharding en bezie
lend enthousiasme zich gezet had aan het
opsporen zijner over geheel Europa versprei
de composities, wat na diens overlijden in
1876 met kracht werd voortgezet door de
Vereeniging voor Noord-N ederlandsche Muziek
geschiedenis, in het bijzonder door haar be
treurd bestuurslid jhr. mr. J. C. M. van Riems
dijk, is aan Sweelinck voor goed zijn plaats
aangewezen in den ontwikkelingsgang der
muziek en is aan zijn werk opnieuw die inter
nationale waardeering te beurt gevallen, waar
op hij recht heeft.
Die waardeering schijnt mij toe eenigszins
een andere te zijn dan die, welke zijn tijdgenoo
ten hem geven en die ruim een halve eeuw na
zijn verscheiden nog \oortduurde. Wij kennen
Sweelinck als een rijk begaafd componist van
meerstemmige koren; zijn tijdgenooten zagen
in hem vooral den organist van buitengemeene
gaven. Gemakkelijk is dat verschil te verklaren.
Van den organist werd in de eerste plaats
geeischt bedrevenheid in de vrije improvisatie
die onmiddellijk vervluchtigt; van zijn in
strumentaal werk, dat is opgeteekend, is
betrekkelijk weinig overgebleven; dat weini
ge is natuurlijk geschreven in de
vonnenspraak van destijds, welke niet meer direct
tot ons modern gemoed kan spreken; de
constructie van onze tegenwoordige orgels is
weinig berekend het psychologische moment
van de toenmalige orgelmuziek tot haar recht
te brengen. Toch hadden, naar mij voorkomt,
de tijdgenooten gelijk.
Het zou te uitvoerig worden zulks te ar
gumenteeren. Als organist is het, dat hij zonder
twijfel invloed gehad heeft. Leerlingen en
volgelingen heeft hij stellig hier te lande
gehad, ik herinner b.v. aan Claude Bernhard
uit Deventer: ook uit het buitenland kwam
men naar Amsterdam om door hem gevormd
te worden, zoo zeer, dat hij in Hamburg be
kend stond als de organistenmaker." Door
zijn noord-duitsche discipelen is hij geworden
de stichter der noord-duitsche orgelschool
die, tot ontwikkeling gekomen, geleid heeft
tot de geniale orgelmuziek van (ohann
Sebastian Bach (1685?1750); door'zijn inzicht
in het wezen der muziek is het Sweelinck ge
weest, die een scheiding heeft gelegd tusschen
vocale en instrumentale muziek en aan ieder
hare r een eigen plaats heeft gegeven. Zoozeer
wordt dit door duitsche chauvinisten erkend,
dat er onder hen zijn, die hein eenvoudig tot
een Duitscher verklaren. Niets is minder waar.
Hij was en is gebleven een Hollander. Wel is
waar had hij als jongeling zijn opleiding ge
noten bij Zarlino te Venetië en zal hij daar
stellig wel hebben geleerd van Andrea Gabrieli,
den gevkrdcn organist der Sint Marcuskerk,
maar het was juist in dezen vertegenwoordiger
der venetiaansche muziekkunst, dat als het
ware culmineerde de kunstvaardigheid der
De derde commissie van den Volkenbond,
die de beperking van bewapening bestudeerd
heeft, geeft in overweging een ernstigen oproep
aan de wetenschappelijke wereld te doen
om haar er toe te brengen al hare uitvin
dingen op militair gebied te publiceeren.
Wij kunnen slechts een enkelen greep doen
uit de honderden en nogmaals honderden
antwoorden, die van geleerden over de
geheele wereld inkwamen.
Professor Huichen van Az Panama
University schrijft:
Mijn gepantenteerde Bully"
is een meleniet-kanon
dat Japan kan bombardeeren
opgesteld in .Washington.
Privaat Docent Bierstein uit Hannover seint:
Meine gesetzlich geschützte Germania
slingert zonder groot bezwaar
choFera en pest-bacillen.
Reichspatent: de adelaar.
Burggraaf Ki-Ki bericht uit Tvkio:
Ik heb een bajonet bedacht,
die, in een buik geplant,
en daar behendig rond gewroet,
een projectiel ontploffen doet
in 's vijands ingewand.
Docteur Chassin meldt uit Parijs:
Ik zend uit mijn laboratoire
der derde commission mijn groet..
Ik vind niets uit.... voor deze gloire
heeft Frankrijk al te zwaar gebloed.
Professor Petrucci uit Turijn:
Het nieuw electrisch krachtstation
dat ik heb uitgevonden
verlamt een generale staf
die oorlog zoekt, en maakt die af
in enkele seconden.
Professor Trotsky seint draadloos uit Moscou:
Of we al iets anders weten?
neen, we doen 't voorloopig op
de beproefde oude 'wijze,
met de kogel en de strop.
Prof. Clarke, Edinburg:
Hier wordt de oorlogservaring
vooral op de vloot toegepast
iedere super-dreadnought krijgt een
vliegterreintje op de mast.
Professor Bolland, Leiden, bericht:
Ik, oud- onderofficier,
deel u hierbij mede,
dat 't allergrofste wapen is
het mijne: zuivere Rede,
Dat dure oorlogsmateriaal
dat hoef je niet te koopen,
als ik mijn groote mond opzet
dan zul je ze zien loopen
' v.c.c.
MELIS STOKE
iiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii(in iMiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiitiiiiiii
Hotei Duin en Daal
Te midden eener schoone boschr. omgeving.
traditioneele [ncderlandsche muziekschool uit
de eerste tijden der Renaissance in haar groot
ste ontwikkeling.
Ook elders zocht en vond hij aansluiting
voor de ontwikkeling zijner kunst. De
engelsche virginalisten, dat zijn de bespelers
en componisten van stukjes voor het
virginaal, het toenmalige toetsen-instrument met
snaren in de dagen van Elizabethen Jacobus I,
anders gezegd, de engelsche klavierkunst
tijdens Shakespeare, was een zeer aparte en,
hoewel gelocaliseerd, tevens een zeer vooraan
staande kunstrichting, wier invloed Sweelinck
ondergaan heeft en die, met name in den per
soon van dr. John Buil, omgekeerd door hem
beïnvloed is. De aanraking met deze engel
sche kunst moet hij noodwendig in Amsterdam,
denkelijk eerst na 1600 verkregen hebben.
Zij heeft geleid tot klavier-composities, waar
van enkele tot ons gekomen zijn. Ik herinner
o.a. aan de variaties op het,in onze dagen weer
geliefd geworden Est ce Mars, het Wel
geluckig in Valerius' Gedenck-danck (1626), welke
ook nu nog gemakkelijk tot ons spreken op
een piano met dunnen spitsen toon, dien de
duitsche instrumenten met hun plomp, dik,
opdringerig klankgehalte niet hebben. Juist
in dat varieeren naar engelschen trant had
hij ongemeen behagen; Baudartius herinnerde
er aan, hoe hij eens in Sweelinck's gezelschap
was en deze eenvoudig van geen ophouden
wist, toen hij eenmaal begonnen was met het
varieeren van de melodie Den lustelicken
Mey isnu in zynen tijdt,?d'welckhy,schrijft hij,
soo ick goede memorye daer van hebbe, wel
op vijf-en-twintigley wijzen speelde, dan sus,
dan zoo."
Van de eischen, welke het orgel stelt, heeft
hij zich losgemaakt in zijn klavier-composities.
Ook hier ziet men, bij scherp onderzoek, vrij
duidelijk naar voren komen den rijk begaafden
componist, die zich immer op de hoogte
houdt van moderne stroomingen, die aanpast
aan eigen individualiteit en er dat aan toe
voegt, wat hij meent geoorloofd te zijn. Swee
linck heeft door zijn contrapuntiek en door
zijn vormgeving zoowel de orgel- als de kla
vier-compositie internationaal wezenlijk voor
uit gebracht.
In mindere mate is dat, dunkt me, het geval
geweest met zijn vocaal-werk; ik haast mij
echter er aan toe te voegen, dat ik in de ont
wikkeling der koor-compositie minder goed
te huis ben. Of en zoo ja in welke mate hij in
deze volgde den trant van anderen; of hij in
de methodiek van zijn koren anderen tot
voorbeeld is geweest; of hij van nieuwe ele
menten gebruik maakte, weet ik niet. Zijn
vocaal-werk is overwegend religieus, dikwijls
gecomponeerd op roomsche teksten, maar oók
op de gereformeerde geneefschepsalmberijming
van Marot en Beza, waarvan een aantal, nog
bij zijn leven, in Duitschland werden nagedrukt
met de duitsche psalmberijming van
Lobwarser, wat wel een bewijs is, dat aan zijn psalm
composities ook elders beteekenis werd toe
gekend. Inderdaad hadden zij dat, en het is
gebleken dat er onder zijn werk nummers
zijn, welke ook nu nog van hooge waarde zijn;
de programma's der zang-vereenigingen in
binnen- en buitenland bewijzen het. Aan
Sweelinck wordt opnieuw, en bedriegen de
teekenen niet, voor goed de waardeering ge
geven, waarop hij als een eerste-rangs artist
aanspraak heeft, zij het ook in anderen zin
dan bij zijn leven, toen de wereldlijke organist
en klavierspeler het won van den religieusen
koor-componist.
J. W. ENSCHED