De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 15 oktober pagina 4

15 oktober 1921 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Oct. '21. No. 2312 t T' r t,' De verschillende methoden van reserveberekening der levensverzekering-maatschappijen ~: door MR. J. KIST. . Het is mijne bedoeling in dit artikel in pqputairen vorm de prèmiereserve te bespreken en \tfel in het bijzonder de voorziening in de toe komstige onkosten, welke volgens verschillende methoden geschiedt, hetgeen dikwijls tot mis verstand aanleiding geeft. Een begrip van de premiereserve maakt men iCh m.i. het gemakkelijkst indien men zich duidelijk voorstelt, dat de maatschappij aan het einde van elk jaar met eiken verzekerde eene rekening van verplichtingen en vorde ringen opmaakt, d.w.z. dat zij voor lke ver zekering nagaat, welk bedrag thans noodig is om t.z.t. de verplichte uitkeering te kunnen doen, en daartegenover welke de tegenwoor dige waarde is van alle nog te vorderen premiën: Het bedrag, waarmede de verplichtingen ; C waaronder ook de door de maatschappij te ?'. dragen onkosten te begrijpen zijn) de vorde ringen overschrijden, moet zij als premie reserve in kas hebben. Het spreekt van zelf; dat bij déze berekening van eene verwachte sterfte, van een verwachte rente en van een verwacht onkosten bedrag moet worden uit: gegaan om zoo, indien de daarvoor aange nomen grondslagen (sterftetafel, rentevoet en onkostenbegrooting) aan den veiligen kant zijn gekozen.een als gemiddelde voldoende uitkomst te vinden, m.a.w. eene uitkomst, welke voor alle verzekeringen te zamen ge nomen aan de gezamenlijke verzekerden vol doende zekerheid biedt. .Men begrijpt nu dadelijk, dat de premie. reserve geen reserve is in den gewonen zin des woords, geen extra-zekerheid waartegen over geen verplichting staat, doch e'en fonds, dat voor de maatschappij noodig is om in de toekomst aan hare verplichtingen te kunnen voldoen. Ook blijkt thans reeds, dat niet voor elke verzekering de reserve even groot is. Voor een lijfrente, waarvoor de maatschappij de premie in eens bij afsluiten ontvangen heeft en thans dus nog alleen de verplichting tot uitkeering overblijft, moet uit den aard der zaak een groote reserve aanwezig zijn'; voor de verzekering van eene uitkeering, die spoe. dig vervalt en waarop nog slechts weinig premiën betaald moeten worden, is natuurlijk veel meer reserve noodig dan voor eene verzeke ring, welke eerst over langen tijd vervalt en waarop nog vele premiën verschuldigd zijn. ~De premiereserve moet dan ook niet worden beoordeeld naar hare grootte in verhouding tot het verzekerd bedrag der maatschappij, maar naar de grondslagen, volgens welke zij berekend is. In de eerste plaats ga men na-of de sterfte tafel en de rentevoet voorzichtig zijn gekozen, hetgeen aan de hand der opgaven van de feitelijke en de verwachte sterfte en van de gemaakte en de verwachte rente niet moeilijk is. Heeft men zich hiervan vergewist, dan komt de derde factor voor de reservebere kening, de voorziening der onkosten, aan de beurt, voor de'waardeering waarvan ver schillende systemen in gebruik zijn, n.l. de gewijz igde brutopremiemethode, de netto premiemethode en de gewijzigde nettopremiemethode of Zillmer-rriethpde. Den voorstanders der gewijzigde bruto premiemethode komt het rationeel of liever van zelf sprekend voor, dat de verzekeraar bij de vaststelling van de contante waarde der door hem nog te ontvangen premiën rekening houdt met de premie, die in werkelijkheid be taald wordt, en dat voor de kosten, welke voor het beheer der afgesloten verzekeringen te wachten zijn, boven de aldus gevonden uitkomst wordt gereserveerd. Zókan de verzekeraar er zich voortdurend rekenschap van geven, welk bedrag jaarlijks voor deze kosten bescfiikbaar is en (evenals bij de sterftekans en rentevoet geschiedt) geregeld de verwachting aan de werkelijkheid toetsen. Levert de veiligheidsmarge, die de drie grondslagen der reserveberekening (sterfte, rente en kostenverwachting) bevatten winst op dan is de verzekeraar in staat extra reserves te vormen, waarop vefliezen, welke uit geldbelegging, abnormale sterfte of andere oorzaken voortspruiten, kunnen worden ge dekt. De voorstanders der nettopremiemethode redeneeren als volgt. Bij de berekening der premietarieven wordt de nettopremie (vol gens de voor sterftekans en rentevoet gekozen grondslagen vastgesteld, doch waarbij met de onkosten nog geen rekening is gehouden) met twee opslagen verhoogd nl. 1. een opslag voor de uitgaven, welke in verband met het afsluiten der verzekering worden gemaakt, 2. een opslag ter bestrijding der doorloopende uitgaven, n.l. der kosten voor het incasseeren der premiën, voor het bijhouden der boeken, de reserveberekening, het uitschrijven der kwitanties, de correspondentie met verzekerden enz. Voor dekking der onkosten nu wordt volgens de nettopremiemethode niet afzon derlijk gereserveerd, doch de reservebere kening wordt gemaakt alsof de verzekerde slechts tot betaling der nettopremie verplicht was, hetgeen er op neer komt, dat niet alleen de opslag voor onkosten in volgende jaren voor het doel, waarvoor deze opslag bestemd is, beschikbaar blijft, doch ook de opslag voor onkosten, welke uitsluitend op het (reeds ver streken) eerste jaar betrekking hebben, als een volkomen vrije bate ter beschikking van den verzekeraar komt. Tot het vormen en regelmatig versterken van extra-reserves zal eene maatschappij, die de hettomethode volgt, echter niet licht in de gelegenheid Zijn.daar eene groote productie, tenzij andere winstbronnen eene compensatie verschaffen, ook indien de kosten daarvoor beneden den opslag voor eerste onkosten blijven, een boek'verlies op levert. Zij, die de gewijzigde nettopremiemethode of Zillmer-methode toepassen, nemen eveneens de nettopremie als uitgangspunt voor de reser veberekening aan. Zij wijzen er evenwel op, dat in het eerste jaar belangrijke onkosten noodig zijn, die niet uit de eerste jaarspremie kunnen worden bestreden en berekenen de premiereserve alsof de verzekerden in volgende jaren iets meer dan de nettopremie betalen. Men spreekt van Zillmern" met een bepaald percentage, hetgeen wil zeggen, dat het bedrag, dat beschouwd wordt als aan eerste onkosten te zijn besteed, in een percentage van het ver zekerd bedrag wordt uitgedrukt. Zoor kort mogelijk samengevat, kan men dus zeggen: dat de gewijzigde brutomethode opgeeft, hoe veel voor toekomstige onkosten beschikbaar is; dat de nettopremiemethode zoowel den op slag voor eerste onkosten als dien voor door loopende onkosten in hun geheel voor volgende jaren beschikbaar houdt, en dat de. gewijzigde nettopremiemethode ver meldt, hoeveef van de beide opslagen niet , meer beschikbaar is. Daar het er nu voor het publiek, om te beoordeelen of eene maatschappij voldoende reserveert om in de toekomst aan hare ver plichtingen te voldoen, juist op aankomt te weten hoeveel voor toekomstige onkosten disponibel is, verschaft de gewijzigde bruto premiemethode wat overzichtelijkheid van de onkostendekking betreft ongetwijfeld de duide lijkste en meest afdoende gegevens. Ook indien men de verschillende methoden vergelijkt met het oog op hare toepasselijk heid op de geheele portefeuille eener levensverzekeringmaatschappij, zooals die in wer kelijkheid is samengesteld, springt in het oog hoezeer de gewijzigde brutopremiemethode zich aan de practijk aanpast, terwijl de theorie, waarop de nettopremiemethode steunt, slechts van toepassing is op de contracten, waarop de met de vereischte opslagen ver hoogde nettopremie wordt betaald. Ik wijs er in dit verband op dat: a, de portefeuille eener verzekering-maatschappij niet geheel bestaat uit verzekeringen, waarop premie betaald wordt, doch ook voor een deel Bit loopende lijfrenten e. a. contracten, waarop geen premie meer is verschuldigd. Voor dit deel, waarvoor bij sommige maatschappijen het grootste deel der premie-reserve noodig blijkt, is geen verborgen reserve aanwezig, doch worden de eerste onkosten bij toepassing der Hettomethode, evenals bij de gewijzigde bruto premiemethode het geval is, verhaald op de verze.keringen, waarvoor 'deze kosten gemaakt zijn; b. op de posten met premiebetaling niet altijd de gewone' tariefpremie betaald wordt, met name niet waar het herverzekeringen of van andere maatschap pijen overgenomen portefeuilles geldt, en evenmin op collectieve contracten, waar dikwijls eene belang rijke korting op de tariefpremie wordt toegestaan; c. op de verzekeringen met premiebetaling, volgens de tarieven der maatschappij gesloten, niet altijd een opslag ligt, welke op rationeele wijze met de te verwachten onkosten rekening houdt (de concur rentie speelt bij de vaststelling der tarieven menig maal een groote rol), en dat waar zulks bij de vaststelling der tarieven het geval was, de omstan digheden waaronder de maatschappij werkt niet altijd dezelfde zijn gebleven. Bij wijziging der grondslagen voor sterfte en renteverwachting bij de reserveberekening of bij wijziging der tarieven met behoud dier grondslagen wordt het verband tusschen de inderdaad betaalde premie en de nettopremie geheel verbroken. . Gaat men bij berekening der reserve van de nettopremie uit, dan is het, zooals uit het bovenstaande blijkt, voor het publiek (en dikwijls voor de leiders zelf) heel moeilijk de dekking der toekomstige onkosten nauwkeurig te beoordeelen. Het is mogelijk en in vele gevallen waarschijnlijk ??dat daarvoor zeer veel meer wordt gereserveerd dan ter bestrij ding dezer onkosten noodig is, daarentegen kan, bij verlaging van den rentevoet der reserve berekening of bij verlaging der tarieven, het overschot van de brutopremie boven de nettopremie (m.a.w. de beschikbare opslag) bedenkelijk laag worden of zelfs in een tekort veranderen. De voorstander der gewijzigde brutopremiemethoüe acht het voor de hand liggend, dat in alle bovenbedoelde gevallen voor toekom stige onkosten volgens eene veilige schatting wordt gereserveerd en publiceert steeds welk bedrag daarvoor beschikbaar is. Tot dusverre besprak ik slechts de vraag, hoeveel voor toekomstige onkosten beschik baar is. Even noodig is het echter die onkosten zelf nader te beschouwen. Gewoonlijk worden de doorloopende onkosten uitgedrukt in een percentage der te ontvangen premie, hetgeen velen geheel ten onrechte in de meening brengt, dat ze rechtstreeks van het bedrag der premie afhankelijk zijn. Inderdaad is dit slechts het geval met het incassoloon, dat aan de met het innen der premiën belaste personen wordt vergoed, terwijl de overige onkosten (zuivere administratiekosten) n.l. die voor de reserveberekening, de boekhouding, het uit schrijven van kwitantiën, de correspondentie, het materiaal enz. rechtstreeks met het aantal der te behandelen verzekeringen verband hou den. Immers het is duidelijk, dat het voor den verzekeraar niet meer kosten meebrengt de reserve voor een post van / 5000.?dan voor een post van ? 1000.?te berekenen, noch een kwitantie voor een bedrag van / 200.?dan H. BOOTZ - Amsterdam mag aan geen bittertafel ontbreken Begrafenis-Onderneming J. D. STRUIJS&Zn. prinsengracht 837 - Telephoon No. 906 POLLEN's OudeGenem Fijne Likeuren en Punch HI. P. POLLEN « ZOON - Rotterdam DEBONT&LEYTEN'* FUNE CHOCOLADE EN SUIKERWERKEN Gebr. BREEN Horlogemakers - Goudsmeden Westminster klokken vanaf f 55. Koperen Pendules ,, 40. Wekkers , 2.75 Koekoekklokken 15. Zilver Union Ancre horloge 20. Goud Union Ancre horloge 65. NiEÜWNDIil 172. - Iel. N. 9161 ROZENGRJkCHT 53. - Til. C. 345 HAARLEMHEBSTH. 51 - Tel. C, 346 * Dl QOOUEIt NOPLEVIKANCIKIIS , OudegraeMUBW 174 THEESERVIEZEN PRESENTEERBLADEN HOLLAMDSOH FABRIKAA1 ZUIVER WDLLEN-: ?-: HALFWGLLEN-: KATOENEN-TRICGT-: ^RAMEH-EN NET-! 'JQNOERGOEDEREN' DE AMSTERDAMMER W«ekblad vooi Nederland kost slechts f 6.50 per half ]aai iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiMtiiiiiiiniiniiiiiiHiiiuiiiiiuiiiMiiiiii G. I. DE KONING & Zn. ? Keizersgracht 447 (voorheen LEI DSC H ESTRAAT 69) - MARMEREN WASCHTAFELS wel voor / 40.?uit te schrijven en evenmin de boekhouding en correspondentie over groote in plaats van over. kleine verzeke ringen te voeren. Het is merkwaardig dat men algemeen inziet,' dat de administratie kosten voor volksverzekering .percentsgewijs veel hooger moeten worden aangeslagen dan voor levensverzekering, doch niet, dat ook binnen de grenzen van beide branches met het gemiddeld polisbedrag rekening behoort te worden gehouden. Inderdaad kan het voor komen dat eene maatschappij, die de nettomethode volgt doch een" klein gemiddeld polisbedrag heeft, in eene veel zwakkere posi tie ten opzichte der toekomstige onkosten staat dan een maatschappij die Zillmert" of de gewijzigde brutopremiemethode volgt, met een hoog gemiddeld polisbedrag. Bij wijze van resumézou ik dengene, die de netto premiemethode toepast, willen verge lijken met een koopman, die bij zijne admini stratie een onderdeel van zijn bedrijf (i.c. de onkostenvoorziening), waarvan hij overtuigd is dat het winst oplevert, buiten de boek houding laat. Deze koopman zal gewoonlijk terecht overtuigd zijn, dat zijne finantieele positie in werkelijkheid veel sterker is dan zijn balans aangeeft. Hoeveel sterker blijkt echter niet en de dadelijke beschikking over zijn latenten rijkdom kan hij eerst krijgen door tot een meer rationeele boekingsmethode over te gaan. De toepasser van de gewijzigde nettomethode gaat van hetzelfde principe uit, doch brengt , in verband met het verborgen tegoed dat naar zijne overtuiging in de onkos tenvoorziening schuilt, een bepaald bedrag op zijn balans over. Hij, die de gewijzigde brutopremiemethode volgt, neemt ,de onkostenvoorziening zelf standig in de balans op en is daardoor in de gelegenheid (evenals ten opzichte der ver wachte sterfte en rente) te beoordeelen of de te verwachten onkosten op rationeele wijze en met een behoorlijke veiligheidsmarge gedekt zijn. Hoe men echter ook over de boekings methode denke, men mag niet vergeten, dat een intrinsiek gunstige toestand met alle drie de genoemde systemen vereenigbaar is. Be zit een koopman de noodige vakkennis en is hij een goed zakenman, die zich eenerzijds niet la"at verleiden als concurrentiemaatregel zijn prijzen (de brutopremie) te laag te stellen en anderzijds geen aan de resultaten oneven redige uitgaven (acquisitiekoste.n) maakt om zijn verkoop (productie) te forceeren, terwijl hij bovendien de in goede jaren gemaakte winsten niet geheel aan de zaak onttrekt, doch voor een, liefst zoo groot mogelijk, deel reser veert of voor afschrijving benut, dan zal hij het vertrouwen van het publiek verdienen, welke methode van boekhouding ook door hem wordt toegepast. tiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiliiiiiiiiiJiiimitiiiiiiiiiiiiiMiiiiiimn mm iiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiil BINNEN 24 UUR, leveren wij U glazen voor afstand en nabijheid, uit n stuk geslepen, met xlchth»r0 en onzlohtttmre moheldlngmlljn voor SO-EASY of SO-EASY glasbrll. M. A. OROEM « Oo. Optlolons Kolxormgrmoht 00 - Noordolndo 00 AMSTERDAM DEM HAAQ GEORGE H. LAGAS AMSTERDAM - Telefoon 4611 Z. - Aodreas Bonnstraat 40 Electrische Luxe Bropdbakkerij Specialiteit in alle Broodsoorten LIPS 2 PETERS DORDRECHT FABRIEK VAN H/V AR DE N Extra Voedzaam Brood voor Suikerzieken. L. CAIMTVOORT. - DEVENTER. Wederom meel voor zelfbereiding van het brood en voor keukengebruik verkrflgbaar. YRAAGT MONSTERS EN PRIJSCOURANT. Oude & Hieuwe instrumenten ^I^|F Vakkundige garantie. S. BLAZER Mzn. Baëadigd Taxateur Ceintuurbaan 304. TiliLZ. I41T AMSTERDAM. 8 toonmassclierii Het Zuiden PIETER AERVSZSTRAAT 68-74 TELEFOON 2885 ZUID Is U W AD R ES voor het behan delen uwer wasch, zoowel droog toegeslagen als opgemaakt. Concurreerende prijzen en spoedige aflevering.?Vraagt prijsopgave. Aanbevelend MEIDIBft VAN ELVEN. Bouw- in Woningbureau, van Makelaar J. D. F. VAN DBB VEEN,Kantoor van vasti foederen, Nieuw Baarnstr.59 ATELIERS JOH.WEEN UTRECHT GESCILEN GEBR GLAS IN LOOD MEUBELEN t DECORATIE ENZ. FIJNE ZUREN EEN DELICATESSE! AUGURKJES UITJES PICCALILLI enz. N.V. De~~HÖuttuinen AMSTERDAM BEGRAFENISVEREENIGING TE AMSTERDAM N. SAX Jr. P, C. MFRIIUI38 -:- TELEFOON ZUIO 341 en 4250 . Eigen Automobiel tot vervoer van Overledenen ADR1AAM SCRAKEL HEILIOEV/EO 11-17 BADNANTELS IN- EN EXPORT WED. A. VAN LAAR Damrak 25, AMSTERDAM 'Telefoon N. 195 N. 7725. Poetglro 882O. HORS D'OEUVRE SCHOTELS, KREEFT, CAV1AR, OESTERS. DAGELIJKS AANVOER VERSCHE ZEE en R1VIERVISCH Restaurant Ie tage. Bestellingen aan huis zonder prijsverhooging Telefoon N. 3514 Si N GEL ZuO Raadhuisstraat KLEERMAKERS Abonnementen en de Nieuwste Stoffen Halter Sigaren zijn het meest gewild, om prijs en kwaliteit WINKEL* MICROSCOPEN _J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl