Historisch Archief 1877-1940
15 Oct. '21. - No. 2312
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
SCHILDERKUNST-KRONIEK
A. GOS, PROTECTOR TE ROTTERDAM.
De Zwit.ersche bergen van den Heer O o s
munten noch. uit door kleur, noch door
grootschheid. Ze vertoonen de geaardheid,
die ge, altijd met onwil, vindt in de
oleographieën; ze zijn burgerlijk, en niet van een
schilder. Ik meende, dat deze geaardheid
alleen nog eenige overblijfselen liet zien in
het verwerpelijk werk van Arps, maar deze
halve buitenlander is even slecht.
EbWARD CUCUEL, VAN MENS EN UNGER TE
ROTTERDAM. Deze Amerikaan, geboren in 1875
te San Francisco, is, nadat hij illustratief
werk maakte, plein-air gaan schilderen, zooals
dat heet. Zes schilderijen : 10, 22, 25, 12, 21
en 29 zijn beter dan de overige, en hebben
een kleur, die bewogenheid en beweging ver
toont. De andere zijn natuurlijk niet zonder
vlotheid; hij is een der internationale
vlotheden, maar ik vraag me af, nadat ik de
verzameling gezien heb : wat is het nut van
zoo'n tentoonstelling? Waarmee verrijkt ze
ons ; wat kunnen we ervan leeren, wat is er
beters, diepers, teederder of wonderlijkers
in, dat we in Holand niet kennen, en niet kun
nen? Wanneer we weten, dat Isaac Israëls
een van de levende, werkende, doende schil
ders is in ons land, en wanneer we ons
herinneren, dat in zuiverheid, in schakeering,
in raakheid, in teeder spel van het licht, ik
schreef haast in briezigheid van het licht,
hij dezen Cucuel in ieder opzicht verre over
treft, terwijl deze niets heeft, wat Isaac
Israëls niet bezit, dan blijkt deze tentoon
stelling dubbel onnoodig en nog eens
is ze, om andere redenen, overbodig in dezen
tijd.
D. NlJLAND, IN DEN ROTTERDAMSCHEN
KUNSTKRING.
Sommige eenzijdigheden zijn voor bepaalde
ik zou ook kunnen schrijven, voor op bepaalde
wijze beperkte talenten noodig, nuttig, heil
zaam. Het is iets, dat Pieter de Moor misschien
niet voldoende begrepen heeft en in praktijk
gebracht. Dirk Nijland is gelukkiger geweest;
hij heeft zich niet buiten wat hij kon willen
bewegen; hij heeft nooit subtieler gedaan
dan een boerschgctinte humor hem toeliet,
en hij heeft andere onmogelijkheden ver
meden. Het voordeel is niet uitgebleven.
Hij laat steeds voortgang zien en hij her
innert ons aan dat, waarvan hij is uitgegaan.
Het nieuwe schilderwerk, etc. is nu en dan on
zuiver (zie een werk als 35, Oranjefeest),
maar het is in ander opzicht trouwhartig te
genover details, zooals Vincent dat wezen kon
in de dingen uit Scheveningen. Deze naam
moet bij Dirk Nijland telkens genoemd worden
die van Vincent van Gogh. Natuurlijk is
Nijland niet zoo dramatisch, niet zoo groot,
niet zoo hartstochtelijk-onstuimig, niet zoo
ethisch al mocht hij dat allicht meenen.
Nijland is een naturalist van huis-uit, met
neiging naar karikatuur, omdat hij niet zonder
humor is, niet zonder een ietwat plomp
sarkasme soms. Hij is, en dat is nu en dan
een der eigenschappen van de eer beperkten,
hardnekkig vasthoudend. Hij heeft dat, van
eene zijde, in 't bloed en het heeft hem steeds
geholpen
Ge ziet dat in Rotterdam in blanke teeke
ningen (luchtig toch krachtig) in een portret
van Bremmer (hoe lijkt hij op een
boerekapelaan) in een boerebegrafenis, in een
dominé, in de processie etc.
J. NlEWEG, IN DEN ROTTERDAMSCHEN
KUNSTKRING.
De schilderijen en teekeningen van bloemen,
beesten, en landschappen van NIEWEG zijn
nog los en te ongewis. In de teekeningen voelt
ge Vin cents invloed; kleur is er, aardig, in
bloemen, in No. 21, een avond; werkelijk
naiej[& een sneeuw, die valt.
MEJ. EDMEE BROERS IN PICATURA, DENHAAG.
Mej. Broers is een leerlinge van Haverman
Ge ziet dat in het romantisch zijnde portret.
van Mevrouw v. B. B. Zij, de "schilderes, is
daarna moderner geworden van kleur, of zij
is, in 't algemeen, meer modern van kleur
tegenwoordig dan Haverman, haar leer
meester, dat ooit is. Deze onafhankelijkheid
heeft haar weinig baat gebracht ; aan ty
peering verloor ze; aan kleur" won ze niet.
Ge vindt op deze tentoonstelling een viertal
etsen, waarvan ik er zeker, met mijn zwak
voor zwart-en-wit, twee vrij gaarne zie.
MEJ. CORRY GALLAS, PICTURA IN DEN HAAG.
Tegelijk met Mej. Broers stelt in Pictura
Mej. Gallas ten toon. Het Interieur (No. 38)
is het beste werk van deze ijverige dame, die
in een kwaje tong van een hofjesjuffrouw haar
vermogen zulke dames te karakteriseeren, niet
onaangenaam ons laat zien; en in een zigeuner
jongen illustratief blijkt te kunnen zijn.
PLASSCHAERT
Huize J. ZOMEN B«
rHilioiirinililpuüil.Ziiil4l90in5;95
Restaurant & la carte
_unch,Afternoon-tea, Diners en Soupers
Dagelijks muziek door het Huls-orkest
DE BLOEDENDE WERELD
Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
iimiiiimiiiiimiiiiii
Over Kunst en Schoonheid, door FELIX
ORTT. Boekhandel en uitgevers-maat
schappij de Waelburgh", Blaricum.
Dit boekje, lijkt me, is geschreven om de
menschen te helpen. En wel door iemand,
die zich zelf geholpen heeft.
Felix prtt heeft gevoeld, dat er een zeer
onnatuurlijke kloof was tusschen hen die
kunst kunnen begrijpen, of althans meenen te
begrijpen, en hen die dit niet doen ; dat die
tweede categorie door de andere als het
profanum vulgus wordt aangezien, behept met
een onaandoenlijkheid, waarvoor geen kruid
gewassen is.
Zelf uit de pningewijden voortgekomen,
en na zijn inzicht te hebben ontwikkeld,
kwam hij er toe, tot de bron terug te gaan,
en eens te trachten een definitie te geven van
de begrippen Kunst" en Schoonheid".
Naar mijn gevoelen is hij in het eerste
beter geslaagd dan in het tweede ; en dat
misschien wel omdat de eigenlijke Schoonheid,
zijnde iets volmaakts, door den onvolmaakten
mensch slechts vermoed kan worden. Te
recht zegt hij dan ook dat ue kunst niet altijd
de schoonheid zoekt, zeker niet de ongerepte
schoonheid.
Was dit boekje geschreven om problemen
op te lossen, het zou zeker als oppervlakkig
en mislukt moeten worden beschouwd, maar
ik meen het motief zoowel als het doel ervan
te begrijpen, en geloof het juist voor zeer ge
slaagd te moeten houden. Het is geschikt om
moed te geven, om de menschen, hongerigen
naar de weldaden der kunst, zooals er zeer
velen onopgemerkt kwijnen, een hart onder
den riem te steken. Dit effect heeft het ge
schrift door den gezonden geest waarvan het
vervuld is, en door de vaste, vrome overtui
ging van den schrijver, dat men zichzelf,
door te willen en te zoeken, tot een goed
begrip en tot genot kan scholen.
Het gezonde van des schrijvers geest doet
hem, op zijneenvoudige wijze, treffende, wa.e
dingen zeggen over den inhoud en de strekking
van kunstwerken, en over den afstand die
bestaat tusschen het ,,meesterwerk" en de
talentvolle schets".
Ik meen zelfs, dat niet alleen de leeken
voor wie dit boekje bestemd is, maar ook
kunstkenners (zelfs critici!) sommige van deze
uitingen van het gezond verstand nog wel
mogen overdenken. Ook wat betreft het on
derwijs en de opvoeding geeft de schrijver
goede wenken.
Als geheel acht ik dit geschrift om al deze
redenen in zijn eenvoud van waarachtige
beteekenis, en van nut vooral voor hen, die
eigenlijk nog geheel niet weten, hoe zij zich
zelf aan zullen pakken. Het is bij het lezen
soms waarlijk, alsof de schrijver met zijn
moed en durf de barrière wegneemt, die het
volk zoo troosteloos schijnt af te sluiten van
het rijk der kunst.
Toch verbaast men zich hier en daal over
enkele fondamenteele misverstanden, waarvan
de auteur zich niet los heeft kunnen maken.
llltllMIIIIIIIIIIIIHIIIIIHIIIIIIIMIIIIII
Hoe kan hij zeggen, als een axioma, dat de
schoonheid van de Grieksche beelden en
tempels ons nader staat dan die van de
Egyptische en Assyrische ; is dit voor den
modernen mensch, voor het opkomend
geslacht vooral, dan waarlijk bewezen?
Ernstiger vind ik den misgreep van Ortt,
als hij in zijn hoofdstuk Natuur, Kunst en
Schoonheid" de tegenstelling maakt tusschen
twee soorten menschen : die onmiddellijk
van de schoonheid der natuur genieten, en
wien de natuur veel meer zegt dan haar ver
tolking ooor de kunst, en de anaeren, die de
kunst hooger stellen dan de natutn, en de
schoonheid eerst bewonderen, als de
menschenziel ze geschapen heeft. Ik meen dat deze
concurrentie tusschen natuur en kunst niet
werkelijk bestaat, dat nimmer de mensch
tusschen deze twee behoeft te kiezen, en dat
de vereering der schoonheid en de zucht
OiLITJ
ervan te getuigen op eigen wijze, integendeel
te zamen den kunstenaar maken. Niet omdat
hij zijp schilderij mooier vindt dan de natuur,
schildert de schilder! Dit deel van Ortt's
betoog verbaast rne, het is naiëf op minder
frissche wijze !
Maar alles in alles is dit geschrift toch wel
vooral frisch en opwekkend.
CORNELIS V E T. H
IIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllll Illlllllllllll l I
Het Kremlin aan de zijde van de Moskowa.
Keizerpaleis en Kroningskerk.
Een Moskouwsch ,,aapje'
LENIN'S PALEIS
Het kostte moeite om in het Kreml te
Moskou te worden toegelaten ! Vór den
oorlog wel te verstaan. Thans, nu een
heerscher zich binnen de sterke vestingwallen
verbergt nóg vreesachtiger dan vroeger de
Czar aller Russen, Vadertje, placht te wezen,
thans komt men er slechts binnen wanneer
men een doortastend journalist is met bru
taliteit en volharding.
Maar toen, in de dagen vór den oorlog!
Hoeveel sporten op de hiërarchische ladder
moest men bestijgen, met progressieve be
lasting voor elke sport, r men toegang
kreeg. Het begon bij een lakei met een halven
roebel (toen nog ± f 1.20), om te eindigen
bij 20 of 25 roebels als offer aan een
hoogwaardigheidsbekleeder (die zich niet liet zien)
vór deze den sleutel afstond, die den toegang
ontsloot.
Maar men kwam er binnen. En nmaal
binnen, ontving men waar voor voor zijn geld.
De Heilige Poort is een der vijf toegangen
tot die stad der paleizen, kloosters,
begra.afplaatsen, schatkamers, kerken, die men
Kreml(in) heet. Omgeven door blanke,
gekanteelde baksteenmuren, verheft zich de
Witte Stad op een hoogte, in driehoeksvorm,
midden in Moskou, met haar n zijde van
den driehoek langs de Moskwa, in een omtrek
van enkele kilometers. Het Kreml is de
burcht der oude hoofdstad, gelijk ook Kazan
en Nischny Novgorod e.a. steden haar Kreml,
haar Kernstad bezitten.
De Heilige Poort eischt eerbied van eiken
Christen, Heiden of Jood, die haar doorgaat:
eerbied voor het beeld der Moeder Gods.
Wij zagen een Moesjik smoordronken hangen
in zijn wagentje en waren zeer benieuwd wat
hij zou doen. Maar zóbeneveld was hij niet ot
hij dacht er aan zijn hoofddeksel af te nemen
en een kruisteeken te maken. Geen vreem
deling, hoe ongelooyig ook, zal het wagen
een eerbiedsbetuiging na te laten, en deed
hij het, dan zou een uitroep : Batiuschka,
schlapa!" (Vadertje, je hoed!) hem wel
vermanen. if
Onze eerste gang binnen den burcht was
naar het groote Czarenpaleis met zijn feest
zalen van St. George (60 x 20 x 19M), van
St. Andreas en St. Catharina, waar de gouden
gebeeldhouwde tronen thans ledig staan. Lenin
noch Trotsky zal zich onder de baldakijnen
neerzetten.
Bij deze feestruimten sluiten de oude ge
welfde zalen zich aan, die nog uit den tijd der
Iwans dateeren uit de 15e eeuw: laag, kas,
matachtig.met drukkende zoldermg.op bonte,
oudRussische wijze beschilderd. Zij doen sterk
denken aan het oude huis der Romanovs, met
zijn lage deur, minder dan manshoogte,
bestemd om ieder die den eerste der Roma
novs wilde naderen, te dwingen dit in ge
bogen houding te doen.
In deze zalen werden het zout en brood, de
eenvoudige offergave, den vorst bij zijn kro
ning aangeboden.
Doch wat is er geworden uit die eenvoudige
gave? De tentoonstelling van honderden, neen
duizenden zoutvaten in gedreven goud en
zilver, van een even groot aantal
broodschalen, verkondigt u de ontaarding.
Langs drie wanden torsen buffetten en
tafels de weelderigste versiering die zich laat
denken : geen simpele huldebetooning meer.
Die schatten zullen thans wet gestolen en
versmolten zijn. Brood en zout, zijn ze in
Rusland nog voorhanden om ze vór te dienen ?
Er was veel goud en zilver noodig voor de
heilbrengende propaganda. De vier
kamerheeren, welke vroeger deze schatten be
waakten en bedienden, zullen nu allicht in
Constantinopel, Parijs of Londen dienst
doen als Ober".
In den Westelijken zijvleugel van het
paleis wacht ons de schatkamer, wier kost
baarheden, geheel of gedeeltelijk over Europa
en Amerika zijn verspreid. De naam schat
kamer is niet" de eigenlijke vertaling van
het Russische : Orusheinaja, dat tuighuis
beteekent. Want behalve de kroonjuweelen
bevinden zich d.aar k wapens en karossen,
Heilige poort.
doop- en kroningskoetsen, zadelwerk in de
overdadigste uitvoering. Een onoverzienbare
verzameling van goud- en zilverwerk uit de
16e en 17e eeuw kan daar aan de
Sovjetregeering roebelgrondstof in overvloed ge
leverd hebben. Neurenberger edelsmidswerk
telde men er in bijkans tweehonderd stukken
en evenzoovele uit Danzig en Augsburj,.
Dit slechts als bewijs, welk een edele
Fundgrube daar voor het grijpen lag. Ds Directeur
van het Berlijnsche Kunstnijverheidsmuseum,
Dr. Lessing, beweert dat men geen overzicht
van de Duitsche goudsmeedkunst kon krijgen,
zonder studie van de Kreml.-collectie. Een
catalogus in 10 deelen wees aan, wat er toen
was en leert ons wat er geweest is.
De kroningsvaandels overwuiven de zetels
bij de kroningen in gebruik, de kronen en
diademen, flonkerend van de beroemdste
edelsteenen, de sleepmantels en scepters. Zal
dit alles nog gespaard zijn? Wij betwijfelen het.
Over het algemeen zijn de Russische
bouw- en kunstwerken te overladen, te
Oostersch-Aziatisch massief en zwaar al
toonen ze elegante lijnen. Daar is bijv. de
Uspensky-kerk aan Maria-Hemelvaart ge
wijd, waarin de Kroningen der Russische
hcerschers plaats grepen. Het Heiligdom be
vindt zich juist in het middelpunt van den
Kreml-driehoek. Waarheen men in de kerk
de oogen wendt, overal ziet men aan zuilen
en wanden op doffen goudgrond Heiligen
beelden in naïeve uitvoering, zoodat men
naar Westersche begrippen stemming mist. De
grootste schatten worden in die kerk bewaard.
De Icoon (afbeelding) van de zoogenaamde
Wladimirsche Moeder Gods, naar het heet
door Lukas den Apostel geschilderd, torst
vrachten juweelen, bruidstooien, die haar
na de voltrekking van huwelijken, ook na
het sterven der bruid vór het huwelijk,
werden geschonken. De smaragd op het voor
hoofd wordt alleen op 30 duizend roebels
geschat. Het beeld is altijd achter metalen
deuren, kostelijk bewerkt, veilig weggesleten.
We zagen hoe een eenvoudig vrouwtje om
ons heen draaide, hunkerend naar het
oogenblik dat onze geleider de deur zou ontsluiten.
Toen dit gebeurde schoot zij naar voren om
de beeltenis te kussen een lang gekoesterde
wensen kwam blijkbaar in vervulling door
onze tusschenkornst.
De Franschen ontzagen in 1812, toen zij
onder Napoleon naar Moskou kwamen, z
weinig de godsdienstige gevoelens der Russen,
dat ze de heilige koningskerk als
paardenstal inrichtten. De schatten werden
weggesleept, doch de kozakken maakten hun
deze bij den aftocht weer afhandig.
Bij de herstelling in 1880 van den Iconostas
d.i. den met heiligenbeelden beschilderden wand
tusschen het altaar en het Heilige der Hei
ligen, deed men de ontdekking dat zich daar
een reeks van oude fresco's uit 1491 bevond.
Vernuftig heeft men een inrichting bedacht
waardoor n de oude, n de nieuwe schilde
rijen beweegbaar zijn gemaakt, zoodat men
ze beiden beurtelings zichtbaar kan maken.
Zókonden ook wij ze onderling vergelijken.
De tallooze merkwaardigheden op te
noeOELOF ftlTROEN
KALVERSTRAAT 1
Amsterdam
OPGERICHT 1850
TELEFOON 658 N.
DEN HAAG - PLAATS 23
firma M. J. GOUDSMIT
PAARLEN, BRILLANTEN
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
men die dit heiligdom herbergt, zou kolom
men vorderen. Slechts zij van twee melding
gemaakt: het penseel, waarmee bij de kroning
des Czaren oogen, lippen, ooren, neus, borst,
voorhoofd en handen worden bestreken met
gewijde olie, en de gouden Berg Sinaï, een
geschenk van Potemkin aan Catharina II.
Beide zijn geborgen in het Heilige der Hei
ligen waar aan den Czar, vór zijn kroning,
onverzeld, het heilig -Avondmaal wordt
toegereikt. Die Berg Sinaï, in dukatengoud uit
gevoerd, bevat een grot, waarin een schrijn
geborgen is, die het gewijde brood bevat.
Zonder rijke fooien en zonder aanbevelings
brieven (slechts langs diplomatieken weg te
bekomen) zal men niet licht dergelijke kost
baarheden te zien krijgen, gelijk wij ze mochten
bewonderen.
Zullen na de lijdensperiode, die het Russische
rijk thans doormaakt, nog ooit aan iemand
deze en de andere schatten onder de oogen
komen? M.a.w. : bestaan ze nog? Wie zal het
zeggen ?
Het vroeger toch reeds zoo fabel-, wonder-,
raadselachtige land, blijft voorloopig nog
het land der vraagteekens, der verrassingen,
der teleurstellingen.
Wanneer men het met edelgesteenten be
zette gebedenboek, geschonken door de
Moeder van Peter den Grooten gezien heeft,
zózwaar van steenen, dat twee krachtige
mannen moeite hebben het in de kerk hinnen
te dragen, dan verwondert men er zich niet
over, dat de opvolgers in de C^arenregeering
een onuitputtelijke bron bleken te bezitten,
om met rijkdommen om zich heen te strooien.
En hoeveel bevatten de honderden kloosters
en kerken bovendien niet; als gereede buit.
in het land verspreid?
In het Kreml ontrolde zich voor den be
zoeker de geheele geschiedenis van het
Rus,sische rijk van de tijden der middeleeuwen af,
met hare vele barbaarschheden, tot aan het
morgenrood der Europcesche herleefde cul
tuur en de. verfijnde ontwikkeling van
dekunst in den modernen, tijd.
Dr. N. J. SINGELS