Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND*
22 Oct. '21. No. 2313
Atjehoorlog mede. Toen hij ais Ie Luitenant
jaren achtereen Instructeur bij de Militaire
School was, kon zijn aangeboren gave van het
woord zich nog meer ontwikkelen, en (was
, hij in de gelegenheid, goed kennis te maken
met wie in Indië tot officier werd opgeleid, en
wat daartoe noodig werd geacht, terwijl hem
gedurende de twee jaren die hij bij het De
partement van Oorlog werkzaam was, duide
lijk werd, hoeveel noodelooze omslag bij het
legerbeheer gemaakt werd en hoe daarbij
dikwijls het wezen der zaak nagenoeg volko
men door den vorm beheerscht werd. Zijn
kapiteinstijd bracht hij bijna geheel in Atjeh
door; gedeeltelijk bij den troep, waar hij bijna
uitsluitend Javanen commandeerde; daarna
als post-commandant in Edi, en verder als
commandant van het korps Marechaussee,
waar zijn buitengewoon zelfstandig karakter
tot zijn volle recht kon komen,waar hij weinig
aan reglementen gebonden, den troep kon
opvoeden naar zijn eigen inzicht en daarmee
aan de Infanterie lessen van onberekenbaar
nut heeft gegeven, lessen, die bewaard moeten
en zullen blijven.
Gunstig dus was de omstandigheid, dat,
toen als jong luitenant zijn karakter zich vorm
de, tot ontwikkeling kwam, hij in het garni
zoen/waar de sleur er het makkelijkst in kan
komen, bijna niet in den troep diende, waar
door hij zich vrij kon houden van navolging en
slaafschheid en een onbevangen oordeel kon
bewaren over zijn beroep. Als kapitein in den
troep viel hem op, wat bij de opleiding en het
gebruik van den troep anders moest zijn,
terwijl hij als Commandant der Marechaussee
de door zijn ervaring opgedane beginselen in
practijk kon brengen, en de deugdelijkheid
daarvan kon doen blijken. En als hoofdoffi
cier, Commandant van een depotbataljon,
een korps, waarbij recruten tot soldaten wer
den gevormd, deed hij hen naar die beginselen
opvoeden, opleiden en verzorgen, terwijl hij,
toen tevens plaatselijk militair Commandant
zijnde, ondervond hoe naar zijne beginselen
een goede geesten groote orde konden worden
onderhouden in een garnizoen, waar behalve
die jonge militairen ook vele zieken en
reconvalescurten verbleven, die door een dikwijls
zeer langdurig verblijf te velde onwillekeurig
eenigszins uit den band waren geraakt.
Het zou mij te ver voeren, indien ik
Graafland's beginselen, de uiting en het resultaat
daarvan hier uitvoerig zou willen beschrijven.
Men kan uit verschillende verspreide opstellen
van zijn hand en van anderen daar veel van
vernemen, en ik bepaal mij er daarom toe
slechts pp enkele zaken de aandacht te ves
tigen, die ik zelf met hem wel eens besprak en
van hem gezien heb, of waarover ik van offi
cieren, die met hem bij de Marechaussee dien
den, een en ander hoorde.
En dan wil ik in de allereerste plaats in
herlnneringbrengen,hoe hij bij zijne Marechaus
see de klewangvrees" bestreed, door hen bij
hunne nachtelijke tochten, vaak uitsluitend
voorzien van het blanke wapen, te doen uit
rukken, waarbij hij dan zelf meermalen geheel
ongewapend medeging. Door dien echten moed
hielp hij den offensieven geest, die als een der
noodlottige gevolgen van ons optreden ge
durende den tijd der geconcentreerde linie
in Atjeh dreigde te verzwakken, weder her
leven.
Verder is van niet geringe waarde voor het
Ind. leger geweest zijne appreciatie van het
Inlandsche element. Omtrent Javanen, met wie
Levensverzekering Maatschappij
H A A R L B M"
Wllsonspleln H
DE VOOKDEELIOSTE TARIEVEN
ISRAELS WEZEN EN WILLEN
BRIEF UIT JAPAN
KARNIZAWA
Karnizawa is de wonderlijkste plaats op
de wereld. Niet omdat het natuurschoon
imposanter is dan in onze Zwitsersche Alpen
of in de Pyrenaeën.. Karnizawa is heel mooi.
De vuurspuwende Asama yama is altijd
mooi. Grootere of kleinere rookwolken stijgen
op, die tegen den avond haar rossen gloed
als een roode pluim boven den krater wuiven.
Het zesrijïg gebergte blijft van een van
de hoogste punten gezien altijd grootsch en
ontroerend. De lavabedden, een paar uur
verder, geven een indruk van majestueus
versterven. Karnizawa, hoewel wat eentonig,
is zeer schoon. Doch haar groote merkwaar
digheid is haar bevolking. ?-«?&.$ & ^?*e*
Zoodra de warme golfstroom laag-Japan
ondragelijk maakt, zwermen ze aan de man
nelijke en vrouwelijke missionarissen een
heel speciaal menschensoort uit alle hoe
ken van Japan, over de 3000 zijn er, elk met
zijn eigen geloofje naast zijn geloof. Onder
de 3000 waren 26 secten dat is de
hoofdverdeeling :26 soorten christendom in een
klein dorp! 'k Moet zeggen, hoewel ze elk hun
eigen bidstoelen en psalmzingerijen hebben,
gedragen ze zich vredig en verdragen elkaar
zelfs. Als je ze in 't publiek hoort, is alles
koek en ei, en komt verschil er veel minder
op aan dan overeenkomst. Heb je ze bij je
thuis, dan is dat krek omgekeerd en moet
je vooral goed weten dat de overeenkomst
maar zoo zoo is, maar het verschil, daar
komt het op aan !!
Nu, het verschil hebben we prachtig gede
monstreerd gezien in de twee foremost
preachers of the season".
Lezers van mijn leeftijd, herinnert ge u
toen ge heel klein waart, de enorme dave
rende, schrille affiches op onze stads- en
hij als 2e Luitenant uitrukte, die hij als kapi
tein commandeerde, en die hij meermalen
waarnam in hun optreden als marechaussee,
had hij een beslist gunstig oordeel. Hun ge
vechtswaarde schatte hij zelfs even hoog als
die der Europeanen. En daar het aanwerven
van Javanen weinig bezwaren opleverde, en
zij goedkoop te verplegen waren, moesten zij
naar zijn gezaghebbend oordeel, zoo niet uit
sluitend, dan toch in hoofdzaak gebezigd.
worden bij ons optreden tegen den
Inlandschen vijand, vooral ook in het belang van
's lands schatkist.
Dankbaar erkende hij altijd, veel te hebben
kunnen bereiken, omdat hij als officier spoe
dig reeds besefte van hoe groote waarde de
onderofficieren in den troep zijn. Waar hunne
eigenwaarde en zelfstandigheid ontwikkeld
worden, zooals ook hij dat wist te doen, toon
den zij hun bijzonder nut, hunne bijzondere
geschiktheid in den krijgen elders.^ Graafland
heeft evenals ik den tijd nog bijgewoond, niet
alleen, dat in de werkelijkheid nooit iets
zelfstandigs mocht worden uitgevoerd dan onder
de bevelen van een officier, doch dat zelfs
het corveeën in een kazerne niet uitsluitend
aan het toezicht van een onderofficier werd
toevertrouwd. De brigade-commandanten
(sergeanten) der Marechaussee hebben ge
toond, wat men in den oorlog aan een onder
officier kan toevertrouwen, en Graafland heeft
zelf ruimschoots ondervonden, dat het de
onderofficieren waren, die zijne compagnie en
later zijn bataljon zoo voortreffelijk in orde
hielpen houden. Men zag hem echter ook met
hen omgaan als een ouder vriend met jongeren,
die den gepasten afstand nooit uit het oog ver
liezen; hij stelde belang in hun lot, bezocht hen
op hun kamers, in hun cantine, in hun eetzaal,
regelde hun feestjes, hield voordrachten voor
hen, enz. Aan hen immers dankt hij dan ook
voor een groot deel den goeden roep, dien hij
in het Indisch leger heeft gekregen.
En zoo zou ik kunnen doorgaan met nog
allerlei belangwekkende bijzonderheden te
vermelden omtrent zijn waardevollen arbeid,
over zijne opvatting betreffende omgang met
ondergeschikte officieren, omtrent toepas
sing van zijne treffend juiste begrippen van
krijgstucht, enz., maar het gaat niet aan in
dit weekblad daarvoor meerdere ruimte in
beslag te nemen.
Jhr. Gilles Graafland heeft vooral voor het
Indisch leger een duidelijk spoor nagelaten,
dat, voor zoover zulks nog niet geschiedde,
moet en zal worden gevolgd. Nederland moge
de herinnering aan dien voortreffelijke!! zoon
in eere houden !
T. H. VAN H A E F T E N
Rijswijk Z.H.
Bij de samenstelling van dit stuk is ruim
gebruik gemaakt van het opstel, destijds door
mij geschreven voor den Van dag tot dag"
schrijver van het Algemeen Handelsblad,
en door hem verwerkt in het artikel Doorko
mend in het nummer van Zaterdag 15 April
1905.
IV
Het Handelsblad over Holland
Bolland's openingscollege heeft bij alle
stof die het heeft opgejaagd, ook het Handels
blad aanleiding gegeven, in een hoofdartikel
over Bolland's antisemitisme, zijn standpunt
in het Jodenvraagstuk uiteen te zetten. Aan
de critiek op Bolland's houding geoefend,
willen wij niets toedoen. Het komt ons echter
goed voor, in deze rubriek te trachten de
begripsverwarring waartoe het Handelsblad
artikel aanleiding kan geven, te voorkomen.
Sprekend over Bolland's opmerking, dat de
Joden in Nederland niet thuis hooren, en de
kategorieën nagaand die in Nederland op dit
standpunt staan, schrijft- het Handelsblad:
En zoo zullen er zijn in ons land, voor
zoover naar buiten blijkt feitelijk alleen onder
de Joden: de Zionisten, die meenen dat het
voor Joden en Nederlanders beter zou zijn,
indien zij elk hun eigen vaderland hadden.
Dat is een theoretische vraag, die misschien
van academisch belang is. Practische
beteekenis heeft zij niet.'Zelfs in Amerika, waar
het gemengd dooreenwonen van negers en
blanken, van menschen zóverschillend van
,ras en aanleg en karaktereigenschappen, een
,vloek en ellende voor beide deelen van het
,Amerikaansche volk is, heeft de oplossing:
,terugvoeren van alle negers naar het land
,waar eeuwen geleden hun voorouders
,geroofd of gekocht zijn, geen practische
be,teekenis."
Afgezien van het feit dat nimmer door de
Zionisten beweerd is dat zij met de herkrijging
van Palestina voor het Joodsche volk Neder
land een dienst wenschen te bewijzen; en
afgezien van liet feit dat de Joodsche ortho
doxie in Nederland uitdrukkelijk op het
Messianistisch standpunt staat d.w.z. dat
naar den wil Gods de Joden naar Palestina
teruggevoerd zullen worden; is het, nadat
er een Balfourverklaring gegeven is, eigen
aardig te hooren: dat het Zionisme een vraag
van misschien theoretisch belang is. Houdt
de Volkenbond zich met theorie bezig, als zij
een mandaat over Palestina bespreekt, dat
den Joden Palestina als Nationaal Tehuis
geeft? Bestaat de Arabische contra-agitatie
soms in theorie? Of is het Handelsblad ver
blind doordat het het Joodsche Vraagstuk
alleen naar Nederlandsche gegevens afmeet?
Ongetwijfeld, als er een Nederlandsch Jo
denvraagstuk zou bestaan, zou ook dit in
VRAAOTI
SI-FA-KO
810 ARC. M
Hot voornmmmmto
KREKELZANG
KOOPMAN DUIM
llllllltllllllllIlIIllllllMllflIllllllllllllllllll
lllllllllMIIIIIIIIIIIItllimilllHIIMMIIIIII
Koninklijke Meubeltiansport-Maatschappij
GRUYTER&Co
Bergplaatsen voor Inboedels
Palestina opgelost kunnen worden. Maar
gelijk het Handelsblad terecht opmerkt, be
staat er geen Nederlandsch Jodenvraagstuk,
en is er dus geen oorzaak en geen aanleiding
voor massa-emigratie uit Nederland naar
Palestina. Enkele Zionisten die het gevoel
hebben dat hun geestesleven in Palestina
evenwichtiger zoude zijn, zullen gaan. De
hoofdmassa der Nederlandsche Joden zal
in Nederland blijven, tenzij ook hier een Jo
denvraagstuk ontstaat. De Zionisten, die
goede politici zijn, hebben nimmer anders
beweerd.
Het verzet van het Handelsblad, tegen de
Zionistische meening komt voort uit een
cosmopolitischen gedachtegang. De conclusie
voor de Jodenpolitiek in Nederland luidt:
Wien het belang van ons volk ter harte
gaat, moet begrijpen dat ons volksbelang
thans een samengroeien van alle
Nederlanders tot n volk eischt."
De praktijk hiervan is: het oplossen van
het Joodsche ras in Nederland in het Neder
landsche volk, waardoor automatisch de
erfelijke raseigenschappen der Joden zouden
verdwijnen, op welker dragers, als Spinoza,
Asser, Israëls e. a. toch het Handels
blad met trots zich beroemt. Het Handels
blad zegt, dat de Joden een deel van het
Nederlandsche Volk uitmaken, hetwelk uit
het nationale lichaam niet uitgesneden kan
noch mag worden." Het gebruikt het ver
warrende woord volk, dat zoowel voor een ras-,
als voor een cultuur- en staatsgemeenschap
gebezigd kan worden. Tot de Nederlandsche
/Yzsgemeenschap behoorcn de Joden niet.
Sedert de emancipatie zijn zij echter leden der
stadsgemeenschap, en dragen in belangrijke
mate tot de aj/fuwgemeenschap bij. Het
Handelsblad erkent de Joodsche afzonderlijk
heid, acht haar op n plaats niet groot, doch
spreekt op een andere plaats ook weder van de
merkwaardige Joodsche
geesteseigenschappen." Indien men over het Joodsche probleem
spreken wil, moet men behoorlijk uitmaken of
men deze geesteseigenschappen wenscht te
behouden en aan de Nederlandsche cultuur
gemeenschap ten goede wil laten komen. Wie
een samengroeiing van het Nederlandsche
volk" in zijn banier schrijft, moet weten dat
hij daarmede de Joodsche bijdrage tot de
Nederlandsche cultuurgemeenschap vernie
tigt.
Hij moet daarbij ook overwegen, dat n- ?
heid te verkrijgen is zónder versmelting. Even-y'
min als goed begrepen internationalisme voert
tot den eisch van de versmelting der volkeren,
evenmin behoeft de Nederlandsche
cultuureenheid verkregen te worden door het oplos
sen van de Joden in de Nederlanders. Even
min als de verscheidenheid der volkeren nood
zakelijk tot strijd behoeft te voeren, evenmin
behoeft antisemitisme de reactie op de aan
wezigheid van een Joodsche bevolkingsgroep
te zijn. Evenzeer als de harmonische samen
werking der volkeren de rijkdom der
menscheDuim, de Amsterdamsche jongen,
Kalm, voorkomend, leuk en glad,
Heeft in het berooide Weenen
Zoo een schnabbeltje gehad.
Een gewiekste, vlotte snuiter!"
Roepen zijn vereerders uit,
,,Portie willen we wel hebben"
Aan die fijne reessum-buit".
Dat is nu eens handel maken," ?
Doe 't hem maar even na",
Zoo een Ie f man, zoo een gokker"
Is wat voor Amerika."
Stommelingen daar in Weenen"
Om zoo idioot te doen,"
Zoo laat niemand zich toch nemen"
Voor een dikke tien millioen."
Zoo als Duim is, zijn er velen
In ons keurig vaderland,
Even netjes en voorkomend
Even vlug en bij-de-hand.
Als men Duim zag domineeren
Met zijn kennissen in Kras,
Zou men heusch niet aan hem zeggen,
Dat hij zoo een gladjas was.
Valsche sleutels, ? inbraakspullen
En revolver heeft hij niet.
Zeer gewoon doet hij zijn zaakjes
Met fatsoendelijk crediet.
Daarom is hij slechts 'n werktuig
Van het wereldkapitaal,
Hij vervulde er een opdracht
En ging lachend aan den haal.
Handel in valuta-zaken
Heet zoo iets in dezen tijd,
Niet meer fraude, niet meer diefstal
Enkel leuke handigheid.
J. H. S P E E N H O F F
iiiiimiiiiiiiiiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiimiitMii'-iiiiiiiiiiiiiiiiii
UNIE BAMK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GRAYENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWIJK.
UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO.
Agentschappen in IndiS:
BATAYIA, SOERABAYA,
SEMARANG, BANDOENG, MEDAN n
WELTEVREDEN.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII1IIIIIUIIIIIIII1I1IIIIIIIIIIII1IIIIIIII "llllllltlllllltWIIIIIIIII
l II Illlllllll IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIUII
dorpsmuren? Nu, zeiden ze, zou het uit
zijn met jicht en rheumatiek en met veel meer
andere kwalen: Sequah was in het land"!
Bij ons in de oude Rottestad had hij zijn
tenten opgeslagen in het groote Verkoop
lokaal en joeg daar met Sotiza-muziek en
prairiekruiden al wat op jicht leek eenvoudig
op de vlucht.
Verhalen deden de ronde van wonder
baarlijke genezingen, en die f 1.?te duur
vond voor een dokter, offerde graag een
tientje voor dezen heeler.... Tout passéen
Sequah verdween ; en toen hij een eindje uit
de buurt was, kregen de doktoren het extra
druk.
Some wc re rubbed tip the wrong way"
inderdaad! en geestelijk! en een aera van
weelde brak aan voor de verguisde
wetenschapslui.
Na Sequah leerde ik de Haas kennen en
het boertje in Staphorst; een Arabisch
en een paar Chineesche kwakzalvers; maar
dat waren kinderen in de doorhaal-Kunst".
Hier in Karnizawa hebben we het neusje
van de zalm gehad.
Een buitengewoon Hebreetiwsch uitziend
Amerikaan met den Christennaam
Hickson".
Sequah deed het met Sotiza-muziek, de
Haas met hocus pocus, mijn Arabier (verre
weg de aardigste) met massa-suggestie
Hickson doet het met Christianity".
Hij heeft uitgevonden dat Christus zijn kerk
de heelgave als erfdeel nagelaten had; de kerk
heeft dit vergeten en nu heeft hij, Hickson, de
boodschap gekregen dat hij die gave zeer speci
aal heeft en, dokter noch geestelijke, heelt
met bidden en handopleggen. Natuurlijk zou
hij het graag belangloos doen, maar dat zou
nieuwsgierigheid in de hand werken, daarom
laat hij zich betalen (en liefst goed). Ik weet
niet of Jezus zelf ooit op dusdanige manier
nieuwsgierigheid weerde, 't lijkt me zeer on
waarschijnlijk. In ieder geval is helmiddel
slecht, want er is foule waar de man heelt.
Meest in kerken. Hier was het in Christs
Church. We werden goed voorbereid : hij
begon met te veronderstellen, dat de duivel,
wiens werk (ziekte) hij kwam hinderen, aan
wezig was in den vorm van critici.
'k Voelde me erg slecht op mijn gemak.
Kritiek was dus al uit den boozen. Verder
werden de menschen verzocht hun gene
zingen niet direct bekend te maken, want hij
wilde geen reclame. Merkwaardige beschei
denheid en buitengewoon tactvol.... zo
hoorde niemand hoeveel of hoe weinig ge
beurd was. Maar er gebeurde veel. Er was
dan ook een publiek waarmee alles gebeuren
kon. De meesten van die daar waren hadden
geen maat, waren als eenzamen door het leven
gegaan, allen waren fanatiek en allen hongerig
naar iets om hun gruwzame leegten te vullen.
't Was griezelig en wanhopig in 1921.
Daar was een vrouw, die al tweemaal van
kanker geopereerd was. Lijkbleek zat ze
daar en bad en bad. Ze verbeeldt zich nu dat
ze beter is en wil geen dokter meer zien.
Daar zat een jong meisje, T.B.C, patiënte
laatste stadium. Ze werd binnengedragen, ze
liep weg en heeft ook haar dokter afgeschaft.
Dat is niet Hickson's schuld. Hij raadt aan
in sommige gevallen een dokter te halen,
maar dan een missiedokter, omdat met
dezen Christus mee aan het ziekbed komt".
Daar zaten stumperds met al hun denk
beeldige kwaaltjes, die ze desnoods voor
zoo'n heerlijke gelegenheid gemaakt zouden
hebben.
Hickson, geholpen door een geestelijke, bad
en legde handen op en dadelijk na hen
gaf de geestelijke elk afzonderlijk den zegen.
Een orgel speelde. Een usher" gaf Hickson
een briefje waarop de naam van de ziekte
vermeld werd. Ik vroeg: Waartoe?" Opdat
de Heer beter in direct contact met den
specialen truc van den duivel zou kunnen komen."
(dit zijn Hickson's woorden).
't Was een griezelige processie voor het
kleine altaar. Een zielige processie vol
bijgeloof, fanatisme, hoop en verwachting.
't Was een middeleeuwse!) schouwspel, en
middeleeuwsch waren de gevoelens die Hick
son wakker schudde in dat illustre gezelschap.
Ineens was het vredige Karnizawa met de
26 secten die zich zoo goed verdro;gen in
twee kampen verdeeld: die in Hickson ge
loofden en die dit met deden.
Een massa psychose als tijdens den oorlog,
maar nu veel gevaarlijker omdat ze het geloof
tot oorzaak had, maakte zich van allen
meester.
Het was geen kwestie meer van Christen
of niet-Christen, het was nu Hickson of
niet." De psychose had beslist dezelfde symp
tomen als die van den oorlog. Haat, fana
tisme, overtuigingslust, alles was er.... en
in de fanatieke harten waren de brandstapels
al gereed gelegd voor de ketters.
Toen als een donderslag klonk de machtige
stem van de Rede. Dr. Fosdick,een professor
in de theologie in New York! Dat was een
openbaring! Daar viel heel de chafaudage,
die de kerk gebouwd heeft rond de simpele
moraal van Christus, in duigen.
Langzaam maar zeker velde deze mensen
dogmatische stellingen en liet ons zien, een
eenvoudige, ten hemel opwekkende moraal
van Christus in een vrije gemeente, waar
allen welkom zijn, waar vrijheid geldt
niet bekrompenheid en vooroordeel. Deze
man sprak van een Christus die ketenen
losmaakt en vleugels geeft. Deze man van
den kansel durfde te vergelijken een paar
menschen, door een huwelijksacte 40 jaren
saamgebonden en een paar dat zonder die
acte geleefd had, maar in liefde en goed doen.
Deze man durfde zeggen: Als ge Japan
iets brengen wilt, breng^het Christus, maar
Hofleverancier - Amsterdam
ULTEISTIUT 216 ?:? WIILEHSPARKWEG S
TEL. NOS. 2040-1881 TEL. No. 1793 Zuid
KOUDE EN WARME SCHOTELS
niet Christianity with its narrow mindedness
and reügious quarrels!" Dat in het dorp van
26 secten! Ik zeg u, Dr. Fosdick was als een
heerlijke, frissche wind die over Japan woei.
Duizenden kwamen hem hooren. Of ze be
grepen? hij gaf ons het avondmaal als
aan arme zoekers, onderzoekers naar den aard
van den Makrokosmos, dien we God noemen."
Zijn God was de machtige God van wie n
n manifestatie is: de natuur.
Zijn Christus is een Christus van Liefde en
tot God, de bron aller reinheid, wijsheid
en goedheid zullen we niet ingaan dan door
de moraal van zijn Zoon bij excellentie,
Christus van Nazareth."
Karnizawa is een wonderlijk oord, waar
plaats is \oor Hickson, een voorlooper van
duiveluitdrijvers, diis heksenerkenning, dus
inquisitie en alle middeleeuwsche uitspattin
gen, en voor Dr. Fosdick die ieder payen"
het gevoel geeft zó, op die manier ook
Christen te zijn. Karnizawa beleeft in deze
dagen den exodus, alles gaat weer aan het
werk. Maar wij blijven nog een maand. We
willen de natuur eens alleen hebben.
Maar n ding weet ik zeker. Als ooit de
dag komt dat ik een kerk noodig heb (geloof
heeft ieder mensch noodig), dan word ik
Katholiek, want ik voor mij zal altijd beter
in wonderen kunnen geloovenin een decoratief
milieu en met goede muziek. Die stemming
hebben de zoovele andere secten niet weten
te cultiveeren.
ELLEN FOREST
Japan. Een villa" in Karnizawa, voor ons Europeanen een blokhut".
Japan. De Asama Yama.
Japan. Huisjes in Karnizawa na een vloed".