De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 22 oktober pagina 2

22 oktober 1921 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND* 22 Oct. '21. No. 2313 Atjehoorlog mede. Toen hij ais Ie Luitenant jaren achtereen Instructeur bij de Militaire School was, kon zijn aangeboren gave van het woord zich nog meer ontwikkelen, en (was , hij in de gelegenheid, goed kennis te maken met wie in Indië tot officier werd opgeleid, en wat daartoe noodig werd geacht, terwijl hem gedurende de twee jaren die hij bij het De partement van Oorlog werkzaam was, duide lijk werd, hoeveel noodelooze omslag bij het legerbeheer gemaakt werd en hoe daarbij dikwijls het wezen der zaak nagenoeg volko men door den vorm beheerscht werd. Zijn kapiteinstijd bracht hij bijna geheel in Atjeh door; gedeeltelijk bij den troep, waar hij bijna uitsluitend Javanen commandeerde; daarna als post-commandant in Edi, en verder als commandant van het korps Marechaussee, waar zijn buitengewoon zelfstandig karakter tot zijn volle recht kon komen,waar hij weinig aan reglementen gebonden, den troep kon opvoeden naar zijn eigen inzicht en daarmee aan de Infanterie lessen van onberekenbaar nut heeft gegeven, lessen, die bewaard moeten en zullen blijven. Gunstig dus was de omstandigheid, dat, toen als jong luitenant zijn karakter zich vorm de, tot ontwikkeling kwam, hij in het garni zoen/waar de sleur er het makkelijkst in kan komen, bijna niet in den troep diende, waar door hij zich vrij kon houden van navolging en slaafschheid en een onbevangen oordeel kon bewaren over zijn beroep. Als kapitein in den troep viel hem op, wat bij de opleiding en het gebruik van den troep anders moest zijn, terwijl hij als Commandant der Marechaussee de door zijn ervaring opgedane beginselen in practijk kon brengen, en de deugdelijkheid daarvan kon doen blijken. En als hoofdoffi cier, Commandant van een depotbataljon, een korps, waarbij recruten tot soldaten wer den gevormd, deed hij hen naar die beginselen opvoeden, opleiden en verzorgen, terwijl hij, toen tevens plaatselijk militair Commandant zijnde, ondervond hoe naar zijne beginselen een goede geesten groote orde konden worden onderhouden in een garnizoen, waar behalve die jonge militairen ook vele zieken en reconvalescurten verbleven, die door een dikwijls zeer langdurig verblijf te velde onwillekeurig eenigszins uit den band waren geraakt. Het zou mij te ver voeren, indien ik Graafland's beginselen, de uiting en het resultaat daarvan hier uitvoerig zou willen beschrijven. Men kan uit verschillende verspreide opstellen van zijn hand en van anderen daar veel van vernemen, en ik bepaal mij er daarom toe slechts pp enkele zaken de aandacht te ves tigen, die ik zelf met hem wel eens besprak en van hem gezien heb, of waarover ik van offi cieren, die met hem bij de Marechaussee dien den, een en ander hoorde. En dan wil ik in de allereerste plaats in herlnneringbrengen,hoe hij bij zijne Marechaus see de klewangvrees" bestreed, door hen bij hunne nachtelijke tochten, vaak uitsluitend voorzien van het blanke wapen, te doen uit rukken, waarbij hij dan zelf meermalen geheel ongewapend medeging. Door dien echten moed hielp hij den offensieven geest, die als een der noodlottige gevolgen van ons optreden ge durende den tijd der geconcentreerde linie in Atjeh dreigde te verzwakken, weder her leven. Verder is van niet geringe waarde voor het Ind. leger geweest zijne appreciatie van het Inlandsche element. Omtrent Javanen, met wie Levensverzekering Maatschappij H A A R L B M" Wllsonspleln H DE VOOKDEELIOSTE TARIEVEN ISRAELS WEZEN EN WILLEN BRIEF UIT JAPAN KARNIZAWA Karnizawa is de wonderlijkste plaats op de wereld. Niet omdat het natuurschoon imposanter is dan in onze Zwitsersche Alpen of in de Pyrenaeën.. Karnizawa is heel mooi. De vuurspuwende Asama yama is altijd mooi. Grootere of kleinere rookwolken stijgen op, die tegen den avond haar rossen gloed als een roode pluim boven den krater wuiven. Het zesrijïg gebergte blijft van een van de hoogste punten gezien altijd grootsch en ontroerend. De lavabedden, een paar uur verder, geven een indruk van majestueus versterven. Karnizawa, hoewel wat eentonig, is zeer schoon. Doch haar groote merkwaar digheid is haar bevolking. ?-«?&.$ & ^?*e* Zoodra de warme golfstroom laag-Japan ondragelijk maakt, zwermen ze aan de man nelijke en vrouwelijke missionarissen een heel speciaal menschensoort uit alle hoe ken van Japan, over de 3000 zijn er, elk met zijn eigen geloofje naast zijn geloof. Onder de 3000 waren 26 secten dat is de hoofdverdeeling :26 soorten christendom in een klein dorp! 'k Moet zeggen, hoewel ze elk hun eigen bidstoelen en psalmzingerijen hebben, gedragen ze zich vredig en verdragen elkaar zelfs. Als je ze in 't publiek hoort, is alles koek en ei, en komt verschil er veel minder op aan dan overeenkomst. Heb je ze bij je thuis, dan is dat krek omgekeerd en moet je vooral goed weten dat de overeenkomst maar zoo zoo is, maar het verschil, daar komt het op aan !! Nu, het verschil hebben we prachtig gede monstreerd gezien in de twee foremost preachers of the season". Lezers van mijn leeftijd, herinnert ge u toen ge heel klein waart, de enorme dave rende, schrille affiches op onze stads- en hij als 2e Luitenant uitrukte, die hij als kapi tein commandeerde, en die hij meermalen waarnam in hun optreden als marechaussee, had hij een beslist gunstig oordeel. Hun ge vechtswaarde schatte hij zelfs even hoog als die der Europeanen. En daar het aanwerven van Javanen weinig bezwaren opleverde, en zij goedkoop te verplegen waren, moesten zij naar zijn gezaghebbend oordeel, zoo niet uit sluitend, dan toch in hoofdzaak gebezigd. worden bij ons optreden tegen den Inlandschen vijand, vooral ook in het belang van 's lands schatkist. Dankbaar erkende hij altijd, veel te hebben kunnen bereiken, omdat hij als officier spoe dig reeds besefte van hoe groote waarde de onderofficieren in den troep zijn. Waar hunne eigenwaarde en zelfstandigheid ontwikkeld worden, zooals ook hij dat wist te doen, toon den zij hun bijzonder nut, hunne bijzondere geschiktheid in den krijgen elders.^ Graafland heeft evenals ik den tijd nog bijgewoond, niet alleen, dat in de werkelijkheid nooit iets zelfstandigs mocht worden uitgevoerd dan onder de bevelen van een officier, doch dat zelfs het corveeën in een kazerne niet uitsluitend aan het toezicht van een onderofficier werd toevertrouwd. De brigade-commandanten (sergeanten) der Marechaussee hebben ge toond, wat men in den oorlog aan een onder officier kan toevertrouwen, en Graafland heeft zelf ruimschoots ondervonden, dat het de onderofficieren waren, die zijne compagnie en later zijn bataljon zoo voortreffelijk in orde hielpen houden. Men zag hem echter ook met hen omgaan als een ouder vriend met jongeren, die den gepasten afstand nooit uit het oog ver liezen; hij stelde belang in hun lot, bezocht hen op hun kamers, in hun cantine, in hun eetzaal, regelde hun feestjes, hield voordrachten voor hen, enz. Aan hen immers dankt hij dan ook voor een groot deel den goeden roep, dien hij in het Indisch leger heeft gekregen. En zoo zou ik kunnen doorgaan met nog allerlei belangwekkende bijzonderheden te vermelden omtrent zijn waardevollen arbeid, over zijne opvatting betreffende omgang met ondergeschikte officieren, omtrent toepas sing van zijne treffend juiste begrippen van krijgstucht, enz., maar het gaat niet aan in dit weekblad daarvoor meerdere ruimte in beslag te nemen. Jhr. Gilles Graafland heeft vooral voor het Indisch leger een duidelijk spoor nagelaten, dat, voor zoover zulks nog niet geschiedde, moet en zal worden gevolgd. Nederland moge de herinnering aan dien voortreffelijke!! zoon in eere houden ! T. H. VAN H A E F T E N Rijswijk Z.H. Bij de samenstelling van dit stuk is ruim gebruik gemaakt van het opstel, destijds door mij geschreven voor den Van dag tot dag" schrijver van het Algemeen Handelsblad, en door hem verwerkt in het artikel Doorko mend in het nummer van Zaterdag 15 April 1905. IV Het Handelsblad over Holland Bolland's openingscollege heeft bij alle stof die het heeft opgejaagd, ook het Handels blad aanleiding gegeven, in een hoofdartikel over Bolland's antisemitisme, zijn standpunt in het Jodenvraagstuk uiteen te zetten. Aan de critiek op Bolland's houding geoefend, willen wij niets toedoen. Het komt ons echter goed voor, in deze rubriek te trachten de begripsverwarring waartoe het Handelsblad artikel aanleiding kan geven, te voorkomen. Sprekend over Bolland's opmerking, dat de Joden in Nederland niet thuis hooren, en de kategorieën nagaand die in Nederland op dit standpunt staan, schrijft- het Handelsblad: En zoo zullen er zijn in ons land, voor zoover naar buiten blijkt feitelijk alleen onder de Joden: de Zionisten, die meenen dat het voor Joden en Nederlanders beter zou zijn, indien zij elk hun eigen vaderland hadden. Dat is een theoretische vraag, die misschien van academisch belang is. Practische beteekenis heeft zij niet.'Zelfs in Amerika, waar het gemengd dooreenwonen van negers en blanken, van menschen zóverschillend van ,ras en aanleg en karaktereigenschappen, een ,vloek en ellende voor beide deelen van het ,Amerikaansche volk is, heeft de oplossing: ,terugvoeren van alle negers naar het land ,waar eeuwen geleden hun voorouders ,geroofd of gekocht zijn, geen practische be,teekenis." Afgezien van het feit dat nimmer door de Zionisten beweerd is dat zij met de herkrijging van Palestina voor het Joodsche volk Neder land een dienst wenschen te bewijzen; en afgezien van liet feit dat de Joodsche ortho doxie in Nederland uitdrukkelijk op het Messianistisch standpunt staat d.w.z. dat naar den wil Gods de Joden naar Palestina teruggevoerd zullen worden; is het, nadat er een Balfourverklaring gegeven is, eigen aardig te hooren: dat het Zionisme een vraag van misschien theoretisch belang is. Houdt de Volkenbond zich met theorie bezig, als zij een mandaat over Palestina bespreekt, dat den Joden Palestina als Nationaal Tehuis geeft? Bestaat de Arabische contra-agitatie soms in theorie? Of is het Handelsblad ver blind doordat het het Joodsche Vraagstuk alleen naar Nederlandsche gegevens afmeet? Ongetwijfeld, als er een Nederlandsch Jo denvraagstuk zou bestaan, zou ook dit in VRAAOTI SI-FA-KO 810 ARC. M Hot voornmmmmto KREKELZANG KOOPMAN DUIM llllllltllllllllIlIIllllllMllflIllllllllllllllllll lllllllllMIIIIIIIIIIIItllimilllHIIMMIIIIII Koninklijke Meubeltiansport-Maatschappij GRUYTER&Co Bergplaatsen voor Inboedels Palestina opgelost kunnen worden. Maar gelijk het Handelsblad terecht opmerkt, be staat er geen Nederlandsch Jodenvraagstuk, en is er dus geen oorzaak en geen aanleiding voor massa-emigratie uit Nederland naar Palestina. Enkele Zionisten die het gevoel hebben dat hun geestesleven in Palestina evenwichtiger zoude zijn, zullen gaan. De hoofdmassa der Nederlandsche Joden zal in Nederland blijven, tenzij ook hier een Jo denvraagstuk ontstaat. De Zionisten, die goede politici zijn, hebben nimmer anders beweerd. Het verzet van het Handelsblad, tegen de Zionistische meening komt voort uit een cosmopolitischen gedachtegang. De conclusie voor de Jodenpolitiek in Nederland luidt: Wien het belang van ons volk ter harte gaat, moet begrijpen dat ons volksbelang thans een samengroeien van alle Nederlanders tot n volk eischt." De praktijk hiervan is: het oplossen van het Joodsche ras in Nederland in het Neder landsche volk, waardoor automatisch de erfelijke raseigenschappen der Joden zouden verdwijnen, op welker dragers, als Spinoza, Asser, Israëls e. a. toch het Handels blad met trots zich beroemt. Het Handels blad zegt, dat de Joden een deel van het Nederlandsche Volk uitmaken, hetwelk uit het nationale lichaam niet uitgesneden kan noch mag worden." Het gebruikt het ver warrende woord volk, dat zoowel voor een ras-, als voor een cultuur- en staatsgemeenschap gebezigd kan worden. Tot de Nederlandsche /Yzsgemeenschap behoorcn de Joden niet. Sedert de emancipatie zijn zij echter leden der stadsgemeenschap, en dragen in belangrijke mate tot de aj/fuwgemeenschap bij. Het Handelsblad erkent de Joodsche afzonderlijk heid, acht haar op n plaats niet groot, doch spreekt op een andere plaats ook weder van de merkwaardige Joodsche geesteseigenschappen." Indien men over het Joodsche probleem spreken wil, moet men behoorlijk uitmaken of men deze geesteseigenschappen wenscht te behouden en aan de Nederlandsche cultuur gemeenschap ten goede wil laten komen. Wie een samengroeiing van het Nederlandsche volk" in zijn banier schrijft, moet weten dat hij daarmede de Joodsche bijdrage tot de Nederlandsche cultuurgemeenschap vernie tigt. Hij moet daarbij ook overwegen, dat n- ? heid te verkrijgen is zónder versmelting. Even-y' min als goed begrepen internationalisme voert tot den eisch van de versmelting der volkeren, evenmin behoeft de Nederlandsche cultuureenheid verkregen te worden door het oplos sen van de Joden in de Nederlanders. Even min als de verscheidenheid der volkeren nood zakelijk tot strijd behoeft te voeren, evenmin behoeft antisemitisme de reactie op de aan wezigheid van een Joodsche bevolkingsgroep te zijn. Evenzeer als de harmonische samen werking der volkeren de rijkdom der menscheDuim, de Amsterdamsche jongen, Kalm, voorkomend, leuk en glad, Heeft in het berooide Weenen Zoo een schnabbeltje gehad. Een gewiekste, vlotte snuiter!" Roepen zijn vereerders uit, ,,Portie willen we wel hebben" Aan die fijne reessum-buit". Dat is nu eens handel maken," ? Doe 't hem maar even na", Zoo een Ie f man, zoo een gokker" Is wat voor Amerika." Stommelingen daar in Weenen" Om zoo idioot te doen," Zoo laat niemand zich toch nemen" Voor een dikke tien millioen." Zoo als Duim is, zijn er velen In ons keurig vaderland, Even netjes en voorkomend Even vlug en bij-de-hand. Als men Duim zag domineeren Met zijn kennissen in Kras, Zou men heusch niet aan hem zeggen, Dat hij zoo een gladjas was. Valsche sleutels, ? inbraakspullen En revolver heeft hij niet. Zeer gewoon doet hij zijn zaakjes Met fatsoendelijk crediet. Daarom is hij slechts 'n werktuig Van het wereldkapitaal, Hij vervulde er een opdracht En ging lachend aan den haal. Handel in valuta-zaken Heet zoo iets in dezen tijd, Niet meer fraude, niet meer diefstal Enkel leuke handigheid. J. H. S P E E N H O F F iiiiimiiiiiiiiiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiimiitMii'-iiiiiiiiiiiiiiiiii UNIE BAMK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: 's-GRAYENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWIJK. UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO. Agentschappen in IndiS: BATAYIA, SOERABAYA, SEMARANG, BANDOENG, MEDAN n WELTEVREDEN. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII1IIIIIUIIIIIIII1I1IIIIIIIIIIII1IIIIIIII "llllllltlllllltWIIIIIIIII l II Illlllllll IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIUII dorpsmuren? Nu, zeiden ze, zou het uit zijn met jicht en rheumatiek en met veel meer andere kwalen: Sequah was in het land"! Bij ons in de oude Rottestad had hij zijn tenten opgeslagen in het groote Verkoop lokaal en joeg daar met Sotiza-muziek en prairiekruiden al wat op jicht leek eenvoudig op de vlucht. Verhalen deden de ronde van wonder baarlijke genezingen, en die f 1.?te duur vond voor een dokter, offerde graag een tientje voor dezen heeler.... Tout passéen Sequah verdween ; en toen hij een eindje uit de buurt was, kregen de doktoren het extra druk. Some wc re rubbed tip the wrong way" inderdaad! en geestelijk! en een aera van weelde brak aan voor de verguisde wetenschapslui. Na Sequah leerde ik de Haas kennen en het boertje in Staphorst; een Arabisch en een paar Chineesche kwakzalvers; maar dat waren kinderen in de doorhaal-Kunst". Hier in Karnizawa hebben we het neusje van de zalm gehad. Een buitengewoon Hebreetiwsch uitziend Amerikaan met den Christennaam Hickson". Sequah deed het met Sotiza-muziek, de Haas met hocus pocus, mijn Arabier (verre weg de aardigste) met massa-suggestie Hickson doet het met Christianity". Hij heeft uitgevonden dat Christus zijn kerk de heelgave als erfdeel nagelaten had; de kerk heeft dit vergeten en nu heeft hij, Hickson, de boodschap gekregen dat hij die gave zeer speci aal heeft en, dokter noch geestelijke, heelt met bidden en handopleggen. Natuurlijk zou hij het graag belangloos doen, maar dat zou nieuwsgierigheid in de hand werken, daarom laat hij zich betalen (en liefst goed). Ik weet niet of Jezus zelf ooit op dusdanige manier nieuwsgierigheid weerde, 't lijkt me zeer on waarschijnlijk. In ieder geval is helmiddel slecht, want er is foule waar de man heelt. Meest in kerken. Hier was het in Christs Church. We werden goed voorbereid : hij begon met te veronderstellen, dat de duivel, wiens werk (ziekte) hij kwam hinderen, aan wezig was in den vorm van critici. 'k Voelde me erg slecht op mijn gemak. Kritiek was dus al uit den boozen. Verder werden de menschen verzocht hun gene zingen niet direct bekend te maken, want hij wilde geen reclame. Merkwaardige beschei denheid en buitengewoon tactvol.... zo hoorde niemand hoeveel of hoe weinig ge beurd was. Maar er gebeurde veel. Er was dan ook een publiek waarmee alles gebeuren kon. De meesten van die daar waren hadden geen maat, waren als eenzamen door het leven gegaan, allen waren fanatiek en allen hongerig naar iets om hun gruwzame leegten te vullen. 't Was griezelig en wanhopig in 1921. Daar was een vrouw, die al tweemaal van kanker geopereerd was. Lijkbleek zat ze daar en bad en bad. Ze verbeeldt zich nu dat ze beter is en wil geen dokter meer zien. Daar zat een jong meisje, T.B.C, patiënte laatste stadium. Ze werd binnengedragen, ze liep weg en heeft ook haar dokter afgeschaft. Dat is niet Hickson's schuld. Hij raadt aan in sommige gevallen een dokter te halen, maar dan een missiedokter, omdat met dezen Christus mee aan het ziekbed komt". Daar zaten stumperds met al hun denk beeldige kwaaltjes, die ze desnoods voor zoo'n heerlijke gelegenheid gemaakt zouden hebben. Hickson, geholpen door een geestelijke, bad en legde handen op en dadelijk na hen gaf de geestelijke elk afzonderlijk den zegen. Een orgel speelde. Een usher" gaf Hickson een briefje waarop de naam van de ziekte vermeld werd. Ik vroeg: Waartoe?" Opdat de Heer beter in direct contact met den specialen truc van den duivel zou kunnen komen." (dit zijn Hickson's woorden). 't Was een griezelige processie voor het kleine altaar. Een zielige processie vol bijgeloof, fanatisme, hoop en verwachting. 't Was een middeleeuwse!) schouwspel, en middeleeuwsch waren de gevoelens die Hick son wakker schudde in dat illustre gezelschap. Ineens was het vredige Karnizawa met de 26 secten die zich zoo goed verdro;gen in twee kampen verdeeld: die in Hickson ge loofden en die dit met deden. Een massa psychose als tijdens den oorlog, maar nu veel gevaarlijker omdat ze het geloof tot oorzaak had, maakte zich van allen meester. Het was geen kwestie meer van Christen of niet-Christen, het was nu Hickson of niet." De psychose had beslist dezelfde symp tomen als die van den oorlog. Haat, fana tisme, overtuigingslust, alles was er.... en in de fanatieke harten waren de brandstapels al gereed gelegd voor de ketters. Toen als een donderslag klonk de machtige stem van de Rede. Dr. Fosdick,een professor in de theologie in New York! Dat was een openbaring! Daar viel heel de chafaudage, die de kerk gebouwd heeft rond de simpele moraal van Christus, in duigen. Langzaam maar zeker velde deze mensen dogmatische stellingen en liet ons zien, een eenvoudige, ten hemel opwekkende moraal van Christus in een vrije gemeente, waar allen welkom zijn, waar vrijheid geldt niet bekrompenheid en vooroordeel. Deze man sprak van een Christus die ketenen losmaakt en vleugels geeft. Deze man van den kansel durfde te vergelijken een paar menschen, door een huwelijksacte 40 jaren saamgebonden en een paar dat zonder die acte geleefd had, maar in liefde en goed doen. Deze man durfde zeggen: Als ge Japan iets brengen wilt, breng^het Christus, maar Hofleverancier - Amsterdam ULTEISTIUT 216 ?:? WIILEHSPARKWEG S TEL. NOS. 2040-1881 TEL. No. 1793 Zuid KOUDE EN WARME SCHOTELS niet Christianity with its narrow mindedness and reügious quarrels!" Dat in het dorp van 26 secten! Ik zeg u, Dr. Fosdick was als een heerlijke, frissche wind die over Japan woei. Duizenden kwamen hem hooren. Of ze be grepen? hij gaf ons het avondmaal als aan arme zoekers, onderzoekers naar den aard van den Makrokosmos, dien we God noemen." Zijn God was de machtige God van wie n n manifestatie is: de natuur. Zijn Christus is een Christus van Liefde en tot God, de bron aller reinheid, wijsheid en goedheid zullen we niet ingaan dan door de moraal van zijn Zoon bij excellentie, Christus van Nazareth." Karnizawa is een wonderlijk oord, waar plaats is \oor Hickson, een voorlooper van duiveluitdrijvers, diis heksenerkenning, dus inquisitie en alle middeleeuwsche uitspattin gen, en voor Dr. Fosdick die ieder payen" het gevoel geeft zó, op die manier ook Christen te zijn. Karnizawa beleeft in deze dagen den exodus, alles gaat weer aan het werk. Maar wij blijven nog een maand. We willen de natuur eens alleen hebben. Maar n ding weet ik zeker. Als ooit de dag komt dat ik een kerk noodig heb (geloof heeft ieder mensch noodig), dan word ik Katholiek, want ik voor mij zal altijd beter in wonderen kunnen geloovenin een decoratief milieu en met goede muziek. Die stemming hebben de zoovele andere secten niet weten te cultiveeren. ELLEN FOREST Japan. Een villa" in Karnizawa, voor ons Europeanen een blokhut". Japan. De Asama Yama. Japan. Huisjes in Karnizawa na een vloed".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl