Historisch Archief 1877-1940
5 Nov. '21. No. 2315
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
DE CONFERENTIE TE WASHINGTON
Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braafcensfe*
Jonathan: Hè, George, kom je ook nog ? We beginnen.'
Lloyd George: Ja, ja, direct, maar er is nog 'n kleinigheid die me hier vasthoudt.'
Hendrik of de Roman van
eenen Huissloof
Opgedragen aan de samenstellers van
het programma van den Vrijheidsbond
(waarin volkomen gelijkstelling van man
en vrouw wordt voorop gesteld).
Met een zucht liet hij het verstelwerk in zijn
schoot vallen en keek om zich heen. De voor
kamer was al dieper verschemerd dan hij het
had kunnen denken, starend op het fijne
stopwerk van een paar zijden kousen. Zijn oogen
deden hem pijn, en nu merkte hij pas dat hij
het laatste halve uur had gewerkt onder het
licht van den straatlantaarn, die vlak voor het
raam ontstoken was.
De straat was glimmend van regen en leeg;
alleen de dienstvrouw ging met zware passen
voorbij, haar helm blonk als goud onder het
lantaarnlicht. Hendrik keek op zijn horloge..
al half zes
Vanuit de keuken hoorde hij het eentonig
gezang van Oerrit en Kees, de beide
dienstmannèn; er kwam een akelige braadlucht
de kamer binnen.
Die ellendige kerels lieten ook altijd de
keukendeur openstaan; hij, Hendrik, had het
hun wel reeds honderdmaal gezegd, maar het
was alsof ze het er om deden.
Weer zuchtte hij soms dacht hij wel
eens dat hij niet was opgewassen tegen ,de
iware taak van het huishouden. Zijn vrouw
zeide dat de kerels hem op den kop zaten
misschien was het wel zoo maar wat was
er aan te doen?
Met de tegenwoordige toestanden kreeg men
n u eenmaal geen nettan man als men hem niet
drie uitgaansavonden per week gaf, en volle
vrijheid om in zijn keuken te ontvangen wie en
wanneer hij dat wenschte. Wanneer hij al te
veel aanmerkingen maakte zeiden Gerrit en
Kees hem morgen op er gingen toch al
zooveel mannen naar de kantoren over en in
andere betrekkingen, dat ze er geen dag om
verlegen zouden zitten als hij ze op zei.
Toen hij het verstelwerk had opgeborgen
in de la van zijn bureau'tje, naast de
huishoudbalkjes, nam hij zijn sleutelmandje onder
den arm en ging naar de keuken.
Kees stond voor het fornuis de aardappelen
af te gieten; juist zag Hendrik dat hij een
pijp in zijn zak duwde.
Je weet, Kees, zeide hij streng, dat ik
niet graag heb dat je rookt onder het koken.."
Barst vent" bromde Kees.
Bovendien, ging Hendrik voort, hem langs
de kin strijkend, ben je weer verschrikkelijk
ongeschoren ".
Me scheerzeep was op" deed Kees onver
schillig.
Gerrit was in smoking. Hendrik zag het
direct, ondanks de groote geruite
keukenschort die hij er over had aangedaan.
Denk er om, zeide Hendrik, zich thans tot
Gerrit wendende, dat je eerst alles behoorlijk
aan kant maakt vór je uitgaat Je weet
dat mevrouw er op gesteld is dat je haar
kamer opruimt wanneer ze zich voor het eten
gekleed heeft".
Dat kan wel weer acht uur worden met
mevrouw, zeide Gerrit nijdig, en zoo loop
je altijd je comedie mis "
Hendrik zeide niets meer ook hem
was het ongeregelde leven van zijn vrouw een
ergernis Honderdmaal liet ze hem tot
acht uur, half negen, met het eten wachten,
om dan plotseling een boodschap van kantoor
te zenden dat ze met vriendinnen in de stad
IIJIIIIIHIIIIIMIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIimiHllllllllllllllltlllll
BEGRAFENIS
door
ENNY BALTINÜ.
Al heel vroeg, toen nog slechts de
kwetterende ketilangs den nieuwen dag aankondigden
?en een heel flauw schijnsel door 't traliewerk
boven de deur het stille, gele licht van 't
petroleumiampje op de voorgalerij overstem
men kwam, was Noor al wakker.
Terwijl ze door 't grauwig waas van haar
klamboe naar dat aarzelend daglicht keek,
probeerde ze de vele indrukken van den
vorigen dag te ordenen ; nu was het nog
donker, maar straks zou het Zondag zijn
de dag van Poppie's begrafenis.
Niet als een eindpunt na een reeks droevige
morgens lag die dag daar, gisteren was
zusje pas gestorven maar heel helder had
zich deze gedachte uit een reeks andere ge
waarwordingen losgemaakt: dan wordt Pop
Zondag begraven, als er geen school is
en alle kinderen uit de buurt ons kunnen zien."
Naast haar lag Rietje, in een bal gekromd,
nog rustig te slapen. Rietje ging nog niet
naar school en zou straks ook niet meegaan
?naar 't kerkhof. Piet en Kees, die in 't andere
bed lagen, ook niet Hè, wat woelde
Kees nu weer, die zou dadelijk wel wakker
worden, dat was vervelend, want die maakte
dan altijd zoo'n drukte en nu wou ze nog
zoo graag wat blijven soezen in de stilte, over
alles wat er vandaag gebeuren zou.
Haar blikken dwaalden over de vage om
trekken van de meubels in de armoedige
slaapkamer. In een hoek zag ze Pop's rieten
bedje staan. De standaard met het
muskietengordijntje stak ijl en spichtig naar boven ;
heel anders was de vorm nu dan gewoonlijk,
als 't gordijn dicht was, omdaf Pop in bedje
lag. Maar zusje was nu in de kamer bij ma ;
op een hoek van de houten waschtafel had ze
gisteravond het kistje zien staan en daarin
zou Pop's kleine lijfje nu liggen.
Het vreemde, verdrietige, dat ze nu's mor
gens nooit meer Pop's zwak geschrei hooren
zou, het zusje nooit meer uit het rotan bedje
tillen en een schoon baadje aandoen, al de
gewone dingetjes van eiken dag, die nu ver
anderen zouden, dat alles drong nog niet
tot haar door, alleen dit ne was helder
in Noor's vroegwijs kinderdenken: straks
zou Poppie begraven worden. Niet in een
netten begrafeniswagen, maar in een gewone,
open-dogcart, waarin iedereen het kistje zou
zien staan. Want ma had gezegd, dat een
begrafeniswagen te duur was, en omdat het
kistje toch zoo klein was, kon 't best in een
dogcart.
Als ze nu maar vroeg gingen, dan waren
er nog niet zoo heel veel menschen buiten,
hoewel: 't was Zondag, dan speelden toch
alle kinderen uit de buurt al op straat vór het
te warm werd.
In de nu steeds lichter wordende kamer zag
Noor over een stoel haar Zondagsche jurk
hangen: hard gesteven wit katoen met veel
blauwsel gewasschen, en bij 't kijken er naar
voelde ze alweer den schrijnenden rand van 't
roode galonnetjelangs den hals een pijn, die
zoo heel erg vereenzelvigd was met den
Zondag.
In de kamer naastaan hoorde ze nu gestom
mel. Zeker Ma en Mien, die opstonden ; een
oogenblik later Ma's slependen gang naar de
mandikamer en Mien's stem die katjong
wakker riep.
Noor liet zich vlug uit bed glijden en maakte
de buitendeur open. Klaar en frisch stond de
Indische morgen om het vervallen huis.
Glanzend van dauw was het schrale tuintje,
dat later op den dag zoo onbarmhartig ge
zengd werd onder de loodrechte zon, maar nu
in den heel vroegen morgen onder die teere be
lichting lief en vredig zich uitstrekte tot aan
de straat. Een zoete lucht van djambi- en
tjempaka-bloemen dreef naar binnen en in
eens waren nu ook alle kinderen wakker en
liepen in hun hansoppen naar buiten.
Na het roezig ontbijt van haastig naar
TUNSP01T Mij. JOIUHD",
Weesperzijde 94, AMSTERDAM
.HOLLAND"
HOLïiAND
Tel. Zuid 4271. Tel.-Adres Transport
VERHUIZINGEN, ook per gesloten auto
verhuiswagens met aanhangwagen.
Binnen een rayon van 80 Km. bespaart
men Hotelkosten.
BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ
Machinale S t o f r e i n i g i n g.
Bewaarplaatsen voor Inboedels..
bleef eten en dat ze niet voor een uur of elf
thuis dacht te komen.,.,, ,, .
Dan at hij alleen, of met de kinderen en
Koos, den kinderman, en ging 's avonds hand
werken bij een vriend
Wanneer hij dan het huiselijk leven zag
van hen, wier vrouwen minder hooge posities
bekleedden, die des avonds met hun glaasje
bier en een borduurwerk op de studeerkamer
van hun vrouw zaten.... ach, dan wenschte
Hendrik wel eens een ander leven dan
droomde hij wel eens van het geluk van een
voudige werkvrouwsmannen die toch veel meer
van hun huwelijk genoten dan hij, ondanks
alle luxewaarmede zijn vrouw hem omringde.
*
In de eetkamer dekte Gerrit de tafel; er was
een gat in het tafellaken, op de plaats waar
een vriendin van Jeanne gisteren haar sigaar
had neergelegd.
Hendrik haalde een ander tafellaken uit
zijn linnenkast het was het laatste
wat was er over van de huidige uitzet die hij
mede in het huwelijk gebracht had hij
zag ze nog, vierentwintig stuks van alles, die
hij in zijn engagementstijd, tesamen met zijn
vader alle zelf gezoomd en gemerkt had
Wat was daarvan over? wat kon er
goed blijven in een huishouden als het zijne,
waar alles ongeregeld moest gaan.
Terwijl hij bleef wachten op zijn vrouw,
in de donkere voorkamer, dacht hij terug aan
alle illussies van zijn engagementstijd wat
was daarvan over?
De eerste jaren was het goed gegaan; zij
hadden in een eenvoudig huisje gewoond, met
slechts n dagmannetje, en hij had zelf ge
kookt.
Toen, in den zesden wereldoorlog, hadden de
zaken yan zijn vrouw zulk een ongekend
hooge vlucht genomen dat zij naar een nieuwe
villa verhuisd waren en sindsdien was
zijn leven een hel geworden.
Thuis opgevoed door een ouderwetschen
en eenvoudigen vader, was hij niet geschikt
voor dat andere leven waarin zijn vrouw hem
gebracht had en iederen avond dacht hij
terug aan dien gelukkigen tijd toen hij, te
zamen met buurmannen van zijn eigen stand,
had staan keuvelen in de buitenwijk waar zij
woonden.
Ja, ja, het was Hendrik wél anders ge
gaan dan hij het in zijn jongelingsjaren ge
droomd had.
* *
*
Voor hij zich ging kleeden voor het middag
maal liep Hendrik als gewoonlijk even da
kinderkamer binnen.
Daar zaten zijn kinderen met den ouden
kinderman te eten. Juist toen Hendrik binnen
kwam hoorde hij hem met zijn lijzigen stem
vermanen: eet niet met je handen,
Henkie, anders wil later geen een vrouw je
hebben! en dan wordt je een oude jongeheer!"
Hendrik ergerde zich. Die kerel had ook
absoluut geen tact om met de kinderen om te
gaan. Ook scheen het hem toe da t de opvoeder
zijner kinderen weer een abnormaal rood
gezicht had, en dat zijn oogen wat waterig
stonden.
Hij zeide dan ook: Henkie hoeft nog vol
strekt niet over zulke dingen te denken. Laat
hij maar flink leeren zoodat hij later desnoods
zijn eigen brood kan verdienen, wanneer hij
geen vrouw krijgt!"
De kinderman knikte onderdanig en goed
keurend, en zeide, terwijl hij Henkie op den
schouder klopte: luister maar goed naar wat
vader zegt'"
Toen zich tot Hendrik wendend: kan ik
uitgaan als ik de kinderen naar bed neb ge
bracht? Ik heb van avond mijn kegelclub
moet u weten !"
Schoorvoetend gaf Hendrik toe, maar bij
zichzelf had hij al beslist dat die kerel zijn
langsten tijd hier was geweest.
Verschillende andere vaders hadden er hem
sinds lang op gewezen dat zijn kinderman geen
kroeg voorbij kon loopen zonder even binnen
te gaan, n.b. in gezelschap van het hem toe
vertrouwde kroost. Men had zelfs opgelet dat
hij zich op straat zeer opvallend gedroeg tegen
over passeerende kantoordames; hoewel hij
verklaarde dat hij geëngageerd was met een
nette tramconductrice, en dat zij zouden
trouwen zoodra zijn meisje salarisverhooging
zou krijgen, vertrouwde Hendrik hem in het
geheel niet.
Bovendien ergerde het hem dat zijn kin
derman zoo druk met de dienstboden was,
en vaak met ze ging biljarten in een belendend
café.
Gaat u nooit meer met een meisje uit?"
vroeg Hendrik streng.
Jawel, zei de man, maar die heeft dienst
vanavond,en ze heeft niet graag dat ik met
anderen uitga. Daarom zit ik in die kegelclub
met allemaal andere opvoeders en
dienstmannen....".
* *
*
Op dat oogenblik viel de voordeur dicht en
op de trap klonken luide stappen.
Hendrik snelde zijn vrouw tegemoet.
Hij omhelsde haar in de gang, wat ben je
heerlijk vroeg!" riep hij uit.
Zij legde haar actenmap neer en zeide, hem
van top tot teen bekijkend: heb je al wér
een nieuw pak aan?"
Hendrik bloosde Mijn neef Jip heeft
AUTOBANDEN
binnen gewerkte nasi goreng ging Noor haar
Zondagsche jurk aantrekken, want nu moes
ten gauw de bloemen gehaald worden.
In de binnengalerij was Pop's kistje op de
tafel gezet met een donkere kain van ma er
over heen.
Schuw van 't ongewone hingen de kinderen
in huis om, nieuwsgierig het oogenblik af
wachtend, waarop de dogcart komen zou.
Mien, al heelemaal gekleed, in een schoone,
wijde bébé, witte kousen en haar Zondagsche
zwarte schoenen met groote strikken, zeurde
gedempt tegen ma, dat die nu gauw haar
schoone kebaja aan moest doen, want dat
de begrafeniswagen zoo komen zou."
Op den weg voor 't huis kwam Noor al een
baboe tegen, die de bestelde bloemen bracht.
Stijf gewrongen in een bamboe-koker wie
gelden een bosje witte kamilles, een roode
dahlia, wat gele chrysantjes en varenblaadjes
heen en weer in den morgenwind.
Blij nam Noor ze aan: er waren toch bloe
men, het zou dus een echte begrafenis zijn
en in die verteedering en lichte blijdschap om
de mooie begrafenis brak zich nu plotseling
een gevoel van verdriet door om het doode
kleine zusje, dat weggebracht zou worden.
Thuis wachtten Mien en ma, de laatste nu
ook gekleed.
De kinderen waren een voor een weer
naar buiten gedrenteld, stonden nu met
vriendjes uit de buurt de gebeurtenis te
bepraten.
En toen plotseling schoof de lichte
dogcart voor 't hek, reed aarzelend het
erfje op, terwijl de inlandsche koetsier speu
rend rondkeek, of 't hier wel was". Hij
wendde het gele paardje, zoodat het wagentje
voor 't huis kwam te staan en alles zag er
toen zógewoon uit, zoo nét of ze naar den
pasar zouden gaan, dat ze er alle drie verwe
zen naar bleven kijken, zonder direct besef,
dat er nu iets gedaan moest worden.
Ma", zei Mien aarzelend, de kar is
't-er-al"
Als wakker geschrokken heesch ma zich op
uit den breeden leuningstoel, begon toen plot
seling hard te huilen.
De koetsier was van zijn zitbankje gekomen,
droeg nu, geholpen door Mien, het kleine
kistje naar buiten en zette het neer op
..
Time to Re-tire?
(Buy VWO
Schitterende Kwaliteiten
Laje Prijzen - Km mkijibar
VOOR NEDERLAND
H.Ï.
k een nieuw winterpak gekregen, en van
Putten van hiernaast ".
Jeanne haalde de schouders op., IJ.delheid!"
riep ze uit. Als een van jullie een nieuw pak
heeft, moeten ze het allemaal hebben! Ik heb
je pas nog zes overhemden en een dozijn paar
sokken gegeven terwijl ik zelf !"
Gemelijk haalde hij de schouders op: ,,..
wat hebben jullie vrouwen nou noodig voor je
toilet. Kijk dan eens naar Verburg! wat die
niet allemaal heeft!
Tweemaal per winter gaat hij voor zijn
kleeren naar Londen...."
Omdat mevrouw van Putten schatten ver
dient en daar ik niet zooveel verdien als
Mevrouw van Putten, moet jij het maar met
wat minder doen!"
Pruilend liep Hendrik weg. Dien heelen
middag aan tafel bleef hij stil en nukkig.
Maar zijn vrouw nam hem 's avonds mee
naar de comedie, waar hij weer heelemaal
opklaarde bij een ouderwetsch stuk uit den
goeden ouden tijd, waarvan het manuscript
pas kort geleden ontdekt was, en waarvan de
hoofdpersoon een z.g. ge-e-vrouw-cipeerde man
was
MELIS STOKE
RIJM-KRONYCK
het vervelooze vloertje van de dogcart.
Voorzichtig legde Noor de sarong er over
heen, zette toen den wiebelenden bamboekoker
met bloemen aan 't hoofdeinde en kroop in
een hoekje van de bank.
Ma en Mien klommen nu ook naar binnen,
zetten zich moeizaam naast elkaar op de
nauwe plaats. Ma, die dik was, had bijna
geen ruimte voor haar beenen; de bloote
voeten, in leeren muilen, staken nu,
schuinsweg, een eindje naar buiten uit. Noor moest
er aldoor naar kijken met een vage neiging
om te lachen, maar ze durfde niet, omdat
alles zoo akelig was.
Buiten het erf troepten de kinderen van
't schamele buurtje, allen bruin van tint in
een zelfden groezeligen speelhansop.
Over den zonbeplekten weg was een druk
verkeer van inlanders op weg naarden pasar,
aan weerszijden op de erfjes stonden
Zondagsluieraars ongegeneerd in slaapbroek of pyama
het verkeer aan te staren en keken even ver
wonderd naar de rare dogcart met de drie
vrouwen, de kleine kist op den grond en de
bloemen ernaast.
Nog steeds snikte ma, veegde met een
geblauwselde zakdoek over haar rond ge
zicht en Noor vroeg zich af, of ma nu toch
werkelijk bedroefd was. Ze had toch zelf
laatst gezegd:
Ach Kassian, die Pop, altijd maar ziek,
altijd maar koorts, dan maar beter dood."
En nu was kleine Pop, die daar altijd zoo
klagelijk in haar bedje lag te schreien met een
droog mondje en heete handjes, gestorven
Ze lag heel stil in haar klein kistje en straks
zou ook dat p 't kerkhof achterblijven en wel
gauw vergeten zijn.
Ze reden rechtsaf, waar onder wat hooge
schaduwboomen een wijde poort openstond:
het kerkhof.
In het portaaltje ervoor zaten een paar
koelies op een zwart geverfde baar te rooken,
stonden langzaam op, toen de dogcart de
poort binnenreed. Uit zijn kantoortje schoot
een Europeesche voorbidder te voorschijn,
die met een ontevreden gezicht zijn haastig
aangetrokken, warm zwart jasje dichtknoopte.
Een mandoer met stil vriendelijk gezicht, nam
het kistje op zijn armen, en met z'n vijven
liepen ze toen de naargeestige, kermis op,
LOONSVERLAGING.
(een cirkelzang.)
De werkman moet minder verdienen,
zijn leven is louter pleizier,
zijn vrouw is waarachtig de melkkoe,
van lederen leverancier!
* * *
De leverancier moet maar afslaan,
mij dunkt, dat kan zonder bezwaar....
te groot zijn de zoete percenten
van lederen groothandelaar.
* * *
De groothandelaar moet zich buigen,
want hij is de vloek van zijn land;
hij moet dan maar eens overleggen
met den schatrijken fabrikant.
* * *
De fabrikant moet maar zwichten !
Hij kan het goedkooper, ofschoon
hij de schade zal willen verhalen
op den werkman, diens werktijd.. en 't loon.
* *
*
Zoo draait de wanhopige burger
door 't doolhof der economie
rondom die ellendige loonen.
Maar in zijn belasting, (o hoon en
bespotting) bekostigt hij die....
MELIS STOKI:.
die een Europeesch kerkhof in Indië is.
Langs een recht pad schaarden zich de vele,
dwaze afdakjes, gedekt met blikkerend plaat
ijzer, dat den steen eronder moet beschermen
voor te felle zon, te milden regen ; zoo ver
het oog reikte n golvend veld van leelijke
kraampjes boven logge steengevaarten. Hier
en daar een plekje voor planten uitgespaard,
die triestig kwijnden tusschen al dat helle
wit van marmer en steen.
De doodbidder sloeg rechtsaf en langs een
smal zijpad betraden ze een dauwvochtig
grasveld, waar slechts kleine steenstompjes
in den' grond de graven aanduidden. Bij een
verschgedolven kuil zette de mandoer het
kistje in de rulle, bruine aarde.
Noor keek om zich heen en plotseling trof
het haar heel helder: dit was het gedeelte
voor de armen, dat zag je, maar toch was het
hier beter dan ginds tusschen al die verblin
dend witte steenen op het terrein van de rijken.
Naast het grafje, waarin Pop's kistje voorzich
tig werd neer gelaten, plantte ze behoedzaam
den bamboe-koker met bloemen, die bont en
bijna feestelijk daar stonden boven 't natte
gras en de versche aarde.
Zoo was het goed. Hier lag Pop rustig en
prettig; waarom zou ma nu nog steeds door
zoo huilen?
Terug in de dogcart, die haar naar huis zou
brengen, merkte Noor, hoe haar zuster aan
dachtig naar buiten speurde. Die keek zeker
of ze Karel zag, die hier in de buurt woonde.
Ma had makkelijk haar beenen voor zich
uitgestrekt en alleen de opgevouwen kain
naast haar en een enkel afgevallen
bloemblaadje op het kale vloertje herinnerden er
aan, waarvoor ze gegaan waren.
En m: ze daar zoo gewoontjes en heel
genoegelijk naar huis werden gereden, alsof
er niets gebeurd was, brak plotseling met de
herinnering aan dat zonnige, vriendelijke
grafje, het verdriet door om 't kleine zusje,
dat gestorven was en nu ginds heel alleen
achter bleef en tot verwondering van Ma en
Mien, wier gedachten al weer wegdreven,
snikte Noortje het ineens uit.
De koetsier op 't voorbankje draaide zich
even om, betikte toen met zijn zweep even
't gele paardje, dat vroolijk naar huis draafde.