De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 5 november pagina 3

5 november 1921 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

5 Nov. '21. No. 2315 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N.V. PAERELS' Meubileering-Mij, AMSTERDAM Complete MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokin128-TeU541lf SIGAREN DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 6.50 per half jaar Bal- en Avondscboenen Zijde Brooaad Suède Fluwooi Laklodor vanaf f 15.?. F. FEDDEMA mmm BT - M. m - OEU urn Vraagt onze Hefiran Lak-Dansschoanen VUBCCLS COMPLETE SOETEERING NIEUWSTE - MODELLEN ZooWEL IN HET EENVOUDIGE ALS LUXE GEMRE KETTNEJL AMJTERPAM HtlLI&EWEG HILVERTUM UTRECHT CMOOR}TR/\AT STATIONSPLEIN NV. T /H nOJBI LEERINRICHTING ^AMDERHEDE OESTERS IMPERIAL. Lunch, Diner, Souper la carte. De salons zijn dagelijks (ook Zon dags) geopend tot l uur 's nachts. ENZ. Motor- en Zeiljachten TE KOOP, in diverse grootten en prijzen. Lijst van in commissie staande vaar tuigen gratis en franco toegezonden. , * LA/GT l AFD. JACHT AGENTUUR Slepersvest 1 Rotterdam CHENARD&WALCKER N A S H M. A. N. Automobielen en Vrachtwagens N.V. Automobiel Mij. HET CENTRUM" Parkstraat 91 a - 's-Gravenhage Tel. Haag 3569 Sntlichrili NTS BALT ** Zalfond. 99 Cant fr. In den Boekh. en na postw. DIJ RIËNTS BALT, Haag. Mond. en schrift. ond. LUXE- EN VRACHTAUTO'S B ENZ & Cie., Amsteldijk 10, Amsterdam. ?IIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIHlIllim 1O cent 1O cent Sumatra CBülTENGEWOOrQ Zandblad Dit is de Eenvoudigste Stenografie DE HIEUW MODEL MICHELIN CABLE" Buitenband DE SNELSTE. DE STERKSTE. Bij alle Rijwielhandelaren f B. ' ' ' " "minimum i HUI m uu mi, ,,, , immuun mum m n AMSTERDAMS HULDE AAN EEN DRONKEN CHINEES (13 October 1921 Concertgebouw) Er was er es een Chinees, die erg veel vaneen borrel hield, en er zich volstrekt niet voor schaamde. Hij vond het inteegendeel lollig, en had nooit grooter pret dan wanneer een ander met hem mee wou fuiven. Hij was een aardige, leuke snuiter, met veel talent, en als hij zijn versjes sprak en zijn liedjes zong, dan luisterden de Chineezen en lachten en riepen: Bravo!" (in het Chineesch). En dan kreeg hij geld, en als hij geld had dan ging hij zich ijlings weer lekker bezuipen. Zoo gaat het, niet waar? Daarvoor behoef je niet naar China te gaan. Met onzen grooten meester Hals ging het eevenzoo, en met dien aardigsten en jooligsten aller Neederlanders, Oerbrand Adriaans Breeroo. Maar Hals en Breeroo hadden altijd berouw als ze hun roes hadden uitgeslapen. Dan baden ze Onzen Lieven Heer om vergiffenis en be loofden beeterschap. Dat hielden ze niet lang vol, maar ze gaven het toch nooit geheel op en Breeroo stierf jong en meester Frans stierf heel oud,' maar Onze Lieve Heer zal zich wel gelijkelijk oover beiden ontfermd hebben. Met onzen Chineeschen losbol was het minder gunstig gesteld. Van den Lieven Heer had hij maar weinig gehoord. Berouw had hij volstrekt niet en vergiffenis vragen?.. dat kwam niet in hem op. Wie n moest hij om vergiffenis vragen? en wie kon hem die schen ken? Daarvan had hij in 't geheel geen begrip.. Zijn motto was: dór-zuipen. Je zou zeggen, compleet een Chineesche Had-je-me-maar. Maar een verfijnde, vereedelde, gevoelige en dichterlijke Had-je-me-maar. Mooi was hij wel niet, vooral niet als hij zat was en dat was hij 't grootste deel van den dag. Maar terwijl de Amsterdamsche Had-je-memaar van jeneever hield, en van tabak en van allerlei vuils en slordigs, zoo hield de Chineesche Had-je-me-maar van kleurige zijden mutsjes en porccleinen schootels en gouden blekers. En de verzen en grappen van den Hollandschen Had-je-me-maar wa ren grof en rutiw. Lang zoo fijn en geestig niet als van den Chineeschen. En wat de Chinees 't liefste dronk was wijn wat natuurlijk veel netter en voornamer is dan jeneever. Ja, Li-tai-po was wel geen net mensch en'de nette menschen van Peking gingen ook niet met hem om. Maar ik zou het toch heel aardig en prettig hebben gevonden om met hem om te gaan wat ik van den armen Had-je-me-maar nog niet durf te zeggen. En zeeker zou ik al mijn best hebben gedaan om hem in een inrichting voor alcoholisten te krijgen. Want een man die, volgens zijn eigen zeggen, drinkt totdat hij niet meer kan den ganschen langen dag" zoo iemand is geen makkelijk gezelschap. Ik heb eens een ganschen dag met Max Reger door Amsterdam gezworven,alleen om te zor7 gen, dat hij niet meer kreeg dan hij kon ver dragen, omdat hij 's avonds in zijn concert moest speelen. Dat wasén zware karwei. En Reger wist zich nog tamelijk goed te houden. Maar Li-tai-po had zeeker wel luizen, net als Had-je-me-maar. Want ze koomen in de fijnste zijden kleeren, als die niet gewasschen worden. En Li-tai-po zegt in een van zijn verzen: als ik dan niet meer drinken kan omdat mijn hals en mijn geest vol zijn, dan tuimel ik naar mijn deurtje en slaap lekker." Hij zegt niet of hij op de stoep al slaapt, of nog tijd vindt om binnen te koomen. Maar het staat vast, dat dit régime naar de ontluizingskuur en het sanatorium voor drankzuchtigen voert. Vindt iemand de vergelijking van Li-tai-po met den Amsterdamschen vagebond onbillijk? Ach, die Nederlander is toch welligt ook een heel gevoelig mensch. Hij lag ook 't liefst, als de Chinees, op donzen sofa, dik en zat." En vergeet niet de verhoudingen, bedenk eens het verschil tusschen een Hollandschen mandarijn, als Professor Bolland, met hoogen hoed en zwarte jas, en een Chineesche man darijn, die de kunstvolle scepter, het teeken zijner waardigheid, als een zuigeling teederlijk in de armen draagt. Hoeveel fraayer en waardiger waren de Chineezen van voor dui zend jaren dan de Hollanders van heeden ! dus waren dan ook de Chineesche Had-jeme-maars fijner en eedeler. Er zijn meer zulke aardige, geestige, ge voelige, liederlijke zwierbollen geweest. Iti Perzië was er een, Omar Khayam, die ook nooit genoeg had van wijn, en daarom nu verheerlijkt wordt door de mooye vertaling van Fitzgerald en de bewondering van alle nette menschen van Engeland. Ook de wijze Tagore, geëerd en gehuldigd door alle nette menschen in Europa, heeft zichzelven in een dollen kop naar de haayen gewenscht, en dat in een vers vereeuwigd. Zoo heeft nu ook Amsterdam den lieven Chineeschen zuiplap gehuldigd. Amsterdam heeft bepaald een zwak voor zulke typen. Eén wou ze al in den Gemeenteraad hebben, den ander zou ze zeeker tot Gemeente-dichter hebben gemaakt, als hij al niet duizend jaren dood was. Nu heeft ze hem, door het muziekale beleid van den heer Mengelberg en de muzie kale macht van Mahler met ademlooze be wondering geëerd. Alle harten in de groote concert-zaal klop ten hooger, toen Li-tai-po uitkreet, met een machtige tenor-stem, dat hij van plan is weer in te slapen, zoodra hij niet meer zingen kan: en wat gaat mij de lente an? laat mij bezoopen zijn." Bravo ! bravo ! luidde het, met kletterend handgeklap, niet in 't cHineesch, maar in zuiver Hollandsch. Alle nette menschen van Amsterdam waren aanweezig het scheenen mij wel drie duizend. En ik heb nooit zoo'n dapper en gevaarlijk stukje geschreeven als dit, waar ik u nu op onthaal. Want al zijn 't nog zulke nette menschen, zij zullen mij niet vergeeven, dat ik geen eerbied voor hun geestdrift heb, en strijkstokken en dirigeer-staven zullen welligt op mijn hoofd stuk gaan. Ik beleedig in n adem Had-jeme-maar, Mahler, Mengelberg, Li-tai-po, Bolland en alle nette menschen van Am sterdam. Kom daar eens leevend onder uit ! Maar Mengelberg is k niet voor een kleintje vervaard. Ik hoorde, dat hij met Mahler's muziek naar Amerika is gegaan. Nu, dat noem ik flying into the face of Providence". Dat is werkelijk den Heer verzoeken. Wie steevent nu naar een drooggelegd land, met het wapperend vaandel, waarin de ree gels blinken: en wat gaat mij de lente an? laat mij bezoopen zijn !" Geen wonder, dat ze hern hebben uitge jouwd en uitgeflooten. Het verbaast me meer, dat hij niet gearresteerd is. En dan smalen wij op de Amerikaansche zeedenen zeedeloosheid. Wij, bewooners van het land, waar de meest bekende stad Schiedam heet (niet beroemd om de heilige Lidvina) wij moesten van Amerikaansche zeedeloosheid maar zwijgen. Wat zeg jij, Jantje ! Natuurlijk zeggen de Mahler- en Mengelbergbewonderaars, dat de Amerikanen geen Levensverzekering Maatschappij H A A R L E M" Wllsonspleln 11 DB VOORDEELIOSTE TARIEVEN muzikaal gevoel hebben. Mijn vraag is: Waarom gaan dan zooveele kunstenaars, Men gelberg incluis, naar dit land der onmuziekalen, om rijk-belauwerd of bedollard terug te keeren? Kan een waarlijk groot kunstenaar vol doening vinden in de hulde van onmuziekale, onartistieke menschen? Of gaan al die kunste naars alleen daarheen om het geld? Wat schimpen ze dan op het land van den dollar? Maar alle gekheid op een dirigeer-stokje de Amerikanen zijn niet onmuziekaal eevcnmin als ik trouwens, al bespeel ik geen instru ment. De Amerikanen hebben juist, door hun onmiddellijke afwijzing, hun heftige demon stratie teegen de muziek van Mahler, getoond, dat ze een buitengewoon goede en vaste muziekale smaak bezitten. Dit gewrocht: Das Lied von der Erde" is een onding, een wonderlijke mengeling van modern Duitsch-Joodsche hartstocht met een eeuwen ver daarvan afstaande Chineesche fijnkunst. En dat blijkt niet enkel uit den tekst, maar vooral ook uit de harmonieën. En wat zou Li-tai-po van het tekstboekje zeggen ! ! In muziek-werken zijn eevengoed de vijf harmonieën te onderscheiden alsj in lyrisch poëzie. Alleen zijn de tweede (de beelding) en de vierde (de gedachte-inhoud) van minder beteekenis, en zelfs vaak afweezig. Maar in Das Lied von der Erde" ont breekt iets wat in een dergelijk werk aller minst gemist kan worden: de vroorne wijding (vijfde harmonie) en er is een gruuwelijke disharmonie tusschen de min of meer zuivere klanken van eedele orde, en de dwaze gedach te-inhoud. De stemming (derde harmonie) is bij Li-tai-po alles, en in das Lied von der Erde" verlooren gegaan. Van het wonder-fijns stemmingsbeeldje, het weerspiegelend pavilloentje daarvan komt niets terecht. Het fijne en teedere verdrinkt in de sensueel meesleependc of woest-hartstochtelijke orkest muziek. En het opzweepende geluid komt in schrillen wanklank met de godslasterlijke dwaasheid van de drinkebroer's-ethiek die vergeeflijk zou zijn in een onbeheerschte dichter-uiting maar ergerlijk en schandelijk is, als hoogste toppunt van een zich ernstig voordoend lyrisch-dramatisch muziekstuk. Nu moogen de nette menscheti van Am sterdam smalen en schimpen op mijn muzie kale incompetentie, ik ben het eens met de nette menschen van New-York, die zich niets lieten diets maken door de autoriteit van Mengelberg maar met het volste recht van een gemiddeld muziekale menschenmeenigte waartoe ik ook behoor deeze muziek voor onaanneemelijk verklaarden. Ik zou de leiders van het Concert-gebouw wel willen aanraden, geen poogingen meer te doen om ook in beeldende kunst iets modems te prestecren, zooals b.v. het programma in futuristischen stijl met de kleuren van ge bakken spek. Het Concertgebouw is nu een maal het Concertgebouw" en verlangt geen schoonheid in vorm of kleur. En den Heer Mengelberg zou ik met den grootsten nadruk willen vragen, den armen Li-tai-po voortaan met rust te laten en liever te bidden en missen te laten leezen voor zijn ziel. FREDERRIK VAN EEDEN PGIN3EMCÏRT. 711 ^ 713 LEID3CHE3TIV5

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl