Historisch Archief 1877-1940
12 Nov. '21. No. 2316
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
R, E S T .2V U FL, S* N 1
>ÊA
PEMBRANDTPLEIN -44
BSf
EENJGE SPECIALITEIT m
tn
g| KRIMPVRIJE I!
m GEZONDHEIDS- !
QNDERGQEDEREN
Nederlandsch Fabrikaat |
«5ÏRICOTHUIS S
AMSTERDAM HAARLEM
§
Rag. Breestraet 35
TB. NOORD
Motor- en Zeiljachten
TE KOOP, in diverse grootten en prijzen, l
Lijst van in commissie staande vaar
tuigen gratis en franco toegezonden. ?
LUGT
AFD. JACHT AGENTUUR
Slepersvest 1 Rotterdam
Lenzefheide en
Lenzerheidsee
(QRAUBÜNDEN ZWITSERLAND)
1500 M. b.d. Zee. Zonn. Sportpl. v. d.
len Rang. Veel sneeuw. Beste ski-gebied
van geheel Zwitserland. Prosp. b. d.
Hotels: Kurhaus, Schweizcrhof, Park
(Waldheim, Valbella, Lenzerheidsee).
,.# ^xyï# ? :, -s -V
/P*»'- 11 <?? * -: , V
*.y»^ '? ? \
i'"ji. ?'"'" -v - V-I - ?
' ' ? f. ^ 'z* ?
* "N "n'??."'.-'. "-. "^ \' '^'"~\ '"'*?'?#*?
H.C.
CHENARD&WALGKER
N A S H M. A. N.
Automobielen en Vrachtwagens
N.V. Automobiel Mij. JET CEHÏRÜM"
Parkstraat Sla - 's-Gravenhage
Tel. Haag 3569
BOEIENDE MODERNE ROMAN
ENZ.
O MENSGH
door HERMANN BAHR
Prijs f 5.50j f6.75 geb
UIT DE PERS:
We moeten volstaan met de erken
ning, dat dit een van de beste boeken
is, die het jaar 1920 ons gegeven heeft.
Het Nieuws van den Dag. ?
Hermann Bahr is in de moderne
Duitsche litteratuur een figuur van
beteekenis en het is dan ook met bij
zonder genoegen dat we een goede ver
taling van een zijner beste romans aan
kondigen." Prov. Overijss. en Zw. Crt.
Wij kunnen niet anders dan de uit
gevers dankbaar zijn voor dit heerlijk
mooie, sterkende boek dat wij zouden
wenschen in de handen van zeer velen."
De Locomotief
Arnhem, N. V. Uitgevers-Maatschappij
<*s Van Loghum Slaterus iS^Visser. ,?_,
LUXE- EN
VRACHTAUTO'S
B ENZ & Cie., Amsteldijk 10, Amsterdam.
1O cent
1O cent
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 6.50 per half jaar
Spoors
WA.spo.brjr- Culerhborq
Fi.
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM
TELEFOON N. 6812
HEMDEN
MAAR MAAT
Bal- en Avondscholen
Zijde Bfocaad Suède
Fluweel Lakleder
vanaf f 15.?.
F. FEDDEMA
W1WÏIIUI il - tel. III - DEK UilG
Vraagt onze Heeren Lak-Dansschoenan
Sumatra (BUITENGEWOON) Zandblad
DE NIEUW MODEL
MICHELIN
CABLÉ"
Buitenband
DE SNELSTE. DE STERKSTE.
Bij alle Rijwielhandelaren
f6.
III
lllllIHIIIIIIMIIMIllllllMlinillMHMIIMntlllllllltllllllllll
ISRAËLS WEZEN «EN WILLEN
RASGEMEENSCHAP
De heer Henri Polak maakt eenige opmer
kingen over mijn laatste artikel in de Am
sterdammer, die tot de zuiverheid der pro
bleemstelling al zeer weinig bijdragen. Door
mij is beweerd: dat de Joden, hoewel ten
volle tot de Nederlandsche Staats- en Cul
tuurgemeenschap behoorende, aan die ge
meenschap .op een aan hun rasaanleg eigen
wijze bijdragen. Verder heb ik betoogd
dat, afgezien zelfs van het Zionisme met zijn
nationale concentratie der Joden naar Pa
lestina, een ernstig verlies door de Neder
landsche Staat- en Cultuurgemeenschap ge
leden zou worden, indien de joden zich zonder
ipEiMMiiiiiiiiimiiiiiiiHiiiiiiilliiMiigiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiaiiBillllllliii
UIT HET NIEUWE BOEK VAN
TAGORE
De Vluchtelinge, (geautoriseerde vertaling)
Duister ijlt ge voort, Eeuwige Vluchtelinge,
rond wier lichaamlooze vaart de onbewoogen
ruimte in woelende golven van licht vergaat.
Is Uw hart verlooren voor den Minnaar die
U roept oover zijn onmeetelijke eenzaamheid?
Is 't alleen de smartende drang van uw
haast die uw verwarde lokken losbreeken doet
in wild verzet en paarlen van vuur doet rollen
langs Uw pad, als van een gebrooken
halskeeten?
Uw vliedende voeten kussen het stof deezer
waereld tot zoetheid, terzijde voegend wat
onnut is; de storm, veroorzaakt door uw dan
sende leedendoet de heilige doods-reegen oover
het leeven gaan en verfrischt haar groei.
Mocht ge in plotselinge loomheid een
oogenblik rusten, de waereld zou rommelend ineen
storten, belemmerend haar eigen groei, en
zelfs het geringste deeltje stof zou den heemel,
in zijn gansche oneindigheid met een ondra
gelijke kracht doorbooren.
Mijn gedachten gaan sneller door dit rythme
van ongeziene voeten, rond welke licht's
enkelringen rinkelen.
Zij weerklinken in den klop van mijn hart
en door mijn bloed stuuwt de psalm van de
oerzee.
Ik hoor hoe de donderende vloed mijn
leeven van waereld tot waereld en van vorm
tot vorm spoelt, mijn weezen verstuivend in
een eindelooze reegen van gaven, in smarten
en zangen.
De vloed stijgt, de wind blaast, de boot
deint als uw eigen verlangen, mijn hart!
meer onder de Nederlanders oplosten.
Dit alles heeft niets te maken met de
liberale stellingen van den sociaaldemocraat
Polak. Als socialist moet hij bij het Marxisme
geleerd hebben, in maatschappelijke pro
blemen met juiste feiten te werken. De ver
gelijking der Fransche réfugiés met de Joden
houdt eene feitelijke onjuistheid in. Een
Boissevain kan van een tiental Jansens
afstammen. Welke Polak, Co hèn of Levi
telt een Jansen, Pietersen of Klaassen onder
zijne voorouders? Geleerder gezegd: de
Fransche réfugiés hebben zich in vrij korten
tijd geheel met de meer of minder aanzien
lijke Nederlanders naar den bloede vermengd,
terwijl de Joden tot in den allerlaatsten
tijd niet in noemenswaardige mate onder
de andere Nederlanders naar den bloede
zijn opgegaan.
De heer Polak wijst er op, dat er sterke
rasverschillen binnen Nederland bestaan.
Niemand zal dit ontkennen. Inderdaad
dan ook, in hoe verschillende mate zijn er
door die bepaalde streken in Nederland
de dragers der Nederiandsche cultuur ge
leverd? Zonder dat het mogelijk is op eco
nomische gronden Marxistisch! aan
te toonen dat juist die bepaalde streek voor
bestemd was zeer capabelen te leveren.
Ligt hierin niet juist een bewijs \oor de
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIKM' llimlllnlIIIHttllllllllllmlIlllllnltllMIIIIIIIIIHIIIimlII
Laat uw schatten op de kust en zeil oover
het ongepeild donker, het eindeloos licht
tegemoet.
2.
Aan deeze zijde kwamen we samen, mijn
vriend, en nu op den kruisweg verwijl ik tot
afscheid noemen van u.
Uw pad ligt breed en lijnrecht voor u, maar
de roep, dien ik moet volgen, komt uit het
onbekende.
Ik zal wind en wolken volgen; ik zal de ster
ren volgen tot waar het daagt achter de heu
velen; ik zal minnaars volgen, die al voortschrij
dend hun dagen vlechten tot een krans, op
n enkelen liederen-snaar, Ik bemin".
?De duisternis viel, toen ik haar vraagde.
Tot welk vreemd land ben ik gekoomen?"
Zij sloeg slechts de oogen neer, en het water
gorgelde in den hals van haar kruik, terwijl
zij verder schreed.
De boomen hangen wazig oover den oever
en het land schijnt reeds tot het verleeden te
behooren.
Het water is stom, de bamboes zwijgen
duister, een armband rinkelt teegen de water
kruik, uit de laan.
Roei niet meer, maar leg de boot aan deeze n
boom, want ik minden aanblik van dit land.
De avondster zinkt achter den domkoepel,
en de bleekheid der marmeren landingsplaats.
staat spookachtig booven het water.
Late reizigers zuchten; want licht van ver
borgen vensters zendt haar stralen in de duis
ternis, tusschen de boomen der weegen door.
En steeds rinkelt de armband teegen de
waterkruik, en verdwijnende stappen ritselen oover
den met blaren bedekten grond der laan.
De nacht wordt dieper, de toorens van 't
paleis dot men spookachtig op en loom gonst
de stad.
reëele beteekenis van rasverschil? Terwijl
dan nog de onderlinge rasverschillen tusschen
de groepen die het Nederlandsche volk sa
menstellen, in het niet zinken bij het rasver
schil met de Joden ! Mij is wel eens verteld,
dat de heer Polak zich beroemd zoude hebben
op zijn Joden, zonder wie hij zijn
Diamantbewerkersbond niet gemaakt had tot dat
toonbeeld van vakorganisatie, dat zij in Ne
derland is. Zou dit misschien een voorbeeld
van rasverschil zijn?
De heer P. heeft gelijk: ook andere vol
keren zijn rasconglomeraten. De Franschen
b.v. Maar ook dan is een bepaald deel van
dat volk als de hoofddrager der cultuur aan
te geven; b.v. in Frankrijk de
ZuidFranschen en de Lotharingers. Voor andere
volkeren is het evenzoo. En het eenige verschil
tusschen de politieke naties en de Joodsche
natie is: dat het proces dat zich bij de Joden
ongeveer in de Ge eeuw vór Christus heeft
afgespeeld, n.1. het tot-e vcnwicht-komen eensr
bepaalde rasmcnging, bij de tegenwoordige
politieke naties in deze eeuwen piaats heeft
of plaats gehad heeft. In een aantal Staten
zijn de verschillen te groot zie Zwitserland,
België, het vroegere Oostenrijk daar
treedt dientengevolge de strijd om het
rasbehoud als politiek moment op. Maar
ook waar het rasverschil niet als politiek
moment optreedt, bestaat het toch wel en
heeft het reëele beteekenis.
Het is heel onaangenaam voor de oude
Joodsch-Iiberale cosmopoheten waartoe deels
ook de Joodschc sociaaldemociaten behooren,
dat sedert Herzl ook de Joden zijn gaan
prijsstellen op het behoud van hun ras, in de
eerste plaats om de cultureel-productieve
waarde, die dit ras heeft. Dit praat men niet
weg met de bewering dat nog geen tiende
procent der Nederlandsche Joden aan de
gemeenschap in Palestina zullen deelnemen,
noch met de voorstelling alsof op
philanthropische gronden Joden in Nederland
Zionist zijn. De heer Polak weet zeer wel,
dat hadde het Nederlandsche Zionisme zich
op dit opportunistische standpunt geplaatst,
niet de felle strijd van de assimilanten,
orthodoxen en Joodsche sociaaldemocraten
als b.v. Loopuit, tegen het Zionisme gevoerd
ware geworden.
Alles wat ik in mijn vorig artikel zeide,
gaat regelrecht in tegen de stelling dat de
Joden hier te lande gasten" zouden zijn.
Is het goede polemiek, dat de heer Polak
mij dit beweren in de schoenen schuift,
onmiddellijk daaraan zijn onjuistheden over
het Nederiandsche Zionisme koppelend? Wat
wil de heer Polak daarmede bereiken?
Rasgemeenschap kan buiten beschou
wing gelaten worden, omdat zulk een gemeen
schap niet bestaat", zc-gt de heer Polak.
Hem de bewijslast tegenover alle Neder
landers, dat de Joden niet zijn een groep,
die zij als een afzonderlijk ras voelen. In
mijn vorig stuk heb ik betoogd dat dit hun
nerzijds geen antisemitisme behoeft in te
houden. Des te minder zal dit erkennen tot
antisemitisme leiden, alnaarmate de Joden
niet zelf trachten zich op te dringen a's
identiek. Niet identiek zijn de Joden aan de
Nederlanders, wel gelijk en gelijk gerechtigd.
Rasgemeenschapsgevoel moge niet bestaan
bij vele Joden huns ondanks is hun ras
een structuurelement van de gemeenschap.
Tegen de vernietiging van dit
structuurclement nam ik stelling.
J. O R N S T E I N - H O O F I t' N.
SPAAMSOH, EHGELSOH,
FRAHSOH, DUITSOH e1o.
Borlitz-School
HeorengraoM 4-B1 H. 3286
Pract Onderwijs door buitenl. Leeraren
Roei niet meer, maar leg de boot aan
deezen boom.
Laat mij rust zoeken in dit vreemde land,
dat scheemerig onder de sterren ligt, waar de
duisternis saamklinkt met het gerinkel van
een armband teegen een waterkruik.
4.
O, dat ik zwanger waar van een geheim,
als ongestorte reegen in zoomerwolkon een
geheim gehuldin stilte, dat ik mee kon dragen
op mijn reis.
O, dat ik iemand had, tot wien ik fluisteren
kon, waar trage wateren kabbelen onder
boomen, sluimerend in de zon.
De stilte dee/.en avond schijnt het geluid van
schrijdende voeten te verwachten, en gij
vraagt mij de reeden mijner tranen.
Ik kan niet zeggen waarom ik schrei, want
nog is dat geheim verborgen voor me.
Laat ns uw aandacht u ontgaan, be
schroomde reiziger, en dwaal van het rechte
pad;weestals het volle daglicht uw
volkoomen bewustzijn ten spijt, verleiden gevangen
door mist.
Ont-vliedt niet den tuin der Verlooren
Harten, die wacht aan het eind van het
dwaalpad waar het gras is bezaaid met
verwelkte roode bloemen en zwoegend het
troosteloos water stroomt naar de onrustige
zee.
Lang waaktet gij oover uw schatten,
vergaard door moeizame jaren. Geef ze
prijs en laat niets u blijven dan de droeve
triumf van alles te verliezen.
Twee kleine naakte voetjes vlieden oover
'den grond en schijnen de belichaming deezer
metafoor: Bloemen zijn de voetspooren
?des zoomers."
Zachtjens stempelen ze op het stof de
kronieken hunner avontuuren, om wegge
vaagd te worden door een voorbijgaande
bries.
Komt, dwaalt in mijn hart, gij kleine,
tecre voetjes, en laat achter op mijn
droomland-pad liet eeuwigduurend liederen-spoor.
7.
Ik ben als de nacht voor u, kleine bloem.
Slechts vroede kan ik u geeven en een
waakzame stilte, verborgen in het duister.
Als in den morgen gij uw oogen oopcnslaat,
zal ik u laten aan een waereld, vol
bijenge gons tn viiogelengekweel.
Mijn laatste gave aan u zal een traan zijn,
vallend in de diepte uwer jeugd; zij zal uw
glimlach zoeter doen zijn en uw blik op de
\vreodo vroolijkheid des daags omfloersen.
Sta niet voor mijn venster met die hon
gerige oogen, die vragen mijn geheim. Het
is slechts een steentje van flikkerende kom
mer, dooraderd met bloed-rood van passie.
Welke gaven brengt ge in beide handen
om vór mij in het stof te werpen?
Ik vrees, /.e neemend, een schuld te schep
pen, die nooit te delgen zal zijn, zelfs niet
door het verlies van al wat ik heb.
Sta niet voor mijn venster met uw jeugd en
bloemen, beschamend mijn verlaten weezen.
Zoo ik leefde in de kooninklijkc stad Ujjain,
toen Kalidas 's koonings dichter was, ligt
zou ik een Malwa-meisje kennen en mijn
denken vullen metde muziek van haren naam.
Ze zou me aanblikken vanuit de schaduw
harer neergeslagen oogleén en haar sluyor ver
gunnen zich in de jasmijn te verwarren.
als een voorwendsel om in mijn nabijheid
te toeven.
Dit gebeurde in een verleeden, welks
spoor ging verlooren onder de doode blaren
des tijds.
Geleerden vechten heeden oover data,
die verstoppertje speciën.
Ik breek mijn hart niet, droomend oover
voorbije, vervloogen eeuwen, maar helaas !
helaas ! deeze Malwa-meisjes volgden hen.
Welken heemel, vraag ik me af, droegen
zij hun bloemenkorven binnen, die dagen,
samenstcmmend met de zangen van 's koo
nings dichter.
Zwaar drukt de scheiding van genen,
tot wier ontmoeting ik te laat gebooren
werd, deez' ochtend op mijn hart en stemt
liet somber.
Toch schenkt April dezelfde bloemen,
die dienden tot tooi voor heur haar en de
zelfde zuidenwind verwaaide heur sluyers
die fluistert oover roozen van deezen tijd.
En, om de waarheid te vertellen, aan
vreugde ontbreekt het deeze lente niet,
al zingt Kalidas dan niet meer; en ik weet,
dat hij me benijden zal, als hij schouwen
kan naar me, uit het Paradijs der dichters.
Weest niet bezorgd omtrent heur hart,
mijn hart: Laat het, in 't duister.
En indien haar sdhoonheid slechts van het
lichaam is, haar lach slechts van het gelaat?
Laat me zonder vragen aanvaarden de
klare beteekenis harer blikken en dan ge
lukkig zijn.
Wat deert het me, of het een web van
waan is, dat haar armen rond mij wee ven,
want de wcbbe zelf is rijken zeldzaam en om
het bedrog kan men lachen en het vergeeten.
Weest niet bezorgd omtrent heur hart,
mijn hart; wees te vree de n als de muziek
echt is, al zijn de woorden niet te gelooven;
geniet de gratie, die danst als ten leelie op
het golvend, bedriegelijk water, wat ook
beneeden het oppervlak ligt.
F. v. E.