De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 12 november pagina 5

12 november 1921 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

12 No?'. '21. - No. 2316 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND November, Slachtmaand . Zou er nog iemand zijn, die November bij dezen verouderden bijnaam noemt? Verouderd, omdat het feit, waarop hij berustte, dit is. Tegenwoordig is waarlijk November niet de Slachtmaand bij uit nemendheid. Dat sloeg op de particuliere wintervoorzicning, waartoe om dezen tijd van 't jaar twee varkens en een halve koe" geslacht, gepekeld en gedeeltelijk gerookt werden en, tot dit doel, de heele huishouding een paar dagen in een ruime keuken of achter huis in de weer was. Allicht gebeurt dit nog wel hier en daar, op afgelegen woonplaatsen; maar de bloeitijd van dit huiselijk bedrijf ligt in het verleden. Op het eind van de 18e eeuw werd het eens lang en breed berijmd door een dorpspredikant, in een bundel Zanglustige Verpoozingen." In twaalf coupletten uitte deze dichter zijn November-dankbaarheid voor de gaven Gods door 't zwijn." Poëtischer en van een ruimer standpunt werd November behandeld door 's mans Franschen tijdgenoot Fabre d' Eglantine, wien door zijn Regeering opgedragen was, een Republikeinschen Kalender saam te stellen. Deze hield zich hoofdzakelijk aan de te ver wachten weersgesteldheid. Een stuk van November deelde hij in bij Brumaire (Nevelmaarrd) en het andere stuk bij Primaire (Vorst- of rijpmaand) Vermoedelijk zullen wij van die beide natuurverschijnselen, mist en vorst, binnen kort wel ons deel krijgen. Allicht met nog een paar stormen op den koop toe. Dan komt de tijd aan van: Als 't buiten woedt" Gelukkig wie daar dan bij kan voegen: Is 't binnen zoet." In dit seizoen komen de huizen, met hun beschermend dak, terdege tot hun recht. En zijn het dan niet vooral de vrouwen, op wie de taak rust, het daar den bewoners aan genaam te maken? Naar lichaam en naar geest behagelijk? Wat de stoffelijke behaaglijkheid betreft, komt veel aan op geschikte, gelijkmatige verwarming; en voor het geestelijke, op een vreedzame, gezellige sfeer. Voorgrootstedelingen,die 't betalen kunnen, doet zich thans meer en meer de gelegenheid tot leercursussen en publieke vermakelijk heden van allerlei aard op. Daartusschen door echter blijft een avond van huislijke gezelligheid altijd een weldaad. En vooral voor wie of om bezuiniging, f door afgelegenheidvanwoonplaats daarop zijn aangewezen, is het geraden zich er nu met lust en liefde op toe te leggen. Wat dat wonen op zeer afgelegen plaatsen aangaat ik kan in dit opzicht uit jeugd ervaringspreken! och, dat is niet zoo be. klagenswaardig als het soms aan stedelingen toeschijnt. En het behoeft ook niet te schaden aan iemands intellectuecle ontwikkeling. Integendeel, het is een goede aanleiding om uit zich zelf te halen water in zit. Mits men dat eerlijk wil. Boven de dagelijksche beslommelingen uit, reserveere men steeds de noodige kracht tot lektuur: liefst gezamenlijk, hetzij onder huisgenooten alleen, of met buren of vrienden er bij. Wie, buiten wonend, 's winters, zij het op nog zoo bescheiden voet, met een minimum van omslag, lees- of muziekavonden weet te organiseeren, zal daarvan in den regel vol doening beleven. Want die brengt iets tot stand, wat anderen ook wel wenschen, maar zonder tot aanpakken te komen. En wie dan, tusschcn zulke literaire en artistieke genoegens, in November zich te goed doet aan ham, spek, worst en hoofdkaas, moge daarvoor even dankbaar zijn als wijlen de auteur der Zanglustige Verpoo zingen", doch zonder zich geroepen te ge voelen die dankbaarheid in details te berijmen. G E E R T R U I D A C A I) t; 1. S K N .14. ..MMMIIIIIIIII Haagsch Kunstleven DE VERZOEKING VAN BOEDDHA. Ter viering van het 100-jarig bestaan der concertvereeniging Diligentia" te 'sGravenhage,zijn aldaar twee concerten ge ge ven,gewijd aan werken van Nederlandsche componisten. Op het eerste concert werden, behalve de eerste uitvoering van bovengenoemd werk, IIIIIIHIIMIIIIII DRIE DWERGJES In den killen Novembennorgen, nog een uur voor zons-opgang, zingen de winterkoninkjes om het huis, dat het davert. Er zijn er maar drie en zij zmg'jn afwisselend of tegelijk, al naar het uitvalt, het volle winterkoninglied met al zijn overhaaste staccato's, zijn roffels en trillers, zijn onover troffen bravour. Volgens Eliot Howard zou al die extase, al dat geschutter vooral in dezen tijd niet anders beteekenen dan zoo ongeveer: ,,je suis, j'y reste," een pro clamatie van in bezit nemen, een waar schuwing tegen indringers. Een paar dagen geleden kwamen er wer kelijk indringers. Toen had ik opeens een tiental winterkoningen in den tuin Tl RUIDI ?:-1 Hofleverancier - Amsterdam ULVEISTIUTai -:- KIL UHSPÜTO 3 TEL. NOS. 2040-1881 - TEL. No. 1793 Zuid KOUOF EN WAR M F SCHOTELS Teekening voor de Amsterdammer" van B. van Vlijmen IIIIIHIIMIIIII1I II ? Illlllllllllll II uitgevoerd: Ouverture bij De Vogels" van Aristophanes van Diepenbrock, Ouverture Cyrano de Bergerac" van Wagenaar, en Boertige Suite" van J. Röntgen. Deze composities genoten alle eene schitterende vertolking; en, door den feest-avond", was er eene sfeer van bloemen, kransen, ver sierd podium, speechen, overvolle zaal met juichende menschen. Daar pasten eene champagne^achtige" ouverture als die van Wagenaar, de leuke Boerenliedjes" van Röntgen, keurig door het orchest gespeeld, maar.... hoe vreemd was daar de teere mu ziek van den Boeddha-wordende", op den laatsten avond van zijne beproeving, gedu rende zeven jaren," vór zijn opgaan in het Nirvana." Zooals het kleine strijk-orchest, met 2 harpen en celesta, en het kleine vrouwen koor niet recht uitkwamen in deze groote ruimte.zoo ijl klonken daar de reine Boeddha motieven," zoo konden zij niet het hart doordringen, evenmin als eertijds Debussy's droomtonen aan den vleugel in deze zaal het publiek konden bereiken. En evenals de eenvoud van deze fijne klanken, bleef ook de gedachte, die daaraan ten gronde lag, den menschen voor 't meerendeel vreemd: het ontstaan van een toestand, waarin al het menschelijke is afgestorven, waarin geen verlangen heerscht dan zich Op te lossen in het Nirvana", een toestand van volkomen harmonie. Zoo stuiten alle verzoekingen" waarin Mara (de duivel) den heilige" omgeeft, af op diens volkomen ongevoeligheid," en kan men dus deze aanvallen nauwlijks verzoekingen" noemen. De componist heeft deze gevoelens met zijne gewone meesterlijke behandeling der stof naar waarheid weergegeven. Het Boedd ha-motief, dat het werk beheerscht, is rust gevend, hartstocht-loos, en dus in bleeke, stille kleuren geteekend. Het forsch dreu nende Mara-motief", met zijne onrustige syncopen, kan geen dramatisch effect bij ons bereiken, daar zijne kracht afstuit op den, in gevoellooze sfeer levende, waardoor ook de grootste verzoeking: Yosjoctara, in de gestalte van zijne vrouw, hem zijn zoon brengend, welke scène overtuigend door Tilly Koenen gezongen werd, ons niet den innerlijken strijd kan doen voelen, die er dan ook bij den Boeddha niet meer is. Waar de tekst zich daartoe leent, schildert de componist prachtig de verrukking der Oostersche nachten: ,,'n Stille nacht vol schoonheid, millioenen sterren flonkerden aan den hemel, en onder den Boom der Wijs heid zat de Heilige, peinzend over de smarten der aarde".... in stille, ontroerende tonen wordt dit door violen en harpen geschetst, Een keur van delicieuse St Nico'aas Geschenken SIPKES' FIJNSTE DESSERTWERKEN. Sipkes' Geconfijte Vruchten Sipkes' Borstplaat Sipkes' Fondants Sipkes' Drops Sipkes' Marsepein Sipkes' Vruchtenpates . . . Sipkes' Frambozenkoekjes. zijn verkrijgbaar in lu.xekistjes bi] alle winkeliers in fijne consumptie-artikelen. Fabrikaute: f Sipkes'Jamfabrkk Haarlem * =^-^?= HOFLFVEKANCiKKj. = -' S alhance franchise," in den Haag, eene con férence over Le Passéde la France, a travers sez refrains" (het verleden vanFrankrijk, door zijne liedjes.) Een avond vol geest, charme vroohjkheid en distinctie, waarin wij het beste van Frankrijks leuke liedjes, toegelicht en begeleid door Lucien de Plaque, en al Ierbekoorlijkst gezongen en voorgedragen door Mad. Jane Sempe ten gehoore kregen. Aan de liedjes ging een rede vooraf, door den conférencier gehouden, waarin geheel het ver leden van Frankrijk, door zijne liedjes, naar ons herleefde. Zoo kregen wij historische politieke, satirieke liedjes, chansons d'amour uit de 12de tot de 19de eeuw, met veel charme gezongen door Mad. Tempé, en met groote aantrekkelijkheid van eene geïmproviseerde begeleiding voorzien door M. de Plaque: De conférenciei'sprak over Henriette d' Augeoille, die de liedjes uit haar tijd bijeenbracht, over Le caveau" en zijne zangers en dichters, over la Reine Horheuse", en de romancen uit dien tijd, die onze grootouders zongen, over Béranger en Desaugiers. Zoo kregen wij beelden van typisch fransch leven: Paris a cinq heures du matin" (Descuigiers) zeer rad voorgedragen, de aardige Roule a tncater" (Veillée d'une petite ville"), het ontroerende la Grand m ere" van Béranger, en diens populair liedje: Le Roi d'Huctöt", het bekende: Le beau Dunois" (door ko ningin Hortense getoonzet, en niet het minst charmante: ..Malbrough," allergeestigst door den componist begeleid, en door de diseuse" gezongen. Liedjes als: Nous tions dix fillez a marier," het droeve Pauvre Jacque, Le Roi Dagobert, La sans-gene," en het lief lijke : Verduronette," het was een avond, die ons, in dezen zwaren, tragischen tijd, het verrukkelijke van Frankrijks geest bracht. Wij hopen de beide artisten spoedig hier terug te mogen zien. M A K I E B E K D E N I S V A N B E R I. E K O M 111 ""immuun mum m, ,,im mi i mum Boekbespreking Leopoldine Konstantin De Duitsche tooneelspeelster, die in de af geloopen week met succes in den Hollandschen Schouwburg te Amsterdam optrad, poseerde voor onzen teekenaar in het costuum dat zij in Die Tanzerin" droeg; zij was zoo welwillend de teekening te signeeren. iillllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII en men moet de kunst van den toondichter bewonderen, waar hij met enkele, korte middelen een gansche, betooverende wereld voor ons oproepen kan. Zoo, na de laatste verzoeking" de indruk wekkend gezongen woorden van Boeddha, zonder begeleiding: Geen Goden en geen menschen staan mij bij ! Mijn zelf is mijn zelf tot schild." Hier zet de cello expressivo een melodie vol uitdrukking in uit de laagte opstijgend, en, in een prachtigen weeken overgang naar E mineur, zingt de verteller" op harpenklanken: Een stilte volgde, een stilte vol geheim. De maan zond weer haar glans over de aarde uit, en in de schaduw van den Boom zat, als omgeven door 'n krans van licht, de Boddisatwa in gepeins".... hier omgeeft ons, in heerlijke overgangen, het maanlicht, en klinkt het Boeddha-motief, zacht in de hoogte. Dan, nadat Mara zijne laatste pijlen vruchteloos afgeschoten heeft, schijnen lichte klanken, bij de woorden: maar onder den zacht lichtend wordenden Boom der wijsheid, vielen de pijlen als geu rende rozen neer en ongedeerd bleef de Ver nietiger des Boozen." En als de Heilige ver heerlijkt opstaat, zijne laatste woorden sprekend, terwijl het Boeddha-motief voort durend klinkt: Uitgedoofd is het verlangen en bereikt Nirvana," wordt de stilte hoorbaar in de zachte tonen van het Boeddha-motief," ppp, in de diepte klinkend. Helder en licht is dan de schildering van den paradijs-achtigen toestand op aarde: zaagt gij ooit schoonev dag?" En bij den Boom der Wijsheid stond de verlichte, en keek met stillen lach de we reld in." Het Boeddha-motief klinkt, zacht, legato, in het ijle verzinkend, eene groote rust gevend !.... Moge dit verheven werk, uitgevoerd in 'n passender omgeving, tot vele harten spre ken, en zoo het doel van den componist: het tot zich zelf inkeeren van den inensch door rust en eenvoud, meer en meer kunnen bereikt worden. Deze artisten zaten voor de leden der Zwarte Mees en dat was een krakeel en geschettcr van b'jlang. Er was zeker in den nacht een trektroepje aangekomen en nu wilden die vreem delingen wel een dag hier toeven in de be schutting van meidoorn en klimop en van de groote wilde hondsroos, die met haar overgebogen takken een veilige, doornige, dichte kooi vormt over een paar vierkante meters voedse-lrijkcn tmngrond. In die kooi waren nu soms vier of vijf winterkoningen tegelijk aan het vechten. Wat een prachtige vogeltjes toch, met hun dambordteekening van bruin en zwart, het fijne bekje en den staart, die veel geprezen is om zijn beweeglijk heid, maar lang niet genoeg om zijn prachtig bruinroode kleur. Die kun je niet bewon deren aan een museumbeest, maar wel aan het levende dier in de winterzon en dan wisselt dat rood van intensiteit, al naar het invallen van het licht. Mettertijd zijn die indringers weer verder getogen en de drie buren leven nu hun dagelijkschen sleur, die met zich brengt, dat ze een uur voor zonsopgang uitbundig gaan zingen. Op den dag zingen ze ook wel eens, vooral wanneer er een troep doorkomt van zwervende meezen, goudhaantjes, boomkruipertjes met een paar boomklevers of ook wel een enkelen specht.De winterkoninkjes gaan dan graag een eindje met den troep mee en dat doe ik ook wel eens, want zoo'n bonte en jolige bende is goed gezelschap. Vanmorgen was ik zoo terechtgekomen in een sparreboschje met de achterhoede van goudhaantjes, die daar altijd graag een beetje langer toeven. Ze riepen elkaar toe met hooge gilletjes, onophoudelijk, nu fluis terend en miespcrend, dan met krachtig crescendo als van schrik of drift. Dan op eens gaan de lokkreten over in een dansend rythine. snel en vroolijk en trippelend, alsof het April was. Op het naaldenvlocrtje aan het eind van een zijtak van een jong sparretje hebben er twee hun dansplaats. Het wijfje doet of ze spinneneicrcn zoekt tusschen de sparrenaalden en spreekt huishoudelijke taal. Het mannetje danst om haar heen met trillende vleugeltjes en raaskalt van allerlei en geeft daartusschen allerlei brokstukjes van het naaldfijne liefdeliedje uit de lente. Alles trilt aan hem, tot de veertjes van zijn kop toe, zoodat de heldergele streep op het midden van den schedel breeder wordt en telkens weer versmalt. Onder al de liefdesgrimassen der driftige vogels neemt deze goudhaantjesdans een zeer bijzondere plaats in: het kleine, volmaakt gevormde vogeltje, de teere dofgroene en grijze tinten van de vlossige veeren van romp en staart, de felle kleurtjes van zwart en geel aan den kop, het rusteloos beweeg, de houdingen van hartstocht en adoratie en dat alles op het frissche sparregrocn met in het rond de gou den eiken van den herfst eu hoog in de lucht de cohorten van trekkende kauwtjcs c n kraaien, die in statige wervelvluchten Goudhaantje zuidwaarts zweven. Want het is de laatste dag van October, de groote volksverhuizing der vogels is nog in vollen gang, millioenen volbrengen den grooten,gevaarlijken tocht.Ook millioenen van goudhaantjes en al reizende en trekkende vinden deze twee nog gelegen heid voor hun fijn en sierlijk liefdespel in den sparretop, herinnerend aan Andifax en Hoe-heet-7.e-ook-wecr bij de Hunnen. Het duurde maar een paar minuten en ik trof het bijzonder, dat ik er zoo juist op af kwam en dat ze dansten in dat lage sparretje, onbevreesd, zooals deze goudhaantjes doen, want ik stond er zoo dichtbij, dat ik ze haast met de hand kon grijpen. En telkens als ik nu, en clat gebeurt dikwijls, de eenvou dige rechtlijnige lokgilletjes hoor overgaan in dat drukke gebabbel, weet ik, dat ergens in de boonien een paar goudhaantjes hun herfstreis afwisselen met lentespel. Niet alleen goudhaantjes doen dat, haast alle soorten van vogels voelen in dezen tijd de lente al in hun botjes en in het millioenenleger der trekkers is de groepeering waarschijnlijk nog dikwijls gezinsgewijzc maar toch ook al wel twee aan twee en dat wel veel vaker, dan men denkt. Iedereen kent een winterkoninkje en goud haantje. Ik zou nog wel graag even de aan dacht willen vragen voor een derde dwergje, dat in den zomer het meest te ontmoeten valt in de naaldbosschen beoosten de Vecht en bezuiden de Waal, maar dat in den winter overal komt rondzwerven. Dat is de zwarte mees, de Duitschers noemen haar Taniienmeise, de Franschen petite charbonnicre de Engelschen coal-tit; die noemen hun koolmees great tit. Ons vogeltje lijkt niet veel op een koolmees, het is veel kleiner, heeft geen geel in de veeren, geen zwart op 't midden van de borst. Het duideGOBELINSTOFFEN 13O cM. breed va^af f 61O per Meter. HiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiMiiiiiintn de eerste zijn, om te zeggen, dat niets gaat boven beschouwing van het kind zelf. Slechts in een enkel geval vond ik het omlijstingsraampje niet goed gelegd. Er komt o.a. een zeer fijn geschreven stukje van Nico van Suchtelen in voor overeen kinderjokkentje. Doch het stukje dat overgenomen is behan delt meer de gevoelens van den vader; liever hadden wij in dit geval de geschiedenis van het jokkentje gehoord. Doch, zooals reeds gezegd, is de keuze der pi.m. 250 fragmenten over het geheel zeer juist gedaan, het is geworden voor iederen ouder en opvoeder een interessant boek; en wij bewonderen de belezenheid van den schrijver, zijn geduld en zijn juist inzicht, al die frag menten tot een methodisch geheel te ver binden. J. RIEMEN s?R E u R s L A o Kinderkeimis uit de letterkunde, door B. J. Douwrcs. Uitgave H. ten Brink, Arnhem. 't Is een bekend spelletje voor kinderen en grooten, door middel van een klein houten raampje een enkel voorwerp op een plaat te omlijsten: wat treedt het dan naar voren, wat krijgt het een beteekenis. De heer Douwes nu is met zoo een raampje massa's boeken doorgegaan, en wat hij vond over kinderen, dat heeft hij omlijst. Geen ge makkelijk werkje, om juist altijd het goede stukje te kiezen. Het resultaat van zijn arbeid vinden wij in bovengenoemd werkje. Er bestaat in ons land reeds een dergelijk zeer belangrijk werk van den heer v. d. Molen, waarin groote letterkundige stukken be handeld worden. Hier zijn het kleine frag menten, gerangschikt naar den leeftijd der kinderen. De schrijver geeft het in de eerste plaats als een reeks voorbeelden bij zijn opvoedkundeboek voor leerlingen van kweek scholen en voor onderwijzers. Daar zal een dergelijk werkje ook het meest noodig zijn: de jonge kweekeling heeft niet de gelegenheid gehad, veel met kinderen om te gaan en zal hen vooral moeten leeren kennen uit de literatuur. Doch ook zooveel anderen, die met kinderen omgaan, zullen veel aan dit boekje hebben. Want wie heeft de gelegenheid, al die boeken door te lezen, waar "de schrijver een bloemlezing van geeft, en al zou iemand dit doen, zullen de voorbeelden hem dan zoo opvallen en bijblijven? De opvoedkunde, die spreekt van het kind" in het algemeen, heeft een beetje af gedaan. Wij zien ieder kind als een apart individu. En er kunnen nooit voorbeelden genoeg gegeven worden van verschillende uitingen van dat kleine menschje. Toch is literatuur over een kind niet hetzelfde als beschouwing van dat kind zelve. De schrijver moge nog zoo een goede waarnemer zijn, als hij het wezen van een kind weergeeft, heeft het toch, door hem, een verandering onder gaan. Altijd zal een gedeelte echt zijn, een gedeelte puur fantasie van den schrijver. 't Komt er maar op aan, hoc groot ieder ge deelte is. Zoo heeft b.v. het boekje Zette" van Paul en Victor Margueritte, waaruit hier enkele voorbeelden zijn aangehaald, mij nooit heel echt geleken, 't Is meer, zooals de schrijvers een kind willen zien, dan zuiver waarneming. Voor den jongsten leeftijd geeft een boek als b.v. Ruth's eerste levensjaar van Müicent W. Shinn, waaruit ik niets aantref, meer wetenschappelijk waargenomen gegevens. Doch de schrijver dezer bloemlezing zal zelf iimiiiiiiiiim»«mini imiiiiiiiiMfiiiiiiu Liedeke Ik zing er een liedje van liefde, Ik zing er een liedje van trouw, Dat liedje van reinheid en goedheid, Dat zing ik, mijn kind, slechts voor jou; Ik zing er van bloemen en vogels, Van de zon, die de aarde beschijnt; Van 't licht, dat daar zeker zal komen, Als het nachtelijk duister verdwijnt; n ik zing er dat liedje van schoonheid In een wereld zoo laag en banaal, Dat je gaaf in je hartje zult houden't Geloof aan een hoog ideaal! A. K i. E i N?v. D. L E Y VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK ,VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN KONINGINNEWEG 93, HAARLEM iiiiiiiiiniiiiiuiiiiiii iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiitniiiiim AUTOBANDEN «?«. O. PM. M. Time to Re-tire? (Buy FUk) Schitterende Kwaliteiten Lage Prijzen - Alom verk ijgbaar VOOR NEDERLAND N. y.RiMI lijkst is de zwarte mees"te' kennen aanTde verdeeling van zwart en wit aan keel en kop en nek; vooral de witte nekvlek geeft een kostelijk kenmerk. De geluiden van deze zwarte mees zijn even fijn als die van de goudhaantjes, misschien gemiddeld nog wat hooger, zij zingen een fijn liedje met klokjes heldere trillertjes, dat ge dezer dagen ook wel te hooren krijgt en dan zijn ze alweer getweeën, al dansen ze dan ook niet zoo uitbundig als de goudhaantjes .Ik heb ze wel eens op den grond zien spelen, want daar komen ze graag en dikwijls genoeg hebben ze er het nest. In dezen tijd zoekik om haar de plantages van zilversparren en Nordmannia's op, waar rijpe zaden op den grond liggen, want die eten ze heel graag. En een van de duizenden mooie landschappen, waar ik graag aan denk, is de donkere groep van zilversparren met op den grond een troep zwarte meezen, haar witte nekvlekken her en der springend, want het vogeltje zelf zie je dan haast niet. J A c. P. T u i j s s E iimmmi urn minimin u urn n iminiiimiimi uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiii N.V. Koninklijke Kweekerij ! UMOERHEIAT! I te DEDEMSVAART l i levert boven 10 Gulden I j FRANCO f | station van Bestemming. f iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii HiiiiiiiiiiiiimiiiitiiiiiiiiifiiiiuiiT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl