Historisch Archief 1877-1940
12 No?'. '21. - No. 2316
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
November, Slachtmaand .
Zou er nog iemand zijn, die November bij
dezen verouderden bijnaam noemt?
Verouderd, omdat het feit, waarop hij
berustte, dit is. Tegenwoordig is waarlijk
November niet de Slachtmaand bij uit
nemendheid. Dat sloeg op de particuliere
wintervoorzicning, waartoe om dezen tijd
van 't jaar twee varkens en een halve koe"
geslacht, gepekeld en gedeeltelijk gerookt
werden en, tot dit doel, de heele huishouding
een paar dagen in een ruime keuken of achter
huis in de weer was. Allicht gebeurt dit nog
wel hier en daar, op afgelegen woonplaatsen;
maar de bloeitijd van dit huiselijk bedrijf
ligt in het verleden. Op het eind van de 18e
eeuw werd het eens lang en breed berijmd door
een dorpspredikant, in een bundel
Zanglustige Verpoozingen." In twaalf coupletten
uitte deze dichter zijn November-dankbaarheid
voor de gaven Gods door 't zwijn."
Poëtischer en van een ruimer standpunt
werd November behandeld door 's mans
Franschen tijdgenoot Fabre d' Eglantine,
wien door zijn Regeering opgedragen was, een
Republikeinschen Kalender saam te stellen.
Deze hield zich hoofdzakelijk aan de te ver
wachten weersgesteldheid. Een stuk van
November deelde hij in bij Brumaire
(Nevelmaarrd) en het andere stuk bij Primaire
(Vorst- of rijpmaand)
Vermoedelijk zullen wij van die beide
natuurverschijnselen, mist en vorst, binnen
kort wel ons deel krijgen. Allicht met nog een
paar stormen op den koop toe.
Dan komt de tijd aan van: Als 't buiten
woedt" Gelukkig wie daar dan bij kan
voegen: Is 't binnen zoet."
In dit seizoen komen de huizen, met hun
beschermend dak, terdege tot hun recht.
En zijn het dan niet vooral de vrouwen, op
wie de taak rust, het daar den bewoners aan
genaam te maken? Naar lichaam en naar geest
behagelijk?
Wat de stoffelijke behaaglijkheid betreft,
komt veel aan op geschikte, gelijkmatige
verwarming; en voor het geestelijke, op een
vreedzame, gezellige sfeer.
Voorgrootstedelingen,die 't betalen kunnen,
doet zich thans meer en meer de gelegenheid
tot leercursussen en publieke vermakelijk
heden van allerlei aard op. Daartusschen
door echter blijft een avond van huislijke
gezelligheid altijd een weldaad. En vooral
voor wie of om bezuiniging, f door
afgelegenheidvanwoonplaats daarop zijn aangewezen,
is het geraden zich er nu met lust en liefde op
toe te leggen.
Wat dat wonen op zeer afgelegen plaatsen
aangaat ik kan in dit opzicht uit jeugd
ervaringspreken! och, dat is niet zoo
be. klagenswaardig als het soms aan stedelingen
toeschijnt. En het behoeft ook niet te schaden
aan iemands intellectuecle ontwikkeling.
Integendeel, het is een goede aanleiding om
uit zich zelf te halen water in zit. Mits men dat
eerlijk wil. Boven de dagelijksche
beslommelingen uit, reserveere men steeds de noodige
kracht tot lektuur: liefst gezamenlijk, hetzij
onder huisgenooten alleen, of met buren of
vrienden er bij.
Wie, buiten wonend, 's winters, zij het op
nog zoo bescheiden voet, met een minimum
van omslag, lees- of muziekavonden weet te
organiseeren, zal daarvan in den regel vol
doening beleven. Want die brengt iets tot
stand, wat anderen ook wel wenschen, maar
zonder tot aanpakken te komen.
En wie dan, tusschcn zulke literaire en
artistieke genoegens, in November zich te
goed doet aan ham, spek, worst en
hoofdkaas, moge daarvoor even dankbaar zijn als
wijlen de auteur der Zanglustige Verpoo
zingen", doch zonder zich geroepen te ge
voelen die dankbaarheid in details te berijmen.
G E E R T R U I D A C A I) t; 1. S K N
.14. ..MMMIIIIIIIII
Haagsch Kunstleven
DE VERZOEKING VAN BOEDDHA.
Ter viering van het 100-jarig bestaan der
concertvereeniging Diligentia" te
'sGravenhage,zijn aldaar twee concerten ge ge ven,gewijd
aan werken van Nederlandsche componisten.
Op het eerste concert werden, behalve de
eerste uitvoering van bovengenoemd werk,
IIIIIIHIIMIIIIII
DRIE DWERGJES
In den killen Novembennorgen, nog een
uur voor zons-opgang, zingen de
winterkoninkjes om het huis, dat het davert. Er
zijn er maar drie en zij zmg'jn afwisselend
of tegelijk, al naar het uitvalt, het volle
winterkoninglied met al zijn overhaaste
staccato's, zijn roffels en trillers, zijn onover
troffen bravour. Volgens Eliot Howard
zou al die extase, al dat geschutter vooral
in dezen tijd niet anders beteekenen dan
zoo ongeveer: ,,je suis, j'y reste," een pro
clamatie van in bezit nemen, een waar
schuwing tegen indringers.
Een paar dagen geleden kwamen er wer
kelijk indringers. Toen had ik opeens
een tiental winterkoningen in den tuin
Tl RUIDI ?:-1
Hofleverancier - Amsterdam
ULVEISTIUTai -:- KIL UHSPÜTO 3
TEL. NOS. 2040-1881 - TEL. No. 1793 Zuid
KOUOF EN WAR M F SCHOTELS
Teekening voor de Amsterdammer"
van B. van Vlijmen
IIIIIHIIMIIIII1I II ? Illlllllllllll II
uitgevoerd: Ouverture bij De Vogels" van
Aristophanes van Diepenbrock, Ouverture
Cyrano de Bergerac" van Wagenaar, en
Boertige Suite" van J. Röntgen. Deze
composities genoten alle eene schitterende
vertolking; en, door den feest-avond",
was er eene sfeer van bloemen, kransen, ver
sierd podium, speechen, overvolle zaal met
juichende menschen. Daar pasten eene
champagne^achtige" ouverture als die van
Wagenaar, de leuke Boerenliedjes" van
Röntgen, keurig door het orchest gespeeld,
maar.... hoe vreemd was daar de teere mu
ziek van den Boeddha-wordende", op den
laatsten avond van zijne beproeving, gedu
rende zeven jaren," vór zijn opgaan in
het Nirvana."
Zooals het kleine strijk-orchest, met 2
harpen en celesta, en het kleine vrouwen
koor niet recht uitkwamen in deze groote
ruimte.zoo ijl klonken daar de reine Boeddha
motieven," zoo konden zij niet het hart
doordringen, evenmin als eertijds Debussy's
droomtonen aan den vleugel in deze zaal
het publiek konden bereiken.
En evenals de eenvoud van deze fijne
klanken, bleef ook de gedachte, die daaraan
ten gronde lag, den menschen voor 't
meerendeel vreemd: het ontstaan van een toestand,
waarin al het menschelijke is afgestorven,
waarin geen verlangen heerscht dan zich
Op te lossen in het Nirvana", een toestand
van volkomen harmonie. Zoo stuiten alle
verzoekingen" waarin Mara (de duivel)
den heilige" omgeeft, af op diens volkomen
ongevoeligheid," en kan men dus deze
aanvallen nauwlijks verzoekingen" noemen.
De componist heeft deze gevoelens met
zijne gewone meesterlijke behandeling der
stof naar waarheid weergegeven. Het Boedd
ha-motief, dat het werk beheerscht, is rust
gevend, hartstocht-loos, en dus in bleeke,
stille kleuren geteekend. Het forsch dreu
nende Mara-motief", met zijne onrustige
syncopen, kan geen dramatisch effect bij
ons bereiken, daar zijne kracht afstuit op
den, in gevoellooze sfeer levende, waardoor
ook de grootste verzoeking: Yosjoctara, in
de gestalte van zijne vrouw, hem zijn zoon
brengend, welke scène overtuigend door
Tilly Koenen gezongen werd, ons niet den
innerlijken strijd kan doen voelen, die er dan
ook bij den Boeddha niet meer is.
Waar de tekst zich daartoe leent, schildert
de componist prachtig de verrukking der
Oostersche nachten: ,,'n Stille nacht vol
schoonheid, millioenen sterren flonkerden
aan den hemel, en onder den Boom der Wijs
heid zat de Heilige, peinzend over de smarten
der aarde".... in stille, ontroerende tonen
wordt dit door violen en harpen geschetst,
Een keur van delicieuse
St Nico'aas Geschenken
SIPKES'
FIJNSTE DESSERTWERKEN.
Sipkes' Geconfijte Vruchten
Sipkes' Borstplaat
Sipkes' Fondants
Sipkes' Drops
Sipkes' Marsepein
Sipkes' Vruchtenpates . . .
Sipkes' Frambozenkoekjes.
zijn verkrijgbaar in lu.xekistjes bi] alle
winkeliers in fijne consumptie-artikelen.
Fabrikaute: f
Sipkes'Jamfabrkk Haarlem *
=^-^?= HOFLFVEKANCiKKj. = -' S
alhance franchise," in den Haag, eene con
férence over Le Passéde la France, a travers
sez refrains" (het verleden vanFrankrijk, door
zijne liedjes.) Een avond vol geest, charme
vroohjkheid en distinctie, waarin wij het beste
van Frankrijks leuke liedjes, toegelicht en
begeleid door Lucien de Plaque, en al
Ierbekoorlijkst gezongen en voorgedragen door
Mad. Jane Sempe ten gehoore kregen. Aan
de liedjes ging een rede vooraf, door den
conférencier gehouden, waarin geheel het ver
leden van Frankrijk, door zijne liedjes, naar
ons herleefde. Zoo kregen wij historische
politieke, satirieke liedjes, chansons d'amour
uit de 12de tot de 19de eeuw, met veel charme
gezongen door Mad. Tempé, en met groote
aantrekkelijkheid van eene geïmproviseerde
begeleiding voorzien door M. de Plaque: De
conférenciei'sprak over Henriette d' Augeoille,
die de liedjes uit haar tijd bijeenbracht, over
Le caveau" en zijne zangers en dichters,
over la Reine Horheuse", en de romancen
uit dien tijd, die onze grootouders zongen,
over Béranger en Desaugiers. Zoo kregen wij
beelden van typisch fransch leven: Paris
a cinq heures du matin" (Descuigiers) zeer
rad voorgedragen, de aardige Roule a
tncater" (Veillée d'une petite ville"), het
ontroerende la Grand m ere" van Béranger,
en diens populair liedje: Le Roi d'Huctöt",
het bekende: Le beau Dunois" (door ko
ningin Hortense getoonzet, en niet het minst
charmante: ..Malbrough," allergeestigst door
den componist begeleid, en door de diseuse"
gezongen. Liedjes als: Nous tions dix fillez
a marier," het droeve Pauvre Jacque, Le
Roi Dagobert, La sans-gene," en het lief
lijke : Verduronette," het was een avond,
die ons, in dezen zwaren, tragischen tijd, het
verrukkelijke van Frankrijks geest bracht.
Wij hopen de beide artisten spoedig hier
terug te mogen zien.
M A K I E B E K D E N I S V A N B E R I. E K O M
111 ""immuun mum m, ,,im mi i mum
Boekbespreking
Leopoldine Konstantin
De Duitsche tooneelspeelster, die in de af
geloopen week met succes in den
Hollandschen Schouwburg te Amsterdam optrad,
poseerde voor onzen teekenaar in het
costuum dat zij in Die Tanzerin" droeg; zij
was zoo welwillend de teekening te signeeren.
iillllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
en men moet de kunst van den toondichter
bewonderen, waar hij met enkele, korte
middelen een gansche, betooverende wereld
voor ons oproepen kan.
Zoo, na de laatste verzoeking" de indruk
wekkend gezongen woorden van Boeddha,
zonder begeleiding: Geen Goden en geen
menschen staan mij bij ! Mijn zelf is mijn zelf
tot schild." Hier zet de cello expressivo een
melodie vol uitdrukking in uit de laagte
opstijgend, en, in een prachtigen weeken
overgang naar E mineur, zingt de verteller"
op harpenklanken: Een stilte volgde, een
stilte vol geheim. De maan zond weer haar
glans over de aarde uit, en in de schaduw
van den Boom zat, als omgeven door 'n krans
van licht, de Boddisatwa in gepeins".... hier
omgeeft ons, in heerlijke overgangen, het
maanlicht, en klinkt het Boeddha-motief,
zacht in de hoogte. Dan, nadat Mara zijne
laatste pijlen vruchteloos afgeschoten heeft,
schijnen lichte klanken, bij de woorden:
maar onder den zacht lichtend wordenden
Boom der wijsheid, vielen de pijlen als geu
rende rozen neer en ongedeerd bleef de Ver
nietiger des Boozen." En als de Heilige ver
heerlijkt opstaat, zijne laatste woorden
sprekend, terwijl het Boeddha-motief voort
durend klinkt: Uitgedoofd is het verlangen
en bereikt Nirvana," wordt de stilte hoorbaar
in de zachte tonen van het Boeddha-motief,"
ppp, in de diepte klinkend. Helder en licht is
dan de schildering van den paradijs-achtigen
toestand op aarde: zaagt gij ooit schoonev
dag?" En bij den Boom der Wijsheid stond
de verlichte, en keek met stillen lach de we
reld in." Het Boeddha-motief klinkt, zacht,
legato, in het ijle verzinkend, eene groote
rust gevend !....
Moge dit verheven werk, uitgevoerd in
'n passender omgeving, tot vele harten spre
ken, en zoo het doel van den componist:
het tot zich zelf inkeeren van den inensch
door rust en eenvoud, meer en meer kunnen
bereikt worden.
Deze artisten zaten voor de leden der
Zwarte Mees
en dat was een krakeel en geschettcr van
b'jlang. Er was zeker in den nacht een
trektroepje aangekomen en nu wilden die vreem
delingen wel een dag hier toeven in de be
schutting van meidoorn en klimop en van
de groote wilde hondsroos, die met haar
overgebogen takken een veilige, doornige,
dichte kooi vormt over een paar vierkante
meters voedse-lrijkcn tmngrond. In die kooi
waren nu soms vier of vijf winterkoningen
tegelijk aan het vechten. Wat een prachtige
vogeltjes toch, met hun dambordteekening
van bruin en zwart, het fijne bekje en den
staart, die veel geprezen is om zijn beweeglijk
heid, maar lang niet genoeg om zijn prachtig
bruinroode kleur. Die kun je niet bewon
deren aan een museumbeest, maar wel
aan het levende dier in de winterzon en dan
wisselt dat rood van intensiteit, al naar het
invallen van het licht.
Mettertijd zijn die indringers weer verder
getogen en de drie buren leven nu hun
dagelijkschen sleur, die met zich brengt, dat ze
een uur voor zonsopgang uitbundig gaan
zingen. Op den dag zingen ze ook wel eens,
vooral wanneer er een troep doorkomt van
zwervende meezen, goudhaantjes,
boomkruipertjes met een paar boomklevers of
ook wel een enkelen specht.De
winterkoninkjes gaan dan graag een eindje met den troep
mee en dat doe ik ook wel eens, want zoo'n
bonte en jolige bende is goed gezelschap.
Vanmorgen was ik zoo terechtgekomen in
een sparreboschje met de achterhoede van
goudhaantjes, die daar altijd graag een
beetje langer toeven. Ze riepen elkaar toe
met hooge gilletjes, onophoudelijk, nu fluis
terend en miespcrend, dan met krachtig
crescendo als van schrik of drift. Dan op
eens gaan de lokkreten over in een dansend
rythine. snel en vroolijk en trippelend, alsof
het April was. Op het naaldenvlocrtje aan
het eind van een zijtak van een jong sparretje
hebben er twee hun dansplaats. Het wijfje
doet of ze spinneneicrcn zoekt tusschen de
sparrenaalden en spreekt huishoudelijke taal.
Het mannetje danst om haar heen met
trillende vleugeltjes en raaskalt van allerlei
en geeft daartusschen allerlei brokstukjes
van het naaldfijne liefdeliedje uit de lente.
Alles trilt aan hem, tot de veertjes van zijn
kop toe, zoodat de heldergele streep op het
midden van den schedel breeder wordt en
telkens weer versmalt. Onder al de
liefdesgrimassen der driftige vogels neemt deze
goudhaantjesdans een zeer bijzondere plaats
in: het kleine, volmaakt gevormde vogeltje,
de teere dofgroene en grijze tinten van de
vlossige veeren van romp en staart, de felle
kleurtjes van zwart en geel aan den kop,
het rusteloos beweeg, de houdingen van
hartstocht en adoratie en dat alles op het
frissche sparregrocn met in het rond de gou
den eiken van den herfst eu hoog in de
lucht de cohorten van trekkende kauwtjcs
c n kraaien, die in statige wervelvluchten
Goudhaantje
zuidwaarts zweven. Want het is de laatste
dag van October, de groote volksverhuizing
der vogels is nog in vollen gang, millioenen
volbrengen den grooten,gevaarlijken tocht.Ook
millioenen van goudhaantjes en al reizende
en trekkende vinden deze twee nog gelegen
heid voor hun fijn en sierlijk liefdespel in
den sparretop, herinnerend aan Andifax en
Hoe-heet-7.e-ook-wecr bij de Hunnen. Het
duurde maar een paar minuten en ik trof
het bijzonder, dat ik er zoo juist op af kwam
en dat ze dansten in dat lage sparretje,
onbevreesd, zooals deze goudhaantjes doen,
want ik stond er zoo dichtbij, dat ik ze
haast met de hand kon grijpen. En telkens
als ik nu, en clat gebeurt dikwijls, de eenvou
dige rechtlijnige lokgilletjes hoor overgaan
in dat drukke gebabbel, weet ik, dat ergens
in de boonien een paar goudhaantjes hun
herfstreis afwisselen met lentespel. Niet alleen
goudhaantjes doen dat, haast alle soorten
van vogels voelen in dezen tijd de lente
al in hun botjes en in het millioenenleger
der trekkers is de groepeering waarschijnlijk
nog dikwijls gezinsgewijzc maar toch ook al
wel twee aan twee en dat wel veel vaker,
dan men denkt.
Iedereen kent een winterkoninkje en goud
haantje. Ik zou nog wel graag even de aan
dacht willen vragen voor een derde dwergje,
dat in den zomer het meest te ontmoeten
valt in de naaldbosschen beoosten de
Vecht en bezuiden de Waal, maar dat in
den winter overal komt rondzwerven. Dat
is de zwarte mees, de Duitschers noemen
haar Taniienmeise, de Franschen petite
charbonnicre de Engelschen coal-tit; die
noemen hun koolmees great tit. Ons vogeltje
lijkt niet veel op een koolmees, het is veel
kleiner, heeft geen geel in de veeren, geen
zwart op 't midden van de borst. Het
duideGOBELINSTOFFEN
13O cM. breed
va^af f 61O per Meter.
HiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiMiiiiiintn
de eerste zijn, om te zeggen, dat niets gaat
boven beschouwing van het kind zelf.
Slechts in een enkel geval vond ik het
omlijstingsraampje niet goed gelegd. Er komt
o.a. een zeer fijn geschreven stukje van Nico
van Suchtelen in voor overeen kinderjokkentje.
Doch het stukje dat overgenomen is behan
delt meer de gevoelens van den vader; liever
hadden wij in dit geval de geschiedenis van
het jokkentje gehoord.
Doch, zooals reeds gezegd, is de keuze der
pi.m. 250 fragmenten over het geheel zeer juist
gedaan, het is geworden voor iederen ouder
en opvoeder een interessant boek; en wij
bewonderen de belezenheid van den schrijver,
zijn geduld en zijn juist inzicht, al die frag
menten tot een methodisch geheel te ver
binden.
J. RIEMEN s?R E u R s L A o
Kinderkeimis uit de letterkunde, door
B. J. Douwrcs. Uitgave H. ten Brink,
Arnhem.
't Is een bekend spelletje voor kinderen
en grooten, door middel van een klein houten
raampje een enkel voorwerp op een plaat
te omlijsten: wat treedt het dan naar voren,
wat krijgt het een beteekenis.
De heer Douwes nu is met zoo een raampje
massa's boeken doorgegaan, en wat hij vond
over kinderen, dat heeft hij omlijst. Geen ge
makkelijk werkje, om juist altijd het goede
stukje te kiezen. Het resultaat van zijn arbeid
vinden wij in bovengenoemd werkje.
Er bestaat in ons land reeds een dergelijk
zeer belangrijk werk van den heer v. d. Molen,
waarin groote letterkundige stukken be
handeld worden. Hier zijn het kleine frag
menten, gerangschikt naar den leeftijd der
kinderen. De schrijver geeft het in de eerste
plaats als een reeks voorbeelden bij zijn
opvoedkundeboek voor leerlingen van kweek
scholen en voor onderwijzers. Daar zal een
dergelijk werkje ook het meest noodig zijn:
de jonge kweekeling heeft niet de gelegenheid
gehad, veel met kinderen om te gaan en zal
hen vooral moeten leeren kennen uit de
literatuur. Doch ook zooveel anderen, die met
kinderen omgaan, zullen veel aan dit boekje
hebben. Want wie heeft de gelegenheid,
al die boeken door te lezen, waar "de schrijver
een bloemlezing van geeft, en al zou iemand
dit doen, zullen de voorbeelden hem dan zoo
opvallen en bijblijven?
De opvoedkunde, die spreekt van het
kind" in het algemeen, heeft een beetje af
gedaan. Wij zien ieder kind als een apart
individu. En er kunnen nooit voorbeelden
genoeg gegeven worden van verschillende
uitingen van dat kleine menschje. Toch is
literatuur over een kind niet hetzelfde als
beschouwing van dat kind zelve. De schrijver
moge nog zoo een goede waarnemer zijn, als
hij het wezen van een kind weergeeft, heeft
het toch, door hem, een verandering onder
gaan. Altijd zal een gedeelte echt zijn, een
gedeelte puur fantasie van den schrijver.
't Komt er maar op aan, hoc groot ieder ge
deelte is.
Zoo heeft b.v. het boekje Zette" van Paul
en Victor Margueritte, waaruit hier enkele
voorbeelden zijn aangehaald, mij nooit heel
echt geleken, 't Is meer, zooals de schrijvers
een kind willen zien, dan zuiver waarneming.
Voor den jongsten leeftijd geeft een boek als
b.v. Ruth's eerste levensjaar van Müicent
W. Shinn, waaruit ik niets aantref, meer
wetenschappelijk waargenomen gegevens.
Doch de schrijver dezer bloemlezing zal zelf
iimiiiiiiiiim»«mini
imiiiiiiiiMfiiiiiiu
Liedeke
Ik zing er een liedje van liefde,
Ik zing er een liedje van trouw,
Dat liedje van reinheid en goedheid,
Dat zing ik, mijn kind, slechts voor jou;
Ik zing er van bloemen en vogels,
Van de zon, die de aarde beschijnt;
Van 't licht, dat daar zeker zal komen,
Als het nachtelijk duister verdwijnt;
n ik zing er dat liedje van schoonheid
In een wereld zoo laag en banaal,
Dat je gaaf in je hartje zult
houden't Geloof aan een hoog ideaal!
A. K i. E i N?v. D. L E Y
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK
,VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN
KONINGINNEWEG 93, HAARLEM
iiiiiiiiiniiiiiuiiiiiii
iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiitniiiiim
AUTOBANDEN
«?«. O. PM. M.
Time to Re-tire?
(Buy FUk)
Schitterende Kwaliteiten
Lage Prijzen - Alom verk ijgbaar
VOOR NEDERLAND
N. y.RiMI
lijkst is de zwarte mees"te' kennen aanTde
verdeeling van zwart en wit aan keel en kop
en nek; vooral de witte nekvlek geeft een
kostelijk kenmerk. De geluiden van deze
zwarte mees zijn even fijn als die van de
goudhaantjes, misschien gemiddeld nog wat
hooger, zij zingen een fijn liedje met klokjes
heldere trillertjes, dat ge dezer dagen ook wel
te hooren krijgt en dan zijn ze alweer getweeën,
al dansen ze dan ook niet zoo uitbundig als
de goudhaantjes .Ik heb ze wel eens op den
grond zien spelen, want daar komen ze graag
en dikwijls genoeg hebben ze er het nest.
In dezen tijd zoekik om haar de plantages van
zilversparren en Nordmannia's op, waar rijpe
zaden op den grond liggen, want die eten ze
heel graag. En een van de duizenden mooie
landschappen, waar ik graag aan denk, is de
donkere groep van zilversparren met op den
grond een troep zwarte meezen, haar witte
nekvlekken her en der springend, want het
vogeltje zelf zie je dan haast niet.
J A c. P. T u i j s s E
iimmmi urn minimin u urn n iminiiimiimi
uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiii
N.V. Koninklijke Kweekerij !
UMOERHEIAT!
I te DEDEMSVAART l
i levert boven 10 Gulden I
j FRANCO f
| station van Bestemming. f
iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii HiiiiiiiiiiiiimiiiitiiiiiiiiifiiiiuiiT