De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 19 november pagina 5

19 november 1921 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

19 Nov. '21. No. 2317 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BIJKOMSTIGHEDEN l. (Het is ons aangenaam te kunnen berichten, dat Mejuffr. Annie Salomons voortaan geregeld aan ons blad zal mede werken. Red.) Neen, schrikt u maar niet, omdat alweer" een vrouw alweer" een nieuwe rubriek opent: ik kom niet, omdat ik meen iets te hervormen, te verbeteren, te leeren of te verbieden te hebben; ik ben er diep van doordrongen, dat de man bedoeld is als de leidende geest, de wegbereider, en de vrouw als het behoudende element, het verzorgende, het bindende; ik ?weet, dat de man het geheel ziet; dat hij de abstracte ideeën denkt, terwijl de vrouw op de details let; en het concrete voorbeeld uitwerkt Een vrouw onthoudt een wereld revolutie aan den datum, waarop ze een paar nieuwe schoenen kocht; eeji vrouw ziet het dreigende bankroet van Duitschland onder den hoek van Wat zou je daar nu een koop jes kunnen halen!" Als de man bespiegelt over de neergaande lijn in de prijzen der zuivelproducten, heeft zij al gezien, dat je op den hoek Australische boter van ?1.40 kunt krijgen; maar als ze, op haar beurt den man nabespiegelen wil, en ook een eigen wijs gezicht trekt, en doet, alsof ze liever in de hooge politiek zweeft, dan de practische belangen voor de gemeenschap te behartigen, dan wordt-ze vervelend. Neen, ik wil me bij de bijkomstigheden" houden, die lieve bijkomstigheden, waareen man overheen kijkt; maar waar wij onze over tuigingen aan toetsen; die bijkomstigheden, die soms zoo belangrijk kunnen zijn, dat we den man, die daar bovenuit leeft, soms bijna zouden uitlachen, omdat hij daardoor niet vermoedt, wat wij allang hadden begrepen. Op het terrein der bijkomstigheden voelen wij ons superieur; is het dan maar niet beter -om op een klein veldje zorgeloos rond te grasduinen, dan opgeblazen en bnnoozel iets over het groote leven en de groote wereld in het midden te willen brengen? Daar is nu b.v. de liquidatie van den grooten oorlog: de horden van werkeloozen in alle landen, en het door-elkaar-raken van de waarde der verschillende valuta, zoodat het internationale ruilverkeer zoo onhar monisch gaat, als het loopen van een zwaarmank man Hemel, wat een problemen, en die arme, arme hersens, die trachten moe ten daar weer eenigszins bevredigende op lossingen voor te vinden! Maar nu is er een heel klein onderdeeltje, een onbelangrijke bijkomstigheid, als u wilt, en daar heeft juist mijn aandacht zich gretig van meester gemaakt: dat zijn de ambte naren van de crisisbureaux, van de pass nmartelkamers, die jaren-lang over ons heb ben geheerscht als absolute tyrannen, van wier goedgunstigheid het geluk van ons leven afhing, en die nu binnenkort aüen weer als gewone menschen door de straten zullen loopen, en net zoo goed rechts" zullen moeten houden, als de verkeersagent wijst, als welke andere burger ook.... Denkt u nogeens terug aan den tijd, (we vergeten zoo snel onze diepste vreugden) toen het bezoek van de kolendragers een evenement was, dat het heele gezin in de voorkamer samenbracht, om met verteederde 'oogen elke zak, die naar binnen werd gedragen, in bezit te nemen.. ( Toen dit najaar hun wagen voor de deur stilhield, bleef ik gewoon doorwerken; en het meisje beklaagde zich over hun vuile voeten !) Maar als die simpele uitvoerders-van-een-wil-van-boven toen al zówerden vereerd, hoe aanbiddend moeten we dan tot de godheid der distributie zelf hebben opgezien, al verborg hij zich onder de bescheiden gedaante van een langen jongen, die nog nauwelijks de H. B. S. was ontgroeid. Ik herinner me, als een van de belangrijkste dagen in mijn leven, nog den mooien herfstmorgen, dat ik hem in zijn somber bureau /7 V ging bezoeken, om een extra-rantsoen Teekening voor ,.De Amsterdammer" van B. van Vlijmen schilderij is, gelukkig, zonder te veel ?,. m>?.?..i,!,,..*,,,, f *?K?,I?I?K, afleidend détail gebleven. De lijn tegen de lucht is groot (de lucht zelve met de maan is teederrijk); vór het donkere deel van den achtergrond beweegt zich de Rattenvanger, meteen waaiende lap om, met een witten nauwsluitenden broek, met op den grond de optocht, gedwongen door het spel en bedwongen door het spel, van de ratten. Een andere eigenschap hier te waardeeren, is, dat zonder veel vorm schijnbaar, de' donkere partij waarvór de figuur heentrekt, aller lei insinueert" Er is in deze poppenschilderijen, zooals ik schreef nog iets nieuws te constateeren. De poppen zijn meer menschelijk dan vroeger; ze treden meer in het leven. De vraag is te stellen: zal dat zoover gaan, dat ten slofte de poppeschilderes haar pop pen door menschen vervangt (ze deed het wel eens) of is het enkel een be wijs van innerlijke intensiteit? De schilderessen Jacoba Surie en A. van den Berg stellen tegelijk met Lizzy Ansingh werk bij Kleykamp ten toon. Van deze twee is Surie de meest for'sche, Van den Berg de meest .vrou welijke. Surie heeft stillevens en figuur (een ziek kind; een zelfportret) soms in een fleurige, soms in een meer in toom gehouden kleur. De kleur van Van den Berg is meer vrouwelijk, in derdaad; de bouw van het werk is niet altijd voldoende verzorgd; er zijn leege plekken. Een der innigste is het schilderij met het roode kistje en met den pot; te noemen is 'dat met het bal schoentje (om de witten) de Zinnia's om de kleurigheid. Mevrouw Woutersen-van Doesburgh's werk is het werk eener dame, die zich voor m'n werkkamer af te bedelen. Ik had me zorgvuldig voor de audiëntie gekleed, en stond in een lange rij wach tenden, die allen popelden van span ning Om geestelijk op de hoogte van het groote oogenblik te zijn, las ik in Dostojewski. De afwikkeling der gevallen ge schiedde meestal met bekwamen spoed: zóer in zóer uit geweigerd. En daardoor stond ik, nog maar nauwelijks voorbereid, plotseling voor den assistent van den almachtige, en verklaarde, dat ik cursussen prepareeren moest, en dat die cursussen hon derden menschen samenbrachten in n zaal, en dus het rijk zooveel gas en kolen van al die diverse huiska mers spaarden, dat het eenvoudig een kwestie van oeconomie was, mij aan m'n rust-om-te-werken te helpen. Ik moet ook artikelen schrijven," zei ik en passant; en toen keek de groote man van achter zijn bureau mij aan, en kwam naderbij; hij schreef k artikelen. Ik stelde me voor : hij kende m'n naam. Hij had zelfs weieens iets van me in een voetbalkrant ge lezen. We schudden elkaar de hand, en ik mocht gaan zitten. We spraken over den toestand"; het was met de kolen heel slecht; Duitschland kon niet leveren, Amerika lag' zoo ver, en ondertusschen vulde hij met een keurig handschrift een blauwe kaart voor me in, verontschuldigde zich nog even, dat hij me niet mér toe staan kon, en, na nóg eens handenschudden, begeleidde hij me naar de deur.... En terwijl ik, beduusd en overweldigd, de nog volle gang door liep, hoorde ik plotseling een plechtige stilte achter me aansuizen; alle menTOHANMA JUH/UNINA PLASSCHAERT HAAGSCH KUNSTLEVEN en vertwijfelde zielen, die in de gangen van ligt onder een gelen deken. Het Meisje, een vies passenbureau hun noodlot verbeidden? deze zieke, is niet erg braaf, en evenmin is de Als het jongetje zei: Ge moogt er niet in" dokter een exempel van openbare deugd; aanzag, dan waart ge den koning te rijk; maar dat gebeurde uiterst zelden. Want werk verwant aan Molière's inzicht. Het andere het pootje" is eveneens als anekdote de vreugde van het heerschen bestaat voor te zien, maar deze anekdote is opgelost in den onuitgegroeiden geest vooral .hierin: schilderkunst. Het gevaar van deze soort hondsch te kunnen zijn, zonder dat het on middellijk gestraft wordt. kunst is hier vermeden; ze is niet-litterair geworden, of litterair gebleven. Meer moraliWat moet er nu van dit ventje worden, als seerend in den gewonen zin van dat woord Mad. Jane Setnpéten gehoore kregen. Aan zijn geestelijke O.W. weer op is; als hem de is haar drankwinkel," een paraphrase,. de liedjes ging een rede vooraf, door den conmacht weer is ontnomen vlak voor den neus van een deftigen, ouden meneer de deur férencier gehouden, waarin geheel het ver leden van Frankrijk, door zijne liedjes, voor ons herleefde. Zoo kregen wij historische, politieke,satirieke liedjes,,,chansons d'amour" volgens haar inzicht, van de zaak Wijnand Fockink in Amsterdam. Naast de figuren dicht te gooien, of een juffrouw van de trap te (twee achter den toonbank, vier erbij, een duwen met het koninklijke woord: Ik heb weggaand) is hier de ruimte in het werk te gezegd: vijf te gelijk" Hij vindt zich waardeercn, en het stilleven van al de fles- uit de 12de tot de 19de eeuw, met veel charme i :* .u..:. =_ ^ .,.,.. ..M ...... ...... ,_ ........ .......... gezongen door Mad. Sempé, en met groote aantrekkelijkheid van eene geimproviseerde zeker niet van minder belang is dan d8 stem ming in de figuren.... Eerbetoon aan de overleden schilderes Thérèse Schwartze vindt ge in de groote, langwerpige ,,uitvaart", een stoet poppen, zich naar links bewegend, treurend, f het palet-dragend, f het pen seel rechtop houdend als een spies. Het werk is een geheel, waarin verscheidene partijen treffen, als zeer goede schilderkunst: de maskers, het muziekinstrument, enkele VIER SCHILDERESSEN (KLEYKAMP, DEN HAAG) der P°PPen> met de volledige stofuitdrukking. immers nooit meer thuis in de wereld, als hij schen, langs de muren opgeborgen. Er is in een gewone jongste bediende, of een gewone dit stilleven een stemming gebracht, die piccolo moet worden.... Zou deze zeer speciale " " ' kategorie van Kriegsbeschadigten" ook geen recht hebben op nationale ondersteuning? ANNIE SALOMONS SCHILDERENDE VROUWEN In deze stofuitdrukking vindt ge een der Twee dingen zijn dadelijk op te merken merkwaardigheden van dit toch romantische en diens populair liedje: Le Roi d'Yvetöt", bij de belangrijkste dezer vier schilderessen, talent. Het openbaarst is van de beste wer- het bekende: Le beau Danois" (door kobij Lizzy Ansingh. Het eene, en dat is niet nieuw, is dat zij alles wat haar in haar leven ken, dit romantische in den Rattenvanger", een figuur met rood haar, die veel keer in ningin Hortense getoonzet) en niet het minst charmante: ,,Malbrough," allergeestigst door overkomt (tenminste dat, wat haar innerlijk het werk van Lizzy Ansingh weerkeert. Het den componist begeleid, en door de diseuse" PRIMA KAPOKMATRAS 9O x 190 va "af f 31.5O iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiimniMi'. iiiiiiiirii gezongen. Liedjes als: Nous tions dix filles ' a marier," het droeve Pauvre Jacques," van Rousseau, Le Roi Dagobert, Lasans-gêne," en het lieflijke: Verduronette," hetwas een avond, die ons, in dezen zwaren, tragischen tijd, het verrukkelijke van Frankrijks geest bracht. Wij ? hopen de beide artisten spoedig hier terug te mogen zien. Als noot voor het eerste gedeelte van Haagsch Kunstleven stond oorspronkelijk ter aanvul ling van den titel De verzoekingvan Boeddha: Gedichtin Proza van Rient van Santen, Muziek van B. van den Sigtenhorst Meijer naar soli, vrouwenkoor, strijkorkest en celesta. M. BERDENIS v. BERLEKOM II IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIMIIII IIIIIIII1IIIIIIIII Eenzaamheid ansuzen; ae men- c 11 i net ma^en van miniaturen, schen weken opzij; ik keek om: daar Spraakleerares te Amsterdam v.erde deze week haar gouden jk schree{ bjjna oneerbiedig; den jd' stond de schincker alles goets" zélf jubileum ver-drijft. Maar laat ik met meer achter me, en glimlachte, en bood me ....... "" .......... ?«??????«m»........... ? ........ mm»..... ...... ? ..... mmm.mmmmnmi respect hier noteeren, dat ik niet tot de een boek: ik had in mijn consternatie Dosto- aakt) neerschrijft in haar schilderijen-met- werkelijke waardeering harer conterfeitsels jewski op de bureau-tafel achtergelaten ____ poppen. Deze voorstellingen krijgen daardoor kan komen, en tevens de vrees uitdrukken De portier groette me met verbaasd ontzag voor wie ze lezen kan, de kracht van een ver- dat ik niet zie, wanneer zulke waardeering omdat ik blijkbaar iets bizonders was. haal van haar leven. Natuurlijk worden bij zal komen. Maar nu we onze kachels weer zonder deze schilderes met phantasie de gebeurtebuitengewone démarches snorrende kunnen nissen niet getrouw-naar-het-uiterlijk weer houden, wat is er mr van den machthebber gegeven (wat beteekcnde anders haar vergeworden, die met zoo beminnelijken eenvoud, beeldingskracht?), maar zij worden verwerkt. zijn onvergelijkelijk belangrijke taak vervulde? Het Innerlijke, dat de gebeurtenissen voor En wat werd er van die andere potentaten, haar hadden, komt onomwonden uit haren die dikwijls heel wat minder nobel van hun ironischen, soms agressieven geest naar voren. vermogen om gelukkig of rampzalig te maken Een voorbeeld daarvan zijn de twee schilde- ________ gebruik maakten? Wie denkt in dit verband rijen met de zieke en met den zieke, die ,,de niet met een zeker leedvermaak, gemengd diagnose" heeten en het pootje". Beide . . met mededoogen, aan het potsierlijk hoog- werken zijn ontstaan na Lizzv Ansingh's 'n "et vorige nummer is m kolom drie moedige kereltje van een jaar of vijftien, dat operatie, en zij bevatten haar ironische of onderaan de ondertitel, voor het tweede gemet z'n mooi, onaandoenlijk gezicht, zijn agressieve beschouwingen over deze zieken, deelte, weggevallen. Zonder deze was het Schillerkraag en z'n bloote knieën, de schrik De eene is een vrouw, die in een ledikant ligt dfn volgende gedeelte onbegrijpelijk ; wij was van de arme, slaafs-onderdanige, getrapte met een korten vierkanten hemel, en de zieke plaatsen het thans in zijn geheel. De wind huilt klagend door de takken En rammelt aldoor aan mijn raam. De wind huilt en ik hoor in 't klagen Den heelen nacht alleen jouw naam. Mijn ziel weent in de lange nachten En weent den grijzen, grauwen dag. Ik zit maar stil en droef te wachten Tot ik je stem weer hooren mag. O u u s M. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. LUCIEN DE FLAGNY en JANE SEMP Deze Parijsche artisten gaven voor de leden dan was er geen hooger beroep mogelijk, beidenzijnze niet zonder een iets, dat erger der alliance frangaise," in den Haag, eene conAls het jongetje u met een goedgunstig oog is dan enkel ondeugend. Hierdoor wordt het férence over Le Passéde la France, a travers ses refrains" (het verleden vanFrankrijk, door zijne liedjes.) Een avond vol geest, charme, vroolijkheid en distinctie, waarin wij het beste van Frankrijks leuke liedjes, toegelicht en begeleid door Lucien de Flagny, en allerbekoorlijkst gezongen en voorgedragen door Een keur van delicieuse Si tiico'aas Geschenken begeleiding voorzien door M. de Flagny. De conférencier sprak over Henriette d'Angeville, die de liedjes uit haar tijd bijeenbracht, over Le caveau" en zijne zangers en dichters, over la Reine Hortense", en de romancen uit dien tijd, die onze grootouders zongen, over Béranger en Desaugiers. Zoo kregen wij beelden van typisch fransch leven: Paris a cinq heures du inatin" (Desaugiers), zeer rad voorgedragen, de aardige Roi.de a tricoter" (?Veillée d'une petite ville"), het ontroerende ,,la Grandmère" van Béranger, SIPKES' FIJNSTE DESSERTWERKEN. Sipkes' Geconfijte Vruchten Sipkes' Borstplaat Sipkes' Fondants Sipkes' Drops Sipkes' Marsepein Sipkes' Vruchtenpates . . . Sipkes' Frambozenkoekjes. rijn verkrijgbaar in luxekistjes bij alle winkeliers in fijne consumptie-artikelen. Fabrikante: Sipkes'Jamfabriek - Haarlem HOFLEVERANCIERS. «mimiiiimiiuiiiiiiiutiiiiiiiiiiiimirtiiiiiimuiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiu NATUURSGHOON Het ontwerp Boschwet bevat een bepaling dat bosschen onteigend kunnen worden wanneer dat wenschelijk is voor het behoud van natuurschoon. De juiste redactie heb ik op het oogenblik niet bij de hand. Deze bepaling komt dan in de plaats van den noodmaatregel van het kapverbod, dat in de laatste jaren over het algemeen zoo heilzaam heeft gewerkt en waaraan wij het te danken hebben, dat een paar van de mooiste boschlandschappen van Nederland nog juist onder den bijl vandaan geglipt zijn. Het was een noodmaatregel, zonder eenige voorbereiding en meestal wat dilet tantisch toegepast. Het kwam er maar on aan, of de een of andere liefhebber en kenner merkte dat mooie boomen of mooi bosch bedreigd werd. Die berichtte dat dan mid dellijk of onmiddellijk aan de Directie van het Staatsboschbeheer te Utrecht en dan was de zaak spoedig in orde, al«kwam dan soms het kapverbod pas, nadat een groot deel van het woud reeds was gevallen. Ook is nog al veel natuurschoon vernietigd zonder dat er een haan naar gekraaid heeft, want ons land heeft al veel bosschen en boom landschappen van groote schoonheid, die slechts bij weinigen bekend zijn. Als de Soerensche bosschen gekapt werden of indien men den Dassenberg ging ontwouden, dan zou er een kreet van veront waardiging opgaan door het heele land. De meeste Nederlanders kunnen zich niet voor stellen, dat men ooit zoo snood zou kunnen wezen, om de. Middachter Allee te vellen. Maar er zijn bosschen in ons land, die heel wat meer natuurschoon bieden, dan die Middachter Allee en waarvan men liet verlies niet zou voelen, omdat men ze niet kent. Wie van mijn geduldige lezers heeft wel eens rondgedoold in de bosschen van Vennevertloo? Zij behooren tot de schoonste n Kederland en zoo zijn er nog wel meer, vooral in den nog lang niet genoeg gewaardeerden Achter hoek van Gelderland langs de Duitsche grens. Vennevertloo is gelukkig ongerept gebleven, maar in den zomer van 1918 vonden wij vlak in de buurt langs een van de vele klare, kabbelende beken heerlijk beukenbosch in vollen bladerdos geveld. En niet alleen in Gelderland, maar ook in Twente, Brabant, Lim burg, Westerwolde zijn prachtige boschpartijen, die slechts bij en kelen bekend zijn, en die in de laatste jaren een zeer kwade kans hebben gehad. Dat zal nu allemaal vaster en veiliger worden, want indien het aangehaald artikel wet wordt, dan moeten de uitvoerders van die wet wel zeker een legger maken van de Nederlandsche bosschen, die van belang zijn om het natuurschoon. De toepassing van het kapverbod geeft mij de hoop, dat het begrip nog al ruim zal worden genomen, wat in zake van smaak wel altijd het veiligste is. Werkelijk schoone wouden hebben wij in Nederland maar zeer wei nig, maar er zijn er genoeg, die het bij een goede behandeling kun nen worden en die dan ook al heel aardig onder weg zijn. Sommige hellingwouden in Zuid-Limburg zijn onovertreffelijk en worden misschien alleen geëvenaard door enkele partijen uit de wouden van den Jansberg, Hoog Soeren, het Winterswijksche en het Dinkelland: gemengde bosschen van velerlei houtsoorten en van veler lei leeftijd, met rijken ondergroei van jong opgaand hout en heeftergewas en met een dichte en iiiiiimmmmHiiM MMIIII i iiiiiiiiiiiiuiiiii iiii.iiiiiiiiiiiiiiimiuiiiiiiiii m»miiiiiiiiiiiimiiiiiit dikke levende laag op den grond, waar niet alleen de mooie bloempjes van het bosch tieren, maar ook de lagere sporeplanten Natuurschoon in den Achterhoek (Uit de Levende Natuur) in al haar noodzakelijkcn overvloed aanwezig zijn. In zulke bosschen is ook plaats voot herten en reeën, voor vos en das en edel marter, voor eekhoorns en grootoogige slaapmuisjes, voor havik en boschuil en alle woudvogels, voor wecrschijnvlinder, ijsvogelvlinder en glasvleugelpijlstaarten en allerlei ander gedieite, dat ge buiten zulke gezegende plaatsen nooit te zien krijgt. Ge voelt, dat we van zulke bosschen er maar zeer weinig hebben, maar ze zijn er toch in Limburg en den Achterhoek en het is wel een inbreuk op het bezitrecht waard, om er meer zoo te krijgen. De heerlijkheid van zulke dingen kan ons" verheffen uit veel armoedige beslommering en de beschaafde Nederlander zal zich in het bezit van dergelijke bosschen wel even zeer verheugen als in zijn aandeel aan de Staalmeesters of het Straatje van Vermeer. Het feit, dat die mooie bosschen bestaan, pleit voor hun bezitters en wettigt het vermoeden, dat van ontei gening ook vooreerst geen sprake behoeft te zijn. De maatregel zal eerder toegepast moeten wor den op bosschen van den twee den rang, die door bekrompen behandeling niet tot volle ont wikkeling zijn gekomen, maar een goede belofte inhouden voor de toekomst. Tot deze categorie be hooren de meeste bosschen van den Veluwezoom. Er is nog een groepje, waarop ik de aandacht wil vestigen, n.l. de bosschen, die botanische merk waardigheden bevatten van den hoogstcn rang: het bosch van Appelscha, waar de Linnaea borealis groeit, de Drentsche en Westerwoldsche bosschen met de Ze\cnster en de Zweedsehe Kornoelje en de Bergbraarn. Sommige van deze bosschen zullen voor den mid delsoort tourist niet veel waarde hebben als natuuischoon". De ingewijde ziet ze echter met andere oogen en vindt in dit geval laag eiken kreupelhout, doorspekt met berk en den, wel even belangrijk, zoo niet belangrijker dan Spanderswoud of het Zeister bosch. Het zou met het oog op deze omstandigheid wel gewenscht zijn, dat het artikel geamendeerd werd en naast natuur schoon ook gewagen zou van wetenschap. Ieder zal zich van harte er over verheugen, dat de Staat nu misschien onze mooie bos schen zal kunnen behouden. Moge zij ook middelen vinden, om hetzelfde te doen voor beken en beemden, plassen, rivieroevers en de mooiste gedeelten van het wilde land schap van heiden en duinen, hooge en lage venen , al was het alleen maar, dat zij daar rekening mee hield bij het aanleggen van kanalen en wegen en bij het bevorderen van ontginningsplannen. Het is uit een oogpunt van natuurschoon wel eens gewenscht, dat sommige streken nu eens niet beboscht worden. J A C. P. T H IJ S S E. MiiiiiiiMiii»iiiiiiiiuimmiim»iiiiiuiiiiiiiiiiiiiimiiiim iiiiimiiiitiiiu UloERHEIJVrl l DEDEMSVAART | i Omstreeks 40 Hectaren met: | | Vaste planten | | Rozen f i Coniferen ; l Heesters | | Catalogus op aanvraag. l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl