De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 19 november pagina 8

19 november 1921 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 Nov. '21. No. 2317 Tien jaren geschiedenis van het Nederlandsche Bankwezen Ter beoordeeling ontving ik eene studie over het aan het hoofd dezes genoemd onder werp van de hand van Dr. Max de Vries. Het werk beoogt niet, eene volledige behan deling te geven van het Nederlandsch bank wezen, maar bepaalt.zich tot eene geschied kundige beschrijving van dat bankwezen in de jaren 1866?1876, toen het nog in zijne eeiste kinderjaren was. Als zoodanig heeft het groote waarde, omdat daarin met on miskenbare objectiviteit allerlei, in archie ven, brochures, tijdschrift- en couranten-ar tikels^ verspreide gegevens verzameld en geschift zijn, die goede 'diensten kunnen bei wijzen bij eene eventueele latere vollediger behandeling van het Nederlandsche bank wezen in het algemeen. Waar de schrijver niet pretendeert iets meer te geven en te hebben willen geven, mag het hem niet euvel geduid worden, dat zijn werk geen volmaakt beeld geeft van de ontwikkeling van ons bank wezen, dat juist in het tijdperk van nagenoeg een halve eeuw, volgende op de door hem behandelde tien jaren, eene zoo enorme uit breiding verkregen heeft en grootendeels van karakter veranderd is. Hetgeen hij mededeelt omtrent de wordings geschiedenis van instellingen, als de Twentsche Bank, Rotterdamsche Bank, Amsterdamsche Bank heeft ongetwijfeld historische waarde, maar van de beteekenis van ons bankwezen geeft het slechts een flauw begrip. Aan zijn zuiver geschied kundig overzicht heeft de schrijver nog een hoofdstuk vastgeknoopt over de Nederland sche conjunctuur gedurende het door hem behandelde tijdperk. Ofschoon ook daarin een groot aantal belangwekkende gegevens worden medegedeeld, komt het me toch voor, dat waar de schrijver zich een enkel maal waagt aan het maken van gevolgtrekkingen, hij daarin niet altijd gelukkig geslaagd is. En de oorzaak daarvan moet m .i. hoofdzakelijk gezocht worden in de omstandigheid, dat hij zich blijkbaar te veel heeft laten ieiden door de in dien tijd verschenen strijdschriften, die hij met groote nauwgezetheid doorgewor steld heeft, maar juist daardoor wellicht den ruimen blik verloren heeft voor de juiste waardeering van de groote veranderingen, die sedert het laatste vierendeel van de negen tiende eeuw hebben plaats gehad. Dat de schrijver zelf iets daarvan gevoeld heeft, maak ik op uit eene zinsnede in de inleiding van zijn boek, .waar hij schrijft: Wanneer dit geschrift aanleiding mocht zijn, voor den een of ander, die het behandelde tijdperk meegeleefd heeft, om zijn herinne ringen openbaar te maken en daardoor mis schien verkeerde gedachten over personen of zaken helpt terecht zetten, dan zouden wij het doel van ons geschrift ruimschoots bereikt achten." Hij zal het mij dan ook niet ten kwade duiden,wanneerikten aanzien van eene zaak verkeerde gedachten tracht recht te zetten, die niet alleen in het onderhavige werk, maar voortdurend ook door anderen werden , en ook thans nog tot uitdrukking worden gebracht. Ik bedoel nml. de beteekenis van de beleg gingvan het Nederlandsche kapitaal in Ame'rikaansche spoorwegobligaties. Zoo van iets, dan geldt hiervan het Calomniez, calomniez toujours, il en restera toujonrs quelque chosz. Dat bij het invoeren van Amerikaansche spoorweg-obligatiën aan de Amsterdamsche beurs in de 70er jaren groote ongerechtig heden zijn gepleegd, wie zal het ontkennen. Dat zich daaronder enkele soorten bevonden, die van huis uit met den naam van zwendelpapieren moesten bestempeld worden is helaas maar al te waar. Dat een aantal op goede grondslagen berustende ondernemingen door de crisis van 1873 m tijdelijke moeielijkheden geraakt zijn en hare obligatiën ge durende enkele jaren groote koersverliezen hebben aangewezen, is eveneens een niet te loochenen feit. Te bevreemden is het dan ook niet, dat zij, die in dien tijd belangrijke verliezen op hunne belegging in die fondsen zagen, in hunne verbittering op heftige' wijze te keer zijn gegaan tegen Amerikaansche waarden en de emittenten daarvan aan de Amsterdamsche beurs. Maar dat in het licht van het reeds enkele jaren later ingetreden en sedert voortgezette recuperatie-proces nog steeds voortgegaan werd met de verguizing van deze waarden is minder juist en niet te verdedigen. En dat de schrijver van het hier besproken geschrift daaraan mededoet, verhoogt de wetenschap pelijke waarde van zijn werk niet. In navolging van vele, uit dien tijd afkom stige, publicatiën waarvan in het licht der toenmalige omstandigheden aard en strekking verklaarbaar en vergeeflijk waren, deelt hij mede, dat het meerendee! van de ruim S 70 millioenin 1871 in Nederland geïmporteerde Ame rikaansche obligatiën in deconfiture geraakte. Verder spreekt hij van eene overgroote" meerderheid, die hare betalingen staakte en haalt hij een drietal soorten aan, die in 1873 belangrijk in koers daalden, daaraan toevoe gende die geen excepties vormen. " Afgescheiden daarvan, dat de hier ge bezigde superlatieven van eene schromelijke overdrijving getuigen, had in eene, in 1921 verschijnende, publicatie niet mogen ver zwegen worden, dat reeds binnen enkele jaren een krachtig herstel gevolgd is, waarbij niet alleen de aanvankelijk geleden koersverliezen ingehaald werden, maar die waarden tot verre boven de introductie-prijzen gestegen zijn en zich daarop hebben kunnen handhaven. Om slechts enkele voorbeelden aan te halen wijs ik er hier op, dat de in 1871 hier geïmpor teerde Chicago & Northwestern lowa Midland, Menominee,Madison-en WinonaSt. Peter extension 7 pCt. obligatiën, aan de markt ge bracht tot koersen van 82 tot 85 pCt., niet alleen tot het einde toe hare rente betaald hebben, maar op den vervaldag a pari af gelost zijn; dat van hetzelfde jaar dagteekenen de 6 pCts. Union Padfe hoofdlijn-obligatiën, de 6 pCt. Califorma en Oregon, de oude 7 pCts. Denver en Rio Grande en de oude 7 pCts. Missouri, Kansas en Texas, tot koersen van 70 a 80 pCt. aan de markt ge bracht, die f eveneens tot den vervaltijd de volle rente betaald hebben en a pari af gelost zijn, of onder sedert plaats gehad hebbende reorganisatiën, in nieuwe waarden verwisseld zijn, waardoor zij meer dan pari waard geworden zijn. Let men er verder op, dat van de hier met name genoemde soorten ca. $ 70 millioen uit stonden, die wel is waar voor slechts een deei in Nederland geplaatst waren, dan verdwijnt hierbij in het niet, dat de in hetzelfde jaar hier aangevoerde obligatiën Toledo, Peoria en Western, Florida Transit en Vincent en Brainard in den loop der jaren geheel of grooten deels waardeloos geworden zijn. Daarbij dient opgemerkt te worden, dat van de drie laatst genoemde soorten slechts betrekkelijk geringe bedragen uitgegeven zijn, die eveneens slechts voor een deel haar weg naar Neder land gevonden hebben. In 1888 werd door mij eene serie artikelen geschreven, later in brochure-vorm verschenen, waarin ik de sedert 1869 hier te lande inge voerde 88 Amerikaansche obligatie-soorten, tezamen een nominaal kapitaal van $ 583 millioen vertegenwoordigende, behandelde. Van deze 88 soorten werd op slechts 12 met een gezamentlijk kapitaal van s 45 mil lioen een meer of minder groot verlies geleden, terwijl van dit twaalftal slechts ongeveer de helft meerendeels kleinere leeningen van een a anderhalf millioen geheel waardeloos geworden zijn. Van de overige is wel niet alles, maar toch per saldo nog een groot dee! terecht gekomen. Daartegenover staat, dat de overige 76 soorten gedurende een groot aantal jaren een hoog rendement op den koers van uitgifte gegeven hebben en ten slotte door aflossing a pari op den vervaldatum een niet onbelangrijk kapitaals-avans. Ongetwijfeld is dit hoogst bevredigend re sultaat niet ten volle aan het Nederland=ch kapitaal ten goede gekomen, omdat de hier genoemde bedragen slechts ten deele hier te lande een onderkomen gevonden hebben, maar voornamelijk omdat in de tijdperken van Hotel Duin en Daal Te midden eener schoone boschr. omgeving. HOLLANDSCHE SCHOUWBURG. dine Konstantin. Die Konstantin ! Als we dit die" naar den eisch uitspreken, is het verslag geschreven. Dan weten we nauwkeurig wat Weenen en Berlijn, terecht, in deze tooneelspeelster be wonderen, en dan weten we niet minder over'tuigend, wat wij, naar onzen landaard, in haar persoon en spel missen en niet wel ver' dragen. Willen wij dit onder meer woorden brengen, dan blijkt het geval zoo eenvoudig niet. Men staat gewoonlijk tusschen het een of het ander, of een kunstenaar mist het in nigste en geeft langs den weg der verstande lijke overweging iets wat er min of meer, al naar de reddende kracht van zijn techniek, op lijkt, of hij heeft dat eene, dat wij de vonk noemen, en is daarmee, zou men zoo zeggen, klaar. Leopoldine Konstantin bezit zoowel het eene als het andere, zóbedriegelijk kan vaardigheid niet zijn dat we de hartstonen, die nu en dan deze chablonendoortrillen, mede op rekening harer routine zouden durven schrijven. Kan men een werkelijk talent ooit têsterkscholen? Ik geloof het niet. Alle kunst is levenslang: vak, en de gevaarlijke conclusie, '~$e\ke ons bij het Gastspiel" der begenadigde Konstantin overviel: och, had ze maar nooit wat geleerd !" zou, verder uitgestrekt dan haar ambitieusepersoonlijkheid,belachelijkklinken. Alleen waar een natuur zich zóoverspant, zoo roekeloos verspilt soms, als hier, waar voor onze gevoelens de grenzen van het artistiek fatsoen herhaaldelijk worden overschreden, en een prachtig temperament waarlijk nood-lijdt onder een vertoon, dat een uitstalling van the atrale listen en lagen schijnt, is het verlangen gerechtvaardigd naar de ziel, ontdaa? van alle omhulselen^ in haar primitieven staat. Hoeveel hart ging hier verloren, warmte, die er toch was, maar niet tot ons doordringen kon. Hoe geboeid bleven we, en hoe koud; in een impasse van bewondering en teleur stelling. Het evenwicht.... misschien is er niets moeilijker te vinden en te bewaren dan dat. Geven, en voor-genoeg-houden, uitbeelden door aanduiden, doen, en met bloedige zelfoverwinning nalaten.... Voor ieder kunste naar, die doorwerkt, komt het hachelijk oogenblik der bewustwording, de overgang, waarbij de intuïtie terugdeinst voor de oogen der allengs verworven zelfcritiek. Dan eerst wordt de groote slag geleverd tusschen den gerijpten geest, die weet wat hij wil, en het hart', dat jong bleef en geen wetten kent. Leopoldine Konstantin dreigt den slag te verliezen. Zij reikt niet naar de hoogere orde, en zij put d spontaniteit van haar rijk talent uit. Uiter lijk een machtige, volle vrouw, in de glansperiode van haar kunstenaarsleven, doch die zich tegenover haar kunst zelve vaak als een bal dadig kind gedraagt. Het repertoire, waarmede zij op reis toog, bereidde al voor op wat haar optreden zou bevestigen, maar wat ons daar. bij weemoedig stemde was, dat er zooveel bij verbeurd bleek. Een Zondagskind! Zoodra ze zichzelve maareven vergeten kon, hoe ver rassend raakte ze ons hart. Met hoeveel, toch waarlijk niet te versmaden gaven is zij toegerust. Men kon van haar leeren welk een machtig instrument een mensch is, wat een registers, en hoe oneindig vertakt! Wij hebben haar ten gevolge dezer marquante vermogens ongetwijfeld te hooge eischcn gesteld voor het overgangsstadium, waarin haar kunst thans nog verkeert. Het heet dat Reinhardt zijn Huize i. ZOMEBDIIK BUSSINK PaTiljoenïondilparUel.Zuiil4ii08nS79S Restaurant a la carte Lunch,Afternoon-tea, Diners BR Soupers Dagelijks muziek door het Huls-orkest depressie angstig geworden houders maar al te vaak hun tijdelijk gedeprecieerde obli gatiën tot afbraakprijzen aan het buitenland afgegeven hebben. Maar de velen, die hun bezit vastgehouden hebben, kunnen met groote bevrediging op het resultaat van deze klasse van belegging terugzien. Wel verre dus van de verguizing te ver dienen, die deze waarden nog steeds ondervin den, zonder dat men zich de moeite getroost, de actueele feiten onder de oogen te zien, behoort het Nederlandsch kapitaal dankbaar te erkennen, dat het gedurende meer dan een halve eeuw in de Vereenigde Staten een loonend en vruchtbaar veld voor belegging ge vonden heeft. In de 60er jaren "waren het de 6 pCts Ver eenigde Staten obligatiën, die bij millioenen tot koersen van 60 pCt en lager door her Nederlandsch kapitaal tijdens den burger oorlog opgenomen werden en nauwelijks tien jaren later a pari afgelost of in obligatiën van lagere rentetype geconverteerd werden. Tijdens het proces van herstel werd een groot deel dezer fondsen met goede winst wedei aan het land van oorsprong afgegeven en niets was natuurlijker, dan dat de aldus vrijgekomen gelden opnieuw belegging zoch ten in hetzelfde land, waar ontzachelijke kapilen gevorderd werden voor den opbouw van spoorwegsystemen, die zooveel hebben bijgedra gen tot de ontwikkeling van de hulpbronnen van het land. Dat daarbij aanvankelijk groote fouten begaan zijn en teleurstellingen onder vonden, heb ik reeds boven erkend. Maar zoo groot is het recuperatie-vermogen van de jeugdige republiek geweest, dat het in betrek kelijk korten tijd de gevolgen van die fouten heeft kunnen te boven komen. Van een zuiver beleggings-standpunt be schouwd, is de belegginginAmerikaansche obli gatiën dan ook veeleer een zegen dan een ramp voor Nederland geweest en steekt bizonder guns^ïgaf bij de vele buitenlandsche staatsfondsen, die niet enkel een voorbijgaand, maar een blijvend groot verlies opgeleverd hebben. Ik laat hier buiten beschouwing, de niet herstel bare verliezen op Russen, Metallieken, Hongaarsche pandbrieven en dergel, ten gevolge van den oorlog geleden, alsmede het extra voordeel van den hoogen dollarkoers, dat Nederland in staat stelde, het nog altijd be langrijke overschot van Amerikaansche be leggingen tot steeds klimmende prijzen van de hand te doen. Dit waren niet te voorziene bij-omstandigheden, die niet in aanmerking genomen mjgen worden bij de beoordeeling of veroordeeling van de verschillende soorten van beleggingen. Maar wel mag gewezen wor den op de treurige resultaten reeds jaren lang voor den oorlog met dcbiteu.en als Grie kenland, Turkije, Portugal, Spanje en een aantal Zuid-Amerikaansche Staten, geleden, waarbij in vele gevallen niet enkei niet te voorziene tegenspoeden, maar trouweloos heid een groote rol gespeeld hebben. Intusschen, ten einde mij niet aan eenzijdig heid schuldig te maken, moet ik hier ten siotte er op wijzen, dat hoe gunstig Amjrikaansche obligatiën dooreengenomen en op den langen duur als belegging mogen geweest zijn, aan den anderen kant de speculatie in Amerikaansche aandeelen ontzettende bedragen verloren heeft. Maar het belang van Nederland bij die aandeelensoorten dateert slechts voor een kein deel uit de hier behan delde periode van 1866 tot 1876. Eerst in 1880 en 1881, toen de sterk verbeterde koersen der obligatiën tot aanzienlijke winstncmingen ge leid hebben, begon het Nederlandsche.kapitaal zich voor belangrijke bedragen bij de aan deden te interesseeren. En dat de resultaten daarvan, op enkele uitzonderingen na, zeer ongunstig zijn geweest, is van te algemeene bekendheid om daarbij thans nader sul te staan. J. D. S A N T i i. H A N o WASHINGTON Teekening voor ,4e Amsterdammer" vany/eerge van Raandonck De Vrede: Nu kan mij niets'meer gebeuren" Nieuwe Boeken van deze Week O. S. Adama van Scheltema, Zingende stemmen, derde druk, Rotterdam, W. L. J. Brusse's Uitgevers Mij. Deze uitgever brengt eveneens een nieuwe druk van : Thomas More, een treurspel door H e nriette Rol and Holst-van der Schalk en W i l l i a m J. Long, Dierenleven in de Wildernis, vertaald door C l i a St o f f e l met plaatjes van Charles Copeland. Vervolgens biedt Brusse ons in de goedkoope volksuitgaaf vijf bundels van J.H. Speenhoff, Liedjes, Wijzen en prentjes met piano-begeleidingen, verlucht met krabbels van dichter-zanger. Nijgh en van Ditmarte Rotterdam gaven een nieuwen druk in het licht van Schaduw en Macht, door Paul B e r t r a m. Deze roman uit den tachtigjaren oorlog verscheen in twee deelen, vertaald door E. T. Laan. Bij L. J. Veen te Amsterdam kwam van de pers: Liefde, lang geleden.. (The love of long ago) door Marie C o re l l i. Geautoriseerde vertaling van Ellen Eek. iiiiiiiiimiiiiiMitiiMiiiiniii in ii n u IIIIIIIIHII J. S. MEUWSEN.Hofl., A'DAM-R'DAM-DEN HAAQ DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND OILIPJ Illllllll II IIIIIIIIHII IIIIIIIIMIIIMIIimilllllllllllllllllllllllllllll In de serie Boeken van Wijsheid en Schoonheid kwam een nieuw deel: Uren met Ruusbroec. Dit boek bevat een keur van stuk ken uit zijne werken, vertaald en van een inleiding voorzien door Jeanne Veen. Uitgeefsterisde Hollandia Drukkerij te Baarn. Bij J. M. M e u I e n h o ff te Amsterdam verscheen : RenédeClercq, Het boek der liefde. Dit werk bevat 213 verzen van den vlaamschen dichter, waarvan vele tot onderwerp hebben zijn ballingschap in Nederland. Felix Timmermans vertelde op nieuw de geschiedenis van Karel en Elegast. Dit werk is het eerste deel van een door Meulenhoff uit te geven serie: De Elfenry, bibliotheek voor sage en sprook. Een tweede, nieuwe Meulenhoff-serie is geopend met: Groote dichters van den laatsten tijd, samengesteld door Nico Rost. De rij begint met Guido Gezelle. Naast vele verzen zijn portretten van de dichters opge nomen. Een bundel nieuwe versjes om te leeren en om te lezen door Henriette Blaauw brengt M e u l e n h o f f met plaatjes van Jan Wiegman. i iiiiiiiiiiiiiiir IIIIIMMIIIM CADILLAC Het Meesterstuk der Autolechniek Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT naam is geduldig deze actrice ontdekt" heeft, waarschijnlijker komt het mij vooi, dat hij haar te lang onontdekt heeft gelaten. Zoolang.... tot het publiek haar ontdekte. En, te vroeg, tot ster maakte. De Amster damsche correspondent van de N. R. Crt. heeft den algcmeenen indruk?,aldus geformu leerd : Haar techniek is het talent v:m Leopoldine Konstantin vooruitgesneld." Van de vier tooneelstukken, die zij bracht, was al leen Molnar's Fasching" voor ons nieuw en vaneenige beteekenis. D och de omgeving, waar in die Konstantin optrad, en het tegenspel, bleken in het bijzonder voor dit teer, droomerig werkje moordend. De bekoring van Molnar ligt voor mij in de eigenaardige, uiterst per soonlijke samenvloeiing van realiteit en ver dichting. Wij glijden van de eene wereld in de andere, zonder dat de auteur met den vinger bijwijst: merkt op, hier ontstijgen wij de werkelijkheid, en daar liggen mijn sym bolen. We merken het niet, hij spint ons in. Zijn Liliom" is een sterk, en in zijn soort zeer opmerkelijk voorbeeld van onwillekeurig verdroomde realiteit. Bij alle vcrteedering verliest liet waarachtige in zijn werk zijn eigen karakter en zijn macht over ons niet. Om Fasching" (Carnaval) een voor drie bedrijven te mager gegeven, hangt ditzelfde poëtische waas. Het is zigeunermuziek, gekristallizeerd inde ziel vaneen aristocrate, een gesublimeerd strijkje". Camilla Oroszy de plichtsge trouwe huisvrouw van een oudenHongaarschen magnaat, hetstuk speelt honderd jaarterug lijdt op het eenzaam landgoed aan overmaat van physieke gezondheid. Eenmaal in het jaar bezoekt zij, onder de hoede van haar gemaal, de stad", het Carnavalbal, waaraan de Ko ninklijke familie glans geeft. Als een bevrijde gevangene duizelt het haar daar, de geringste verhooging van het dagelijksch levensrant soen stuwt haar stille droomen naar de uiterste toppen der romantische vervulling. Haar rechtschapenheid drukt haar als een harnas, haar trouw aan den echtgenoot wordt een ondragelijke kluister. Op alle manieren be geert zij uit den band te springen, den eerste den beste, een dichterlijk jongeling, die haar het hof maakt, grijpt zij aan in dezen nood. Doch dan raapt zij iets op van den grond, dat meer is dan hij, een kroonjuweel, verloren door een prinses van den bloede, een vonk hooger leven. Het ding verblindt haar, heur plot seling bevrijde fantasie stijgt tot het Wonder, dat voor de vrouw altijd verband houdt met de Liefde. De mondaine poëet, welke in zijn wereldwijsheid veel minder van het leven begrijpt dan dit naïeve kind van het land, wordt, omdat hij toevallig voor de hand ligt, de vertegenwoordiger van dit wonder, de gods gezant, onder wiens vleugelen een vrouw voor geen avontuur terugdeinst. Maar de verliefde Nicolaus, juist van de baccarat-tafel opge staan en met z'n gedachten nog in de realiteit van cijfers en getallen, vliegt niet hoog. Zoo hij medeplichtig werd aan het wederrechtelijk behouden van den gevonden diamant, hij zou zich een dief gevoelen, terwijl zij, Camilla, de heldin van een sprookje blijft. Geen man offert een vrouw zijn eer.... dat ontdekte Ibsen's Nora" al, zelfs niet zijn wereldsch fatsoen. Nicolaus bedankt voor het ondoorgrondelijk geschenk, dat hem in die prachtige, vurige, bereide vrouw, met haar flonkerende ziel, als een kleinood in de warme palm van haar hand, toevalt. Hij cischt dat Camilla het ding, waar aan ze immers toch niets heeft, en waarmee ze de politie is er al in gemoeid?in ongelegen heid kan geraken, weg zal gooien. Ze doet het dadelijk, en den verstandigen minnaar, den dichter op sloffen, werpt ze erbij, alles voor den eerlijken vinder; de commissaris van politie is gelukkig met den diamant, en een sentimenteele juffrouw pikt den dichter «lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllMUIHIII.il mmm s FOIMEI Oen Haag ?:? Huijgenspark II SPECIALITEIT: Verhuizingen onder Garantie Bergplaatsen voor Inhoud /a in. Aan den arm van haar echtgenoot verlaat de Vrouw, die in de realiteit van het leven, het mysterie, alles of niets, desnoods had wil len stelen, het bal. Zij is wat huiverig in haar sja,al en op haar hoofd draagt zij een diadeem, waaraan het juweel ontbreekt. "Zij keert naar de groene weiden terug. Drie garderobe-meis jes buigen de hooggeborene na. Ze meenen, dat men toch maar kans moet hebben. Zulk een bevoorrechte dame, die nog een diamant van onschatbare waarde moest vinden ook. En die er dan met de punt van haar balschoen naar schopt!.... Maar in haar houding is het onbewust ontzag voor wat zich niet in het voorbijgaan verklaren laat.... Ik zou dit, nu wel niet wereldschokKend, maar toch fijn onderhoudend klein drama, wel eens graag als een wereldsch mirakel" op gevoerd willen zien. Leopoldine Konstantin, in haar statige krinoline, gaf wel de verschij ning, doch niet de illusie. Om haar landelijke* onschuld hing te weinig van het vrouwe lijke geheim, waarop de flonkerende steen in haar hand het zoeklicht zou doen vallen. Haar kunst, geheel in de tegenovergestelde richting van Molnar's schetsmatig werk geleid, bleek te zwaar,te uitgewerkt, voor den luchtigen toets dezer, veelal uit stippellijnen bestaande drie bedrijven. Meer bijval vond zij, doordat zij meer zichzelve kon zijn, gamine" en strotzend" van humor, den vol genden avond als Die Tanzerin", een stuk zooals er dertien in een dozijn gaan, van Melchyor Lengyel. De inhoud herinnert behflve aan De Stei", ook aan Betsy Ranuncci's Klatergoud", en valt dan in het nadeel van den Hongaar uit. Het daarop volgend ,,Cyprienne" heb ik niet gezien, en ook de vierde voorstelling, Freule Julie" van den jongen Strindberg, trok mij, nu wij met den ouden Strindberg wat vertrouwd zijn geraakt, niet. Er was in- Amsterdam buitengewoon veel belangstelling voor deze, in elk geval van aan leg, groote tooneelspeelster, en het zal die Konstantin" voorzeker ook van kunstenaars zijde niet aan hartelijkheid ontbreken wanneer ze hier later eens terugkomt in een werk dat strenge eischen stelt. Top N A E F F

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl