De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 3 december pagina 8

3 december 1921 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 3 Dec. '21. - No. 2319 De Gave de Pau met de Pyreneeën PAU Benader liefelijkste.roorden in het'gebied der Pyreneeën is de^oude[hoofstad vaaBéarn, Pau. Een stadje van nauwelijks 40.000 inwoners, ingetogen en stil op een laag plateau gelegen, tegenover den Noordelijken voet van het gebergte, dat Frankrijk en Spanje scheidt. Het»heeft een zacht, bijna Zuidelijk klimaat, dat in dezen wonderen, laten herfst de boomen, schoon bij vlokken getand, nog prijken doet in dichten bladerdos, en palmen van een duurzaam, exotisch soort laat wortelen in den vrijen grond en hen met volle bossen de breed-gevederde bladeren doet uitspreiden. Langs den voet van het terras, waarop de stad is gelegen, stroomt de naar haar genoemde Gave de Pau. Deze vindt haar oorsprong in het verre bergland, en neemt haar weg door een breede vallei, het Westen zoekend met wit-gekruifde golfjes, die mur melen en ruischen, en zilver-schuimend dar telen over glad geschuurde keien. Dit breede dal der Gave vormt de scheiding tusschen het plateau en den uitersten Noordelijken zoom der Pyreneeën. De dorpen liggen in de vallei, wit en rood en rose, verdoken in een golying van groen; en met zachte rondingen buigen aan de overzijde de ruggen van het voorgebergte, waar de wijnstok groeit en dichte wouden den kam van het gebergte oplossen in een ruige, vederende lijn. Achter het voorgebergte, hoog en ver de glorie van dit winteroord en de oorzaak zijner onvergelijkelijke schoonheid verheffen zich de majestueuze Pyreneeën. Gezeten op den breeden Boulevard der Pyreneeën, licht ademend in de fijne, zachte lucht, gekoesterd door de middagzon,staart de beschouwer, als droomend, naar die wondere, wijde pracht. De hemel is hoog doorvaagd met ijle wolken, die het lichte blauw van het uitspansel te nauwernood versluieren; en de atmosfeer is deinzig, doch transparent, zpodat het verre bergland in volle pracht, zichtbaar voor het ongewapend oog, aan den Zuidelijken horizon ligt gestrekt. Als in een wazigen nevel liggen de grauwe ruggen der bergen, wier kleur zich oplost in tinten van een teeder blauw, die zoowel het grijs der gesteenten als het wit der sneeuwvelden doen versmelten tot een onzekeren schijn. Slechts enkele verspreide plekken glanzen scherp door gletsjers en sneeuwgroeven, die blinken onder de uitstorting van het hooge zonnelicht. Op den gemarkeerden kam teekenen zich spitse toppen en zware bergklompen af. iHiiiiiuiniiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii itilliii lUiimiiiiiimiiiii CADILLAC Hit Meesterstuk der Autotechniek iHportrar: K. LANDEWEER, UTRECHT Ver naar het Oosten heft zich deJPic du Midi de Bigorre; en recht Zuidwaarts, teruggeweken in een inzinking der voorste ruggen, staat de Pic du Midi d'Ossan, een massief brok rotsgesteente, harden kantig, met steil vallende wanden, die door den klei nen Pic du Midi op den Westelijken flank slechts even worden gebroken. Het oog wordt hier niet verzadigd van zien; de blik glijdt in verrukking langs dit golvend berggevaarte, waar hooge toppen telkenmaa' een rustpunt bieden, gehuld in een dampig blauw, dat van het starend oog een niet te scherpe inspanning vraagt. O, ge moest dez^ Pyreneeën zien in den vallenden avond, als in de vallei langs de beboschte hellingen, de witte nevels zich rekken, als in het verre Westen de najaarshemel mat-oranje glanst, en tegen dit lichtend fond de forsche bergen staan, met scherp gesneden kanten nu, die in telkens zwikkende lijnen de aarde scheiden van omhoog. De glorie-rijke jaren van het stadje Pau vallen in het midden der 16e eeuw, toen de koningen van Navarre en Béarn er hun resi dentie hielden. Hendrik d' Albret, koning van Navarre, leidde er in 1527 de zuster van Frankrijks koning, Margaretha van Valois, als bruid binnen in het koninklijke slot, de vrouw vol geest en charme, die een brillante hofhouding hield, waar Renaissance en Calvinisme om den voorrang dongen als machten van den nieuwen tijd. De initialen van Hendriken Margaretha zijn in slingerende krullen getrokken langs de friezeir van het slot van Pau, dat van zijn oude vorsten de herinnering nog steeds doet voortbestaan. Hier leefden Jeanne d' Albret en haar echt genoot, Antonie van Bourbon; hier zag in 1553 hun zoon Hendrik het levenslicht, de joyeuse, ridderhafte Henri IV, de meest populaire van Frankrijks koningen, wuft en chevaleresque en geestvol, in wien Frankrijk zich zelf heeft zien weerspiegelen. De legende zegt, dat zijn moeder hem ter wereld bracht onder het zingen vaneen B arner lied, opdat het jonge koningskind zou worden pleureur ni rechigné." Te midden van het Béarner boerenvolk, groeide Hendrik tot man, en in den rijpenden koningstelg paarde zich de frissche kracht dezer landlie den aan de zachtheid en zoetheid van zijn geboorteoord. Hier in het kasteel van Pau stond de wieg van den jongen Béarner prins, of liever was zijn uit schildpad gevormd ber ceau opgehangen in een rot van speren; hier speelde hij zijn ridderlijke jongelmgsspelen; naar hier was telkens zijn wederkeeren, wanneer hij, vermoeid en verward van het gewoel van den godsdienststrijd, herademing zocht of winning van nieuwe kracht. Ook Béarn, ook Pau is geteisterd door dezen godsdienststrijd, die eerst in de 17e eeuw in de overwinning van het Katholicisme werd gebluscht. Béarn werd toen bij Frankrijk in gelijfd, waarvan het een provincie werd,medegetrokken onder de centraliseerende tenden ties der kroon, die ook in religiosis slechts de uniforme eenheid heeft gewild. Z. W. SNELLER ^'t^j^mS^p^^ is'lHs Het slot te Pau Henri IV als jongeling. _Beeld in het slot te Pau AFRIKAANSE' LIED JIÉS g. De verheffing van het Afrikaans tot kultuurtaal is eigenlik pas tot stand gekomen, nadat, een vijftiental jaren geleden, er een vast geluid en een rijker kunstbesef was gekomen in de, voordien nog stamelende, jonge Afrikaanse literatuur. Wie ook toen ttog scepties was gebleven, is overtuigd moeten worden, toen de rijke oogst van dicht- en prozawerken der volgende jaren blijken gat van toenemende levenskracht en schone bloei. Hoe verrassend snel zijn de gevolgen gekomen van deze daad der kunste naars ! Terwijl de Redenering vroeger wel gegronde argumenten kon aanvoeren, maar de tastbare gevolgen uitbleven, hadden de voorstanders van het Afrikaans daarna alleen maar nodig zich toe te rusten met enige organisatie en alledaags redeneervermogen, om alle vroeger onneembaar gewaande ves tingen te bemachtigen. Binnen weinig jaren deed 't Afrikaans zijn intree in school, kerk en staatsbestuur: tientallen leerboekjes voor de lagere school worden in 't Afrikaans gedrukt, de Bijbel wordt in 't Afrikaans vertaald, ambtenaren bedienen zich van het Afrikaans. Maar ook het Afrikaans wordt gebruikt als voertaal in wetenschappelike werken. Aan Nederlandse Universiteiten zijn in 't Afrikaans geschreven dissertaties ver schenen, o.a. over taalkundige, letterkundige, theologiese en wijsgerige onderwerpen; een Kaapstadse firma publiceert een serie Afri kaanse populair-wetenschappelike werken; we horen van een Afrikaans handboek over de Organiese Chemie, van een Afrikaans leerboek voor 't Duits. Tot de wetenschappelike werken willen we ook een uitgave van Afrikaanse Minne liedjes rekenen 1). Met dit werkje krijgen we andermaal een produkt in handen van de worsteling tegen een vreemde kuituur, die noopt tot studie en door studie tot behoud van de eigen kuituur. Het werkje is dus op n lijn te stellen niet alleen met studies over de staatkundige, ekonomiese en kerkelike geschiedenis van Zuid-Afrika, over de geschiedenis van de Afrikaanse taal en letterkunde, maar ook als die van Schonken over de Oorsprong der Kaaps-Hollandse Volksoverleveringen" en die van Groenewald over Afrikaanse Rijmpies en Raaisels". Deze bundel Minneliedjies" is het tweede deel van een serie Afrikaanse Volksliedjies". 1) Afrikaanse Minneliedjies deur S. P. E. BosHOFFen L. J. DU PI.ESSIS.(J. H. de Bussy, Amsterdam). ,,'n Veertig jaar gelede", schreef 'n tijdschrift in 1898, was dit wonderlik in die mode onder die jong mense om liedjies te sing op bruilofte en in geselskappe. Elke jongeling en jonge nooi had 'n liedjiesboekic, wat altijd groter werd, omdat daarin gedurig nuwe liedjies bijgeskrijwe werd. En die jonkman wat die meeste en mooiste liedjies kon sing had al dadelik 'n strepie vooruit.... Die liedjies was meesal oud-Hollandse van afkpms, maar werd deur sing en gedurig oorskrijwe hier ordentlik gewijsigen verafrikaans. Dis wel jammer dat die liedjies wat eenmaal so gelewe het onder ons jeug nou geheel verlore raak". Het doel van dit boekje is om 'n beskeie poging aan te wend om die minneliedjies wat eenmaal so gelewe het onder ons jeug en wat, as 'n gevolg miskien van die instroming van vór die Boere-oorlog af al van populêre Engelse musiek en tingeltangelliedjies en Amerikaanse ragtimes" en tierelantijntjies nou geheel verlore raak... sover moontlik aan die vergetelheid te ontruk, en daardeur bij te dra tot die ereherstel van 'n goeie voorvaderlike volkstradiesië". De verzameling bevat dus geen keur van liederen, maar ontrukt aan de vergetelheid" alles wat de verzamelaars machtig konden worden. Daar er geen kunst liederen, doch alleen liederen die onder 't volk leven, in zijn opgenomen, moet men geen al te hoge eisen stellen aan muziek en dichtkunst. Verscheidene van de bekendste onder deze liederen vindt men ook in andere Hollandse en Afrikaanse liederbundels, doch anders uit gegeven. Want deze bundel bevat de woorden met toeligtinge en wijsiemusiek" en ontleent zijn belang juist daaraan, dat hij de volle digste is die er bestaat, en verder aan de toelicntingen. Bij ieder liedje worden alle ver krijgbare varianten opgegeven en besproken en wordt een poging aangewend om de oorspronkelike vorm en de herkomst van 't liedje op te sporen ; aantekeningen waaruit veel studie en feitenkennis blijken. De resultaten der studie zijn samengevat in een belangrijke inleiding en hebben geleid tot de indeling der liederen onder vier hoof den: A. Afrikaanse volksliedere wat berus op ou Hollandse liedere; B. Afrikaanse volks liedere wat berus op kunsliede.e" en vertalings; C. Min of meer suiwer Afrikaanse Volksliedjies; D. Fragmente. Of de rubriek C. 'n bestaansrecht heeft, lijkt wel enigszins twijfelachtig, want ieder lied, hoe volkstüm.ich" ook, moet toch zijn ontstaan te danken hebben aan een individueel dichter, al ig die dan ook een man uit 't volk. De bedoeling van de samenstellers schijnt te zijn, dat bij deze groep de identiteit van de schepper niet meer op te sporen is. Over de oorsprong van deze liederen komen we te weten, dat Engelse en Hollandse, vooral Middelnederlandse, liedverhaalmotieven dikwels werden aangewend en verwerkt in de Afrikaanse minneliedjes. Die Afri kaanse volk het dus die rijke liederskat van hul Germaanse stamverwante geè'rwe en soms hot en haar geplunder, en al verdedi ging, wat vir hul rootdiermetode kan aangevoer word, is dat^wat hul^geannekseer, hul ook^geassimileer het, d.w.s. hul het die vreemde liedere genasionaliseer, verafrikaans." Maar daarbij komen liedjes die getuigen van eigen Afrikaanse scheppingskracht. Deze werden grotendeels gebore bij en in verband met bruiloffeeste en die vermaaklike \rrolikhede van sulke geselskapsgeleenthede as die Nuwe jaar, danspartijtjies en ook die pieknieks soms aanbied". Deze gezelligheden, waarvan 'n korte schets wordt gegeven, dienden tevens tot verspreiding. Wat leren deze liedjes ons over de Afri kaanse volksgeest? Dit, dat sentiment en die gees van die Engelse sentimentele minnelieojies vreemd is aan die Afrikaanse volkskarakter en liefdesopvatting, soos die ten minste natuurlik gcopenbaar word en spontaan opborrel in die eie Afrikaanse Minne liedjies. Op die agtergrond van die Afri kaanse volkshart mag daar 'n mate van sentimentele gevoeligheid skuil, wat hij nie graag uiting aan gee nie; maar in sover as daar aan die Afrikaanse liefdesopvatting in die eie Afrikaanse minneliedjies uiting gegee word, is die mees sigbare en mtes geopenDaarde element daarin 'n nugter vooropstelling van die praktijk van die alledaagse liefdeslewe wat sig openbaar in, of tot doel het, die huwelik. Verbonde hiermee is 'n waar dering van gesonde humor en 'n mate van singenot in die liefdesverhoudinge". Naar onze opvatting wordt in deze konKlusie wel wat al te weinig rekening gehouden met de natuurlike schuchterheid van de Afrikaner, waar 't erop aankomt in 't openbaar uiting te geven aan zijn diepste gevoelens, die hij liever achter een mom van scherts verbergt, dan, door zijn aandoenlikheid te laten merken, gevaar te lopen voor een wekeling te worden aangezien. J. J. L E R o u x. iiiiliiiiiiiiiiiiiiitiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiliiiiillilltllliil nusnn MI HOLUHO", Weesperzijde 94, AMSTERDAM .HOLLAND" HOLLAND" T«l. Zuid 4271. Tel.-Adres Transport VERHUIZINGEN, ook par gesloten autoveihuiswagens met aanhangwagen. Binnen een rayon van 8O Km. bespaart men Hoteikostan. BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ Machinale Stofreinlging. Bewaarplaatsen voor Inboedels.. minimin uiiiiiiiiii n IIIIIIIIIIMIIII iiiiiiiiimiiiiii .n lllilllllllillllilllllllllllmllllllllllllllllllllliMiilllltlliiiiltllllllllllllllltllllllliiiiliilllllll IMIIIII IIMtllllllllinUHIIIIIIIIMIHMIIIHtHIIIIMinMIIIIII UIIIIMIIIIII lillilllllllllliiiiimiimiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiii m VERJAARDAG In kamertje 56 van het oudemannenhuis zat Jaapje en rookte genoegelijk zijn pijp.^ Hij dampte deftig de ijl-blauwe rookkringetjes omhoog en volgde ze met z'n oude oogen door de kamer. Jaapje zat te peinzen. Hij liet er zijn kopje thee koud van worden en de trekken aan de pijp werden steeds langer. Morgen ! Morgen ! En hij glunderde van inwendig genoegen. Morgen was 't 28 November, dan werd ie tachtig, tjonge, hóe was 't mogelijk.... Tachtig al twintig jaar in 't Huis. WHITE" Vrachtautomobielen hebben DE wereld-reputatie. Vraagt ons om adressen van WMto"bezitters. De verstrekte Inlichtingen geven U direct aanleiding etn White" aan ie schallen. Kostenberekening wordt gaarne vrij blijvend verstrekt. FirmaGebr.NEFKMS, l Amsterdam i J AC. OBRECHISTRAAT 26 l Tel 2. «507. ^- ^ Die goeie Mie was dus ook al twintig jaar dood; hij kon 'r nog net zoo duidelijk voor zich halen als den dag van gisteren, en 't was toch twintig jaar Hè, as ze 't nou ook is had magge beleve.. .. maar misschien,.... was 't toch maar beter zoo.... Jaapje's oogen werden vochtig en een brok kwam in z'n keel. Met beverige handen, voor zichtig de groote gebloemde kom vasthoudend, slurpte hij langzaam zijn lauwe thee. Als ze 't wist van Kees.... as ze 't had motte wete dat Kees, hun eenig kind waar ze hél hun moeilijk hard leven voor gesappeld en gesjouwd hadde, dat alles vergeten scheen, 'n mooie meneer was geworden en in 't groote Amsterdam 't altijd zoo druk had met z'n zaken dat z'n vader zelden of nooit iets van h'm hoorde, nu en dan eens een vluchtig kaartje of 'n postwisseltje, van 't zomer op eens een ansicht van hél ver, een kaart met allemaal bergen en sneeuw, 't mos d'r wél prachtig weze...." Even was Jaapje toen blij geweest, dat was toch zijn zoon, zijn Kees, daar zoo ver in Zwitserland, maar even daarna voelde hij schrijnend fel: hij wist niet eens dat Kees zoo ver weg was, hij had toch best even vór zoo'n groote reis z'n vader goeien dag kunnen zeggen. Hij was toch maar een mensch van een dag, bij de tachtig en als 'm nou 's wat overkomme was, die tijd? Dan was z'n zoon niet eens te bereiken geweest.... D'r was gelukkig niks gebeurd, hij was nog kras voor z'n jaren.... Nou moch'tie morgenochtend een uur later beneje komme en an 't ontbijt zou z'n plaats versierd zijn, naast den Vader van 't Huis, die dan een passenden bijbelteks an zou hale en 'm 'n hand geve. Hij had 't al dikwijls van de andere meegemaakt, maar voor 'm zelf had die 't nooit durven denken. Hij werd 'r altijd akelig van, die plechtige oogenblikken, maar 't was dan ook wat, tachentig jaar, dan waren je verdere daagjes geteld, stond je bij onze Lieve Heer boven aan 't blaadje In 't Huis werden de verjaardagen niet gevierd; de jaren verliepen allen gelijk, er kwamen oudjes bij en d'r stierven er en alles gleed kalmpjes voort in 't vredige Huis van den Ouderdom. Alleen als er een van die oude mannetjes tachtig jaar werd, dan week het Huis een dagje af van de dagelijksche sleur, werd de jubilaris gefeliciteerd, z'n plaatsje naast den Vader versierd, at ie 's middags wat toe, kreeg soms van den een of ander een prullerig aardigheidje en mocht 's avonds visite houden op z'n kamertje. En zó'n dag zou Jaap nu morgen hebben, op den acht en twintigsten ! Plotseling schrikte hij op door de avondbel; 't luidde tien uur. En langzaam stond hij op, ging naar de slaapzaal, waar ie stiekum-blij als een van de eerste onder de krullen kroop. Maar hij kon maar niet in slaap komen, telkens moest ie er weer aan denken. En toen ineens bedacht ie : verheel je dat ze 't is zone vergete, dat ie zélf moest zeggen: Vandaag ben ik 'tachentig.... Nee nee, dat kon niet, ze wisten zooiets tochal dagen van te voren en anders zou Gerrit d'r wel voor gezorgd heb ben, diéwist 't wel, vroeg 'm nog wat ie nou erris rg graag zou wille nebbe...." Maar hij had 't niet durven zeggen, van die pijp, die daar lag op 't hoekie van de Panne koe kstraat, zoo'n -mooie bruine pijp van 15 stuivers. Hij spaarde er zelf al lang voor, moest altijd even langs de winkel als hij op straat was, om te zien of z'n schat d'r nog lag. Vanmiddag had ie 'r nog gezien, en 't be wonderd, hoe ze daar zoo had liggen glimmen juist onder 't schel electrisch lampje, en 't kaartje zorgvol bekeken, omdat vijftien stuivers toch zoo'n uitgaaf was. Nee, hier in 't Huis zonen ze d'r wel an denken.... maar .... in Amsterdam.... Kees.... of die 'r erg in zou hebbe, dat z'n vader jarig was.... Natuurlijk.... en misschien....' dacht ie kinderlijk-blij.... zou hij 'm wel wat moois sturen of 'n lekker kissie sigare.... Ja,uit Amsterdam kon ie wei wat wachten, Kees kon 't best missen.... Jaap, Jaap, toe nou Jaapje !" Wat mot je?" Met een schok vloog Jaapje overeind, wreef met z'n ouwe dorre "handen de slaap uit z'n oogen. |> Vór z'n bed stond Gerrit met een pakje, dat had ie dadelijk gezien. Jaap", begon Gerrit, ,,nou bèje tachentig, ouwe jonge, en ik hoop as dat God je d'r nog veul jaartjes hij mag spare..,, hier hèje wat van me, 'k geloof da^'t je 't wel graag wou hebbe, 'k hèje tenminste wel d'r is beloerd...." hij lachte veelbeteekenend. Jaap nam 't pakje al uit z'n handen, peu terde zenuwachtig aan 't touwtje, wikkelde het pakje los. Daar had je de pijp, zijn pijp, die dagen lang had liggen glimmen in de winkel-etalage. Gerrit dank je.... dankie wel hoe is 't Go's mogelijk " En hij gaf 'm de hand, een ouwe, beverige, knokerige hand.... In de eetzaal keek ie dadelijk of er ook post naast z'n bordje lag.... Niets.... en met een schok voelde hij het; niet hier, maar in Amsterdam hadden ze hem vergeten. Hij duizelde, opeens weg zijn blije stemming, z'n volle vertrouwen in z'n zoon. Maar 't kón niet, dat kon toch niet.... praatte hij zichzelf in, misschien was de post nog niet geweest.... Maar nee, an de' overkant las Gerrit z'n krant, die zijn zoon hem iedere' dag stuurde en manke Willem las een brief.... dus toch... Hij ging zitten met z'n hoofd in zijn han den, hij wilde niet slecht denken over z'n kind Maar z'n oogen begonnen te prikken net als toen ie gisteravond aan Mie had gedacht en hij voelde zich oud geworden, hél oud, 'n man, die rustig het einde afwacht, niets meer te verlangen heeft, vergeten wordt. Gerrit klopte 'm op z'n schouder: Kom ouwe jonge niet suffe, hèje post van je zoon?" N Ja!" beet ie ineens ruw, niet wil lend dat een ander z'n verdriet begreep, een dikke brief, laat me nou effe leze...." En Gerrit ging. Toen voor 't ontbijt de Vader hem toe sprak, met mooie woorden en veel over God, leek het als was 't niet tegen hém en als scherpe naalden staken z'n gedachten: Geen brief van Kees, niks uit Amsterdam," en 't pijnlijke: ze hebbe me vergete...." Drie dagen daarna lag naast z'n bordje een postwissel van tien gulden uit Amsterdam; op 't strookje stond haastig geschreven: Lieve Vader, Nog wel gefeliciteerd hoor, al is 't wat laat, 't was me door m'n hoofd ge gaan met de drukte van zaken. Voor dit bedrag koopt U maar wat moois. KEES," De letters dansten voor z'n oogen, hij las alleen telkens weer: 't was me door m'n hoofd gegaan, 't was me door m'n hoofd gegaan...." En fel voelde hij hoe een enkele ansicht op z'n verjaardag zélf hem blijer zou gemaakt hebben dan deze tien gulden. MIES VAN Os s. PGIN9CISCJRT. 711 ^ 713 LEID5CHC3TIV3

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl