Historisch Archief 1877-1940
17 Dec. '21. No. 2321
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
EEN BURGEMEESTERSTAFEL IN DE TOEKOMST, WANNEER HET ARNHEMSCHE
VOORBEELD GEVOLGD WORDT
,,Een tribune-bezoeker van de Raadszaal te Arnhem heeft naar de tafel van
B. en W. een steen geworpen, die den Burgemeester aan het hooid wondde."
Dagbladbericht
voor den stoep en,
terwijl zij met een
genadig knik je naai
den palfrenier (de
chauffeur heeft even
eens zijn pet afge
nomen) in het voer
tuig stapt, staat de
valet de pied in de
deuropeningen dr?agt
de kamenier haar de
jonge schildpad, in
rose flanel, de laatste
lieveling', na....
iiimimmiiiiiiilmtiiitimiiiomiiiiiiiii
iniiiiiittiiiiiiitii IIIHII t
ONZE VROUWEN"
F.en vlammend protest
He! zal den opmerkzame"! lezer van
Vrouvvenrnlirieken in een aan'al Nederlandsche
bladen m periodieken opgevallen zijn dat het
verkeerd gaat met onze Vaderlandsrhe pers !
Het gaat verkeerd ! De redactrices (de goede,
waaronder wij onze geachte medewerkster
Mej. F.lis M. Rogge in de eerste plaats
noemen, niet te n n gesproken) beginnen een
dikwijls verontrustende verrndcring in haar
proza te brengen, een gevaarlijk
qua.-i-onschuldig toontje dat zich uit in termen
als: Toiletgelieimpjes"
Afternoon-tea-flnistzringen", lïnncloir-p,limpi'":" e. d. altemaal
manifestatien van loeglooperij en geldver
kwisting.
Fe n wijs man deelde mij mede dat dit een
kunstmatige, uit Amerika geïmporteerde
stemming is. De Duitschers, zoo zeide hij mij,
werken voor zichzelf.de Franschen werken voor
hun kinderen en de Amerikanen voor hunne
vrouwen.
De buitenmatig.' eischen die de
Amerikaansc'ii' vrouw haren man. het wandelend
ch('<<ue-boek, stelt, uiten zich maar al te
duidelijk in de buHenlandsche politiek der
Vereenigde Staten die zich hoe langer zoo
meer in zakelijke en opportunistische banen
beweegt.
Hot Russisch Nationaal vermogen hangt
dientengevolge om de halzen der r> th.
Avenuekoninginnen.
Bij ons is het weliswaar nog niet zoo-ver,
maar het zou dien kant uit kunnen g?an.
De heerlijke, Angel-Saksische strijd voor
de rechtenen voor de onafhankelijkheid der
vrouw, het edele Germaansche ideaal der
bakkende en bradende Hausfrau en de
L;<tijnsche behaag- en manziekte zijn de natuur
lijke elementen die de Hollandsche vrouw van
uit de onmiddellijke buurlanden importeerde
en in zich vereenigde.
Dit proces bracht eene aangename levensge
zellin -,'oort. Gaat deze onder Amerikaansche
invloeden ontaarden? Wij vreezen het ! En
niet zonder grond.
Sinds de wereldoorlog is Amerika ons nader
gekomen. Het heeft o.m, onze vrouwen
veeleischender gemaakt. Dit houdt o.i. verband
rnet het ontvolkingsvraagstuk. Vele jonge
mannen durven niet meer te trouwen. Ik
weet er n die dezen grond aanvoert : Ik
zou je bedanken om altijd me porte-monnaie
voor twéuit ir,e zak te moeten halen !"
Dit strookt niet met de waarheid. De man
wiens vrouw door Americanisme is aangetast,
haalt zijn portemonnaie voor n uit de zak. .
Voor zij i vrouw.
Hij zelf zwoegt. . . .
Ter staving van het bovenstaande hebben
wij ons de moeite gegeven eenige
kantteekeningen te maken op een Vronwenntbrick
van de soort die wij op het oog hebben.
De linker-kolom bevat die rubriek, van de
meer en meer gebruikelijke Amerikaansche"
soort. In den rechter kolom gedenkt
onderge tee kende den echtgenoot waarvan de redac
trice gén melding maakte.
VROUWEN
BABBELTJES
Aftenwon
. . . .Madame is ge
reed om uit ie gaan.
/ij heeft een lichte
lunch tot zich ge
nomen: een aile de
poulet, salade d' as
perges, omelette aux
ronfitures. . . . niocca.
Zij heeft haar ele
gante crèpe-de-chine
matiné'tje verwis
seld, na het g-'u ris.'
bad, voor een simpel
charmeuse kleedje,
waarover
Sealskinmantei, en, op de
ach te rover-glar! ge
streken blonde haren
(waarin een zweem
van goud) een hoed
met dn'omerige
struisveeren. . . . Zij schuift
over do smalle, streng
gemanucuurde
h.andjes,bezi>t met de koste
lijkste ringen, de
wildlederen, met Indi
aansche kappen voor
ziene handschoenen
en op het marmer
v;1 n de gang trippel;
ongeduldig haar in
go ud Ie deren muiltje
gestoken voetje. . Dan
glijdt.gv'ru'schloos, de
glanzende limousine
MANNENELLENDE
Madame gaat naar
haar costumière waar
zij een pikant
avondkleedje, -f droom van
tule en zijde,
essayeert; zij verlangt
reeds naar haar
bridgc-partijtjes. Madame
bridget van drie tot
half vijf.
Zij verliest, gracieus,
negen honderd gul
den, waarvan zij een
accept je geeft.
Dan drinkt Madame
thee bij strijkmuziek
en keert om zeven
uur huiswaarts....
Even nog bij den
bijoutier. . . . even bij
den patissier, den
parfumeur, d;-n
chapelier....
Om haif acht ver
schijnt Madame aan
het diner, in
vieuxbleu, want men zal
dien avond een acte
van de opera hooien
en soupeeren. . . .
. . . .Mijnheer rent
van kantoor naar de
beurs. Hij loopt nog
te kauwen op de over
blijfselenvan zijn haas
tige, lunch: twee ka
detjes met gehakt,
en een kop koffie. .
Hij heeft zijn gekeerde
hlaime pak van vel le
den jaar aan, en een
dasje dat als een touw
om zijn hals is gebon
den. Aan zijn
rechterwijsvinger is een inkt
vlek. Het slappe grijze
hoedje dat hij op
heeft draagt hij al
drie jaar. Thans is
het hem dierbaar ge
worden.
Hij draagt een paar
griiswollen handschoe
nen; in den linker
handschoen is een ta
melijk groot gat.
Hij had eerst een
taxi willen nemen,
omdat zijn vrouw de
auto noodig heeft.
Hij heeft zich echter
bedacht -n rent naar
de halte der
electrische tram.
Hij springt op het
achterbalcon. liet is
Weet g/j i vel
dat gij des avonds
uw gelaat, moet in
smeren met bijenwas
(geprepareerd)?.. dan
krijgt ge geen rim
pels. . !
dat de Panische
Meesters zich dit sei
zoen tot de uiterste
simpelheid in avond
toiletten beperken. . ?
dat een lady die
zich respecteert een
paar zijden kousen
niet meer dan n
maal draagt?
dat gij des mor
gens een lauw bad
moet nemen, waarin
l .'2 i'i. lavendel- kris
tallen?
dat gouden
beursjes uit de mode zijn,
cu men ze nu van
zware chineesche zijde
draagt?
Wist ge dat niet'!
Dan weet ge het nu !
er een vreeseliik ge
drang en hij brandt
zich aan de sigaar
van een kennis.
En u?" vraagt
de conducteur.
Enkele" antwoordt
mijnheer.
Asjeblief" zegt de
conducteur.
Dring niet zoo"
bromt een
slagersknecht.
De tram remt, en
meneer bonst tegen
den kennis op.
Vervloekte tram''
zegt meneer.
,,Ga in je aut<>
zitten!" smaalt dt
slagersknerht.
Meneer rent terug
naar kantoor waar hij
een aantal dringende
zaken heeft af te doei:.
Zijn voorhoofd is
gefronst. De tijden
zijn zorgelijk en de
Mark is al weer ge
daald. Hij werkt van
drie tot half zeven.
Hij verdient dien dag.
zwoegend, negenhon
derd gulden, maar
dat is nog op het
randje af....
Mijnheer drinkt
haastig een kop thee
aan zijn bureau; om
zeven uur tramt hij
naar huis. . . . geen
tijd voor de club, voor
den coiffeur. . . . al
leen even bij de
flenriste .... een or
chidee v oor zij n vrouw.
Om h.1.!l' acht geeft
hij haar die ;I;MI tafel
. .. .maai' ze doet hem
niet aan. Zij kleurt
niet bij haar nieuwe
japon....
Doodmoe gaat hij
mee naar de opera
.... en soupeeren.
W-:'t gij ir;-/,
dat dat goed fl.
4. per klein potje
ko^t?
dat uw man zijn
pakken laat keeren bij
een klein meestertje?
dat uw man ge
stopte wollen sokken
draagt.. ., ?
dat uw man een
koude douche zonder
lavendel neemt?
dat men drie jaar
kan doen met een
stevige porte-mon
naie \ an rundleer?
Wist ge dat niet'?
Dan zult ge het
nooit weten !
Illllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Hoe lang zon ik nog kunnen voortgaan? Ik
/on tegenover de toiletgeheimpjes dier
femelende vrouwenrubrieken de bittere realiteiten
van den tegenvvoordigen zakenman kunne'ii
stellen.... Maar tiet zou immers toch niet
helpen. . . . ?
M KLIS S T o K E
lllllllllllnllllllllllljlltlllllllllllllllllll DIMIHIIIIIIIIItllllllllülllmlMIIIII
RI.TM-KRONYGK
De beziiinigingscomniissie aan het werk
Er gaat schrik en ontzetting en woede en haat
door het land van de bureaucratie.
Daar sluipt de commissie, voorzien van 't
mandaat
dat geheimen onthult (die hen wellicht
ontslaat
als te talrijk, te duur en te suf voor den staat)
en de staatsruif gaat dunnen En zie!
Als gold het een tocht dooreen onbekend land
van een troep onderzoekers zoo meldt
voor het gretig publiek eiken avond de krant:
waar men kwam, wat men vond, waar het
overbemand,
waar het dubbelbezet is, en waar men, o
schand!,
vier liceren te-veel heeft geteld.
En de overbevolking komt nu aan het licht
d'expeditie dringt overal door!
Waar zij komt, slaat men haastig romannetjes
dicht
en trekt een door denken verwrongen gezicht
en verbergt iu zijn ia een begonnen gedicht
aan de dactylographe van 't kantoor!
Bij een afdeelingschef werd een boring gedaan
in een laag van versteening en stof,
Wat trof men na zes uren arbeiden aan?
de copy van een afschrift, waarin had ge
staan
dat het schrijven 3000, dat uit \vas gegaan,
de bruiloft van Adam betrof....
Wij wenschen niet meer, dat verouderd sy
steem !
we zullen liet anders gaan maken !
Zoo roept de commissie! Een heer op kantoor
die brieven dicteert heeft n juffrouw
daarvoorj
Maar was men zógeleerd in het ambtenaars
corps,
dan ging het er hals-over-kop nog vandoor
en verdiende millioenen.... in zaken !
MELIS S T OK
IIIIMIIIIItlllllllllllllllllllllltlllllllllHllltlflIllllllllmlIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIII
CADILLAC
Het Meesterstuk der iutoleclmiek
Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT
(Vervolg van pag. <V.)
na eenige evoluties van begrippen omtrent
zedelijkheid en menschenwaarde, via de
bloederige maar gevaarlijke stierengevechten,
het clooden van koeien en kalveren van liever
lede verheven tot een sport voor de hoogere"
kringen.
SLACHTPARTIJ VAN UPPERTENNERS
IN HET JAAR 2050
Uien morgen om acht uur kwam het
slachtgezeisehap van graaf Bhinderdom. den
Opperslagcnneester van Z. Al. Julianus den
Aanvallige al bijeen op het gn.ote vliegplatform
van des graven kasteel.
Telkens suisden weer andere electrische
luchtauto's aan door het heerlijke blauw van
den lentemorgen.
L'it Londen, Parijs, Weenen, Berlijn en
Petersburg kwamen ze met orkaansnelheid
toegovlogen.
Het Goeden morgen" en Slagc-rsheil !"
klonk weldra vroolijk in alle talen dooreen.
Graaf Biunüerdom in zijn sierlijk ambtsge
waad met gouden ossekopembleempjes op
de revers van zijn jas en den fraaien, rijk met
edeisteenen versierden slagersgurdel met zil
veren messen en priemen indrukwekkend
spannend over de gevulde maag, was de
charmante hoffelijkheid in persoon, hielp de
aangeronkte gasten bij het uitstijgen, kneep
met edelmannigc vrijmoedigheid de jonge
baronnessen en freuletjes in de mollige of
magere armen en gaf daar tusschendoor met
een stentorstem zijn bevelen aan den stoet
lakeien, die den vüegtuigbestuurders den weg
moesten wijzen naar de grafelijke hangars.
Wat een schitterend weer voor het
Pauhis-Potter-toernooi !" nep een jong Eransch
markiezinnetje, dat haar vliegjas uitgooiend
zich vertoonde in een uiterst modieus slagers
pakje,de laatste creatie van Paquinsuccesscurs,
vervaardigd van witte dril met een
blocdroodgelakte ceintuur, waaraan de messenen
priemen bengelden.
Zijn uw gasten al compleet?" vroeg Baron
Knalkurk, de laatste en lichtelijk dekadente
afstammeling uit het geslacht der Knalkurken,
wier adel stamde uit den oeconomischen
reuzenstrijd der jaren 1014- 18.
Nog niet,'' antwoordde de aangesprokene
ik verwacht nog mijn vrienden uit
Baltim i re, maar," en hij hield een draadloos
zakteIcfoontje aan het oor daar komen ze al. ...
en dan in het toestelletje sprekend: U is
you Mr. Bricklayer?. . . . Yes. . . . Yes. .
. . . . No. . . . No. . . . you are not in a hurry
. ...take it cool'y.... So long...."
Hij stak het toestel weer in zijn zak.
-£f ~?- -^
PM"'' ^^
?u,i
L
n1.,, - u/v
w^a^<:
'rfM \i/ " )
; -JyQu!^^
0ö&_
%i^jp^
'/?I/IIHI/M!///^^
c^m^n
.... Slagersheil! Slagersheil!
....het beeldige slagerspakje.
Ik geloof, dat ik ze zie . . . . " sprak mevrouw
Knalkurk, die een geestig saiicijzen motief
met gestyleerde bloemkooltjes op haar witte
jas had laten borduren, en ze wees naar het
Westen, waar een glanzend vliegtuig met
bli ksemsnelheid nade rde.
Tien minuten later waren allen present en
zakte het gezelschap in geruischlooze liften
naar de ruime hall, waar naar echt l lollaiidsch
slagersgebruik de kruiken Bols met de kristal
len kelkjes gereed stonden.
De jongste twee dochtertjes van il.:n Graaf,
in guitig travcsti als siugersjongcntjes, pre
senteerden de overvolle glazen.
Allen schaarden zich mei het glas in de hand
rond graaf Bluiiderdom.
Damesen Heerett", sprak deze het glas hooi;
houdend : dat het geluk en de vaardigheid
op dezen plechügen Pauliis Potterdag met
ons mogen zijn, Slagersheil !"
Slagersheil!" toastten allen terug en ieder
haastte zich om het kelkje, zooals het gebruik
eischte, in n teug te ledigen.
Even later waren allen buiten.
Het gezelschap begaf zich naar de grafelijke
arena.
Die arena was een groot steenen gebouw, dat
van binnen veel overeenkomst had met de oude
Duitsche paardenspelleu uit don tijd der
Hohenzollerns, met dat verschil dat er geen
rangen" waren.
De genooditjden zaten rondom in leerrn
cluhfauteuils, aniphiteatcrsg'ewijze opgesteld; er
gens boven was een onzichtbaar strijkje.
De breede vleugeldeuren weiden wijd ge
opend, het orkest speelde de ouverture Carmen;
allen stonden op.
Voorafgegaan door de twee kleine
slagersjongens, die nu bloemen strooiden en gekleurde
papiersnippers, trad de in het wit geklecde
slagersstoet de arena binnen.
Voorop de graaf zelf, met aan zijn arm het
Eransche markiezinnetje, d aarac h te r M r. Brick
layer met Barones Knalkurk en zoo vervol
gens; een lange rij imnoneerende gestalten,
vroolijk, f;er en kranig stappend in het voor
uitzicht van het edele \ermaak, dat hun te
wachten stond.
Een signaal klonk uit het orkest; een gor
dijn tegeno\er den hoofdingang werd weg
geschoven en twee lakeien, als toreadors ge
kleed, brachten een melkkoe op, versierd met
sinaasappels op de hoorns en een krans
theerozen op den kop.
Het koe.... het koe!" juichten de ver
heugde toeschouwers.
Het fraaie roodbonte dier keek met zijn
bolle oogeii wat soezerig rond, stapte rustig
mee tusschen zijn geleiders.
Hoor!.... hoor! de kalf!" werd
er geroepen.
Ergens achter klonk een getrappel als van
dierenpooten op hout.
De k'ie was inmiddels tot aan den hoofd
ingang gebracht,bleet' daarvastgehouden staan,
doch op het trappelgehüd wendde het eens
klaps den knp en begon Ie loeien, een klagelijk
roepend ge l oei.
Thans werd bet schalksche markiezinnetje
door graaf Blunderdom plechtig naar het
midden der arena geleid, waar hij afscheid van
haar nam niet een handkus en een slag op
haar rug.
Slagerslieii !" sprak hij luid en alles
juichte: Slagersheil !"
Het orkest preludeerde en loen een prachtige
bariton het .,'1'tireadm' en garde'." inzette,
weken de gurdijnen opnieuw en twee andere
toreador;' duwden een kalt' naar voren.
liet was een stuntelig, klein dier, hoog en
onvast op de stakerige. zwakke poolen. Een
oogenblik bleef het slaan, beduusd door de
ongewone ('ingeving en het lawaai der mu
ziek: het wendde hulpeloos den kop naar alle
zijden, verzette een poot, struikelde, herstelde
dan mei eer, krom sprongetje zijn evenwicht.
De !<;,!!'.... de kalf !" bruiden de toe
schouwers.
De grooU1 moederkoe loeide, werd onrustig
en slingerde de twee toreadors door het schud
den van haar kop heen en weer.
Het guitige markiezinnetje had haar mes
getrokken, een lang vernikkeld vlijmscherp
mes en zette zich elegant in postuur, de linker
hand op den heup.
Het kalfje, dat nu zijn moeder ontdekt had
en gehoord in haar klaag-roepend loeien, deed
wankelend eenige stappen in haar richting,
de zachte roze bek als tastend naar de nier,
vooruit, de groote oogeit melankoliek
vochtigglanzend.
Maar dan wipte het markiezinnetje met
een gracieus bewegen van haar lenig lijfje
op liet diertje toe, zwaaide even het mes boven
haar hoofd en stak het dan met een vlugge
handbeweging tot aan het handvat boven in
den kalfskop.
Het dier sidderde, iets als een klagend kreetje
van pijn kwam uit zijn bek, dan viel bet opzij.
Een gejuich en bravogeroep brak van alle
kanten los. het orkest hief fanfares aan!
f lel markiezinnetje Irok het mes, druipend
van kalfsbloed, uit den kop, reikte het aan
den op haar toegesneiden graaf Bhmderdoifi.
Bravo!"
Verduiveld kranig, zeg !"
Nooit zoo'n steek gezien .
spoi t you know !"
Lovêly !"
Wat een vrouw hè?"
Oni oiii, bon sang ne pent mentir"
Wunderbar !"
re all v
Het markiezinnetje bloosde, lachte, boog;
haar oogen straalden van gelukkigen triomf.
De koe werd teruggevoerd, beroerde even
in '! voorbijgaan met zijn snuit het doode
kalfje, welks oogen al braken: de moeder likte
aan de bloedende wond.
Dan werd ze voortgetrokken.
Het triomfeerende markiezinnetje,omringd
door de bewonderende schare
Oef !
Nu was ik toch blij, dat i
Want de zon was
westen gedaald, wierp n
over de heidezee.
Rare droom, of nee, 't was er geen;, 't was
een hypnagogisch visioen
Ik weet niet of I-'reud
t.eiten aan toekent, ma;
honinggeiirende erica na;
een koppige stem als een
maar:
Waarom niet ?"
k klaar wakker we rd.
bedenkelijk ver in 't
lodviolette vlammen
er profetische
quali;tr toen ik door de
tr huis stapte, vroeg
vervelend refrein al