Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17 Dec. '21. - No. 2321
VRIJHEID" IN HOLLAND
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
De bakermat" is goed, maar de baker deugt niet!
fiililimtmnirHMltitii
Illlllllllllllllt IIIIIIIIHII
geruïneerd, uitgeschud, en, voor een deel
tenminste, physiek vernietigd; hun plaats i?
ingenomen door totaal andere menschen.
In het bijzonder werd den boeren, ten getale
van ongeveer 80 miljoen, toegestaan de lan
derijen van de grondbezitters in bezit te
nemen, zonder dat de laatsten een duit ver
goeding kregen. Evenzoo ging het met de
fabrieken, factorijen, enz.
Een reusachtige plundering is er bedreven,
zooals er geen tweede in de geschiedenis voor
komt. Maar voor den Russischen volksgeest
en zelfs tot op zekere hoogte voor de tot
radicalisme geneigde intellectueele klasse is
hierin niets onaantrekkeh'jks.
Als ge hieraan toevoegt, dat de bolsjewisti
sche ieiders absoltiut,voor niets terugdeinzen;
dat vele hunner methodes ongetwijfeld ver
nuftig en elastisch zijn; dat zij bereid zijn ge
bleken tot lut doen van noodige en verstan
dige concessies; als gij u aan den anderen
kant voorstelt: de onderworpenheid en het
gebrek aan moed van de russische menigte,
gedurende eeuwen opgebracht in blinde ge
hoorzaamheid aan een regeering en een régime,
oneindig minder despotisch, minder
onnuedoogend, maar ook mind'.'r intelligent dan
die van Wladimir Ler.in; en als ge ten slotte
in aanmerking neemt, dat de belangen, van
duizenden, ja van tien duizenden menschen
ten innigste samenhangen met den duur van
het communistisch experiment in Rusland
(ik verwijs naar dj officieele" communisten,
dj \reemde huurlingen, de hooge bolsjewis
tische bureaucratie enz) -- dan zult ge, vrees
ik, tot het bjsluit m ie te n komen, dat ten spijt
van alle ellende, die het Rus.'and gebracht
heeft, het Sovjet-régim; al'e kans heeft van te
duren, zoo niet voor goed, dan toch voor een
zeer belangrijke tijdsperiode. Rusland kan
niet genieten worden met den maatstaf,
diegeldt voor andere lar.djn en naties. Wat on
denkbaar zou zijn in Holland, wat na enkele
weken onmogelijk is gehiek-.-o in Hongarije,
is mogelijk in Sovjctland. Hef beteekent
Rusland's ongeluk maar het is, helaas, een
ontwijfelbaar feit.
R A A !?' P K R O V S K V
tiittiiiiimiimimiittiiiinm
JO cent
1O cent
Somatra CBUITEMGEWOON) Sigaar
AMERIKAANSCHE TOESTAN
DEN IN 1921
Een Nederlander, sinds jaren in de
Vereenigde Staten van Amerika gevestigd, noemt
de toestanden aldaar evenals in Nederland,
verre van rooskleurig en van een donkere toe
komst.
Ook daar is het leger der werkloozen groot
en groeiend, waardoor vooral voor
vreemdejmiimmmimMiiiimHiitiitmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii MIIIMIIIIIIIIIIIUIHIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII, iitn
DE BELANGSTELLING VOOR
HOLLANDSCHE BOEKEN.
Er is ongetwijfeld een zeer geringe belang
stelling voor onze Nederlandsche belletrie.
In het buitenland is deze belangstelling
bijna nihil. Velen zullen dit willen toeschrijven
aan de kleinheid van ons land, en aan de
onbekendheid met onze taal, maar even
kleine landen zooals Denemarken, Zweden
en Noorwegen, met even vreemde en weinig
gekende talen hebben toch steeds schrijvers
opgeleverd, die b.v. wel hier algemeen bekend
zijn geworden, en als onze letterkunde de
belangstelling waard vva:., zou men die er
omgekeerd in de Scandinavische landen
ook voor hebben.
Alvorens echter te coiu-ludeeren, dat onze
belletrie geen buitenlandsche belangstelling
verdient, zou ik gaarne eerst eens willen
trachten na te gaan welke de oorzaken zijn,
waardoor ze zoo weinig belangstelling geniet,
zoowel in het buitenland als ook in ons
land zelve.
In een zijner critieken, de critiek naar
aanleiding van een boek van Busken Huet,
beschrijft Van Deijsse! ons de weemoedige
aandoening van den terugkeer van een jong
meiisch in zijn vaderland, na een lange reis
door andere landen. De jonge man heeft
geleefd in een wereklsdier en minder bekrom
pen milieu dan tehuis. Hij nee't kennis ge
maakt met een fijner distinctie, met aange
namer levensvormen, met vroolijkcr en
luchthartiger menschen, met menschen ook,
die een ruimer blik hebben, en minder oog
voor hun eigen kleine zorgjes en
belangetjes, dan voor het groote wereldgebeuren.
Na die reis komt de jonge man thuis in
het kleine burgerlijke huiskarnertje, waar
hem de menschen, die hij sinds zijn jeugd
heeft geleerd lief te hebben, met liefde en
hartelijkheid opwachten. Daar botsen dan
zijn verruimde begrippen tegen de
Holiandsche kleinburgerlijkheid. De menschen naar
wie hij verlangd heeft toen hij weg was en
die hem zoo innig lief zijn geweest, ziet
hij nu klein en bekrompen, den ouden oom,
den snaakschen grappenmaker, dien hij vroege i
zoo geestig en ondeugend vond, vindt hij
plat en een beetje grof, en met weemoed
ondervindt hij, dat er voor hem iets is ver
loren gegaan, dat hem vroeger zoo lief was.
Daarmede vergeleek Van Deijssel zich,
toen hij, na kennis gemaakt te hebben met
de schrijvers uit het buitenland en speciaal
met de Franschen, terugkeerde tot de
Hol(andsche boeken, die vroeger zijn
bewonVRAAOTi
SI-FA-KO
SIGAREN
Het voornmmmmto Sorlomork
IIIIIMHIIIIIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllltlllllllllllllllll
linden de kansen op het verkrijgen van werk
zeer gering zijn.
De Ainerikaansche pers, die als regel (te)
optimistisch is, zegt een goed voorteekcn te
?/Jen in het feit (erf het beweerde feit), dat de
werkloosheid niet meer zoo hard toeneemt.
Maar in zakenkringen vreest men, dat nog
grooter moeilijkheden te wachten zijn in den
komenden winter..
De prijsverlaging is ook weer tot staan ge
komen en zelfs zijn volgens de statistiek de
prijzen in de maand Augustus weer iets omho()g
gegaan.
Daarbij komt nog, dat men de volle
nawcrkirig nog moet voelen, van den ongunstigen
toestand in den landbouw. Alles bij elkaar
genomen hebben de boeren in de Ver. Staten
dit jaar slechts een middeimatigen oogst en
de prijzen die ze ervoor kijgen zijn maar zoo
wat een derde van de prijzen van begin ver
leden jaar. Tarwe maakt hierop een uitzonde
ring ; door de wereldvraag zijn de prijzen mi
weer gestegen tot ongeveer op de helft van
den prijs begin verleden jaar en ze zullen
misschien nog meer omhoog gaan, maar vele
boeren zijn door gebrek aan geld genoodzaakt
geweest om dadelijk tegen lage prijzen te
vcrkoopen. Tarwe is echter geen hoofdzaak;
de maisoogst is vijf- of zesmaal zoo groot,
en de prijzen daarvan zakken nog steeds. Die
van katoen gaan nu weer omhoog, maai
de katoenoogst is maar half zoo groot ais een
gemiddelde oogst. In 't kort het gaat den
boer slecht.
Gedurende den goeden" tijd zijn de huren
en de prijzen der landerijen verbazend geste
gen, zoodat sommige boeren zelfs de huur nog
niet goed maken, daar ook de loonen van het
werkvolk hoog bleven en de prijzen van alles
wat er verder noodig was slechts weinig om
laag gingen.
De koopkracht der boeren, waarom ten
slotte bijna alles draait, is dus geweldig ver
minderd, en de gevolgen daarvan kunnen niet
uitblijven.
DJ beperkende bepalingen op de immi
gratie, zijn uiteraard grootendeels slechts
voortgesproten uit de omstandigheid, dat
men in de Unie voorloopig werkkrachten
genoeg heeft en vooral de werkliedenpartij
is daarom sterk tegen immigratie. De groote
ondernemers zouden wel graag zien dat de
immigratie toenam, ten einde door toevloed
van arbeidskrachten de nog steeds hooge
oonen te kunnen drukken en werken te kun
nen uitvoeren, die nu door die iiooge loonen
onuitvoerbaar zijn. Die beperkende bepalingen
zullen echter misschien nog wel verscherpt
worden, want er worden telkens nieuwe wets
voorstellen daarvoor ingediend. Sommige van
de immigratievoorschriften hebben oogen
schijnlijk geen ander doel, dan het den vreem
delingen zoolastig mogelijk te maken en ze te
DE GRUYTEfi&Co
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein
doen gevoelen, dat ?.e minder zijn dan de hier
geborenen. Zoo de kwestie van de analfabeten,
waarvan Amerika n.b. een grooter percentage
heeft dan een der Noord-Europeesche landen.
De pers stelt het voor, of dit gevaar van bui
ten komt; maar ze weet heel goed, en het is
meermalen door de statistiek aangetoond,
dat het niet de immigranten zijn (of zeer wei
nigen) die niet kunnen lezen of schrijven. Het
groote aantal analfabeten treft men nl. aan
in het Zuiden der Ver. Staten, niet alleen onder
negers, rnaar ook onder de zoogen. White
Trash"; daar is echter nooit belangrijke immi
gratie geweest, men vindt er slechts
onvervalschtc, echte Angiosaksers van het zuiverste
ras.
Voor den oorlog werden er ook wel eens zulke
voor andere naties beleedigende voorstellen
gedaan in het Huis van Afgevaardigden,
maar deze vonden dan gewoonlijk niet veel
steun in de Pers, en hadden geen succes;
maar tegenwoordig vindt zooiets dadelijk
steun van alle kanten, en van de meest be
kende dagbladen. Zoo werd een jaar of tien
geleden een ernstg gemeend voorstel gedaan
door een Afgevaardigde, om vreemdelingen
te dwingen hun namen te veranderen in
Anglosakf-ische; met andere woorden allen moesten
Brown of Smit!) heeten. Daar werd toch wel
een beetje den spot mee gedreven, maar er
waren toch ook toen reeds bladen, die het
denkbeeld steunden. Deze Congressman" had
misgerekend; men zou kunnen zeggen, dat
hij zijn tijd vooruit was. Als hij op 't oogenblik
zijn voorstel echter weer inbracht zou hij heel
wat meer bijval vinden.
Voor hoofdwerkers, in 't algemeen voor de
meer ontwikkelden, voor kantoorbedienden,
enz. is het nog veel moeilijker om in de Ver.
Staten werk te vinden dan voor handwerkers
of arbeiders. De laatsten vinden hier misschien
nog zwaar of vuil werk, clat een Amerikaan
niet wil doen, en kennis van 't fingelsch is
daarbij dan geen dringend vereischte. Maar
een kantoorbediende of handelsreiziger moet
niet alleen terdege Engelsch kunnen schrijven
en lezen, hij moet het m de eerste plaats vlot
kunnen spreken, wat in Holland moeilijk te
leeren is. En de gebruiken op de kantoren en
in dj zaken zijn zoo \ersch.il!end, dat er voor
hem nog heel wat anders aan en af te leeren
valt. Alles is in Amerika ook meer onder
verdeeld; veel kennis wordt gewoonlijk niet
geëischt, maar het weinige dat men kent moet
men goed en vlug kunnen doen. Dit maakt veel
van het werk op de groote kantoren vervelend
machinaal.
Over 't algemeen zijn de Hollandsche kan
toorbedienden vrij wat beter onderlegd dan
hun beroepsgenooten in de Ver. Staten; dit
personeel is snugger, ving van begrip, sftiart",
maar heeft gewoonlijk niet veel schoolont
wikkeling. Zooals we! eens gekscherend be
weerd wordt; ze hebben zoo weinig in hun hoofd,
dat ze dat beetje ook altijd dadelijk kunnen
vinden en dat maakt ze bij-de-hand.
Er wordt in de Ver. Staten verbazend veel
geld voor onderwijs uitgegeven, maar toch
zijn de resultaten van het onderwijs slechter
dan in een der Noord-Europeesche Staten. Zoo
kunnen jongensen rneisjcsdic de ,,l lighSchooi''
doorioopen hebben en dan op de kantoren
komen, dikwijls nog niet eens goed spellen,
ofschoon ze een lijst van vakken geleerd heb
ben zoo lang als de spijskaart van eene
eersterangs hotel.
Onze landgenoot geeft geen bijzonder prettig
beeld van de huidige Amerikaansche toestan
den; menigeen, niet minder bevoegd, spreekt
een in verschillende opzichten gunstiger oordeel
uit. Wij zouden het oordeel van onzen bericht
gever dan ook niet gaane geheel voor onzer
rekening nemen, maar achten zijne beschou
wingen vtoch van voldoende interesse om ze
in wijder kring bekend te maken.
J. C. C. S A N D F, i; K t,
Directeur r. /;. In/oniuitie Bureau nin de
,\'cderl. \'crefnigint> ,,La
VALUTA-BALLADE"
Klaaglied van eenen speculant.
Voor zijn zuurgepotte duiten
Deed hij aan valuta mee,
Marken kocht hij voor 'n stuiver,
Kronen voor een cent of twee.
Eiken middag ging hij loeren
Hoe wel de noteering sloot.
Eiken middag vond die gokker
Zich nog grooter idioot.
0:n wat voor zijn geld te hebben
Spoorde hij naar Duits.chland toe,
Voor zijn vrouw kocht hij 'n mantel.
Schoenen en nog meer gedoe.
Aan de grenzen kreeg hij moeite,
Alles nam men hem er af.
Honderd duizend merken boete
En een maand gevang'nisstraf.
Hij zong ,,Deutschland ueber alles!"
Voor de bijgeloovigheid.
En hetzelfde liedje zongen
Ook de werkster en de meid.
,,Dctitschland, Deutschland ueber alles!"
Krulde toen de heele stad.
Daar zoo wat het gansche menschdom
Met een stro v aan marken zat.
's Nachts kon hij er niet van slapen
Uren was hij aan den tel.
Overdag dan was zijn leven
Een venvensclite markenhel.
's Middags lustte hij geen eten,
's Avonds trok hij aan de riuim,
En hij ging als zemiwlijiler
Naar een sanatorium.
Refrein.
O valuta, luta, luta! O, valuta!
Wat heb jij, jij me, jij me aangedaan.
Al mijn marken, mi, ma. marken
en mijn kronen
En mijn ri, ra. roebels
die zijn naar de maan.
]. H. S }' E E N H O F F
iiiiitiiiiiiMMitiiiimiiiiiiiiiiiiiimimtiiiiii'tmtiHiimiH'"imtiiiiiiiiim
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËP
AMSTERDAM
en OTTEÜDAiti
Agentschappen in Nederland:
's-GRAVENHAGE, TILBURG
LEEUWARDEN, OISTERWIJK
DENHOUT, LOCHEM en BORCULQ,
Agentschappen in Indië:
BATAVIA, SOERABAYA,
8EMARANG, BANDOENG»MEDAN e*
WELTEVREDEN.
tHlllllllllllllltlllllllllll.nl
IIIIIIIIIItlMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
dering en zijn liefde hadden opgewekt en
met weemoed constateert hij, dat ze klein
en burgerlijk en plat zijn.
Deze critiek is geschreven, toen de Hol
landsche litteratuur iets grootsch en
macntigs ging beloven, toen er een geweldig
pogen was, hier een groote, sterke woord
kunst te scheppen, en toen de belangstelling
voor onze boeken toenam, en de schrijver
van deze critiek was een der voorvechters
voor een nieuwe groote Hollandsche kunst
en een der besten.
Nu is er van deze beweging heel weinig
meer over. Ze heeft een zeker stempel gedrukt
op den hedendaagschen schrijftrant. Ze heeft
oude gemeenplaatsen verjaagd en een fijnere
analyse geleerd voor romanfiguren. Maar
ze heeft alle enthousiasme verloren, nieuwe
gemeenplaatsen ingevoerd en een stereotypen
stijl nagelaten.
En wanneer men nu als jong menscli een
zwerftocht door de huitenlandsche litte
ratuur gaat maken, en inzonderheid een reis
naar Frankrijk, zooals Vau Deijssel deed,
en men komt daarna terug in de
vadcrlandsche bibliotheek, voelt men zich weer even
teleurgesteld in de nalatenschap der Nieuwe
Gidsers als Van Deijssel zich voelde, toen
hij den grappigen oom Huet weer zag.
Het gevolg ervan is, dat men weer naar
het buitenland terugkeert en onverbiddelijk
elk Hollandsen boek voor taai en
ondooikomelijk verklaart.
Er worden veel Hollandsche boeken ge
schreven, weinig ervan worden algemeen
gelezen en zeer weinig door particulieren
gekocht. Daar elk stadje of dorpje zijn
leesgezelschap heeft t n er een groot aantal
boeken in bibliotheken terecht komt, een
ander groot aantal naar Indië gaat voor de
van de bewoonde wereld afgezondcrden,
die aanvallen op elke letter druks, vindt
elk min of meer vlot geschreven Hollandsen
boek tamelijk gemakkelijk een uitgever.
Men is zeker van den verkoop van een aantal
exemplaren, die de onkosten van papier
en drukken dekt en een kleine winst kan
opleveren. Een groot honorarium kan de
uitgever niet betalen, of de auteur moet
een zeer goeden naam hebben. Als een boek
twee drukken beleeft, is het al heel veel.
De naam van den schrijver en de titel van
het boek blijven hier of daar nog even hangen.
Na twee jaar zijn ze bijna geheel vergeten.
Zoo is het lot van de middelmatige en
soms zelfs van de beter dan middelmatige
Hollandsche romans, die vaak een stuk
werk zijn waar heel wat moeite aan is besteed,
waar soms veel studie aan ten grondslag
ligt, waar met veel liefde, met ware warme
kunstliefde dikwijls aan gewerkt is.
En daarnaast worden hier Fransche,
Duitsche en Engelsche boeken vaak van veel
geringer kunstwaarde, bij massa's ingevoerd
en gelezen, in het oorspronkelijk zoowel
als vertaald.
De verklaring hiervoor meen ik te moeten
zjeken in de weinige bekoring, die er van
onze boeken uitgaat.
Wanneer men zich voorstelt voor een
boekenkast te staan met een paar honderd
Fransche boekdeeltjes, van schrijvers in de
meest mogelijke verscheidenheid, en men
stelt daarnaast een gelijke verzameling Hol
landsche boeken, dan zal toch ieder moeten
bekennen, dat de Fransche verzameling
heel wat meer genoegen belooft, dan de
Hollandsehe, en wanneer men de Fransche
gelezen heeft, moet men toch bekennen
dat die heel wat meer bekoord hebben dan
de Hollandsche, als het mogelijk wordt ver
ondersteld zulk een collectie achter elkander
door te werken zonder dj. lectuur te onderbreken
door die van een boek van uitheemsche origine.
Het is of een Fransen schrijver aan zijn
lezers het genoegen wil doen, hen te laten
kennismaken niet zijn vrienden en goede
bekenden, en wanneer men een. Fransdien
roman van middelmatige waarde neemt,
wordt men tijdens het lezen als het w;1 re
vrienden en bekenden rijker. Zoolang je
leest, leef je in hun kring en het is vaak
als een weemoedig afscheid, het uitlezen en
dichtslaan van je boek. De levenswijze,
het denken en doen van de romanfiguren
leer je kennen als dooreen schijnbaren omgang,
dien je met hen hebt. Je wordt geplaatst in
een wereld van elegant en prettig levende
menschen, waaronder de aangename vari
atie is van luchthartigen, van spotvogels,
van rijkaards, die je in staat stellen kennis
te maken met een kostbaren smaak, met
verzamelingen van glaswerk en porselein en
schilderijen, met menschen, die in staat
zijn (de gemiddelde romanfiguur vangt
pas aan bij vingt-mille francs de rente) door
hun maatschappelijke onafhankelijkheid alle
levensfantasieën ten uitvoer te brengen en
daarin hun menschelijke eigenschappen uit
te leven. Toch verwaarloost de schrijver
in die uiterlijke aangenaamheid des levens,
die het boek zijn eigenaardige bekoring
verleent, niet het innerlijke zieleleven en de
tragiek is er niet minder diep en aangrij
pend om. Zoo is het lijden van de hoofd
persoon uit Anatole Franco's ,,Lys rouge"
niet minder treffend, omdat men in dat
hoek geniet van het zonnige Fiësole en Ivt
grappige Engelsche vrouwtje uit de
klokkenvilla, en van den humor van den vage
bond-dichter. Maar Anatole France is een
der grootsten, zal men mij voorwerpen, er,
onder zijn werken is ,,Lys rouge'' een der
beste boeken. Ik sprak van eer, betrek
kelijk willekeurige verscheidenheid en ik
zal de namen opnoemen van degenen die
me voor den geest komen, Claude Farère,
(Joncourt, Jean en Remy de (ïoiinnont,
Clermont. l'révost, l.oys, Lemaitre, Renard,
Reguier. Mirbeau, Lorrain, Willy, Colette
Willy, (iyp, Coiirteliue, Raehilde",
Mruipassant, de gebroeders Tharaucl, Carco, wie
men verder maar noemen wil. Ze vormen
gezamenlijk een bont mengelmoes van lit
teraire kunstenaar--, van artiesten met het
woord, hel /"i t zingende Fransche woord.
Allen hebben in verschillend'; kleuren en
tonen geschilderd. Ze hebben liefde, harts
tocht, deugd ei; ondeugd, rijkdom en ar
moede, eenzaamheid, vreiiude, genot en droe
fenis van liet menschelijk leven beschreven,
en hebben op hun tijd allen bekoord. Ze
hebben allen wel eens willen behagen en
hebben dan ook behaagd, elk op zijn wijze,
doch geen heeft u lastig gevallen met moraal
prediking. Er /ijn er bij gtweest, die hebben
willen speculeercn op den lust naar het ver
bodene en het iinmoreeie, er zijn er die
gestreefd hebben met zachte lieflijke
perversileit, maar anderen hebben ook /onder
deze prikkels te zoeken hun menschen
geteekeud zooals ze waren in hun zwak
heden, hun verliefdheden en over>pelighedcn.
Er waren er ook, die jonge meisjes in een
verdorven milieu met eere hebbeu hoog
gehouden, en sterke eerbare figuren schil
derden, die zich krachtig hielden in het leven,
die bekoorden met onschuldigen spot en ge
zonden humor, en allen hebhen de schoon
heid van hun taal, de werkelijke belletrie
gediend.
En nu hel Hollandsche boekenkast ie
met zijn zwaarwichtige werkjes. In lan;:e,
sombere relazen van huiselijke zorgjes en
burgerlijke verdrietjes worden de roman
figuren aan ons opgedrongen. Als er een
luchthartige vroolijke figuur in voorkomt.
peutcrl de auteur nog aan het glimmend
email tot liet ernstige ondergrondjc komt
te zien. Tot iu de prilsle jeugd zoekt hij
naar het eerste verdrittje en den eersten
traan. Hij belicht heel liet leven van de
sombere zijde, plaatst het lichtere deel van
het leven zoo ver mogelijk op den achter
grond, verzuimt nooit het vermanende woord
bij elke zonde, of minder deugdzame gedachte
of daad. Nergens slaat er haast de spot
eens zijn geestigen, overmoedigen torn aan,
of klinkt er de jolijt eens uit op, of worden
de menschen eens van de luchthartige zijde
be/ieu. Van het geduld van den lezer wordt
het uiterste gevergd bij de minitieuse be
handeling van al die sombere roerselen
van onbevredigdheid in het meiisehelijk
leven. Hel ziels-en het gedaelitenleven worden
als proefkonijnen op een plankje gespijkerd
en haarfijn wordt zenuw! je voor zenuvvtje ont
leed, zoodat liet geen wonder is dat men
voor die eeuwige benauwenis van eenzame,
klagende, zuchtende, worstelende zieltjes,
voor die stumpers. die 'geen bevrediging
vinden in hun leven, omdat ze niet begrepen
en niet verstaan worden, omdat ze niet
slagen in hun carrière, of het kind niet
krijgen, dat voldoening in de liefde zou
hebben geschonken, of in hun huwelijk
niet vonden wat ze meenden te mogen
verwachten, of i/) hun werk niet dat wisten
te bereiken, wat ze gehoopt hadden dat
we voor die eeuwige lamentatie. hoe zuiver
psychologisch geschilderd, hoe lijn gevoeld,
hoe knap geanalyseerd, geen belangstelling
kunnen behouden.
Ik ben misschien onbillijk tegen de enkelen,
die ook geestig en onderhoudend werk hebben
geschreven in onze taal. Maar die enkele
boeken moeten we zoeken uit zooveel zware
dikke boekwerken, dat 'ze onmogelijk de
sombere obsessie van het geheel kunnen
wegnemen. Wanneer ons wat meer humor
en wat meer levensvreugd en levenslach
werd geboden, zouden we graag onzen
tijd voor een ernstiger boek over hebben,
zooals we ook wel onzen tijd over hebben
vooreen ernstigen psychologische!! Franschen
roman, nadat we hebben ondervonden, dat
een Franschman ons niet stelselmatig
levenslacli en den humor van liet leven onthoudt.
De Hollandsche auteurs vergeten echter,
dat de meeste menschen voor ontspanning
lezen willen, en dat lezen geen uitsluitende
psychologische studie is, elat het leven ook
zijn zonnige en vroolijke zijde heeft, en deze
niet minder waard is bestudeerd te worden
dan de kleine teleurstellingen en de
onbevrcdigdheidjes, waarop zij zich blind staren ;
dat er in Holland ten slotte een behoefte
is aan levendige,opgewekte, vroolijke lectuur,
aan de lectuur, die ook den humor des levens
geeft. Wanneer den Hollandschen lezers niet
de lach, waarop ze recht hebben, stelselmatig
werd onthouden, geloof ik dat de belangstel
ling voor Hollandsche boeken aanmerkelijk
zou toenemen.
A. B. v A N T t c x ii o v i: N