Historisch Archief 1877-1940
31 Dec. '21. No. 2323
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Maaltijd, aangeboden aan Koning Karel II van Engeland in het Mauritshuis,
30 Mei 1660. In deze zaal hangt Sinds 1822 de Stier" van Paulus Potter.
9
EEN EEUW IN HET MAURITSHUIS
1822 Januari 1922
Een^eeuw langfis het'Koninklijk^ Kabinet
van Schilderijen in het*Mauritshuis gevestigd.
In het Teerst bevatte het Kabinet ook'een
afdeelingrschilderijen van levende meesters,
Het aantal kunstwerken is er sindsdien meer die geregeld werd aangevuld door aankoopen
dan verdubbeld, het bezoek ontzaglijk toe
genomen, de inrichting, de conservatie ver
beterd. Het is dus wel de moeite waard, even
dankbaar tejherdenken wat in dat tijdperk
is tot stand gekomen.
In 1815 waren de schilderijen van het reeds
toen terecht vermaarde Stadhouderlijk Kabi
net, die door de Franschen in 1795 naar Parijs
waren gebracht, naar den Haag terugge
keerd en voorloopig gedeponeerd in de oude
Galerij op het Buitenhof. Het volgend jaar
maakte.-Koning Willem I dit kostbaar bezit
zijns vaders tot Staatseigendom. Kort daarop
werd Jhr.' Steengracht van Oostkapelle tot
Directeur benoemd. In 1817 werden de voor
naamste stukken^ 133 in getal, tentoongesteld.
Maar de lokaliteit was onvoldoende en tel
kens weer drong de Directeur op beter huis
vesting aan.
Eindelijk kocht het Rijk het Mauritshuis,
dat het voordien in huur had en dat voor
allerlei doeleinden was gebruikt, het laatst
voor huisvesting van de Koninklijke Biblio
theek. In den loop van 1821 verhuisden de
schilderijen naar hun nieuw verblijf, tezamen
met het Kabinet van zeldzaamheden *), dat
gelijkvloers werd gevestigd.
Den derden Januari 1822 werden de beide
Kabinetten voor het publiek geopend. Zij
waren twee dagen in de week te zien voor
welgekleede'personen zonder kinderen. De overige
weekdagen voor buitenlanders. Nederlanders
moesten op die dagen een toegangskaart
hetiben.
.'?f-De eerste jaren na de verhuizing waren
-Mö&r het schilderijénkabinet zeer voorspoedig.
Den Haag was gedurende verscheiden jaren
geefi'-'museum rijk geweest, want de Natio- met de benoeming van
Wale!;Konstgalerij, sinds 1708 in het Huis Abraham Bredius
(Di'fiet Bosch gevormd,-was in 1808 naar Am
sterdam verhuisd, waar zij den grondslag
vormde voor het tegenwoordig Rijksmuseum.
De schilderijen in het Mauritshuis vormden
het eenige kunstmuseum der Residentie. Het
bevatte reeds buitengewone meesterwerken :
4 Rembrandts (o. a. den Simeon, de Suzanna
6n den Officiers kop), prachtstukken van
Terborch, Metsu, Jan Steen, Mieris, Wouwerman,
Potter (den grooten Stier), Dou, Holbein,enz.
Men streefde evenwel dadelijk naar uitbrei
ding, en vooral naar het verkrijgen van
groote, indrukwekkende kunstwerken. Zoo
werd b.v. de Doode Zwaan van Weenix ge
kocht. Vooral de energie van den Koning teeneri in; telkens was er
'was het, die den Directeur steunde in zijn wat nieuws te zien en
" .streven. Aldus is in 1822 reeds Jan Vcnneer's
.Gezicht op Delft verworven voor / 2900 en in
1828 Rembrandt's Anatomische' Les, voor
/ 32.000*. Italiaansche en Spaansche schilde
rijen werden eveneens gekocht, maar helaas
was het meeste daarvan te minderwaardig
om het op den duur ten toon te stellen.
op de jaarlijksche tentoonstellingen. Deze
af deeling werd in 1838 naar het Paviljoen
te Haarlem, en vandaar later naar het Rijks
museum overgebracht. In de aldus ontstane
leemte werd op den duur voorzien door de
moderne afdeeling van het Haagsch Gemeen
temuseum.
Na 1831 kwam er in de zoo gelukkig be
gonnen uitbreiding van het Kabinet een
bedroevende stilstand. Door gebrek aan geld
(het jaariijksch budget bedroeg weldra, slechts
800 gulden !) kon er gedurende 43 jaren niets
worden gekocht.
Eerst het optreden van Victor de Stuers,
in 1874, bracht herleving. De Regeering
ging zich, door zijn toedoen, weer voor
monumenten en musea interesseeren. Het
budget van het Mauritshuis werd .verhoogd,
het gebouw opgeknapt,
en weldra deden weer
nieuwe aankoopen (waar
van de beste zijn twee
groote portretten van
Frans Hals) hun intrede'
in het Kabinet. Ook
schreef de Stuers hoe
wel hij geen Directeur
was een uitmuntenden
catalogus, de « bekende
Notice Historique van
1874, een werk van ver
dragende beteekenis. J
Dit alles was slechts
de aanloop tot een twee
de bloeiperiode in de
geschiedenis van het
Mauritshuis, die inzette
recteur van " 1889 tot
1909). Hij was de eerste
specialist, die over het
Kabinet het beheer voer
de. Hij kocht, ondanks
groote moeilijkheden, §)
veel aan van groote be
teekenis (Rembrandts
Broeder, het Puttertje
van Fabritius, het Mans
portret van Memlinc,
A. Brouwers zelfportret
enz. enz.) Hij voerde
het systeem der
bruikmeers Meisjeskopje in het Mauritshuis kwam.
Bredius' herstellingen in het gebouw (het
aanbrengen der parketvloeren enz.) maakten
het veel behagelijker. Hetgeen Bredius uit
zijn eigen verzameling in bruikleen afstond
vormt, met Rembrandts machtigen Saul en
David als toppunt, een der groote aantrekke
lijkheden voor de bezoekers.
Dit alles is te bekend om er lang bij te
blijven stilstaan.
Na 1909 kwam, behalve een algeheele
restauratie van het gebouw van binnen, die
mogelijk was door den finantieelen steun van
het Departement van Waterstaat, allengs
een belangrijke schifting tot stand, die noodig
was geworden door het overvuld raken der
wanden.
Door het verwijderen van vele, meer uit
historisch of kunsthistorisch dan uit kunst
oogpunt merkwaardige schilderijen naar elders
(o.a. naar het Frans Hals-museumte Haarlem)
kon alles veel ruimer worden gehangen. Deze
reorganisatie isnognietafgeloopen, omdat voor
een reeks historiestukken nog geen waardige
plaatsing elders is gevonden. Tot de belang
rijkste aanwinsten na 1909 behooten de 5
prachtige schilderijen uit:de collectie Steen
gracht met steun van het Rijk, de Ver.
Rembrandt en particulieren, voor 4V ton aange
kocht, de kostbaarste aankoop, ooit voor het
kabinet gedaan. Voorts zijn verscheiden ge
schenken te vermelden, (o.a. twee Aert de
Gelders, een Dujardin, een van Go yen), eenige
legaten (o.m. van Bon. v. Aerssen Beyeren
van Voshol, van Bon. v. Pallandt v. Eerde en
van Jhr. J. H. en W. Hora Siccama, den heer
J. G. de Groot Jamin, enz.) en aankoopen van
Nederlandsche schilderijen uit de 18e eeuw en
het begin, der 16e eeuw (ter aanvulling van
de zeer kleine primitievenafdeeling).
De belangstelling van kunstenaars en publiek
is met de jaren zeer toegenomen. Het aantal
bezoekers kon in 't eerst niet groot zijn, omdat
men meestal toegangskaarten moest hebben,
netjes gekleed moest zijn, tolden fatsoenlijken
stand moest behooren, geen kinderen bij zich
mocht hebben. De deur nu sinds jaren den
geheelen dag geopend werd eerst na aan
bellen ontgrendeld. De openingsuren waren
bovendien zeer beperkt, en Zondags was
alles gesloten.
Sinds er, omstreeks '75, de toegang voor
een ieder gemakkelijk is, (alleen op Nieuw
jaarsdag heeft het Kabinet vacantie), cata
logi in 4 talen beschikbaar zijn en iedere
aanwinst onmiddellijk aan de dagbladpers
wordt .meegedeeld, is het bezoek bepaald
druk geworden. Ook het exposeeren van
bruikleenen en het houden van kleine
exposiVoorlezing van Psalmen door de Commissie voor deïnieuwe psalmberijming, in de
18e eeuw. Dezelfde zaal als op de eerste afbeelding, na de restauratie van 1718.
zoo kwarn er meer en
meer leven in het Mu
seum. Onder zijn beheer
werden ook belangrijke
legaten verkregen, tp.m.
dat van den heer A. A. des
Tombe, waardoor
VerDe trapzaal in het Mauritshuis in haar tegenwoordigen toestand.
ties werkte het bezoek in de hand. Het
contingent vreemdelingen is zeer groot. Het
best kon men dit merken tijdens en kort na
den oorlog. In de laatste jaren vór den oorlog
kwamen er 78000 bezoekers per jaar, daarna
slonk het aantal sterk, en thans zijn er nog
slechts 5800.0, omdat het vreemdelingenver
keer nog niet weer den omvang van vór 1914
heeft bereikt.
De kunstenaars zijn hoe kan het anders
steeds mee de trouwste bezoekers geweest.
Hun belangstelling was reeds in 1822 van be
teekenis en velen hunner copieerden er
reeds toen de schijderijen van het kabinet.
Onze grootste meesters hebben er gewerkt,
en werken er nóg, en ik behoef slechts
te herinneren aan den invloed van
Vermeer's Gezicht op Delft op de kunst
van Jaap Maris, en aan Maris' bekende
grootsche copie naar Rembrandts Simeon, om dui
delijk te maken hoeveel het bezit van het
Mauritshuis-inuseum voor de inspiratie der
Haagsche artisten beteekent.
De belangstelling richtte zich bij kunste
naars zoowel als bij 't publiek in de eerste
helft der 19e eeuw nog
bovenal tot de fijn ge
schilderde kabinetstuk
jes en tot den Stier van
Potter.
Dou, Wouwerman,
Mieris, Terborch's D
pêche, Steen's Kippehof,
zij werden genoten en
gewaardeerd, maar veel
al om geheel andere rede
nen dan tegenwoordig.
De Stier van Potter
was de groote attractie.
Fromentin is in 1875
eigenlijk de eerste, die
voelt dat de Stier niet
zóenorm is als zijn
reputatie.
Sinds 1828 komt met
den aankoop der Ana
tomische Les, de groote
bewondering voor dit
meesterwerk van
Rembrandt op, naast die voor
den Stier. Maar nog lang
duurde 't, eer zich vór
den Vermeer een stille
groep van bewonderaars
ging vormen, hoewel dit
stuk toch reeds in 1822
was gekocht.
Wél merkwaardig is
het, te zien, hoe men
tegenwoordig weliswaar
den Stier steeds, als 't
ware eerbiedig, en met
waardeering voor de
kunde van den nauwe
lijks 23 jarigen Potter,
beschouwt, maar dat
bewonderende uitroepen
vór dit schilderij tot de
zeldzaamheden zijn gaan
behooren.
Daarentegen is b.v. de liefde voor de pri
mitieven sterk toegenomen en vindt men,
vergeleken bij een 20 jaar geleden, steeds meer
stille bewonderaars vór de weinige werken
uit dien gevoeligen tijd.
Wij hebben als illustraties geen afbeeldingen
van schilderijen uit het museum gekozen.
Naast een deel van het interieur in zijn tegen
woordigen toestand scheen ons een herinne
ring aan de vroegere functies van het gebouw
niet onaardig. Toen Maurits de Braziliaan (die
het liet bouwen) er nog woonde, stond hij het
af ter ontvangst van Koning Karel II van
Engeland (zie de afb.). Later logeerden er o.m.
de vreemde gezanten, die den vrede van Rijs
wijk kwamen onderteekenen. Ook vergader
den er commissies b.v. die voor de ver
betering der psalmberijming van Datheen.
De afbeelding van de voorlezing van enkele
dier psalmen vertoont dezelfde zaal als die,
waar de maaltijd van Karel 11 plaats vond, doch
hersteld na den brand, die in 1704 het geheele
gebouw van binnen in de asch had gelegd.
De gelukkige combinatie van het fraaie
Mauritshuis met het prachtige museum, dat
het herbergt, duurt thans honderd jaren.
Steeds beter hebben beide zich naar elkander
leeren schikken en pogingen, tien jaar ge
leden, om de verbintenis op te heffen, leidden
gelukkig tot niets
Nog steeds zijn er plannen tot verdere schif
ting, en tot uitbreiding tevens. Het peil van
de verzameling als geheel moet nog verhoogd,
de indruk van het interieur nog intiemer,
nog rustiger worden gemaakt.
De bedoeling is, om op den duur, behalve
aan de Hollandsche afdeeling, ook aan de
buitenlandsche aandacht te besteden. Kon
b.v. de Italiaansche school in het Kabinet
nog eens met eenige eersterangsmeesterwerken
worden verrijkt, konden er eens een paar heel
mooie 18e eeuwsche Engelsche portretten
komen, dan zou het geheel stellig nog aan
belangrijkheid winnen en zou het Mauritshuis
in nog grooter mate den naam blijven hand
haven van te zijn een afwisselend geheel,
dat in de gansche wereld bekend staat als
een der aantrekkelijkste verzamelingen, juist
aantrekkelijk door de verscheidenheid, die het
biedt binnen een klein bestek" gelijk
Bredius het eens teekenend heeft gezegd.
Op 't oogenblik moeten wij spaarzaam
zijn. Giften van particulieren (hoe dankbaar
hebben wij ze in de laatste jaren telkens weer
aan vaard) zijn thans nauwelijks te verwachten,
en geld voor voltooiing der restauratie van het
gebouw is evenmin beschikbaar.
Wachtende op betere tijden, mogen we des
te dankbaarder zijn voor hetgeen de
afgeloopen jaren ons hebben gebracht.
W. MARTIN
*) Dit verhuisde in 1875 naar elders en
sindsdien had het Schilderijenkabinet de
beschikking over het geheele gebouw.
§) Tot twee maal toe voerde hij een
verbitterenden strijd met Victor de Shuers,
en beide malen verzocht hij ontslag als
Directeur.
niiiii minimum
iiiiiini iimmiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiimiiimilimmiiillimmllillllimllllllimll
MUI iiiimiiiiiin
iiiimniimiiii
^11 imiiiiiimm mi iiiiimi iiiimi luim m iiiiimi iiiimiiiiiiiii
Guido Da Verona, Mimi Bluctte," uit
het Italiaansch door CHRISTINE
MoRESCO?BRANTS. Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf.
Op een avond in de maand April verloor
zij voor de eerste keer haar maagdelijke
onschuld door een van die toevallige gebeur
tenissen, waaraan een maagd, door de natuur
voorbeschikt dit niet lang te blijven, is bloot
gesteld."
Voorwaar geen kleinigheid in dezen tijd,
nu men, overvoed door gedurfde boeken,
gaat voelen dat we de kinderen heusch niet
altijd bij hun naam behoeven te noemen.
Een gevaarlijk begin ook voor schrikachtige
geesten, die zich verontwaardigd kunnen
afvragen hoe de climax in dit boek moet zijn
als de eerste alinea zulk een feit vermeldt.
Natuurlijk hebben velen Mimi Bluette
gauw toegeklapt en het misschien alleen
uit nieuwsgierigheid nog eens opengeslagen
om te zien hoe de auteur zich daaruit redt:
die voor de eerste keer verloren maagdelijke
onschuld Het is bijna jammer dat het
zoo begint al zullen de literaire gastro
nomen daardoor in een stevig aantal ter tafel
verschijnen. Want om dit begin en het eerste
liiMiiimnimiiiiiiiiiimiiiimmmmiiiiimiiiimmiii n uu
KUHSTHAHOEL
JACK HIEKEHK r/A Chef Goupil A Co
23 & 25a Lange Houtstr.'s-Grarenhago
HEESTERWERKEH VAN DE
17e EEUWSCHE, HAAGSCHE
EU FRAHSCHE SCHOOL
gedeelte van het boek zullen velen verstoken
blijven van 't genot zijner waarde.
En toch waarom er doekjes om te win
den? Mimi Bluette is, als wij haar leeren
kennen, een 18-jarige beginnelinge op den
grooten weg waar het niet zoo vreemd (en
ook niet onvoordeelig) is telkens weer maagd
te worden. Ze is een mooi handelsartikel en
gaat dat langzaamaan beseffen. Ze heeft
trouwens een ijverige leermeesteres aan haar
moeder, die een fraai gevormden boezem"
heeft en die als er zich iemand voordeed, die
bereid was te betalen voor het genoegen om
zich van de waarheid te overtuigen" dit niet
weigerde. Mimi Bluette, zoo herdoopt door
een schilder die verder geen rol speelt, is een
blonde Italiaansche, die, verhandeld ' door
tal van mannen, niet een beschermer" door
den Siniplontunnel naar Parijs stoomt 'om
daar als danseres al heel gauw een grooten
naam te maken. Laten wij het maar dadelijk
constateeren: een over-zinnelijke vrouw is
ze niet; haar grootste hartstocht is de dans en
die andere passie slechts een niet onaange
naam en zeker middel om aan een limousine
en aan toiletten van Suzanne Talbot te komen
wat dan ook waarlijk zoo uitmuntend past
bij haar gratie en jeugd. Ze brengt het heel
makkelijk tot een mooi appartement en een
zeer gewaardeerden minister plus vaste jaar
gelden. Dan, als ze jarenlang verstandig en
nooit verliefd is geweest, komt de" man in
haar leven. Het tragische conflict is geboren.
Mimi Bluette, ministers-amante en danseres,
ontmoet in de bar van de Groote Rooje", de
bar waarheen ze in donkere uren nog wel eens
een slippertje maakt, de" man. Een vreem
deling, die nu en dan opduikt in Parijs en van
wien niemand iets anders weet dan dat hij
van ver" komt. Guido Da Ver.ma onthult
ook voor de lezers zijn persoonlijkheid niet.
Hij blijft ook voor ons een vreemdeling, de
man door wiens hart alle zeeën der wereld
gespoeld hebben, een zwerveling en bovenal:
een uitgeputte van geest. Hij en Mimi Bluette,
hij, die weet dat deze plotselinge lieide de
laatste teug champagne in dit leven zal zijn,
de laatste ruiker rozen, zij, die niet weet, maar
intuïtief voelt dat dit voor hem het laatste
zal zijn en dat daarmee ook haar leven zal
eindigen. En nu gebeurt het wonder: de Mimi
Bluette die naakt gedanst heeft voor een gretig
publiek, die haar kind voor de geboorte ge
dood heeft, dit vooslijkende blonde weelde
wezen keert door haar allesovcrweldigende
liefde voor hem terug tot haar meisjesstaat
en kan zich, als ze de dikwijls betaalde daad
eindelijk in liefde volbrengt, tegenover dezen
waarachtiger! geliefde een maagd voelen. Ze
danst niet meer, haar schoonheid is uitslui
tend voor hem, er bestaan geen andere be
langen meer.... Samen met hem in een
eenvoudige kamer van zijn stil appartement,
hij, zij, en de eindelijke liefde.
Natuurlijk kan het niet altijd duren, al
duurt het hier langer dan men denken zou.
Hij verdwijnt, gaat terug naar de duisternis
waaruit hij gekomen is en die hem opeischt.
Eenvoudige zaak. Mimi kan nu haar partner
Jack weer opzoeken en met dansen beginnen.
Ja, als ze niet liefhad. Maar ze is niets meer dan
een deel van hem en ze wil hem terug hebben.
O, nu de wanhoop van zijn mysterieuse per
soonlijkheid ! Ze weet niet anders dan een,
wellicht gefingeerden, naam: Laire. Ze klampt
zich eraan vast, ze doet nasporingen. Ze komt
eindelijk zelfs bij den minister-ex-amant, die
zwichten moet voor haar tragisch leed en
haar helpt zoeken. Laire? ja, die heeft dienst
genomen in het Vreemdelingen-legioen en is
naar Sidi-bel-Abbès vertrokken. Dus hij leeft,
hij is bereikbaar. De duisternis licht op.
Er zijn immers spoorwegen en booten, ze
heeft immers geld en ze kan haar trouw
kamcniertje Linette meenemen. Wat zijn afstanden
ZOO EVEN VERSCHEEN BIJ
EM. QU ER l DO te Amsterdam:
ANATOLE FRANCE
De Wraak der Goden
voor hen die liefhebben? Daar is het reisbu
reau Cook & Son. Mijnheer, kunt u mij ook
zeggen welke route ik nemen moet voor
Sidi-bel-Abbès?"
Nu bereikt het boek zijn hoogtepunt, niet
alleen door het conflict, maar ook door de
beschrijving van Afrika. Wat moet uido
da Verona Afrika kennen om het zoo te be
schrijven, om je zoo beangst te kunnen maken
voor zijn verschrikkingen van hitte en zonne
brand en eenzaamheid. Een wreed land is het,
waar de koperen zon nooit van den hemel is
en de hersens uitput. In dat schoone wreede
land komt de kleine tcere danseres en baant
zich haar weg tot de kazerne. Laire? van hier
vertrokken naar Colomb-Béchar. Welk een
lange weg, welk een eindelooze treurnis '
dwars door Algerië, voorbij Saida, door de
vreeselijke steppen en dorre valleien, onder
den waanzinnigen zonnebrand, in een gloeien
den trein tot het eindpunt: Colomb-Béchar,
om daar te hooren dat hij weer verder is:
in Beni-Abbès, slechts met kameelen te be
reiken. En als ze daar zijn, ziek van de treur
nis en gek van de zon die in alles en overal is,
dan Laire is gesneuveld onder de vlag,
onbekend, zooals hij dat wenschte....
Sentimenteel, nietwaar? en een beetje
onmogelijk misschien,want welke vrouw onder
neemt zoo'n reis? Mimi Bluette, en elke an
dere vrouw die waarachtig liefheeft en niet
meer bestaan kan zonder die liefde.
Guido Da Verona heeft met dit werk iets
heel bijzonders bereikt: de romantiek in een
alleszins aannemeliiken vorm, den gewaagden
humor zonder de platheid, het tragische
zonder het komische. Het is de eenvoudige
geschiedenis van twee harten, het tragisch
vergaan van twee levens die te laat samen
smolten. En het is een beeld van de zon zooals
wij die niet kennen, van een angstaanjagende
verschrikkelijke vlammenzee, die alles ver
nietigt.
Dat Mimi naar Parijs teruggaat, daar nog
nmaal optreedt in den door haar zelf ont
worpen Zonnedans" en zich dan doodt
dat is het belangrijkste niet. Ze is reeds ge
storven in den vreeselijken Gharb, toen ze
zijn heldendood vernam, en Guido Da Verona
laat ons volkomen beseffen dat ook zij toen
opgehouden heeft te leven. Waardoor hij
blijkt een waarachtig kunstenaar te zijn.
Een boek vol zelf-doorleden leed, zoo goed
mogelijk verborgen achter een starren glim
lach.
J i; L i A FRANK
AUTOBANDEN
. D. l PM. M
Time to Re-tire?
(Buy
Schitterende Kwaliteiten
Lage Prijzen - Alom verkrijgbaar
VOOR NEDERLAND
S,T,