De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 7 januari pagina 5

7 januari 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2324 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HALLOWEEN IN CALIFORNI Weken vór den 31stenTOctober beginnen de Halloween-kleuren, geel en zwart in de winkel-etalages te verschijnen, in den vorm van lange slingers, vloeipapier, mutsen, maskers, lampions en allerlei gekke poppetjes en beestjes. Net als het rood en groen tegen Kerstmistijd. Geel is de kleur van de rijpe vruchten en het rijpe graan, want in lang vervlogen dagen was deze heilige avond (Hallow-eve) aan Pomona gewijd, de godin van den oogst. ^Zwart symboliseert al het geheimzinnige, spookachtige, dat het andere element vormt van deze viering, op het keerpunt tusschen zomer en winter. In noordelijker landen, waar werkelijk de donkerte en de kou in aantocht zijn, en de menschen hun angst voor het ruwe klimaat omzetten in angst voor heksen en booze geesten, heeft de zwarte kat, de niet minder zwarte uil, en de heks op den bezemsteel meer zin dan hier in Californië, waar het altijd maar zonnig blijft en hoogstens de regen wat last geeft in de wintermaanden. Ook zijn we hier zoo dicht bij den Equator, dat de dagen haast niet korter worden, maar lange zomeravonden zijn er ook nooit, en het heerlijke lengen der dagen missen we, evenals het groen worden van boomen en planten in de lente. 't Is net als het probleem, dat we ons vroeger als kinderen stelden die op de fiets naar school moesten over een open winderigen weg; wat is prettiger, heelemaal geen wind rrjf erge wind tegen, maar dan ook erge wind mee als je den anderen kant opgaat? Ik herin ner me niet, dat we ooit de windstilte verko zen hebben, zelfs in den allerergsten storm. In Schotland, een land van ergen wind tegen en ergen wind mee, is het nog voorna melijk te doen om de toekomstvoorspellingen, die men heel in het bijzonder verkrijgen kan als heksen en consorten de lucht weer onvei lig beginnen te maken, en speciaal op dezen avond aktiever zijn dan gewoonlijk. Denkt maar eens aan het aardige vers Halloween" van Burns. Maar Californië is een land van windstilte. Niemand denkt hier dan ook aan die oude beteekenis van het spokenfeest. Het is meer een soort carnaval geworden met vroolijke partijen al dagen van te voren, hier en daar wat baldadigheid en iedereen die mee wil doen, verkleed en gemaskerd. Geesten in witte lakens gehuld en met klamme handen (van een opgevulden wit glacéhandschoen gemaakt) en heksen met zwarte puntmutsen zijn het meest en vogue. Maar men kan ook volstaan met wat vloeipapier, een paar uilen, katten of heksen op een gewone jurk aangebracht. Groote oranje pompoenen worden uitge? hold en van oogen, neus en mond en een ka,ars voorzien en zoo voor het raam gezet. Ik heb geesten zien wandelen, met zoo'n lichtend hoofd onder hun arm! Griezelig. 't Kan ook gebeuren, dat je niets vermoe:,4?nd naar een HallQM<een?partij gaaken .opde frontporch, de Californische voorgalerjj opgeschrikt wordt door het helsche lawaai van een blik met spijkers, dat ergens op een randje balanceerde. Op zoo'n partij zijn allerlei traditioneele spellen. Sommige hebben met appelen en noten te maken, herinnering aan Pomona, andere bewegen zich meer op het terrein der geheimzinnigheid. Er is b.v. een bak met water of met meel en daaruit moet een appel gehapt worden. Er hangt ergens een hori zontale staaf aan een touw te draaien, aan het eene einde een brandende kaars, aan het andere een appel. De staaf wordt snel rondgedraaid -en de kunst is om de appel in je mond te krijgen, en niet de kaars. De gedragingen van twee of drie noten, die naast elkaar in het vuur van den haard gelegd worden, kunnen u verder inlichten over de trouw en ontrouw van geliefden. Het is natuurlijk noodig om de noten eerst een naam te geven voordat ze weg beginnen te springen of naast elkaar den vuurdood trotseeren. Op de Halloween-fuif van de IJ. W. C. A. (Young women's Christian association} be stond de geheimzinnigheiédaarin, dat de groote gymnastiekzaal met een paar lampions verlicht was, terwijl de gemaskerde gasten binnenkwamen. Ook was er ergens een heksenvuurtje in een soort van tent, waar we halverwege den avond onze toekomst voor speld kregen op eeh ulevelpapiertje, dat in een koekje gebakken was. - Na een half uurtje ging het licht op en begon een reeks van de meest kinderlijke spelletjes, afgewisseld door marcheeren op de maat van muziek in rijen van twee, van vier, en van acht zopals ik me uit mijn prille jeugd herinner. Hier deed iedereen mee, meisjes en vrouwen van 12 tot 80 jaar en de leidster van de gymnastiekklassen com mandeerde en blies op haar fluitje en alles marcheerde prachtig in letterlijken en figuurlijken zin ! Ik had wel eens een zestigtal Hollandsche vrouwen gehoorzaam aan iemand in clouwns-costuum, (maar met de zachte stem en het schelle fluitje van de gymnatiekonderwijzeres) een 5 minuten lang over het weer willen hooren praten als dit geboden werd! Wij vonden het wel een aardig grapje, maar onze Amerikaansche partners waren beter gedisciplineerd en stonden zich met ernstige gezichten uit te sloven de 5 minuten vol te krijgen. We werden ook in twee lange rijen tegenover elkaar geplaatst en als Miss James, het opperhoofd, een karton met den witten kant naar boven op den grond gooide, moest de eene rij de andere aan het lachen maken, als de zwarte bovenkwam omgekeerd. Wie lachte werd bij de tegenpartij gehaald. Eén juffrouw kon maar niets gek vinden; ze stond met een strak gezicht naar al die gezichtentrekkende, onzin uitkramende men schen te kijken, maar ze bezweek toen we Hollandsch tegen haar praatten ! Al zulke feestjes, de IJ. W. C. A. heeft ze voortdurend, eindigen met een glas sinaas appelsap, en de een of andere koek. Sinaasappe/len zijn er het heele jaar door en soms liggen ze op groote hoopen in de boomgaarden zooals bij ons de afgesneden hyacinthen in het voorjaar, dit tusschen haakjes. Vioor de kinderen is het allemaal leuk, op school teekenen en knippen ze pompoenen, hooren Halloween-verhaaltjes en maken van dat alles hun eigen stemming vol verwachting en voorpret. Het verkleeden geeft al meer dan genoeg bijzonderheid en geheimzinnigheid; zij breken zich fret hoofd niet met oude overleveringen en bijgeloovigheden en Pomona ! Het is een dag om naar uit te kijken en in Holland is 31 October heel gewoon net als alle andere dagen. Maar of het de SinterklaastiiiiliiilHiiiiiitiniMiiiiminimin iiniiiiiiiiinnminil stemming vergoeden kan, ook al wordt die in eigen gezin gevierd? Dat moeten we nog ondervinden. I. E. PRINS WILLEKES MACDONALD Altadena, Californië. Beloof mij toch door 'n kuur met Sanatcgen je zenuwen te herstellen Wanneer Uw zenuwen overspannen en Uw krachten uitgeput zijn, zal Sanatngen een keerpunt brengen in Uw leven en U voeren naar volkomen herstel en volmaakte gezondheid. De lijfarts der Koningin-Moeder van Italië Dr. E. PERSICHETTI, schrijft: Ik heb Sanaiogen gebruikt in verscheidene gevallen van Neurasthenie en het restillant was, dat bij elk geval de nervcuse symptomen sterk verminderen. Bij zwakke kinderen, zoowel als bij hcrstellcnden van langdurige, ziekte, heb ik Sanafogen met even gunstig gevolg voor geschreven en kwam zoodoende tot de over tuiging, dat het een waardevol zcmnvsterkcnd voedsel is om verloren krachten te herwinnen". Stel niet uit om Sanatogen te gaan gebruiken en begin nog vandaag. Het is verkrijgbaar in alle Apotheken en Dtogisterijen in veipakkingen vanal t 1.?. iiiinnniiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii iiiiiiifiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiitiinnnnitiiiin STERKT ZENUWErkNLICHAAM BIJKOMSTIGHEDEN VIII Juist op deze feestdagen, nu alles op ge zelligheid en huiselijkheid is gericht, moet ik telkens aan dat arme, Fransche kapiteintje denken, dat, als hoofd van de bezettings troepen ergens in een gat van een Duitsch dorpje, in eenzaamheid zit opgesloten. Toen ik hem voor het eerst zag, was het midden in den zomer, dien wonderlijkheerlijken zomer, die maar geen einde nemen wilde: we zaten op het grasveld voor het witte huis, we lachten en praatten en plaagden elkaar; tot er opeens, plotseling,een stilte viel: de fijne, geestige mond van onze gast vrouw verstrakte; de redacteur slikte zijn grap in, en hooghartig, koel, bogen ze tegen den slanken jongen, die, in zijn blauwe uniform, de pet eerbiedig in de hand, voorbijging: de Franzoos, de vijand, de indringer. En zoo dikwijls, de latere dagen, zijn elas tische figuur voor ons opdook, met altijd dien nadrukkelijk-respectueuzen groet, zoo dik wijls verstrakten de gezichten, en werd er iets hard in de welbekende oogen; zoo dik wijls voelde ik: ik ben hier tóch een vreemde, bijna zoo vreemd, als die jonge man, omdat ik niet meehaten kan, en niet mee-verwenschen." Voorzichtig probeerde ik bij onze gast vrouw, die zelf een eenzaam mensch is, iets van belangstelling voor haar ongewenschten huisgenoot wakker te roepen. Ik vroeg haar, waarom hij dat zwarte pogglas droeg Hij had zijn eene oog in den strijd ver loren Ik vroeg haar, hoe oud hij was en of hij getrouwd was. Zes-en-twintig; en hij had een vrouw en twee kindertjes.. En dan sprak ik er van, hoe hij een kind ge weest moest zijn, toen de oorlog begon; hoe hij zijn beste jaren in ellende en ontbering moest hebben doorgebracht, en nu, misschien nog het ergste, deze eindelooze verveling, deze leege dagen en weken en maanden in een land van vijanden, omgeven door koelen afkeer van alle kanten.... Wij vragen niet beter, dan dat hij zoo gauw mogelijk naar zijn eigen vaderland, en zijn eigen vrouw en kinderen terugkeert," ant woordde ze kortaf; en toen hij dien nacht vol goeden wil, de hond, die onrustig kefte, in een gebroken Duitsch vanaf zijn balcon, kalmeerend toesprak, en zelfs tenslotte een ronde om het huis ging maken, om te onderzoeken, of er ergens onraad dreigde, belde ze onmiddel lijk den chauffeur om te toonen, dat ze haar eigen menschen had, om haar zoo noodig te beschermen. Eiken ochtend, als wij fleurig in het dennenboschje zaten te ontbijten, met de zon over het blanke damast en de vroolijke vliegendekkers, trok hij naar het vuile Wirtshaus er tegenover, om aan de ongedekte tafel, in den vunzigen stank van bieren rook, zijn grauwe brood te eten en zijn slechte koffie te drin ken. O, ik weet wel, de oorlog heeft die mannen in nog heel wat erger ontberingen getraind; in den oorlog zouden ze het een weelde hebben gevonden, op een vast uur voedsel en een stoel te vinden; maar het erge is juist, dat de spanning van dien feilen tijd voorbij is; en dat zij, die de overwinning hebben bevochten toch zeker gedacht hadden, dat die hrrn een ander gezicht zou vertoonen, dan dit droeve, grauwe en hopelooze.... Als er in de herberg was gevochten; als er een meisje door soldaten was aangevallen; altijd was het ons kapiteintje, die straffen moest, en voorschriften geven. Onze Gretchen en Maria vertelden ervan in de keuken met opgewonden stemmen: de herberg mocht na negen uur niet meer openblijven; en die Tilde" lag in het gasthuis, en haar moeder had den heelen nacht gehuild.... Maar als Gretchen in den laten avond den donkeren moestuin doorgestormd kwam, dan zagen haar wangen zoo rood, en dan dansten haar oogen zoo opgewonden, dat ik aan het oude liedje van Dat doet de wind, o, moeder; o, moeder, dat doet de wind," moest denken; en Maria leerde van paing" en eau", en ,,bongchour", en neuriede onder 't boenen van het bordes de Marseillaise. Als de eigen jongens nu eenmaal ge sneuveld waren ! Jong was jong; en deze Fransche Jean's en Pierre's hadden zoo min den oorlog gemaakt, als haar vroegere Wilhelm'en en Johannes'en. Een mensch leefde toch maar eens; en al sprak je een verschil lende taal, in de dingen, waar het op aan kwam, was het niet moeilijk elkaar te ver staan. .. .Zoo maakten ze,opnieuw de eeuwige soreuk tot waarheid: Und neues Leben blüht 'éiuf den Ruinen P' < Neen, de gewone poilH's hadden het niet kwaad, al waren ze in een vijandig land, vervan het eigene en|vertrouwde.Hetbestaan wordt pas ondragelijk voor hen.die, met den vloek der bewustheid, der principieele levenshou ding beladen, niet meer spontaan in het oogenblik leven, maar hun daden- en ge dachten laten beheerschen door overtuigingen, die, verstarrend, partis-pris worden Waar om kon onze lieve gastvrouw haar hart niet ook voor dezen jongen man open doen, die evenzeer tegen haar als tegen zijn wil in haar huis moest verblijven? Hij was nauwelijks jonger dan haar zoon; hij was, als deze, in den oorlog gewond, alleen strijdend aan den anderen kant. Waarom mocht hij, als de stroom van gasten was weggeëbd, niet met haar in het witte paviljoentje zijn koffie drinken? Waarom mocht hij, als de donkere dagen kwamen, haar niet voorlezen in de hall; waarom vroeg ze het vrouwtje en de kindertjes niet te logeeren, dat het groote, stille huis blij werd van jong geluk. Als wij nog niet zoo vergeestelijkt zijn, dat we onze handen liever verbranden, dan ze de wapens te laten dragen; als op den op roep: Voor het vaderland " er een zeer pri mitief instinct in ons wakker wordt; laten we ons dan ook bij het primitieve en bij het instinct houden, als het geldt weer licht te vergeten; laten we niet dan juist, het starre verstand te hulp roepen, dat onze menschelijker opwellingen neerdwingt, en ons er toe brengt ons te houden aan den dorren, verdorrenden haat Maar i k heb al zoo dik wijls gezien, dat we geen gave bezitten, waar we zoo jammerlijk misbruik van maken, als juist van ons verstand: we overstemmen het, als het ons van een spontane dwaling zou kunnen redden; maar we heffen het ten troon, om die dwaling te helpen bestendigen, en er een karaktereigenschap" van te maken. Zoo vrees ik, dat het arme Fransche kapi teintje, en met hem honderden overwin naars" een droevig Kerstfeest, en een triestigen nieuwjaarsdag hebben gehad, in het land der overwonnen vijanden. ANNIE SALOMONS iiiiiiniiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiniiMiininiii nu mini iiiiiiiiiiiiiiiin NA AFKES" DOOD Van Afkes Tiental", door N.Jvan Hichtum, is bij Gebr. Kluitman, Alkmaar de 5e druk verschenen. Het leek ons voor vele lezeressen niet onbelangrijk iets te hooren over de hoofdpersoon van dit algemeen gewaar deerde boek. Red. Geen betere, lievere, flinkere moeder heb ik ooit gekend, dan Harmke, de vrouw van Sjoerd Feenstra te Warga, uit wier leven ik het een en ander heb verteld in mijn boek Afkes tiental." Ik ontveins mij dan ook geenszins, dat het succes dat dit boek heeft gehad, vooral te danken is aan het echt moederlijke van haar persoonlijkheid, dat ik zoo goed mogelijk heb trachten weer te geven. Haar dochter was mijn dienstmeisje, en de vereering die dit kind had voor haar moeder, trof me al dadelijk als iets ongewoons. Want wél zijner veel lieve, trouwe, zelfverloochenende moeders, maar zelden komt het voor dat de kinderen dezer moeders dit zoo duidelijk beseffen, als ik dit opmerkte bij mijn dienst meisje en al haar broertjes en zusjes. En hoe meer ik hoorde van Moeder Feenstra, des te Wit Ijzeren Ledikanten MET MATRAS 90 x 190 Fl. 19.50 meer werd ik getroffen door haar groote, warme liefde en haar onbewuste wijsheid. Ik moet bekennen dat mij dikwijls haasteen gevoel van jaloezie bekroop, als ik zag hoe vél die arme, eenvoudige vrouw voor haar kinderen was. Ik had mijn eigen kleine kindje ook zoo innig lief, maar dikwijls kwamjde gedachte in me op: Kon ik haar maar evenveel.geven, als Afke" aan haar kinderen geeft! Zou men zóarm moeten zijn, om zoo alles en alles te kunnen zijn voor je kinderen, om zoo absoluut jezelf te kunnen verloo chenen met zoo'n opgeruimd gezicht, en je kinderen juist datgene te geven, wat ze noodig hebben, zonder ze te verwennen en zonder zichzelf weg tev cijferen?" Een vrouw in betere omstandigheden," dacht ik, kan onmogelijk zóalles en'alles wat ze heeft, tot de meest materieele dingen toe, met een liefdevol hart en een vroolijk gemoed wegschenken aan haar kinderen i" En er is iets van aan. Ik heb hetzelfde wel eens hooren zeggen door andere dames, die mijn karakterschets van Afke" gelezen hadden. Maar wie mijn boek het best begrepen hebben, dat zijn vele mannen geweest, op gekomen uit den arbeidersstand. Verscheidene brieven ontving ik van mannen op rijperen leeftijd, thans zelf huisvaders, die mij schre ven: Eerst na het lezen van uw boek heb ik leeren begrijpen, waïmijn .eigen moeder voor mij geweest IK." En zoo is haar leven een zegen geweest voor velen, niet alleen in haar naaste omgeving, maar door mijn boek ook in wijdere kringen, en ik ben zoo dankbaar, daaraan te mogen mee werken, dat ik, nu ze op 82-jarigen leeftijd gestorven is, mij onweerstaanbaar gedrongen gevoel, haar nagedachtenis te eeren. Wie het portret aanziet, dat hierbij wordt afgedrukt, kan zelf oordeelen welk een sereene uitdrukking er nog altijd ligt op dat oude en toch nog zoo fijne gezicht met de mooie, groote blauwe oogen. Misschien zal het velen, die in mijn boek met haar hebben meegeleefd in haar armoede, genoegen doen te hooren, dat ze, door den steun van al haar flinke kinderen, een onbezorgden ouden dag heeft mogen hebben. Ze woonde in de laatste jaren van haar leven, nadat ze haar sukkelendea man tot zijn dood toe met de grootste liefde had ver pleegd, bij haar ongetrouwden zoon te Leeu warden, en tot het laatste toe kwamen velen haar raad en hulp vragen en verpleegde ze allerlei zieken in haa-r buurt. Haar dochter Wiepkje" vertelde me: Ja, Mem helpt altijd iedereen alle menschen moeten Mem altijd hebben." Maar nu is zéheengegaan en haar vredig gezicht licht niet meer over haar omgeving maar haar invloed leeft voort. Ik breng haar een dankbaren afscheids groet ! N. VANHlCHTUM Afke en haar oudste zoon Illustratie bij het artikel ,,Na Alke's dood" WINTERKONING Wij raken er nu al aan gewoon dat met Kerstfeest en Nieuwejaar de hazelaars bloeien. Ditmaal leek de kans niet groot; een abnor male droogte, die meer dan vijftien maanden duurt, brengt velerlei vertraging te weeg. Toen kwam ook nog de strenge vorst en ik bereidde mij al voor op een winter, die nu eens werkelijk iets zou hebben van doodschheid. Maar nu zijn de Atlantische depressies gekomen met Westerstormen en regen en die hebben ons weer een heel eind in d<& goede richting gebracht en heerlijk is het te zien, hoe nu, midden in den winter, zaden en spruiten en knoppen zich dadelijk roeren en de verloren posities heroveren. Het hazelaarhoekje was dan ook een bezoek al dubbel waard. Het ligt aan het duin, bij den oorsprong van een onzer tegen woordig zoo zeldzame duinbeken. Veertig jaar geleden was het hier romantisch mooi. Een elzenbosch lag in de vlakte, dat is er nog, en achter het bosch tegen het duin een lange geul, waar uit zandige oevers het heldere water opwelde. Aan beide oevers groeiden hazelaars, aan den hoogen kant het meest, waar de zon op viel, over de elzen heen en daar zag je dan de heldergele bloeikatjes bungelen tusschen het donkere hout ! De beek murmelde (echt!) langs de oude stoelen van elzen en hazelaars, tusschen mossen en varens en verliep eindelijk in een geheimzinnig moeras met hooge zegge-pollen, wiebelende elzenstronken en allerlei hoog bloemgewas, dat aan die streken eigen is. Daarop^volgde dan weer een meertje en alles met elkaar was het een der schoonste land schappen ter wereld. Twintig jaar geleden murmelde de beek al niet meer, maar er was nog altijd water, dat met een heel klein overloopje ook nog wel het moeras bereikte. In 1911 was de duinbeek voor het eerst droog en nu alweer. Maar nog altijd is het daar wat wij noemen een 'goed hoekje en er bloeien ook nu nog veel hazelaars.- De bodem van de beek is alweer een beetje vochtig en de dorre bla deren hebben een prettig, schimmelig verrottingsgeurtje. Ik kan er nog altijd allerlei wintervogels ver wachten en stap er nooit heen zonder bedacht te zijn op de schichtige watersnip of de bijna onzichtbare houtsnip, die tus schen warm bruine boschmolm en rul vlokkig vezelig dor blad zoo goed verborgen is. Vandaag had ik eigenlijk ook stellig op hem gerekend, maar vond er niets anders dan een aantal winterkoninkjes, een half dozijn. Ze kropen rond in de breetie stoelen van de elzen .en hazelaars langs den oever, ze hipten in de beek zelf en snuffelden vlijtig tusschen de takjes en de dorre bladeren. Wij zijn al zoo er aan gewoon, om winterkoninkjes rondom ons huis te hebben of zelfs in onze schuurtjes en houtstapels, dat we eenige moeite hebben, om aan 't vogeltje te denken buiten demenschelijke samenleving. In het alge meen wordt hij met meezen en goudhaantjcs over een kam ge. schoren en dan beschouwd als een boschvogel. Er zijn echter heel wat bosschen, waar je nooit een winterkoninkje te zien krijgt. Maar als op een polderdijkje een paar elzen of wilgen staan met wat braamstruweel aan hun voet, dan is er veel kans, dat daar ook een winterkoning huist. In het Naardermeer mis ik hem nooit op dergelijke plaatsen en ook hier in Kennemerland toont hij een groote voorliefde voor beken en sloten, greppels en vochtige plekken, kortom het terrein van de snippen. Merkwaardig ook hoeveel hij op een miniatuur houtsnipje lijkt met de bruine en grijze tinten van zijn gevederte: de geblokte teekening van zijn vleugels, 't Is niet zoo bar gemakkelijk, om een winterkoninkje rustig te bezien, want Winterkoning het dier staat nooit stil, maar tocli kunt ge wel eens er op letten, hoe ze onderling nog kunnen verschillen in de veelvuldigheid van donkere dwarsstreepen op staart en rug, de kleur van de poolen en de intensiteit van de lichtgele streep, die over het oog gaat. Hoe meer we er naar kijken, des te mooier blijkt het dier aangepast te zijn aan oevers en kanten van beken en geulen. Let er nu maar eens op, hoe dikwijls gij onzen winterkoning zult snappen aan den water kant ! zelfs aan den oever van de Zuiderzee en mogelijk ook op het Noordzeestrand. Mijn winterkoningen aan de duinbeek in de Kerstweek vochten niet, maar ze zongen wel en dat ver schilt niet zoo heel veel. Elk oogenblik sprong er een van den grond op, snorde door de lucht vliegen kun je het haast niet noemen en stond dan op een tak te schetteren, zooals alleen de winterkoning dat kan, met bijna komische drift en bravour, het staartje recht in de hoogte. De zeer gedecideerde trillers on derscheiden dit lied van alle an dere vogelliederen, vooral van de weinige, die we om dezen tijd te hooren krijgen en dat zijn dan die van roodborst, hcggemusch, boomkruiper, boomleeuwcrik, pimpelmees en straks de zang lijster ook nog met niet te ver geten de musschen, want die zingen het drukst, maar er wordt geen aandacht aan geschonken. De winterkoning wordt het meest opgemerkt en die geeft ons d;m meteen gelegenheid, om nog eens de veelbesproken vraag ter sprake te brengen: wat brengt de vogels tot zingen en tot zwijgen. Ik heb in December den winterkoning, (Foto van A. Berdet) die in mijn tuin huist, hooren zingen op^allej''tijden van den dag, van het eerste^ morgenkriekcn af tot in het avondduister, maar lang niet alle dagen. Toen het 10°C. vroor, zong hij even goed als toen.er met slagregens een storm woei van meer dan 15 M. per seconde. Van ons menschelijk standpunt bekeken schijnen de uitwendige omstandigheden dus weinig in vloed uit te oefenen en zingt de vogel dus hoofdzakelijk uit innerlijk welbehagen, een gevoel van kracht en geschiktheid en levenslust. Als een winterkoning zingt, dan krijg, je nog meer dan bij andere vogels, het gevoel, dat zoo iets hem moet op luchten, dat de zang als het ware een hoeveelheid overtollig arbeidsvermogen is, dat in dezen schoonen vorm aan de om geving wordt afgestaan. Hij zingt, omdat hij het niet kan laten. In hoeverre de wijfjes erbij betrokken zijn, dat is alweer een ander vraagstuk. JAC. P. T n tj s s E iiiiliuiiinm ?"i'iiliiuuiimiiiiuimmiuuiiiimnimunimuim I VRAAGT CATALOGUS I I VAN ! r = j GROENTE- EN BLOEMZADEN f l 1922 l | MOERHEIM" | l DEDEMSVAART | iHiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimtiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl