De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 14 januari pagina 5

14 januari 1922 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

14 Jan. '22. - No. 2325 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BIJKOMSTIGHEDEN ix r >i Eine Jungfrau" roman VON EMIL LUCKA. 3e bis 6e aufl. Schuster u Loef f Ie r in Berlin. Wie dezen roman gelezen heeft, denkt met een bitteren glimlach aan de uitspraak van Rousseau, dat de mensch goed geboren wordt, en de optimistische beschouwingen over de onschuld van de jeugd" lijken hem fabeltjes en bakersprookjes, tenminste als het de mo derne jeugd betreft, de moderne kinderen, waar wat in zit, die in onzen tijd maar al te licht tot allerlei geestelijke excessen en beangsti gende gemoedsexaltaties vervallen. Want als de wereld met zijn felle tegenstrijdigheden, gistend, rottend en wordend tegelijk, aan de zielskracht van een volgroeid mensch al eisenen stelt, die hij nauwelijks weet te dragen, hoe moet dan een groeiend wezen, waarin nog niets vast is geworden, zijn weg vinden in den chaos van mogelijkheden, zonder voortdurend het verkeerde te kiezen en telkens op n gevoel door te slaan, zoodat alle harmonie ligt verscheurd? Emil Lucka geeft ons hier de jeugd als het bij uitstek onharmonische, onschoone en on aantrekkelijke; hij suggereert ons, hoe belache lijk de mensch is in het levensseizoen, dat hij geen enkele keer om zich zelf lacht, en al die sombere ernst, al die brandende offerzin, al de inspanning en het verzet werken zózeer in tegenstrijdige richtingen, dat aan het eind van den martelenden strijd er even weinig bereikt blijkt, als wanneer het meisje stil met de handen in den schoot was blijven zitten; alleen werd in die jaren een jeugd, en zorgeloos geluk.dat,had kunnen zijn, vergooid. Meta Hellwald, die ons al op de eerste bladzij verzekert, dat ze ein schwarmerisches Wesen werden will.... wie Jeanne d' Are oder sterben !"; die nog geen twintig regels verder geen zoetigheid wil eten, omdat zij dien nacht een plechtigen eed heeft gedaan, dat ze de heele week geen lekkernijen tot zich zal nemen, en dienzelfden avond over het hu welijk decreteert: Esistschauerlich und sehr gewöhnlich. Ich würde lieber sterben"; ??is de antipode van de gemakkelijk-levende, normale en zonnige jonge vrouw. Er is onte genzeggelijk kracht en pit in haar, maar een eigenaardige, aangeboren perversiteit (ik ge bruik dit woord in zijn meest algemeene beteekenis van: tegen-den-draad-in,) doen ook haar goede eigenschappen meewerken, om haar leven te bederven. Als ze een meisjevan-niets was geweest, had ze niet zoo geacharveerd haar waandenkbeelden vervolgd en zoo ze eer voor de redelijke argumenten van haar omgeving toegankelijk zijn geweest; er is iets van de martelares in haar; maar ze laat zich martelen, ze put zich uit voor de bizarste manieën; geen woord, dat ze spreekt is eenvoudig of echt; wat een ander mensch vasthoudt, omklemt zij in een kramp; waar een ander zich schikt, wordt zij doodziek of wil een einde aan haar bestaan maken; en toch herkennen we in dit geëxalteerde karak ter beangstigend veel trekken van de mo derne vrouw" in het algemeen, de moderne vrouw, die heeft vergeten, dat een vrouw het gelukkigste leeft, als er niet te veel over haar wordt gesproken; als ze het gewone werk doet, dat bij haar aard past, en haar daarom de meeste voldoening geeft, en niet te veel wor stelt om het uitzonderlijke te bereiken, daar dit, eenmaal bereikt, even banaal wordt als het voor de hand liggende, en een natuur, wie geweld is aangedaan, nooit meer geheel haar eigen banen vindt. Zooals bij de moderne vrouw gebruikelijk is, heeft Meta vooral met de liefde een onophoudelijken strijd, daar haar verontruste zielin afkeer, in verzet, in trots en haat, er aldoor omheen dwaalt, en toch telkens bits ieder beleven weigert. Al op school schreef ze aan een leeraar, van wien ze meende, dat hij verliefd op haar was: Ich habe gröszere Pflichten im Leben zu erfüllen, und ich will auch nie ein Kind bekommen, weil ich kleine Kinder berhaupt nicht leiden kann. Das ist meine innigste berzeugung." En alleen een aanstellerig dichtertje, romantisch arm, romantisch ziek, en bovenmenschelijk ingebeeld, kan haar tot een spanning van|vereering op voeren, die haar ouders en omstandigheden doet trotseeren. Toch is ook déze bevlieging eigenlijk alleen intellectueele opstandigheid, en is haar hart niet geraakt, al verbrand ze haar vingers om den halfgod met lucifers bij te lichten, als hij zijn drama voorleest, en al bewaart ze de verdorde resten van de lelie, die hij haar eens heeft gegeven, in een doosje. Maar als de jonge gouvernante Norma, die haar hartsvriendin was, met Meta's oom wil gaan trouwen, is ze de vertwijfeling nabij : Von allem was vorgefallen war, verstand sie nichts. Ein roher Mensch war gekommen, um Norma alles mögliche ble anzutun, sie zu kussen, sie zu miszhandeln und zu machen, dasz sie viele kleine Kinder bekomme. Und Norma natte zu all dem ja gesagt! Meta starrte immer auf dies E ne hin, das sie nicht begriff. Sie hatte Norma doch gewarnt und ihr vorgehalten, dasz sie dem Verderben entgegenginge. Norma wuszte ja auch selbst, wie scheuszlich alle diese Weiber sind, die einen Mannhaben- und trotzdem war sie derFreundin untreu geworden, die sie sicherlich starker liebte als jeder andre Mensch, hatte Aufklarungen und Bitten in den Wind geschlagen. Alles was bisher fest gestanden, kam Meta plötzlich unsicher vor. Norma muszte in einem Anfall von Wahnsinn gehandelt haben ! Wirft sich denn ein vernünftiger Mensch, der alles besitzt, was er sich wünschen kann, wirft sich denn der in einen Surnpf? So kam es Meta vor. Oder vielleicht hatte ihrOnkel Ludwig irgendein Medikament, am Ende gar ein Gift eingegeben, im ihren Geist zu verwirren? Vielleicht besaszen alle Manner ein geheimes Mittel, das die Frauen ihren graszlichen Absichten gefügig machte?" Zoo, in angst en verzet, besluit ze tot een levenskeuze, die haar aanleg volkomen vreemd is; zij wil gaan studeeren, en wel: in wis- en natuurkunde. En jaren lang, zich beheerschend en dwingend, worstelend met de onwillig heid van haar hersens, slecht-gevoed, overmoe, en ongenaakbaar, geeft ze ieder uur van haar leven, om haar doel te bereiken: het dr. phil. voor haar naam te kunnen zetten. . Maar als het zoover is, en als ze de leegte ontwaart, die ze kunstmatig om zich heen heeft geschapen, dan vlucht ze naar een kinder kostschool. En hier voor het eerst, spelend met de allerkleinsten, ze badend en verzorgend, schijnt haar opgedreven wil rust te vinden. Ze had hiermee kunnen beginnen, denken wij in stilte, zonder zooveel te moeten lijden en strijden. Toch weifelt de auteur nog; hij is zelf te zeer een gecompliceerd mensch om zich met den gemakkelijken dooddoener het moederschap of een surrogaat van het moe derschap" van de zeersamengestelde questie: de moderne vrouw en haar tekort" af te maken. Hij voelt, dat nu de vrouw niet langer de met twoeë oogen weifelloos wetende" is, ze zich aan alles kan vergrijpen, ook aan haar eigen liefde en haar eigen moederschap, en daarom klinkt de volmaakt-volgehouden, kervendscherpe pychologische ontleding van een ontredderde ziel dan ook uit in deze weifelende woorden: Aber tief drinnen in ihren groszen braunen Augen schien etwas fremdes zu sein, das angstvoll in die Ferne starrte, etwas Müdes, Enttauschtes. Und Meta ahnte, dasz ein wenig Selbstbetrug in diesem neuen Glücke war.... Vielleicht hatte sie wieder einmal den Willen zur Liebe für die Liebe genommen?...." A N N I E S A L O M O N S IIIIIIIIIIIMIIIMIIIlnlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIHIIIIIIII INTERNATIONALE GEESTVERWANTSCHAP Gedurende de oorlogsjaren werd de ge schiktheid dev vrouwen voor allerlei ambten erkend, zoo relfs. dat in Engeland, toen de mannen de verschillende plaatsen weer voor zich opeischten, een Sex-disqualificationRemovalact" in het leven is geioepen; een iiiMiiiiiiimilliiiiiiiiiiitiilliliiliiiiiii' tiiiiliiiiilllliiiiiiiiiiiiiiilliiiiiiiili KLEEDING VAN DE MAAND Teekening voor de Amsterdammer" van Net!y Heyligers Hofleverancler - Amsterdam immtt m -:- WILLEMSPARXWU J TEL. Hos. 2040-1881 - TEL. No. 1783 Zuid KOUDE EN WARME SCHOTELS WINTERKONING II 't Is jammer, dat mannetje en wijfje zooveel op elkander lijken, want als er nu een aantal winterkoninkjes in de heg rondscharrelt, dan is het niet zoo heel gemakkelijk uit te maken, hoe dat gezelschap is samengesteld. Het heet dat het wijfje gemiddeld wat kleiner is en dat haar witte, zwarte en bruine vlekjes min der talrijk en minder duidelijk zijn. Doch leef tijd en herkomst doen hier ook hun invloed gelden en ik voor mij kan zoo op het eerste gezicht nooit uitmaken, of ik den koning of het koninginnetje voor mij heb. Ik moet dan maar wachten tot jiet hun gelieven zal te zingen en dan nog fs het lang niet zeker, of het niet-zingende dier uit het gezelschap wel het wijfje is en of die man nu wel zingt uit wat wij maar verliefdheid zullen noemen. Wij nemen aan, dat hij ook wel zingen kan uit algemeen welbehagen of ook wel, om aan andere mannetjes te beduiden, dat hij bezigis, hier voor zich een woon- en broedgebied af te perken. Dit laatste lied is wel verwant aan 't eerste. Dezer dagen, althans in de volgende weken, begint de minnezang de overhand te krijgen en die is doorgaans wel te herkennen, doordat hij vergezeld gaat van nog al uitbundige ge baren. De zanger kiest nu graag een tamelijke hooge standplaats, zelfs wel het topje van een spar. De tijd komt nu weer, dat we de sparretoppen gekroond kunnen zien met zingende vogels: de trotsche groote lijster, de pralende groene specht, maar ook het bescheiden heggemuschje en onzen dwerg den winterkoning. Later komen er nog andere bij en zoo is het dan den heelen zomer de moeite waard om een oogje te houden op de toppen der sparren. De zingende winterkoning ver toont nu allerlei kunsten, hij trappelt met zijn dunne pootjes, spreidt en sluit zijn rood bruin staartje en heft het door het loodrechte heen haast tegen zijn kop aan, laat de vleugels trillend half neerhangen en snort eindelijk met alle veeren rechtop al zingend naar een nieuwe zitplaats. Als hij zich zoo gedraagt, dan behoeft er omtrent de bedoeling van den zang geen twijfel meer te bestaan. In Maart begint de nestenbouwerij. Dat Uitgaanstoilet voor een heel jong meisje. Zalmkleurige zijde. De strookjes zijn van lint, in dezelfde kleur als de japon, gehecht op witte tule. Hoedje van zwart peau de Suède, als garneersel zwarte, dunne veertjes. iiiiftiiiiiiiiiiiiiiiiimtiiiiii Winterkoninkjc brengt voer (jotüA. Burdet) wet, waarbij uitdrukkelijk is bepaald, dat niemand door sexe of huwelijk ongeschikt kan worden verklaard voor de vervullingvan eenig openbaar ambt. Toch heeft het Gemeen tebestuur van St. Pancras (een voorstad van Londen) mevrouw Dr. Miall Smith, medisch assistente aan de inrichting voor kraamvrou wen en kinderverzorging, aangezegd haar ontslag te nemen, omdat zij zich in het huwe lijk heeft begeven. Ondanks haar beroep op bovengenoemde Act" werd zij ontslagen. Indien de Minister van openbare Gezondheid niet ingrijpt om dien Gemeenteraad tot andere gedachten te brengen, zal deze zaak zeker in het Parlement behandeld worden. Het ontslag der gehuwde ambtenares en onderwijzeres, dat ten onzent door verschil lende Gemeentebesturen wordt toegepast, afhankelijk van de politieke samenstelling van zulk een Raad, is het pendant van deze Engelsche opvatting en willekeur. Wilde men aan al die bepalingen in gewone wetten met n slag een einde maken, dan zou het eenvoudigste middel geweest zijn in de grond wet te bepalen, dat de vrouw niet door wet telijk voorschrift van een benoeming tot eenig ambt mag worden uitgesloten. De motie Marchant" die nog door de Kanier behandeld zal worden, zal doen zien welke politieke Partijen hare programma's op dit punt in daad willen omzetten, namelijk door in de verschillende wetten, waarin bepalingen voor komen, die de vrouw van benoeming uit sluiten, die bepalingen te veranderen. Van uit de Anti-Revolutionaire partij hoort men herhaaldelijk berichten,die wijzen op een zekeren drang om in het wetsontwerp op den gezondheidscienst, de epidemiewet zoodanig te wijzigen dat de vaccinatie-dwang zou wor den opgeheven. Door het Tijdschrift voor Geneeskunde wer den verschillende sterk sprekende gevallen openbaar gemaakt, waarbij de pokziekte vele slachtoffers eischte, welke niet gevaccineerd waren. Een sterk sprekend voorbeeld gaf het conservatieve kanton Zürich, waar bij Refe rendum de gedwongen vaccinatie werd atgeschaft. Bij een daarop volgende pokkenepidemie werd toen geconstateerd, dat van de 200 zieken, 107 niet waren ingeënt en bij de drie overigen dit reeds 40 jaar geleden was. iiiinliiiiiiiiiiiimiiii iiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiKiiiiimiimiiiiiiiiiitiiiiiii houdt maanden lang aan en gebeurt alweer met groote uitbundigheid. Je hoeft maar in de morgenuren rond te wandelen in een streek, waar winterkoninkjes huizen en dan merkt ge wel aan het geschetter, of ze ergens bezig zijn, want ze maken er geen geheim van. Ze sjouwen met plokken mos en gras en blade ren, grooter dan zijzelf en 't mannetje vindt gelegenheid, om alles fortissimo en prestissimo te begeleiden met muziek. Ze kunnen dat nestenbouwen eenvoudig niet laten en maken er meestal een stuk of vijf, waarvan ze er maar n gebruiken. Je vindt dan in de Meimaand dan ook onwaarschijnlijk veel winterkoningnesten en op allerlei plaatsen en van allerlei bouwstoffen. In den regel wordt het eigen lijke nest gevoerd met haar en veeren. De niet gebruikte noemen we speelnesten; ze zijn dikwijls van binnen nog zeer netjes af gewerkt met rnos en zouden best betrokken kunnen worden. Om het mos heen komt dik wijls een graslaag en daar buiten om heel vaak dorre bladeren, maar dat valt toch ook dik wijls weer anders uit. Er wordt wel eens verteld, dat de winter koninkjes hun nest weten aan te passen aan de omgeving, zoodat het niet gemakkelijk in het oog valt. Als de buitenwand uit dor blad be staat,verschilt het nest ook niet veel van ande re hoopjes dor blad, die bijeenwaaien in strui ken en lieggen en in de klimop. Het bijzonder prachtige nest op onze foto is van buiten be hangen met plakken en slierten van korst mossen,zooals die op de boomstammen groeien, vooral op eikjes. Maar nu hebben onze vrien den over het hoofd gezien, dat ze bouwden tegen een den, en die blijft meestal vrij van korstmossen, zoodat bij slot van rekening dit nest juist bijzonder gemakkelijk werd opge merkt. Maar mooi was het. Wie wat geoefend is in hel neslen zoeken vindt het winterkoningnesl nog liet gemakkelijkst door uit te zien naar het mooi afgewerkte ronde vlieggat. Een dood enkele keer is het half verborgen achter een klimopblaadje of een vlokje; we kunnen alweer niet uitmaken, of we te doen Door de Anti-Revolutionaire partij hier te lande welke altijd sterk gekant was tegen het vrouwenkiesrecht en dit is en blijft, getuige de geestdriftige an/r'-feministische speeches in de Tweede Kamer . moet dit vrouwenkiesrecht nu toch ook aanvaard worden, nu het in de kieswet, en spoedig in de Grondwet, is vastgelegd. Thans wordt braaf propaganda gemaakt onder de zusters", die tot medewerking worden aangespoord om de partij te versterken en dan ook met bosjes toetreden. Maar verder gaan ho maar ! Wel mede kiezen, nu het niet anders kan, de hulpe en steun des politieken mans zijn of te wel zijn karbonade", zooals de schrijver van het Dagboek van een Antutcrdamnier dit karakteristiek uitdrukt, maar zelve niet verkiesbaar. Door de A. R. partij wordt geen enkele vrouw candidaat gesteld. Deze opvattingen vinden ook internationale sympathiën. Tijdens het Congres van den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht in 1920 te Genéve gehouden, gaven de Zwitsersche vrouwen zich ontzaglijk veel moeite om een Initiative" tot stand te brengen, d.w.z. 2500 handteekeningen van kiezers te verzamelen onder een adres, waarbij den Kantonalen Raad van Genéve verzocht (gedwongen) werd een Referendum omtrent het vrouwenkiesrecht uit te schrijven. Dit is gelukt, het Referendum is kort geleden gehouden en . heeft zich uit gesproken tegen het vrouwenkiesrecht, zoo als dit reeds in meerdere kantons is geschied. Men vraagt zich af hoe dit mogelijk is in Genéve, la capitale du monde, waar nu alle Internationeele stroomingen samen komen, uitschijnt echter de inheemsche bevolking niet te raken. Het is en blijft het land van de Réformation, waar de starre leer van Calvijn wordt beleden. N. MANSFELD T?DE W i 'i T H u B E R T s UIT KINDERMOND Toen Boy uit school kwam, liep hij regel recht naar de keuken om voor zijn baby-geitje de flesch klaar te maken. Er werd gebeld. Bij 't opendoen werd mij Boy's schooltasch in de hand geduwd door onzen kleinen buurman. Astublief, hier is Boy zijn tasch." Waar komt die van daan?", vroeg ik ver baasd. Een jongen gaf 'm mij." Welke jongen?" In 't Wilhelminapark lag ie, in een perk," was 't duidelijk antwoord. Wist Boy dat?" O ja!" Mijn verbazing groeide steeds, maar ik hield mij stil, legde de tasch in de vestibule en ging naar de keuken. Boy, waar is je tasch?" Die zal daar wel gebracht zijn," ant woordde Boy met een veelzeggenden ruk van zijn hoofd in de richting van de huisdeur. Wist je waar ie was?" Jawel, in 't Wilhelminapark." Maar kind !" riep ik uit. Je wist dat de tasch daar lag en je liet 'm liggen en kwam zonder tasch naar'huis!" Nou ja, een van die jongens van den over kant had 'm afgepakt en in 't perk gegooid. Toen heb ik gezegd: je raapt 'm op en je brengt 'm mij thuis." En toen kwam je rustig naar huis gewan deld?" Ja natuurlijk," zei de kleine paedagoog, ik wist toch zeker dat hij 't niet durven zou om 't niet te doen. En nou is ie er." Hiermede was voor Boy de zaak afgedaan. Monter stapte hij met de flesch naar't schuurt je waar sikkie" dringend stond te klagen. A. H. E L B i; R. BATENBURG i FOLMEI n SPECIALITEIT: Verhuizingan ondtr Garant/e Bargp/aatsen voor Inbood Is HEM Wit Uzeren Ledikanten MET MATRAS 60 x 190 PI. 19.50 KLEINE WENKEN VOOR DEN KANTOORDIENST (Met teekening voor de Amsterdamrmr" van B. van Vlijmen). VAN OUDEREN IN DIENSTJAREN TOT DE JONGEREN Let op mijn woorden . . . Het maakt geen prettigen indruk als ge maar nét op i tijd komt. Wees bereid eens wat extra werk te doen. Als uw chef bij het dicteeren inderhaast iets herhaalt of u een zin voorzegf die niet vlot loopt, maak hem dan beleefd en tactvol hierop attent. Op eigen gezag een zin te veranderen, die 11 ongewoon voorkomt, is ' gevaarlijk werk. Dikwijls is dat ongewone opzettelijk. Uw chef is niet verplicht versleten uitdruk kingen te gebruiken. Bijna iedere werkgever heeft in dit opzicht zijn voorkeur of tegen zin en ge hebt hierin met hem mede te gaan. Als er iemand komt om uw chef te spreken in uw bijzijn en de bespreking raakt u niet, luister dan niet met een heel of half oor, maar werk rustig door. Mok niet wanneer ge een aanmerking hebt moeten hooren, zelfs niet wanneer die onverdiend was. Flirt niet, flirtation kan uw promotie slechts in den weg staan. Houd het plekje dat op kantoor het uwe is, zoo keurig mogelijk in orde, schaf des noods een eigen schuier en stofdock- aan om de meest zwakke pogingen van het personeel in deze richting te steunen. Vraag nooit iets ter leen, tenzij het absoluut noodzakelijk is. En geef in dat geval het geleende zoo spoedig mogelijk terug. Iemand, die voortdurend wat ter leen vraagt, is een lastpost. De toon van uw spreekstem is op kantoor ook van belang. Tracht vooral niet te luid te spreken, dit is voor beide partijen ver moeiend. Beschouw uzelf niet als een wonder van knapheid als ge uw chef eens op een kleine vergissing betrapt, alle chefs maken wel eens kleine vergissingen. Sla geen beschermende!! toon aan wanneer ge anderen voorlichten moet. Wanneer ge /.c-lf van een ander inlichtingen verlangt, kies uw tijd dan zorgvuldig. Stoor hem niet wanneer hij ingespannen of haastig bezig is. Zijt ge in een nijuwc betrekking gekomen, zeg dan niet telkens: ,,op mijn vroegere kantoor deden wij dit zoo niet". Een van de voornaamste dingen, waar het om gaat is: bereidheid tot werken. Het meisje dat kantoorwerk een last vindt, komt het eerst in aanmerking voor ontslag, omdat haar gebrek aan animo de anderen kan infecteeren. M. A. hebben met opzet of toeval. Maar meestal zien we het als een mooie, duidelijke, cirkel ronde zwarte vlek, het begin van een glad tunneltje. Als de jongen er zijn, een half dozijn, soms meer, soms minder, dan vervalt de winter koning in een nieuwe uitbundigheid, het \oeren. Als'alle jonge vogels zijn die kleintjes geweldig vraatzuchtig, maar de oudejvogels houden dat bij met onverflauwd enthousiasme. Ook verdriet het hun niet, om ze na het uitvliegen nog dagen lang te begeleiden, ze te waarschuwen tegen gaaien en eksters en ze te helpen bij het zoeken naar klein gedierte van spinnen en insecten, waarvan het dan trouwens wemelt in de struiken en op den grond. Eerst als dat achter den rug is, komt er wat minder luidruchtigheid in het leven der winterkonin gen. Het voederen schijnt voor deze en andere vogeltjes een even sterke behoefte te zijn als het zingen en het bouwen van nesten. Als ze bij ongeluk hun eigen broedse l1 kwijt raken en geen gelegenheid hebben, om een nieuw te beginnen,dan gebeurt het wel, dat ze hun hulp gaan aanbieden in andere huishoudens en zoo heb ik het in mijn eigen tuin bijgewoond, dat een winterkoning met zeer veel vlijt een vo lontairbaantje waarnam in een koolmeezenhuishouding. Hij fourrageerde op zijn minst even vlijtig als de baas van het nestkastje. Aardige, intens levende diertjes, die winter koningen. We hopen, dat ontwerpers van par ken en plantsoenen hun belangen zullen weten te behartigen. Dat zijn meteen de belangen der wandelaars. J A c. P. T u ij s s E Nesl van Winterkoning bekleed met korstmossen (foto A. Burdet) MIIIIIIIIMIillllllllMlllllllllIlIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIUlllllll l n v. Kon. Kweekerij l (?MOERHEIM"! l Dedemsvaart j i levert boven tien gulden i l FRAHCO j f station van bestemming i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl