Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
?v
21 Jan. '22. - No. 2326
^O B B Y
T tekening voor de Amsterdammei" van Jordaan
v
& ^,,
i
, 4.
J
mm
IIATIS TOEZEIDIK
AAI
VAN DER HOOP's
MEUBELBEWARINGEN TRANSPORT MIJ.
AMSTERDAM
x VAN HAAR LAATST ,
Bittlniteid \ VERSCHENEN /AÜSTELDHÏ
livestigd:.\PROSPECTUSX h.Trompstraat
TELEFOON \, / 219S ZUID
En danTdie^zalige illusie van vooruit" te komen.
DE 1NFLUENZA-EPIDEMIE
door.
Dr. I. H. J. Vos,
Wethouder voor de Volksgezondheid
Een ongenoode en niet gaarne geziene gast,
de influenza, heeft opnieuw haa,r intrede in
ons land en onze stad gedaan. We leefden
juist in een tijdperk, dat gekenmerkt werd
door weinig ziekten, vermoedelijk als reactie
iiiiiliiiiiiii:iiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiii
INTERNATIONALE ONHAN
DIGHEDEN
Het beeld is weer veranderd, en in den
?kaleidoskoop der dagen hebben de door
elkander woelende deeltjes weer een anderen
vorm aangenomen, en de internationale
samenwerking waarop Europa zich reeds
meende te mogen verheugen, is opnieuw, door
het plotseling aftreden van het
ministerieBriand, eenigszins in de waagschaal gesteld.
Voor buitenstaanders zijn de Fransche
politieke verhoudingen dikwijls onverklaar
baar. Frankrijk, zoo oordeelen zij, heeft
jarenlang haast geen ander woord kunnen
uitspreken dan sécurité". Dat kwam altijd
in de eerste plaats, en daarop volgde: r
parations". Maar de eerste werd zooveel ge
wichtiger geacht, dat het vorige jaar een
ernstig blad als de Temps verklaarde: ook
zonder de Duitsche milliarden zou Frankrijk
desnoods zijne financiën op den duur nog wel
in het reine kunnen brengen, hoofdzaak voor
het land blijft zijne veiligheid. En bij de
vredesonderhandelingen bleef voor Clemenceau
de veiligheid van Frankrijk het begin van
alle wijsheid. Daar was art. 10 van het
Vredesverdrag, waarbij de leden van den Vol
kenbond elkanders veiligheid waarborgen;
maar niet voldoende: ,,ln geval van agressie",
zegt dit artikel, van bedreiging of gevaar
voor agressie, zal de Raad adviseeren over
de middelen waarmede de uitvoering dier
waarborging zal worden verzekerd." Zoo
ver,kreeg Clemenceau in de artikelen 42, 43 en 44
nog verdere waarborgen: Duitschland mag
binnen een strook van 50 Kilometer Oostelijk
van den linker-Rijnoever geen versterkingen
bezitten of aanleggen, noch binnen die strook
legers onderhouden of er manoeuvres doen
plaats hebben, en wanneer Duitschland
daarmede in strijd handelt, verklaart art. 44:
elle serait considerée comme commettant
un acte hostile vis-a-vis les Puissances
signataires du présent traite et comme cherchant
a troubler la paix du monde." Maar ook dat
was onvoldoende. Clemenceau verkreeg boven
dien dus de occupatie der Rijnprovincie ge
durende 15 jaren. Dat alles was hem wél,
maar een garantietractaat met Amerika en
Engeland, daar stelde hij meer vertrouwen in.
Tevergeefs. Wilson had verklaard: wij
Amerikanen zijn geen provincialen meer".
Hij bleek zijn volk niet te kennen. Van uit
het graf waarschuwde George Washington
tegen entangling alliances", en de Senaat
trok Amerika's handen van Europa af.
Twee jaren te laat in den oorlog gegaan,
had Amerika, dat den wapenstilstand door
dreef, twee weken te vroeg met den oorlog
opgehouden. Zonder den wapenstilstand
hadden^de^Bondgenooten Duitschland kunnen
op een voorafgegane periode, waarin diezelfde
influenzaplaag o.a. veel menschen met zwakke
constitutie en chronische kwalen had weg
gevaagd. Het was te voorzien, dat deze
gunstige verhoudingen zich niet konden
handhaven. Doch weinigen onzer hadden er
daarbij op gerekend, dat het juist weer de
influenza zou zijn, die het allereerst in dit
verband van zich zou doen spreken.
Gelukkig is het karakter der ziekte nog niet
verontrustend, al komen er meerdere gevallen
van longontsteking voor. En het staat m.i.
wel vast, dat het ditmaal niet zoo'n vaart
zal loopen als in 1918. Wel mag niet vergeten
lllllllllllllllllllllltlltlllllllllllllllllllMlllllllllllllllllllllllltllllllMIIIIIIIIII
worden, dat iedere epidemie ingeleid wordt
door een periode van lichtere gevallen. De
influenza is echter reeds meerdere weken in
het land, ook in onze stad; stellig reeds meer
dan 6 weken kwamen allerwege sporadisch
influenzagevallen voor, die echter in de laatste
weken een epidemische uitbreiding ver
kregen, vermoedelijk mede tengevolge van
de miserabele weersomstandigheden.
Het is wel merkwaardig, dat het thans de
eigenlijke wintermaanden zijn, waarin de
griep of influenza (twee namen voor dezelfde
ziekte, die in het Duitsch Grippe genoemd
wordt) de aandacht vraagt. Deze ziekte is
in den regel geen vriend van het vriezende
jaargetijde, dat- gewoonlijk meer wordt ge
kenmerkt door het optreden van de echte"
longontsteking. Bij het beoordeelen van de
complicaties" der influenza heeft men
daarmede terdege rekening te houden. Meer
dere gevallen van longontsteking hebben stellig
met griep niets uitstaande. Bij oude menschen
zal men daarin dikwijls een complicatie van
bronchitis hebben te zien. Ook moet men
oppassen de influenza in haar diverse vormen
(gastro-enteritis etc.) niet te verwarren met
andere ziekten, zooals b.v. de typheuse koorts,
die altijd in meerdere of mindere mate in
onze stad aanwezig is.
Dit alles in aanmerking genomen is er stellig
geen reden voor ongerustheid. Ook al zouden
uit andere landen minder gunstige berichten
tot ons komen, dan nog hebben wij, op grond
van de feiten, een afwachtende doch niet
pessimistische houding aan te nemen.
Zooals het gewoonlijk in tijden als deze gaat
wordt algemeen de vraag gesteld: of men
niet het een of ander kan doen ter bescherming
vanindividuen gemeenschap, roote midde
len staan ons niet ten dienste: tegen het
vluchtige, zich snel door hoesten, kuchen,
lachen of anderszins verbreidende virus, dat
vaak nog minder dan een dag voor het maken
van nieuwe slachtoffers noodig heeft, is nog
geen afdoend wapen gevonden, al hebben o.a.
onze stadgenooten Prof. Snapper en Dr.
L. K. Wolff zich verdienstelijk gemaakt door
het samenstellen en toepassen van een
seruminspuiting bij grieplongontsteking. Is er dus
van een massale bestrijding nog geen sprake,
toch kan wel het een en ander gedaan worden
ter beperking van het kwaad.
Den nadruk zou ik daarbij willen leggen
op het verschijnsel der relatieve immuniteit,
dat ongetwijfeld bij vele personen ten op
zichte der influenza te constateeren valt.
Wellicht geldt het hier zoowel een passieve
als een actieve immuniteit; daarover doet men
het best zich niet met stelligheid uit te spreken.
Opmerkelijk evenwel is het, dat velen onge
voelig zijn voor den verwekker der influenza.
Men doet goed dit middelvan verweer terdege
in oogenschouw te nemen. Overmatige ver
moeienis en andere schadelijke invloeden
heeft men te vermijden, omdat, bij het
negee'ren van dezen stelregel, de verzwakking van
het lichaam de immuniteit" kan doen ver
dwijnen. Levendig herinner ik mij nog, hoe bij
de vorige gelegenheid de toepassing van dit
beginsel onder het Amsterdamsche garnizoen
de allerbeste resultaten heeft opgeleverd.
Onder moeilijke omstandigheden is een groot
deel der menschen geneigd iets" te doen. Deze
bewegingsdrang is noch bewonderenswaard
noch gemotiveerd: hoe rustiger men is van
lichaam en van geest, hoe minder angst men
heeft, des te krachtiger weerstand kan het
lichaam bieden ook tegen deze ziekte. Het slik
ken van allerlei desinfecteerende middelen, die
den ademhalingsweg
enhetspijsverterings-apparaat prikkelen en m.i. gevoelig maken, kan
men beter nalaten. Rooken en drinken"
acht ik geen geschikte middelen in den strijd
tegen de influenza.
Het is integendeel rationeel, zoo weinig
mogelijk verandering te brengen in de gevolgde
levenswijze en vooral alle schadelijke invloeden
te vermijden.
Het zijn dikwijls eenvoudige middelen van
verre strekking, die helaas al te vaak ver
onachtzaamd worden. Van groote beteekenis
is b.v. het vermijden van .,,kouvatten" in
tijden als deze. Koude vatten staat gelijk met
verzwakken van het lichaam, waardoor
iedere vijand meer vat erop krijgt. Aan den
anderen kant brengt de influenzabacil een
groote gevoeligheid teweeg en van oudsher
gold het dan ook als een gouden regel influenza
goed uit te vieren"; te vroeg uitgaan werd
menigmaal met longontsteking bekocht. Hoe
velen loopen niet ten deele of ternauwernood
genezen, of niet lettend op een lichte
temperatuursverhooging, te vroeg de straat op!
En hoe velen hebben den tol voor hun on
achtzaamheid op al te gevoelige wijze moeten
betalen !
Het jaargetijde is niet gunstig; anders ware
een andere raad ook nog op zijn plaats, n.l.
om veel in de buitenlucht te gaan.
Het is raadzaam verzamelingen van men
schen te mijden. Wanneer men het groot
aantal zieken onder groote personeelen waar
neemt of zelfs het optreden van meerdere
ziektegevallen na feestelijke gelegenheden van
betrekkelijk korten duur, begrijpt men on
middellijk de strekking van deze aanwijzing.
In het algemeen acht ik, ook uit een
sociaalhygiënisch oogpunt, het opvolgen van dezen
raad gewenscht. De gang der besmetting
wordt op deze wijze belangrijk vertraagd en
zoodoende kan aan de ziektegevallen, die
zich niet zoo sterk opeenhoopen, meer aan
dacht worden gewijd.
Van overheidswege kunnen niet heel veel
maatregelen ter bestrijding der influenza
worden getroffen. Waar deze middelen sterk
afhankelijk zijn van bijkomstige omstandig
heden, is het beter daarop thans niet ernstig
in te gaan. Zoolang het karakter der epidemie
niet ernstig wordt, is er bovendien geen reden
ze nader te overwegen. Laat ons hopen, dat
die overweging niet noodig zal worden!
TOEKOMST^
Vader, zit daar niet zoo somber!
Moed gevat het komt terecht:
Heel veel eer en roem en rente
Zijn nog voor mij weggelegd.
Want al zit er in de hersens
Van uw zoontje weinig pit
Ah 't niet met hem mocht lukken
Wordt hij immers Kamerlid.
Als 't hem mocht tegenloopen,
Gaat hij in de .... politiek.
Vader, dat is wel te maken
Met wat stembus-mekaniek.
Ik kan lezen, ik kan schrijven,
Ik ben dol op weinig doen,
Ieder jaar mijn traktementje
En daarna een lief pensioen.
Denk niet dat ik om principes
Of om grondbeginsels maal
Als 't moet ben ik behoudend
Liberaal .... of sociaal.
En al vindt men 't niet netjes
Tweede Kamerlid te zijn
Dat vergeet men bij zijn lunchje
En zijn fleschje roode wijnn.
J. H. S P E E N H o F F
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiii
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIE
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GBAYENHAGE, TILBURG
LEEUWARDEN, GISTER WIJ E
UDENHOUT, LOGHEM en BORCULC
Agentschappen in Indiö:
BATAVIA, SOEBABAYA, SEMA
BANG, BANDOENG, MEDAN e.
WELTEYBEDEN.
IIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII i iNiiiiini..timiiin
TUBJHKEHvOINMOED
Hofleverancier - Amsterdam
ULVEISTUJkT 2»-:- VIlLENSPmVK S
TEL NOS. 2040-1881 - TEL No. 1793 Zuid
KOUDE EN WARME SCHOTELS
bezetten en alle maatregelen kunnen treffen
om zich te verzekeren van voldoening hunner
vorderingen, althans^ binnen den kring der
mogelijkheden.
Maar de fout is nu eenmaal begaan, en men
heeft zich schadeloos willen stellen door op
het papier vorderingen vast te stellen waaraan
Duitschland had kunnen voldoen wanneer
men het zijne koloniën en handelsvloot had
doen behouden en zijn handel niet op allerlei
wijzen gekortwiekt was, al moet worden toe
gegeven dat het verlies van de Russische
markt voor Duitschland te Versailles nog niet
kon worden voorzien. Had Amerika mede het
tractaat van Versailles geratifieerd, dan ware
Duitschland niet aangemoedigd in zijn streven
om, zich beroepende op de ondergane amputa
ties en de buitensporige eischenfdie)het ge
dwongen was geweeest aan te nemen, te pogen
op allerlei wijzen aan zijne verplichtingen te
ontkomen. Dat het zulks zou doen, was
vooral na de\weigerachtige houding van den
Amerikaanschen Senaat te verwachten. En
zoo legt men zich in Frankrijk thans toe op iets
dat wel eenigszins gelijkt op het zoeken naar
de kwadratuur van den cirkel. Men wil,
terecht, gegeven de afgrijselijke gevolgen van
dan overval in 1914, Duitschland zooveel
mogelijk verzwakken. Maar een verzwakt
Duitschland kan niet genoeg betalen voor het
zeer rechtmatig gevorderde herstel der aan
gerichte verwoestingen. Dat zou een sterk
Duitschland, in het volle bezit van zijne natio
nale hulpbronnen en van zijn handel overzee
en met Rusland, zeer goed hebben gekund;
maar waar bleef dan weer de sécurité"?
Clemenceau, zelfs na het eerewoord van Wil
son, had gezegd dat Amerika te ver was om
een hernieuwden overval te beletten !
Herstel n veiligheid! You cannot eat
your cake and have it" zeiden de nuchtere
Amerikanen en Britten. En Lloyd eorge,
de man van de compromissen, al weet ook hij,
de Toovenaar uit Wales", de kwadratuur
van den cirkel niet op te lossen, heeft aan
Briand van allebei iets aangeboden. Van het
herstel, door Engelands aandeel te laten val
len en de overeenkomst van Wiesbaden goed
te keuren en zelfs door zijne journalisten uit
zicht te doen geven op een kwijtschelding van
Frankrijks geweldige oorlogsschuld aan Enge
land; van de veiligheid, door aan Frankrijk
een tractaat aan te bieden, waarin expresselijk
wordt erkend dat de artikelen 42, 43 en 44
geen voldoenden waarborg opleveren voor de
verdediging der gemeenschappelijke belangen
der beide volkeren, en waarin wordt vastge
steld:
Art. 1. Ingeval van een directen en niet
uitgelokten aanval door Duitschland tegen
Frankrijks grondgebied, zal Engeland zich
terstond, met al zijne maritieme, militaire en
luchtstrijdkrachten aan Frankrijks zijde scha
ren.
Art. 2. De hooge contracteerende partijen
bevestigen opnieuw het gemeenschappelijk
belang, voor haar gelegen in de artikelen 42,
43 en 44 van het tractaat van Versailles, en
zullen tezamen optreden (se concerteront)
wanneer er een bedreiging bestaat voor eenige
schending dier artikelen of wanneer er over
derzelver interpretatie twijfel mocht rijzen.
Art. 3. De hooge contracteerende partijen
verbinden zich bovendien om gezamenlijk op
te treden in geval Duitschland militaire, mari
tieme, of luchtmaatregelen neemt, die niet
met het tractaat van Versailles in overeen
stemming zijn.
Art. 4. Het tegenwoordige tractaat legt
aan de Dominions van het BritscheRijk geener
lei verplichtingen op tenzij en totdat deze
door het Dominion in quaestie is aanvaard.
Art. 5. Het tegenwoordige tractaat zal
gedurende een tijdvak van 10 jaren van kracht
blijven en daarna bij wederzijdsche goedkeu
ring, hernieuwd kunnen worden.
Van het beruchte artikel 10 van het ver
drag van Versailles zegt het ontwerp geen
woord !
In de inleiding 1), die bij het ontwerp ge
voegd is, verklaart de Britsche regeering be
zield te zijn van het innige verlangen dat te
Cannes tastbare resultaten bereikt zullen
worden en dat de publieke opinie in Engeland
zoowel als in Frankrijk ongerust is omdat
sommige doeleinden van den vrede nog steeds
niet bereikt zijn, waartoe de algemeene toe
stand nog meer aanleiding geeft; een mis
lukking van de conferentie te Cannes zoude
den uiteenloopenden aard der Fransche en
Britsche belangen nog te scherper doen uit
komen. Europa zou zulk een mislukking met
ontsteltenis waarnemen, omdat iedereen weet
dat een nauwe samenwerking dezer tvvcc landen
onmisbaar is. Het Europeesche probleem,
oordeelt de Britsche regeering, moet in zijn
geheel worden behandeld, niet door de ge
schilpunten een voor een te behandelen, [inge
land begrijpt volkomen de quaestie van herstel
voor Frankrijk en zijn budget. Het heeft
reeds enorme sommen aan het herstel ten
koste gelegd die Duitschland had moeten be
talen. En dan is er de quaestie van veiligheid.
Vier malen in 120 jaren is Frankrijk ge
nvodcerd en zijn bevolking is 20 millioen kleiner
dan die van Duitschland. Dit laatste land heeft
nog altijd vijf millioen afgerichte soldaten.
Daarom moet Frankrijk verzekerd worden
tegen nieuwe verwoestingen. Maar ook Enge
land ondervindt geweldige moeilijkheden: er
zijn 2.000.000 werkloozen die den staat
2.000.000 pond sterling per week kosten, en
dat nog wel in een staat welks burgers toch
reeds zwaarder onder de belastingen gebukt
gaan dan waar ook. Vervolgens wijdt de in
leiding uit over den deplorabelen staat van
Centraal Europa en Rusland. Het verlies aan
koopkracht dier landen is de oorzaak van den
tegenwoordigen moeilijken toestand waarin
zich Engeland bevindt, terwijl de toestand
van Centraal en Oostelijk Europa regelrecht
naar een catastrophe voert. Daarom moeten
de moeilijkheden in haar geheel behandeld
worden, en Engeland hetwelk aan Frankrijk
zoowel herstel als veiligheid wenscht te ver
zekeren, kan dit niet langer uitstellen. Terwijl
het zich, wat de schadeloosstellingen aangaat,
opoffering wil getroosten, biedt het Frankrijk
zijn gcheele gewapende macht aan ingeval
van een niet uitgelokten aanval. Die garantie
heeft een dubbele waarde niet alleen als hulp,
maar ook omdat de garantie een dergelijken
aanval uiterst onwaarschijnlijk zal maken.
Duitschland zou er in 1914 niet toe zijn over
gegaan wannter het bevroed had welk een
macht het Britsche Rijk ontplooien kon. Na
1914 heeft Engeland alleen meer dan 6.000.000
man op de been gebracht, en het geheele Rijk
bij elkander bijna 10.000.000, waarbij het aan
1) Dit stuk werd den 4en Januari door
Lloyd George aan Briand ter hand gesteld.
gewonden en gesneuvelden 3.266.000 man,
aan gesneuvelden alleen bijna 1.000.000 heeft
verloren. Het is niet denkbaar dat Duitsch
land deze feiten zou kunnen vergeten, en
daarom zal het garantieverdrag den Duitschen
geest van alle revanche-denkbeelden doen af
zien.
Een of- en defensieve alliantie zou met
Britsche tradities in strijd zijn en derhalve
voor Frankrijk geen waarde hebben, zoo gaat
het memorandum voort. Het Britsche volk
begrijpt dat Frankrijk het recht heeft op
garantie, maar het wil zich niet binden voor
de verstoring van, den vrede elders dan ten
koste van Fransch grondgebied. Alleen zulk
een verbindtenis, zooals ter gelegenheid der
Imperial Conference verleden zomer werd be
sproken, zou hoogstwaarschijnlijk ook door
de Britsche Dominions aanvaard worden.
Dit is de eerste maal dat wij van de bespre
king van het plan op de bekende Imperial Con
ference iets vernemen. De Britsche regeering
heeft de eerste ministers der Dominions ge
polst bij die gelegenheid en het zal van de
parlementen der zelfregeerende gewesten af
hangen of zij al of niet toetreden. Hun toe
treding zou, bij het steeds toenemende zielental
dier gewesten, nog meer beteekenis hebben
dan gedurende den laatsten oorlog, en het
is nauwelijks te veel gezegd, wanneer men
beweert dat die toetreding voor den wereld
vrede van het hoogste belang mag worden
geacht. Daarom is de in Frankrijk opgestoken
storm tegen het garantie-voorstel zoozeer te
betreuren. Want die storm zal in de Domi
nions niet begrepen worden, en toch is die
zeer verklaarbaar voor wien het Fransche
karakter kent. Immers het memorandum,
hoe openhartig ook, heeft geen rekening ge
houden met de imponderabilia, waaronder de
Fransche nationale trots gerekend moet
worden, niet alleen omdat het memorandum
verder nog gewag maakt van de
wenschelijkheid van maritieme afspraken waardoor
een wedstrijd in het bouwen van duikbooten
en afweermiddelen daartegen moet worden
vermeden; maar ook omdat de garantie eenzijdig
is en hoewel het niet met zooveel woorden ge
zegd wordt, Frankrijk maakt tot beschermeling
van Engeland. Poincaré, nog eer hij wist dat
hij aan het bewind zou komen, heeft in de
laatste aflevering van de Revue des Deux
Mondes verklaard, dat de zoozeer gewenschte
alliantie met Engeland eerst tot stand kan
komen nadat alle hangende kwesties geregeld
waren; dat het verdrag eenzijdig is; dat men
niets weet aangaande den aard en de uitbrei
dingder gewapende hulp et comme d'autre part
cette garantie saus réciprociténous laissait la
physionomie d'une nation protegée, et semblait,
par suite, autoriser la nation garante a exercer
sur nos actes une surveillance indiscrète."
Zouden wij, vraagt Poincaré, ons kunnen
ontwapenen wanneer Duitschland zich niet
ontwapent, maar Engeland wél?
Men zal moeten afwachten of Poincaréals
minister e ven wede rspannig zal blij ven als hij als
auteur is. Misschien zal hij als minister bereid
zijn meer waarde dan tot nog toe te hechten
aan de preventieve werking van het voorge
stelde garantie-verdrag, vooral wanneer Lloyd
Ge,orge er in slaagt een formule te vinden,
waarbij met alle Fransche gevoeligheiden re
kening wordt gehouden. Het is zeker jammer
dat de opstellers van het memorandum en
van het ontwerp-verdrag zulks niet in vol
doende mate gedaan hebben. Is Lord Derby,
de vroegere Britsche ambassadeur te Parijs,
die evenals de overige Engelsche diplomaten
zeer wel op de hoogte is van den Franschen
aard, en die nooit heeft opgehouden een al
liantie aan te prijzen, bij de opstelling gekend?
Men weet het niet, maar hrt feit dat met de
Fransche gevoeligheid ge' rekening is ge
houden, wijst misschien op een onhandigheid
die een diplomaat, vooral een van de oude
school, niet begaan zou hebben. De radicale
en ook de liberale pers in Engeland begrijpt
dat niet, bladen als de Times en de Morning
Post, weten het zeer goed. Zij begrijpen dat
men een land met een duizendjarige
glorieuse geschiedenis als Frankrijk niet als
beschermeling op den schouder moet kloppen,
maar als gelijke moet behandelen. De onhan
digheid is des te meer te betreuren, wanneer
men bedenkt, dat de geweldige preventieve
werking van het verdrag naar alle waarschijn
lijkheid in Duitschland voor geed den in
vloed der onverzoenlijken zou hebben ge
fnuikt en voor dat land en Europa de meest
heilzame gevolgen zou hebben gehad.
Daarom is het te hopen dat het verdrag
niet zonder meer zal worden afgewimpeld
maar door de diplomaten zal worden opge
poetst en verfraaid tot het in iedere Fransche
salon als een meuble de bon gout een plaats
?/.al kunnen vinden.
Den Haag 16 Januari 1921.
H. D u N L o p
AUTOBANDEN
. . - .
Time to Re-tire?
(Buy
Schitterende Kwaliteiten
Lage Prijzen - Alom verkrijgbaar
VOOR NEDERLAND
olAILLeeütaröGfl