De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 4 februari pagina 11

4 februari 1922 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

4 Febr. '22. - No. 2328 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 DE EMMENSCHE GEMEENTEBELASTING Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek DE TOESTAND DER AMSTERDAMSCHE STRATEN Teekening voor de Amsterdammer" var Jordaan ,,'t Is wel veel, maar daar hebben wij dan ook wat voor!" ItllHIIIIIIIIHIIimillllllllHIMIMIIIIIimillllMHIIIIHIIIIMIIIII ItlMMMHIMMIttllllllllll IIIIIIMIIMHIMI1III 'llllltllllllllllllllIIIIIIIUHIIIMI ut iiiiiniiiiiin iiimiiHiiiiiiiiiitmimiiiiiiiiiiiiiiitiHMMHHiiiimiiii Gijsbreght: En tot een modderpoel en asch- en puynhoop maeckenmijn out en wettigh erf ... .1" ODFD5RD Ilona Kabos Een jonge vrouw, met nog veel meisjesachtigs in haar voorkomen, die ons eenige malen achtereen vriendelijk toeknikt, als iiiniii imiiiiiimiimmiiiiii IHIIIIII iiini iiimiii waren wij allen goede, oude bekenden van haar.... jr*>Nauwelijks evenwel is zij aan den Bechstein gezeten, of zij schijnt ons tot niet minder dan een titanenfiguur uitgegroeid. f Een paar bekende, muzikale vertegen woordigers der Amsterdamsche lichamelijke opvoeding kijken hun oogen uit: dit is athletiek, en geen lichte".... Een oogenblik maken wij, neutraal-belangstellenden, ons bezorgd. We vinden dat onstuimig tanpakken wel een tikje onvrou welijk, ons hindert die reeds in de eerste maten der Chaconne van Bach-Busoni OELOF AITROEN KALVERSTRAAT 1 Amsterdam - OPGERICHT 1850 TELEFOON 658 N. C DEN HAAG - PLAATS 23 firma M. J. GOUDSMIT PAARLEN, BRILLANTEN Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAQ DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND iiiiiiiiiiiiiiiiiitiiii tiiiiiiitiiiimiiHiiiMi IHIIII iniimiiiiiiiii slap neerhangende haarlok haast nog meer dan de speelster, en vooral : wij zien niet graag een jonge dame zich in volstrekt letterlijken zin in 't zweet werken. Evenwel, die bezorgdheid wijkt. De kracht is opzienbarend element, maar toch niet meer dan element in deze phenomenale klankvoortbrenging. Het is een levende toon, die aan deze, soms met ver plettering dreigende, kracht het aanzijn dankt. Het is een toon, die heete stralen uitzendt, stralen, gevoed uit het fanatisme eener muzikaliteit, zeldzaam als vuur-flonkerend edelgesteente.. . . En als nu in dit uit wellicht te eenen male onverdedigbare opvattingen geboren, maar toch in ieder geval grandioos-monumentaal klinkende stuk voor den eersten keer de lyrische tegenstelling oprijst, dan weten wij het: wij zullen hee! spoedig bij deze kunstenares evenmin meer acht slaan op de uiterlijkheden harer felste bewogenheid,kom ;n als nu, in deze zangrijk-gevoelige tusschengedeelten, op het deinend rubato van haar lichaam en het in zoete extase achteroverbuigen van haar kopje met de onwillige coiffure. Zelfs zonder dat wij de oogen be hoeven te sluiten, zullen wij opgaan in haar spel. Ilona Kabos staat nog pas aan het begin van haar loopbaan, en wij mogen benieuwd zijn, welke verschuivingen zich in haarinter pretaties zullen voordoen. Zij toont zich als voordraagster zeer onafhankelijk; men zie hier echter vooral geen beschuldiging van wille keur in. En allerminst van willekeur, die het gevolg zou zijn van het laten overheerschen der virtuositeit. Met haar programma van Maandagavond heeft ze mij voortdurend geboeid, ook met Beethoven's Sonate Op. 78, Fis-dur, al zou ik hier bepaaldelijk een andere lezing hebben geprefereerd Volkomen aannemelijk was mij haarChopin, haar Debussy, haar Lis?t. En als zij ze over eenigen tijd in détails weer eens anders speelt, zullen ze mij allicht even aannemelijk voorlllllllllllimillllHIIIHIIIIIimilllllllltllllllllHllltllllllllHIIIHIIIIHItUIHII Hoofdzaak blijft, dat deze virtuose nu reeds veel meer is dan dat. Wij mogen een meesteresse der toonkunst in haar begroeten, sterk van universaliteit, en vooral trouw in de betrachting van den plicht der dienende liefde. H. J. DEN HERTOG «IIIMIHIIIMMtllllllllllllMltlllllllllllllllllllllMMIII DOE HET ANDERS . . . ! <(Met teekeningen voor De Amsterdammer" van Is. van Mens) iMiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiitiii .Miiiimiiti minimin un iiiinnin HUI iiiiiniiiiiiiiiiiniiiiiiii iiiii i i dit, hoewel naar ons opviel y minder pertinent. ', 'Het moet een open auto zijn," had mijn vrouw gejuicht. Ik zelf voelde meer voor een dichten en wist mijn zin door te drijven. Toen ik van regenweer en de comedie sprak, stemde mijn vrouw onmiddellijk toe dat men het persoonlijk comfort niet ver geten mocht voor de rneer spor tieve zijden van het automobilisme. miiiiiiiiimiiiiiiniiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiifiH n. Onze Autu. Eindelijk hadden we hem dan ! Honderdmaal hadden we tegen elkaar ge zegd, dat we graag zoo'n hél klein auto'tje zouden hebben, zoo een waar je precies samen in paste. We zullen er in een wip mee in Brussel zijn," had mijn vrouw gezegd. En je kan er onmogelijk iemand bij in viteeren," zeide ik. Nu hadden we hem. De meneer in den winkel had pertinent verklaard, dat we er gemakkelijk vijftig kilometer mee zouden kunnen halen. Per uur?" vroegen we, en hij bevestigde Het was Zaterdagavond, en wij hadden besloten den auto in te wijden met een driedaagschen tour, voorloopig binnen de grenzen van het vaderland. Toen ik thuis kwam vond ik twee volgepakte zware valiezen in de gang. Mijn vrouw stond er bij, maar sprong mij aanstonds tegemoet. Toen ze mijn blik naar de bagage zag, riep ze uit: O, grijsje zal het makkelijk kunnen dragen". Zij noemde den auto grijsje, hoe wel hij donkerblauw gelakt was, naar haar eersten indruk toen hij in de grondverf stond. rijsjc heeft geen imperial !" merkte ik bedenkelijk op, maar moest aanstonds /.wichten toen ze gewaagde van den bagagedrager dien we achter aan de carrosserie hadden laten bevestigen. Ik lichtte de tasschen n voor n op. Ze waren loodzwaar. Wat zit er in?" vroeg ik. O," antwoordde ze, alleen de allernood zakelijkste dingen voor een paar dagen.... kleeren en boeken !" Mijn tasch bevatte drie pakken en een groote hoeveelheid Fransche romans. Het zou kunnen regenen onderweg !" ver klaarde mijn vrouw, en in zoo'n klein hotel !"' Van tusschen een paar overhemden staken de halzen van wijnflesschen. Ik wilde daar over eene opmerking maken, maar met een teleurgesteld gezichtje zei mijn vrouw. . . . O, dat had je niet mogen zien, het was een verrassing, ik heb van allerlei meegenomen voor een inwijdingsfeest voor grijsje". En nu kwamen ook de overige ingrediënten voor dit plan te voorschijn: tafel/.ilver en kristal, porcelein en tafelgoed, kortom alles wat men noodig zou kunnen hebben voor een weelderige pic-nic. Zouden we dat niet uitpakken....?" waagde ik aarzelend, bang hare illusie te kwetsen.Maar ze zette zulk een teleurgesteld gezichttje dat ik haastig het plannetje begon te prijzen. Wij spraken nog slechts over de genoegens die ons wachtten, en, na een slapeloozen nacht, vonden wij een vroolijk zomerzonnetje. Om zeven uur 's morgens reed ik grijsje voor. Daar het dienstmeisje uit was, drcegen mijn vrouw en ik de valiezen naar buiten. Het bagagerek werd uitgeklapt en het eerste valies er op gelegd. Toen wij het tweede valies met vereende krachten daar op stapelden, maakte grijsje een kreunend geluid, verhief zich op zijn achterste wielen, en stak zijn motor schuin Ik zette Dank u naar boven. Met bovenmenschelijke inspan ning wist ik eenige oogenblikken het evenwicht te handhaven. O God.... het servies !" riep mijn vrouw. Ik keek angstig om mij heen.... er waren twee mogelijkheden: als ik losliet zouden de valiezen op den grond vallen, het servies zou breken, en grijsje met een smak op zijn voor wielen vallen. In dien ik het valies terugnam zou hetzelfde geschieden.... Op eenigen afstand stond een lanterfanter peinzend toe te zien. Mijn blik zocht in doodsangst den zijne, maar hij spoog eens op den grond en bepaalde zich tot oen meewarig glimlachje. Help !" kreunde ik. De lanterfanter kwam langzaam toeloopen. De seconden schenen mij uren. ... Maar toen vatte de man het wagentje van voren aan, en zei, wederom spugend: laat maar zakken baas ! ik hou 'm wel". Inderdaad liet hij zachtjes ik zegende zijn teedere handen ? grijsje op zijn voorste wielen te recht komen. de valiezen op straat. . O, dank u !" riep mijn vrouw den onbekende toe.... Da's ook geen reiswagen, juffrouw," zei deze met een kennersblik, die hoewel niet onvriendelijk gemeend, toch iets van min achting voor onzen auto bevatte. Wat zou u ons raden?" vroeg mijn vrouw. Ik stond er wat dwaas bij; de man kreeg plotseling eene ingeving. Zijne tot nu toe wat energielooze houding werd levendiger. Hij kreeg licht in zijne oogen, en scheen snel te kunnen handelen. U moet er eerst in gaan zitten !" zeide hij. . ,,.. dan bind ik er de bagage achter op en dan is ie voor de' bakker!" Natuurlijk!" haastte ik mij uit te roepen, aldus een deel van het enthousiasme mijner vrouw oogstende. Wij voorzagen den on bekende van riemen en touwen en namen in het gesloten wagentje plaats. Hij doet het stevig!" zei mijn vrouw, stralend van geluk. Inderdaad schudde en piepte de wagen van de energieke rukken die de vreemdeling aan de touwen achter onzen rug gaf. Even later verscheen zijn trouwe kop aan het por tier. Rij nou maar flink hard door !" zei hij.... stil staan is gevaarlijk, dan ga je achterover ! En denk er aan dat jullie d'r niet lOcent 1O eer* Sumatra CBUlTENGEWOOtT) Sigaar tiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiimiitiimiiimiiii IIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIII uitstappen vór iemand de'zaak d'rweeraf heeft gehaald!" Dat beloofden wij, en nadat mijn vrouw onzen redder / 10.?deels voor zijn moeite, deels voor zijn initiatief had ter hand gesteld, reden wij pijlsnel weg. Je merkt er niets van !" zei mijn vrouw. Inderdaad maakte de wagen niet de minste aanstalten tot achteroverslaan. Wij stopten nergens, lunchten niet, uit vrees voor duikelingen, en stonden des middags om drie uur voor het hotel te N. Hallo!" riepen wij den portier toe.... laat de bagage er eens afnemen !" De man keek naar boven, links en rechts, en informeerde toen: welke bagage?" Ik duidde naar den achterkant. Er is niks !" zei de man. Zal ik voorzichtig uitstappen?" vroeg mijn vrouw. Zij stapte onder duizend voor zorgen uit en wij lieten voor alle veiligheid den portier op de treeplank staan.... Ik hoorde een kreet.... Er was niets.... Eerst meenden wij dat we de koffers ver loren hadden.... Later bleek ons dat de onbekende zich, terwijl wij op zijn raad pijlsnel wegreden, met de beide valiezen verwijderd had.... [ t'j, MELIS S T o K E.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl