Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
18 Febr. '22. No. 2330
BERG OPWAARTS"
(opgevoerd door de K. V. Het Nederlandsch Tooneel")
Teekeningen voor de Amsterdammer" van B. van Vlijmen
Henri
Eerensals DominéHenk ter Haer'.
Enny de Leeuwe
als Mary.
Anna Sablairolles
als Mevr. ter Haer.
Jac. Reule
'als Paul.
nniiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimtiiiii
Louis van Gasteren
als ouderling Brongers.
iiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiitii IIIIIIIIIIIHI iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniliiiiiiiiitiiiiiiiiiii
iinmiiiiiiiii Hiiiitiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
HENRI BRONDGEEST
In een vorig stadium van het
tooneeldispuut, was een van de beminde vragen
deze: moet de tooneelspeler in zijn rol op
gaan, of moet hij er objectief boven staan,
of moet hij het eene doen en het andere
niet laten? Henri Brondgeest heeft zich om
de theorie niet druk gemaakt. Boven de rol
stond hij nooit, erin was hij hevig, ernaast
als een rol hem niet lag ook we^eens.
Voor hem bleef het tooneel levenslang een
kranig avontuur. En niets heeft ook hem,
die talent had, belet op zijn wijze zalig te
zijn, en zalig te maken, dertig jaar aan een
stuk door de tooneelwereld te flaneeren als
een persoonlijkheid, die de menigte boeide
en bekoorde, een van de zeldzamen, die trok".
Als de klank van de Kerstmisklokken is
weggestorven en het nieuwe jaar is ingeluid,
dan komen de jubeltonen aanruischen voor
onzen beminden tooneelspeler Henri Brond
geest. Laten zij, op dien gedenkwaardiger! dag
van zijn dertig-jarig jubileum, tot machtige
over^etelijke accoorden aanzwellen: n volle,
N. V. PRAKTA
Heerengracht 563 hoek Torbeckeplein
ENORME
PRIJSVERLAGING
KANTOORMEUBELEN
en VERTICAALKASTEN
Bezoekt onze showrooms,
VRAAGT CATALOGUS
gave harmonie, rijzend als een
eerezuil, uit den sterken bodem
van duizend warme harten."
Dit is de aanhef van een
circulaire een conduite-staat,
die alle vergelijking tart en
waarvan ik alleen maar hoop
dat ze niet in handen van
Charivarius zal vallen welke
de Residentie Brondgeest mee
gaf opzijn jubeltocht, en ze werd
onderschreven door een keur
van namen, die van den Inspec
teur van de Cavalerie, voor
wien het gekozen jubeistuk.
Emants' Geuren", men zou
zeggen, wel eenige bedenkelijke,
voor het Wapen minder vleiende
zijden moet hebben gehad, mede
bovenaan.
Er staan ook eenvoudigere
zinnen in, waaraan wij gaarne
onzen steun vinden : Want
het is tot het hart, dat de
kunst van deze figuur spreekt."
Dat doet ze. Niet tot den geest,
niet tot de ziel spreekt dit
spontaan, ongebreideld en on be
zonken talent,, maar regelrecht
tot het hart. D;> aristocraat van
onze planken is als kunstenaar:
volksheld, in den historischen,
huiselijken en netgenoeg
romantischen zin van het woord.
Cavalier en onversaagd.. ..
Heeft hij een rol, die hem lijkt,
hij gaat er op los, hij valt er
op aan, en het is voor den
toeschouwer spannend als een
.gevaarlijke expeditie. Had ook
deze tooneelspeler geleefd,
alCllchéHet Leven"
HENRI BRONDGEEST
thans zijn jeugd doorgebracht
in een tijd van meer-bewust
makende, strengere regie, hij
zou de Anatole" van ons too
neel zijn geworden, een psycho
logisch uitbeclder van hooge
waarde voor die dramatische
litteratuur, welke het aller
moeilijkst vertolkers vindt. Op
gegroeid tusschen de groote
mimen", is hij dien meer
litteraircn kant niet uitgegaan en
bleef zijn talent -- wat ook
alweer zijn goede zijden heeft
gehad jong als zijn persoon,
vlot en fleurig, alleen niet zoo
vol als het had kunnen worden
en geneigd zich naar het uiter
lijke te forceeren. Vraagt een
rol dit licht overschuimend
temperament, dan is het vaak
voortreffelijk, want juist wat
het zijn moet. Dolle Hans"...."
gaf daarvan het doorslaand
voorbeeld, al bleet' de herinne
ring ook aan andere rollen,
vati zeker niet minder gehalte:
Dr. Rank, in Nora",
Sudermann's Fritsje", Minnespel",
en in ,,Geuren" het eerste too
neel van het derde bedrijf.
Op Dolle Hans" echter kon
de speler zich werpen in het
groot tenue zijner innerlijke en
uiterlijke gaven, met bruisende
geestdrift, met de overgave
die zijn bekoring is op leven
en dood! En dit werd, vooral
in de oogen van het publiek,
zijn rneestergreep, een over
winning als held, maar ook
iiiiiiiiiiiitiiiiuii iiiiiiniiiiiin
Russisch Tooneel
Terwijl ergens ver-weg het ellendig land ligt
te zieltogen en de gedachte daaraan, als aan
een heimelijke misdaad, waaraan wij op de
eene of andere wijze medeplichtig zijn, ons
in den nacht overvalt, blaakt het litterair
hart van Europa voor de Russische ziel en
haar ondoorgrondelijkheden. Ook in Neder
land, op drie tooneelen te gelijk: Russisch,
althans de naam van een Russisch auteur
en een programma dat we niet zonder strui
kelen uitspreken. Weet wat ge onderneemt,
waarschuwde naar aanleiding der
Dostojewsky-enquête in De Stem", Dr. Arnolil
Saalborn in het Letterkundig Weekblad van
de N. R. Crt.: gij, die nooit in Rusland waart,
geen letter van de taal daarginds verstaat,
geen bewustzijn hebt omtrent de Russische
betrekking tusschen mensen en wereld", van
den chaos, noch van het hart van moedertje
Rusland". Wie zou zich vermeten? Blijft
het niet altijd overal tasten, en met goeden
wil trachten te benaderen? ,,En' enkel
in. vermeet'le droomen wagen wij het
leven te verstaan", dichtte Jan Veth in de
Januari-Gids. Onder dit Leven" is onge
twijfeld ook de Russische ziel begrepen.
Desniettemin bestaat er een Russische litte
ratuur, die ons enkele aanknoopingspunten
biedt en, zij het in vertaling en alleen in onze
vermetele droomen, veel geeft; schoon zij
ons waarschijnlijk nog meer verbergt.
Het tooneel, dat gevoelen? tastbaar maakt,
kan een hulpmiddel zijn, en waar het dit
voor mij tot op zekere hoogte was, is het
wellicht ook voor anderen van belang iets
naders te vernemen omtrent het optreden
van een groep onvertaalde en onvertaalbare
Russen, leden van het zwervend
MoskanerKunstlertheater", cat verleden winter in
Weenen en thans te Berlijn welke
impressario wijst hun den wegnaar Holland?
triomfen viert. Ook om de theatrale opvat
tingen. In aansluiting met hetgeen de theater
tentoonstelling te Amsterdam beoogt, zou
men het werk dezer Russen wel een
speltentoonstelling kunnen noemen en het ideaal,
oogenschijnlijk door hen nagestreefd, geeft
over de ontroeringsmiddelen,welke het modern
West-Europa op ons beproeft, een en ander
te denken. De ouderwetsche" wijze n.l. waar
op deze kunstenaars spelen, de basis van tot
de uiterste consequenties doorgevoerd rea
lisme, waarop dit spel en samenspel staat, ver
rast den futuristisch gespitsten toeschouwer
in onthutsende mate en wanneer men zich aan
het einde de vochtige oogen uitwrijft, geneert
men zich ietwat voor de erkenning: dat is nu
weer, 01 altija nog, althans in eersten aanleg:
naturalisme. Van onvervalschte, werel
beroemce Russen Stanislowsky zelf bleef
in Moskou achter, doch zijn regie geldt, en
zijn eerste krachten, Mad. Germanowa, de
Russische Duse, die ook uiterlijk op haar
gelijkt, Pavlow, Katschalow en de weduwe
van Anton Tschechow vervullen de roller, -?
verwacht men, in het centrum der theatrale
hervormingen, allicht niet iets dat wij van
Herman Heyermans en Dr. Otto Brahm,
naar wij meenden, alreeds te lang kunden. De
mode voor hot Russische, de balletten, de
fantasieën van Bakst, e.a., zooals we die op
dit oogenblik.ann de wanden van het Stedelijk
Museum kunnen zien, hebben onze verbeelding
in buitensporige banen gelen1, en de naam
van Cordon rnig, die in het prospectus
wordt genoemd, bereioae geenszins voor op
volledig uitgewerkte kamers, bordpapieren
bosschen en tot het uiterste gedetailleerd spel.
En nu bleek dit alles nog te bestaan,
doodc.ewoon, en bew.mdeid te worden, schier
zonder voorbehoud.... Fn inderdaad, het
eenige bijzondere" aan deze voorstellingen,
qua vertooning, was haar volmaaktheid, de
met louter natuurlijke, voor de hand liggenc.e
huiselijkemiüdelen verkregen, ontzagwekken
de expressiviteit, o expressionisme, van
het tooneelbeek1. Zoo zuiver, raak en diep
was deze, ons beschamende eenvoud, zoo
roerend overtuigend werkten hier nog de
versleten conventies van : voorbereiden, vullen,
tooneel-maken, dat een handdruk en een
tooneelkus ons verheven, door de macht
van den ouden t.umeelgod geheiligde, gebeur
tenissen schenen. Menschen als wij, alleen
levendiger, soepeler, inniger in hun
uitingswijze, kwamen en gingt'n en spraken in on
verstaanbare taa! over op zichzelf weinig
belangwekkende aangelegenheden en het was
... .niets en toch alles; en een troost voor wie
in de hoogere vakschool der theaterkunst
onder de eeuwige herexamens zucht. Alfred
Kerr schreef in het Berliner Tageblatt: Wie
dad ie Lentegehn und kommen; nicht
''.uttreten,"" souden; dnrch die Raume bummeln"
en hij- noemt dit zno-maar-gewoon-doen:
cine Kostbarkeit, eine Menschlichkeit, ein
Abglanz vom Irdischen."
Het speelplan dezer Russen wordt beheersen!
door drie werken van Tschechow; fragmenten
uit De Broeders Kiramasow", waarin Mad.
Germanowa de rol van Ortischenka vervult;
en Nacht-Asyl." Iemand terzijde van het
tooneel gezeten las van Dostojewsky's boek
in korte trekken de gedeelten, die niet ver
toond werden vór, en in weerwil van het
meesterlijk spel was het niet mogelijk naar dit
telkens onderbroken schouwspel zich een
eenigszins bevredigender! indruk van het
werk op het tooneel te vormen. Ook Gorki's
Nacht-Asyl", waarvan de, oorspronkelijk
wellicht op deze tnodel-vertooning geïnspi
reerde, voortreffelijke Dnitsche (Remha.dt)
en Hollanosche (Royaards) opvoeringen cns
nog verscli m het geheugen lagen ?- supeiieurt
tooneelkunst verbleekt niet met de jaren -
deed mij .n de rnoec.ertaal minder dan ik ge
hoopt had. De eigenlijke openbaring van wat
deze eenvoud" bevat, en tot welke toppen hij
voeren kan. bracht mij Tschechow, wiens
werken met hun innig binnenleven en zich
wijd daarom heen uitplooiende gevoelens,
sterk den speeltrant als de voor deze intieme
Kriek aangewezene deden beseffen.
Kent men den inhoud van zijn
Kersenbongerd?" Er is feitelijk geen inhoud, er
is alleen: gehechtheid, vreugde en verdriet,
in hun lichtste en diepste schakeeringen. De
kersenbongerd, dat beteekent in de eerste
plaats: de kcrsenbongerd, een wonder wan
neer hij bloeit, de bezienswaardigheid van
de streek, in de Conversations-Lexicon eer
vol vernield: dat beteekent voorts: Rusland,
het Leven, het Ding waaraan ons hart hangt.
Op het tooneel \\as het maar een bleekvekije
met papieren bloesemtakjes. Maar we
zagen hem dadelijk door de verteederde
oogen <ler bezitters en twijfelen niet aan zijn
pracht ! Verarmde adel, in de kenteringsjaren
vór de revolutie, zitten gebleven met den
gcheelen onafscheidelijke!! sleep hongerige
bedienden, met de gotivernante-in-niste, den
koerier buiten dienst, t.en koetsier van
in-denegentig. De bloesems van den kersenbongerd
sidderen nog bij de herinnering aan den ouden
knoet. Thans bleven nog slechts 'Ie lasten, de
aanhankelijkheid, de saamhoorigheid. Dol
z.ijn ze met z'n allen op het vervallen goed,
op de oude zonnige kinderkamer, niet haar
openslaande ramen naar den bongerd. Na
elk verblijf in hei buitenland is de terugkeer
een onmetelijke vreugde. Dan loopen .e
kamer in, kanier uit, zien alles en ook elkaar
als in heilig licht, prijzen de verschoten meu
belen, bezingen de oude boekenkast, kussen,
koesteren, knuffelen elkaar ! Omdat ze weer
thuis zijn ! En ontroeren ons diep, omdat
ook wij daar met hen thuis" zijn, tot ue
familie behooren, het verrukkelijk gevoel der
hereeniging, der herontdekking net precies
zoo kennen als Ranewskaja Ljubdnw An
drejewna, wier naam wij nauwelijks kunnen
uitspreken. Wij zitten niet meer m f1 e stalles,
1O cent
1O cent
Sumatra (BUITENGEWOON) Sigaar
wij loopen achter de binnennieid aan de stoep
op, tien maal erin er! eruit, orn te kijken of
ze nog niet aankomen, twee uur vertraging
had c e trein, drie uur is het in den nacht, en
we begrijpen hoe moe ze zullen zijn, dat ze
dadelijk naar bed /uilen willen,en vergastten
ons al vast aan de dampende koffie, die
klaar staat, en zijn niet. minder hlij aan
Warja, het pleegkind, dat lacht met haar eene
oog en huilt met haar andere als eindelijk,
eindelijk, de bellen rinkelen. Realisme....
een dageraadje zonder pretentie verlicht al
flauw den kersenbongerd, een gebonk van
koffers, de gouvernante met haar levend
hondje in de armen, weet niet waar zich te
bergen, de stok-oude koetsier onder zijn'
onsterfelüken cocardehoed en met het lief en
leed van vier generaties in de groeven van zijn
wijs gezicht, staat als een monument, en daar
is ze zelve, mevrouw Andrejewna ! Realisme,
maar hoe vertrouwd, hoe geheimzinnig ver
want aan ons diepste wezen. Voor deze
mystiek" geef ik vele andere mystieken.
Nu, en het geheele stuk is dan: dat ze er
uit moeten, de kersenbongerd voor bouw
grond verkocht, omdat ze geen geld meer
hebben om op dezen voet en op een an
deren voet gaat het nu eenmaal niet te
blijven leven. Ze steken ook geen hand uit
om het ongeluk te voorkomen, hoe zouden ze,
deze aristocraten ! zelfs de knecht trekt zijn
glacéhandschoenen niet uit als hij in een hooi
berg ligt. Ze hopen alleen maar vaag, dat er
op het laatste oogenblik nog wel een wonder
zal gebeuren, een oude rijke tante, die geld
stuurt, of de honderdduizend op een lot, dat
ze in de loterij bezitten. In het derde bedrijf
houden ze nog een danspartijtje onder elkaar,
aangezien er juist een. strijkje in het dorp is.
Het is de dag, dat de bongerd geveild worot,
en hun hoofd staat er eigenlijk niet naar.
Maar ja, dat is het leven. Subliem was dat
bal" waar iedereen meedanste, de
stationchef, de postdirecteur, de keukenmeid, als
een dame bijgepoeierd, de dochter des hui?es,
van den eeuen arm in den andere. Nooit heb
ik in den schouwburg" zoo geanimeerd ge
danst als op dit Russisch avondje, waar de
weduwe van Tschechow de polonaise opende,
het verschrompeld koetsiertje niet zijn om
gekrulde witte liandsclioenvingers in statie
limonade presenteerde, en door alles heen de
oogen ook de onze -- niet aflieten van
de deur, in afwachting van het lot van den
kersenbongerd....
In het laatste bedrijf is de kinderkamer"
onttakeld, de gordijnen zijn af, donkere vier
kanten en ovalen op het verschoten behang,
waar de portretten gehangen hebben.
Tnssrhen de koffers en kisten, plaids en paraplu's,
de rne-ischen, reisvaardig. De boel is verkocht
lllllllltflllllllllllllllllllfllllllllllll llllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllHIHI
als kunstenaar. Want op het kookpunt,
daar waar de opgezweepte gevoelens, driften
en krachten, de overtuiging en de bravoure
samenvloeiden tot extaze, ontstond het ge
zegend contact, dat meer blijkt dan het
treffen van een oogenblik, omdat het ons
bijblijft jaren nadien. En voor zulke herin
nering is het menschdom dankbaar. Het
vraagt niet naar de middelen, die blijven
het geheim van den kunstenaar. Men ver
geet zich-zelf, en als de glans vervlogen is,
heugt dat ne moment van verlossing in
een andere wereld, in een ander bestaan,
en verkrijgt eeuwige waarde.
Wie dat op de menschen vermag, is als
kunstenaar binnen", zij het opeen gemak
kelijk niveau. Dan komen de jubeltonen
aanruischen" en ieder herinnert zich iets
goeds, het b/este, het oogenblik", datieven
bleef. Een Zondagskind, deze
vrijwilligervan het tooneel.
TOP N A E F F.
iiilimilllllllltllllllllllllMIIIIMIIIMIlKlIIIIHIIIIIIIimilllMllllltltlllllllllll
TRIPLE SEC. COMBIEB"
Importépar SCHMITZ & Ce., Utrecht
iiiiiiimimiiiuAiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
aan een rijkgeworden koopman, wiens vader
lijfeigene was op het goed; hij zal de boomen
vellen, er komt een villa-park, naar de eischen
des tijds. De familie gaat naar Parijs, het toe
vlucht aer berooide Russen. Er gebeurt niets,
en er wordt bijna niet gesproken. Over de
bloeiende kersenboornen straalt de zon en
doordenaakte ramen valt het licht,
meedoogenloos. De dochter zit dicht n?ast haar moeder,
ze opent haar taschje, neemt er een papiertje
uit een recu of zooiets toont het de
moeder, die 't overneemt, in heer taschje
bergt. De gouvernante zit met de opgerolde
plaids in haar armen, dodeinend. Ze maken
nu en dan een grapje, en ze vegen tersluiks
hun oogen af. Een inwonende oom, die op
den zak van zijn zuster leeft, staat met z'n
rug naar de kamer en staart naar buiten,
hij snuit, nmaal, zacht, zijn neus. Een
ander een gesjeesd student, de eeuwige
gouverneur" van de familie is zijn over
schoenen kwijt. Het was een verlichting voor
de ademlooze zaal toen ze eindelijk, nog net
op tijd, ergens vandaan kwamen. En dan gaan
de luiken voor de ramen, alleen door de ronde
gaten valt nog een lichtstreep, en de menschen
van het toonee!. De laatste is Andrejewna,
de gewezen bezitster van den kersenbongerd,
en haar lieve, klaploopende broeder. Hij neemt
in het duister haar gezicht tusschen zijn handen
en kust het. Buiten kraakt onder de bijl de
eerste boom. En om een hoekje komt de
negentigjarige, dien ?e zeker vergeten hebben.
Hij legt zich op de versleten kanapéin 't
zonnestraaltje, 't Komt er niets meer op aan,
vindt hij, zijn tijd is om. Dood-gaan moeten
we allen op ons beurt. En hij murmelt nog
zoowat, tevreden en onbekommerd, als een
kind in zijn wieg, terwijl het scherm valt.
Toonpe.l-noëzie, o.ie, op de keper beschouwd,
niets can banale waarheid is. Gesublimeerde
alledaagschheid. Van daar, van hier, van
overal. Van menschen zonder veel fond,"
verkwistend, lichtzinnig, alleen
warm-vanhart, ruim. Onopmerkelijk rpei. Maar mach
tig, voldragen, overwonnen. Hoe sterk moet
het spel-der-menschen zijn, waar het spel der
dingen een paar overschoenen zulk een
rol kan spelen, zonder dat het bijkomstige
het overbodige", dat alle hoekjes en gaatjes
levend maakt en vult, dreigt te overheerschen.
En welk een kunstenaar is de tooneelspeler,
die zólang, zóinnig, zoo volkomen
toegewijd-in-schijn, een beschreid gezicht kan
streelen en weer-fleurig wrijven, en een hand kus
sen vinger-voor-vinger.... zonder dat er in
een groote, stampvolle zaal een kuch ontsnapt.
Over een tooneel vol bezielde requisieten ver
guldde hij den hemel, deze Abglanz vom
Irdischen.
lOP N A E F F