Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
18 Febr. '22. - No. 2330
C"
. - ^ --& >M *
ESAU VERKOOPT ZIJN EERSTGEBOORTERECHT
Teekening, 165 X 148 mM.; Amsterdam, Fodor
EEN REMBRANDT-BIJBEL VOOR IEDEREEN
Bij een uitgever in Mtinchen, Hugo Schmidt,
heeft E. W. Bredt in vier, zeer handige
deeltjes een Rembrandt-Bijbel uitgegeven;
270 afbeeldingen van schilderijen, etsen en
tekeningen, verzameld uit vele collecties,
vindt men hier bijeen met de tekst van het
Bijbelverhaal, dat de schilder in beeld brengt.
Twee deeltjes zijn aan het Oude, twee
aan het Nieuwe Testament gewijd; een
klapper geeft de gewenste inlichtingen om
trent de plaats, waar het oorspronkelike
stuk zich bevindt, omtrent de afmeting, de
vermoedelike datum van vervaardiging,
bovendien verwijzingen naar de
Rembrandtliteratuur.
r
Teekening ;
Een inleiding
geeft de lezer
inlichtingen
omtrent
Bijbelillustratoren en
omtrent de
plaats,
dieRembrandt onder
hen inneemt.
Het doel van
de uitgave is de
LABAN GELEIDT LEA NAAR JAKOB
Teekening, 144 X 115 m.M.; Chatsworth
brede schare belangstellenden, voor wie
Hofsteede de Groots Rembrandt-Bijbel onbereik
baar is, de kunst van Rembrandt te laten ge
nieten en meer dan dat, aanleiding te geven tot
het vormen van een eigen inzicht en een zelf
standig oordeel over des schilders werkwijze;
van meer dan een onderwerp vindt men hier
verschillende voorstellingen. Van Abraham
en Hagar zijn er wel vijf afbeeldingen, van
Isaaks offerande twee, van de Vlucht naar
Egypte weer vijf, met zorg gekozen om de
verschillende opvattingen van de schilder
te laten zien, ook in de verschillende perioden
van zijn leven.
Wanneer Rembrandt theoloog geweest
« was en geen
schil, . .. ... der, dan had hij,
. - tien tegen n, de
Bijbel niet zo goed
begrepen en ze
evenmin ons zo
begrijpelik kunnen
maken.
De waarachtig
heid van het ver
haal, de kern van
de handeling kan
alleen door, hem,
die zelf dichter is
van geest, geschat
en zonder schade
weergegeven wor
den. De wereldli
teratuur kent wei
nig knappe vertel
lers als die van de
Bijbel jmenspreekt
wel eens van Oos
terse gloed bij
schrijversvan Jood
se bloede, die zich
door veelheid van
woorden van de
rustige, meer be
heerste Ariese stijl
onderscheiden, die
zich aan
adjektieven te buiten gaan,
hoogdravend en
wild opgestapeld.
Welnu, gloed moge
het zijn, Joodse
gloed desnoods;
Bijbels is het zeker
niet. Nergens vindt
ge minder jacht op
e f fe kt, minde r
zoevan naar woorden
ken uitheemse snit;
eenvoud en sober
heid, strengheid en
zelfbeperking ken
merken de stijl van
de Bijbelse vertel
lers. Maar onder
hun alledaagse
woorden licht de
gloed vaneenstu'k
JOSEF VERTELT ZIJN DROOMEN
1638, 175 X 225 m.M., Verzameling J. Six, Amsterdam
karakter; karakters zijn scherp omlijnd
getekend, de hartstocht woelt daar en de
kracht van een sterke wil. Voor de lezer
de taak uit de gegevens van het vers de
omtrekken te schetsen en de omgeving
naar kracht van voorstellingsvermogen aan
te vullen. Hij mag opbouwen wat de verteller,
zonder over bijkomstigheden uit te weiden,
aan hoofdzaken gegeven heeft, aanvullen
het toneel van de handeling, de attributen
van de figuren, de stoffage van het landschap.
Hier vindt een dichter als Rembrandt het
onderwerp van zijn gading; hij houdt zich
streng aan de tekst; en precies als de ver
teller, zoekt ook hij in lijnen en omtrekken
zijn kracht, waar het op karakters aankomt;
waar de omgeving een wezenlik bestanddeel
is van de scène, daar vindt ge overstelpende
pracht van een rijk hof, schitterende kleuren,
zijden gewaden, hooge tulbanden met ju
welen bezet, ingelegde krissen en al wat
kostbaar is.
Zie Abraham de aartsvader, de man van
gezag, de voorname trekken van zijn eerbied
waardig hoofd, zijn rustige houding als
gastheer van godsgezanten, zijn onverstoord
gelaat zelfs als hij de goddelikc wil gehoor
zaamt en zijn enig kind offeren zal.
Hem, hoofd van het gezin, volgt trouw
zijn kleine hond; is soms Willem de Zwijger
het voorbeeld geweest voor de verbeelding
van de schilder? Dan heeft het attribuut
biezondere betekenis.
Jakob en Esau zitten aan tafel; Esau met
het gezicht naar het publiek; ge herkent
zijn ruwe onverschilligheid aan de grimmige
trek om de mond; Jakob kunt ge slechts
gissen; Rembrandt vermoeit niet door u
een tegenstelling op te dringen, zoals hij
die ziet; denk u die Jakob naar eigen fantasie ;
bekommer u helemaal niet om hem; verzadig
uw ogen aan die sobere, maar sterke
Esaufiguur, de jager, de man van het veld, die
voor een ideëel eerstgeboorterecht niets
voelt, voor wie het leven, naar het woord
van de Schrift, niet meer is dan de weg
naar de dood. ,,Zie ik ga toch dood, waartoe
dient mij het eerstgeboorterecht? Jakob
gaf Esau brood en een schotel linzen, hij at,
hij dronk, hij stond op en ging heen, zo ver
smaadde Esau het eerstgeboorterecht." Kan
het soberder dan met deze vier werkwoorden?
Staat het niet ieder vrij erbij te denken:
zonder te danken, zonder te groeten? of
wat anders? of niets? Esau is de ruwe,
kortaangebonden materialist. Zo heeft Rembrandt
hem begrepen, zo hem getekend.
Laban, de sluwheid in eigen persoon,
voert Lea, zijn oudste dochter, Jakobtegcmoet,
Lea met de zwakke ogen, die vooral niet
later trouwen mocht dan Rachel, haar
jongere zuster, al was deze beloofd en al had
Jakob om haar zeven jaren zijn schoonvader
trouw gediend.
Wat heeft Rembrandt in Laban de
geslepene getekend, in Lea de opgedirkte
bruid, maar toch met de zwakke ogen.
Jakob van huis verdreven door vrees
voor de wrok van zijn twelingbroeder,
legt zich op reis ter ruste onder de blote
hemel, op een stee'n als hoofdkussen. Zie
hem daar slapen de slaap der rechtvaardigen,
onder de schut van den Allerhoogste ! Wie
dit beeld aanschouwt, vraagt niet. Hem
hindert het niet, dat deze Jakob veel jonger
lijkt en veel kinderliker dan dezelfde op de
tekening met de schotel linzen; de plaat
boeit om de voorstelling van de slapende
onschuld. Voor Rembrandt bestaat
geschiedkundige trouw
als voor iedere
kunstenaar; hij
wordt er nooit
slaaf van.
In het Regis
ter wordt deze
tekening ge
plaatst om
streeks 1635;
zou Vondel ze
gezien hebben
en Jakob als
Josef geduid
hebben, op weg
naar Dothan om zijn broeders te zoeken ?
JACOB (?) IN BETH-EL
Teekening ± 1635, 236 X 198 m.M., Louvre, Parijs
Ziet Joseph, Rachels zoon, en Jakobs staf
(en stut
Hier slapen in de hei, bij dien bemoschten put.
Waarlangs de heirbaan loopt naar Dothan,
(en die weien
Daar hij zijn broeders zoekt; terwijl wij
(hemelreien
Door last des hemelvooghts hem naerstig
(gade slaan.
Men leze er den aanhef van Vondels Joseph
in Dothan (eerste opvoering 4 Maart 1640)
maar eens op na. Of ook omgekeerd: heeft
Rembrandt Vondels eerste verzen in beeld
gebracht? Zou Rembrandt, als hij inderdaad
Jakob had willen uitbeelden, de ladder,
waarlangs de Engelen op en neer gingen,
weggelaten hebben? ??Ik geloof zeker, dat
niet Jakob, maar Josef hier voorgesteld wordt.
Rembrandt heeft zich aan geen Zondvloed,
aan geen Uittocht, aan geen Wetgeving
gewaagd, aan geen visioen van Ezechiel; hem
boeit niet het boven natuurlike, de menselike
ziel zoekt hij in de mensen. Josef heeft zijn
biezondere belangstelling; wat heeft hij hem
dikwijls getekend in al de omstandigheden
van zijn leven !
Josef vertelt zijn dromen; vader
Jakob luistert, gezeten met Benjamin
tussen de knieën; achter en rond hem
de broeders met grimmige blik, met
dreigende ogen. Josef vertelt, merkt
niets van de ontstemming :bij de oude
ren; kan hij het helpen, dat hij ge
droomd heeft? Is het dan zo een dood
zonde in zijn jeugd een kind te zijn en
niet te begrijpen, dat ook in het
ouderlik huis, mensenkennis geen onnutte
bagage is? Josef, die zowel in de ge
vangenis als aan het Koningshof door
zijn genie toch nummer n zal worden.
Vader Jakob luistert, met onrust in de
ogen; wat wacht deze onnozele knaap
nog veel leed in het ruwe leven; hij
weet het bij ervaring; en Benjamin
speelt rustig met Vaders mooiste ketting.
Josef en Simson! Beide lievelingson
de rwerpe n voor Rembrandt. Zo min
als hij om Abraham en Hagar, Sara
verwaarloost en haar telkens anders,
maar altijd als de oude vrouw voor
stelt, die van leedvermaak lelik is, 2.0
min vergeet hij om Simson Delila of
om Haman Esther. Het mooiste meisje
uit de Jodenhoek heeft voor Delila n
voor Esther als model gezeten! Wat kon
Rembrandt kiezen, ook zijn mansfigu
ren: de oude Tobias bijv. van wien men
hier zeventien voorstellingen gerepro
duceerd vindt. Tobias en Mordechai
zijn lievelingsfiguren om zielen te
tekenen. Mordechai, die niet trots of
hoogmoedig wordt, al rijdt hij in 's Konings
mantel op 's Konings paard over de markt
van Susa, door Haman rondgeleid!
En als tegenhanger van deze volle, drukke
voorstelling de blinde Tobias, zijn zoon tege
moet, tastend naar de deur. Er ligt weemoed
en blijdschap in de haastende grijsaard,
met zijn keffend hondje, dat hem de weg
wijst.
Het Nieuwe Testament is vaker dan het
Oude in beeld gebracht; ook zijn de afbeel
dingen meer algemeen goed. Bladert men in
de beide deeltjes aan het N. T. gewijd, dan
treft men veel oude bekenden, die men in
zo een kostelike uitvoering met de tekst
eronder, gaarne zijn kinderen laat zien.
Hier vraagt de plaat: leg mij uit! Het kind
en de moeder zullen een middag van innigheid
hebben en van genot, wanneer zij samen deze
Re m b ra n d t- B ij be l bek ij ken.
Onze kennis van Rembrandt wint erbij,
ook onze kennis van de Bijbel, maar ons
eigen ik, door deze twee samen, het meest.
E. S L ij i»E R.
DE BLINDE TOBIAS WIL ZIJN ZOON TEGE
MOET GAAN, MAAR MIST DB DEUR
Ets 1651, 161 X 120 m.M.
HUGENHOLTZ' Levenslicht. Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf.
Aantrekkelijke taak, een boek te mogen
aankondigen dat zijn zesden druk beleeft,
gelijk het geval is met de door P. H.
Hugenholtz Jr. onder den titel Levenslicht verza
melde keur van stichtelijke gedachten. In
1882 verscheen deze bloemlezing ten eersten
male, uitgegeven door den heer Tj. Van
Holkema, die steeds met groote sympathie
den voorganger der Vrije Gemeente ter
zijde stond. Deze beiden, evenals twaalf
van de veertien medewerkers, zijn heengegaan.
Nieuwe krachten gingen tot hunnen arbeid
in, en hebben, den zesden druk bewerkende,
tevens een nieuw boek gegeven.
Niet: een ander boek. Vastgehouden is
de bedoeling om een stichtelijk tekstboek
te geven, nevens den bijbel, het klassieke
boek van den godsdienst, bruikbaar in gods
dienstige samenkomsten als ook voor huiselijke
en private lectuur, den religieusen mensen
tot steun. Wel: een nieuw boek.
In verband met de groote kosten aan de
uitgave tegenwoordig verbonden, moest be
sloten worden zeer veel te bekorten. Telde
de oorspronkelijke uitgave 667 bladzijden,
de nieuwe heeft er slechts 277; al worde
niet uit het oog verloren, dat in de laatste
het aantal regels en letters grooter is. Er
had echter, wat de plaatsruimte betreft,
meer van het oude behouden kunnen blijven,
ware er niet een streven geweest om ook,
ja vooral, nieuwe fragmenten op te nemen.
Vandaar de wijziging van den titel. Luidde
deze oorspronkelijk Stichtelijke bloemlezing
voor onzen tijd", thans is het Uit den
nieuweren tijd". Het mag een verblijdend
verschijnsel geacht worden, dat in de littera
tuur der laatste jaren een opmerkelijke over
vloed is te vinden van wat men in den besten
zin stichtelijke lectuur kan noemen. Wilde
men mi Levenslicht uit den nieuwere
tijd", dan mochten natuurlijk niet verwaar
loosd worden de auteurs, aan den
oorspronkelijken verzamelaar niet of nauwelijks
bekend.
Dat zulk eene geheele omwerking van zijn
boek wel in zijn geest mag geacht worden,
daarvoor staat ons borg vooreerst de gedachte
aan zijn eigen frischheid en vooruitstrevend
heid. Voorts dat tot hen, die deze nieuwe
uitgave herzagen en bijwerkten, behooren
prof. Meyboom, een der vroegere medewer
kers van Hugenholtz zelf, en diens eigene
dochter Meta. Behalve dezen wijdden hunne
krachten aan dezen arbeid mevrouw
BruvelDe Favauge, dr. K- F. Proost en ds. H. G.
Van Wijngaarden. De laatste schreef tevens
clc voorrede, grootendeels ontleend aan
dien van den eersten druk. Voorts wordt
rekenschap gegeven van de aanmerkelijke
wijziging in de oude uitgave. En terecht
gewezen op het bezwaar, hetwelk allen bloem
lezingen aankleeft: sommigen zullen geliefde
gedeelten van vroeger ontberen, anderen
gedachten van schrijvers missen, welke
zij gemeend hadden thans te mogen ver
wachten.
Persoonlijk voel ik dat eerste bezwaar niet,
omdat ik ook den eersten druk bezit; maar
eerlijk wil ik erkennen, dat het mij voor
anderen leed doet, dat zij menig gedeelte niet
zullen genieten, dat zoo rijke bron van stich
ting is. Maar daartegenover staat, dat hier
poëzie en proza is opgenomen, hetwelk de
gevoelens en gedachten vertolkt van en voor
het geslacht, dat inmiddels is opgegroeid en
zijne eigene behoeften heeft.
De oude indeeling is gevolgd, maar niet op
den voet. Er zijn thans acht hoofdstukken
tegenover de elf van vroeger, door samen
voeging en weglating. Zij zijn getiteld: geloof
in God; ontwikkelingsstrijd;
levensvernieuOELOF CITROEN
KALVERSTRAAT 1
Amsterdam
OPGERICHT 185O
TELEFOON 658 N.
DEN HAAG - PLAATS 23
firma M. J. GOUDSMIT
PAARLEN, BRILLANTEN
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
Huize i. ZOMERDIJK BÜSS
Piiiljoeii¥iiii!elp3rÜBl.W4l93in5I95
Restaurant a la carte
Lunch, AflBrnoon-tea, Diners «* Soupers
Dagelijks muziek door het Huls-orkest
wing; levenslot; levenswijding; brontien van
levenskracht; kringen der gemeenschap; toe
komst.
De nieuwe dichters zijn rijk vertegenwoor
digd; De Oenestet komt nog een paar malen
voor en Beets niet meer. Van den nieuweren
tijd" zijn deze niet, dat is zeker, en de be
werkers moesten zich beperken.
Naast de goede bekenden van vroeger
vinden wij hier Gezelle, Van Eeden, Adama
van Scheltema, mevr. Roland Holst, Boutens,
verder Bierens de Haan, Maeterlinck, Just
Havelaar, A. R. Bakker, om enkelen te
noemen.
Laat ons nu evenwel niet het oorspronkelijke
Levenslicht en deze uitgave naast elkander
leggen ter vergelijking. Niemand immers die
ouden wijn drinkt heeft een begeeren naar
nieuwen; want hij zegt: de oude is voortreffe
lijk (Lu ca s 5 : 39). Beschouwen wij het inder
daad als een nieuw werk, geschoeid op oude
leest. Dan hebben wij bewondering voor de
belezenheid dezer bewerkers en dankbaarheid
voor de toewijding, waarmede zij hunnen
arbeid hebben voltooid. Aan een oordeel over
hunne keuze waag ik mij niet, want, gelijk
reeds is opgemerkt, de uitverkiezing en ver
werping blijft immer hoogst subjectief. Doch
hunne personen staan borg voor den inhoud,
als dienstig aan het voorgestelde doel. Alleen
meen ik te mogen opmerken, dat losse spreu
ken minder op hare plaats zijn in een boek als
deze bloemlezing. Ook miste ik het onderwerp :
kerkgaan en godsdienstoefening; juist in den
nieuweren tijd vraagt dit weer de aandacht.
Alle waardeering dus voor en aanbeveling
van deze bloemlezing, welke naast die van
Hugeuholtz krachtig zal kunnen meewerken
om de leuze niet bij brood alleen" hoog te
blijven houden en allengs bij steeds meerderen
ingang te doen vinden.
J. H i; R D K R s c n E
IPADOX
OCH ttAAAj
VAftMOND
UEVEBT DC/VE.VLANC0 INZtt»KO«TCN
TUO ALtt HOUTCOH^T»UCT>tX
?":??;? .-.-? AI.' ? ? ? .
l LANDHUIZEN
SCHOOLGEBOUWEN
V JACHTHUIZEN !
ZIEKENHUIZEN
INUCHTINCEN Of AAMV»AAC