Historisch Archief 1877-1940
18 Febr. '22. No. 2330,
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAH-R'DAH-DlN
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
Miiimiiimiiiimiiiiii
CHARIVARIA
RUIZE-RIJMEN
HET ONGEVAL
Wij vernemen nog, dat de receptie ten
Paushuize een hoogst aangenaam en sym
pathiek karakter droeg. De Commissaris der
Koningin en zijn echtgenoote onderhielden
zich met Generaal Booth en met de officieren,
die hem vergezelden, op zeer hartelijke wijze,"
schrijft het U. D. De gebruikelijke grof heden
en schimpscheuten, die men elkander bij
zulke gelegenheden gewoonlijk toevoegt, ble
ven dus deze keer achterwege.
De klokken van
de St. Pieter begon
nen te luiden, on
middellijk beant
woord door die van
alle kerken in Rome,
doch niet door die
van alle kerken te
Rome". (Hbl.)
Dit is zeer duidelijk, doch
niet zeer duidelijk.
AMERIKA EN DE CONFERENTIE TE GENUA
Ttekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
(?Op het dek gekomen, zag ik drie blonde
rood-koonige, blauw-oogige Engelsche meisjes
op de verschansing-bank vlak tegenover mij
zitten, die mij aankeken. Zij hadden van die
dikke dotten blond kroeshaar op de voor
hoofden, daaronder het oogenblauw en
wangenrood, in n woord, allerliefst, een ietsje
popperig, recht gezeten-burgerlijk Engelsen.
Ik had nauwelijks tijd om dit alles te denken,
toen het gevreesde met mij geschiedde. In
stinctief boog ik mij om mij niet te bemorsen,
en, als ware het een eigenaardige groet van
den een of anderen wildenstam, overkwam
mij, terwijl ik boog, het ongeval voor het
aangezicht en de voeten der aardige meisjes.
Nog twee of drie kleine herhalingen, enz."
L. v. Deyssel, Uit mijn gedenkschriften,
Elsev. M.)
Van Deyssel, 'k meen 't niet onbeleefd,
Maar 'k vraag je, zoomaar zaaklijk:
Beschrijf niet, hoe je overgeeft,
Want dat vindt niemand smaaklijk.
De sneeuw is zwanendons gelijk;
Dat kan niet lang zoo blijven,
En morgen wordt het groezlig slijk,
Maar laat ons 't niet beschrijven.
De lente komt haast weer in 't zicht,
De bloemen gaan ontluiken;
'k Weet heel goed wat er onder ligt,
Maar 'k ga er niet aan ruiken.
De schoone, die haar neusje snuit,
Kan mijn gevoel niet krenken,
Want wat zij in haar zakdoek sluit,
Daar wil ik niet.aan denken.
Zelfs vorsten, vriend, verrichten veel,
Dat wij maar liefst vergeten;
Ook zij doen soms het tegendeel
Van drinken en van eten.
Ons mooie lichaam heeft nou ja
Wel wonderlijke streken;
Glissez, mortel n'appuyez pas !
Je moet er niet van spreken.
Dus als je weer eens roerig bent,
Van ondren of van boven,
Beschrijf het niet. Gebruik bekend
We willen 't wel gelooven.
De ronde kop draagt op een band
van goud het devies van Willem van
Oranje, door den Senaat aan het Hof
toegedacht: Saciri tranquillus in
medis." (N. R. C.)
In den ouden tijd kenden de menschen
hun latijn beter. De Sollicitant schrijft: De
wijze koning van het oude Israël begreep
dit al, toen hij sprak: Nil novi sub sole."
Stads-schouwburg
Arnhem. DE INGE
BEELDE ZIEKE. Leer
lingen van inrichtin
gen van onderwijs
betalen de helft der
toegansprijzenopalle
rangen en kunnen be
sproken worden van
12-2 uur."
(Adv. N. A. C.)
Charivarius gaat eens
grasduinen bij de
meisjesH.BS.
Het niet nieuwe nieuwe geluid
Nieuwe geluiden." (Prof. Treub)
Een nieuw geluid." (N. C.)
Dat is een nieuw geluid in dezen
boozen tijd." (Weekbl. v. G. en M. O.)
CORRESPONDENTIE
Aan R. te S. Meerdere"
als comparatief, zooals ik
het gebruikte is geen ger
manisme. Wel gebruikt als
positief, voor verscheide
ne" Zoo ook de betere
zaken, de grootere steden",
enz.
Aan V. te H. en H. te
G. Wegens overgroote toe
vloed van bestellingen kan
Charivarius voorloopiggeen
nieuwe aannemen.
Het levende lijk
In den zomer van 1914 vertrok
de overledene wegens gezondheids
redenen naar Nederland." (Vad.)
Het groene goud
't Is allemaal grove theorie ; maar
slechts groen is 's levens gouden
boom." (N. R. C.)
Gaat dat zien! Gaat dat zien!
De meisjes kijken met groote
belangstelling hoe de rupsen hun eieren
leggen." (Op de Hoogte)
;,De nog zoo meisjesachtig er uit
ziende jonge vrouw met aan haar
armen de toch ai groote kinderen :
twee jongens van twaalf en veertien
en een klein blond meisje van zes."
(Marie Schmitz, Herfst)
Aanbreien van een paar vrouwen
voeten met prima wol, 84 et."
(Adv. Schied. C.)
IMIMIMMimilllllUIIIIIMIIIIIMII
R. R. R.
Ingezonden door H. te. H.
Een vernuftig bedacht va
riant op de vroegere. Ver
vang in eiken regel een
woord, zoo, dat de
vervangwoorden achtereenvolgens
in eiken regel een letter of
lettergreep kleiner worden,
b.v. glas, las, as, 's; bank
biljet, biljet, jet.
Mevrouw Pander wou graag
geuren met haar man,
Die onder spelers staat op
het eerste plan,
Ook kan hij gewichten til
len als geen ander,
Daarenboven weet ik geen
grooter dichter dan vriend
Pander,
Voorts schilderen dat meent
hij ook al te kunnen;
Snap je nu dat ze hem niet
graag een ander zou
gunnen?
Oplossingen voor Dinsdag
20 Februari.
/Vector/. Munt
CHARIVARIUS Hollmnd* bomto f O oont mlgmmr
CHARIVARIUS, Ruiza-rijmen, 5 Bundels f 0.65
Charivaria, 3 Bundels a f 0.65
- Uitgave H. D. TJEENK WILLINK & Zn., Haarlem
Columbus: Wil je nou niet naar mijn geboortestad komen? Als ik je niet
ontdekt had, bestond je niet eens!"
Hotel
RESTAURANT
PenSlOll
HAARLEM
SMIT&Co., Tailleurs
P.C.HOOFTSTRAAT66,EnoelscheStoi{en
II1IIIIIIIIIIIHIII
"II "l '"" II ""Il l l l II l n ,,,, ,,,,, ,,,
DE VERSCHRIKKELIJKE
SPIRITISTISCHE ONTHULLING
door
MAURITS WAGENVOORT
Sinds haar eenige kleinzoon, de jonge graaf
de M, die den luister van haar geslacht had
moeten voortplanten, was verdwenen, voor
Verdun gesneuveld dus, zonder dat zijn dier
baar stoffelijk overschot was teruggevonden,
had de bejaarde Marquise de S. haar salons
voor de wereld gesloten. Slechts zeer enkele
oude en vertrouwde vrienden poogden, ver
geefs echter, haar levensmoeheid door dit
ontzettend offer veroorzaakt, op te beuren.
Het is waar: Frankrijk had overwonnen !
Les Boches, volk van monsterachtige biete
bauwen, dat eens naar zijn hart had gestaan,
dit zelfs m zijn klauwen had vast gegrepen,
dit volk lag onder den ijzeren hiel der over
winnaars, kronkelend, doch gevaarlijk nog
steeds, gereed morgen opnieuw het heilige
Frankrijk en zijn volk te belagen,te bedreigen
zelfs. Want de Booze had dien Boches gruwe
lijke machten geschonken. Ach, hoevele dier
bare offers had het Frankrijk niet gekost
om eindelijk de overwinning te behalen.
De marquise was ontroostbaar; haar aardsch
leven althans had geen doel meer.
En niet, dat de jonge graaf de M. was ge
sneuveld, was de bitterste oorzaak van haar
verdriet. Maar dat zijn welgeurend stoffelijk
omhulsel niet in den grafkelder zijner vaderen
had kunnen worden bijgezet. Zoo had het dan
toch behooren te geschieden, indien het
niet anders beschikt ware door" een
onbegrijpelijken, maar al te dcmocratisch-gezinden
Hoogeren Wil, die ook den Booze de macht
had verleend om les Boches allen volken ter
wereld afschrik en vrees te doen zijn. In het
bijzonder het Fransche. Dit verzilte den
bodem van haar levenslust tot in zijn diepste
lagen. Wat zou zij geweest zijn zonderde
troostredenen van haar vriend, den abbéde
Chateaudun, eenmaal précepteur van haar kleinzoon,
thans het stichtelijk welbehagen van al
wie in het zondige Parijs behoefte had om in
eigen afdwalingen gekastijd te worden door
een even welsprekend als vurig woord? Daar
mee wist hij de Heilige Drie-eenigheid met
de Heilige Maagd en Frankrijk aan den een en
wereld kant te vereenigen, en Satan, de zonde
en les Boches aan den andere: dubbele
Drieeenigheid dus, steeds in ontzettend geding
tegen elkander met 's menschen eeuwig heil
tot inzet. Zonder dien dierbaren trooster
in haar wanhoop, had madame la marquise
niet waarlijk kunnen leven, zou zij reeds
hereenigd zijn geweest met haar voorvaderen:
de markiezen de S. en de hertogen de G., van
welke laatste zij-zelve aan den duizend-jari
gen stam de laatste loot was geweest: mar
kiezen en hertogen, thans, zij was er van over
tuigd, de voorste, die in het Eeuwige Leven
Gods lof zongen met de zuiverlijkste, immers
hoogste stemmen.
Zeer enkelen fijngevoeligen vrienden was
het echter vergund haar in de vluchtige
avonduren van haar intiemste salon, in haar
overigens geheel gesloten hotel, gezelschap te
houden: ook die door de Boches beroofd
van man, vader of zoon. Daar was la
colonnelledouairière de F.; freule comtosede L., die wel
licht de bruid had kunnen worden van den
jongen graaf, in ieder gevalden dood
beschreide van haar broeder, zijn vriend eertijds,
die aan de Manie door de Boches uit het leven
was weggerukt, doch, gelukkiger dan hij,
in zijn laatste rustplaats bij zijn k zeer
illustre vaderen had kunnen worden verza
meld. Daar was tevens haar oude vriend
Alphonse de Prague, uiterlijk zeer zeker een
zoon van het Oude Volk, maar reeds lang, be
weerde hij, Hugenoot, in ieder geval vurig
Franschman, voornaam bankier, een der
steunpilaren van de partij der Camelots du
Roy, uitgever van ,,Le Lys", revue royaliste,
mensuelle. Hij was gehuwd met de veramde
erfdochter van een der beroemdste geslachten
van Frankrijk, Protestantsch gebleven,
schoon eens in directe familie-verhouding tot
Ie Roy Soleil-zelL Dit alles zal wel genoeg
zijn om te doen begrijpen, dat la marquise
de S. althans den troost bezat in haar on
troostbaarheid gedurende enkele
oogenblikken het gezelschap te genieten van lieden van
het meest exquise blauwe bloed, dat nog in
de aderen van het wel zeer gevulgariseerde
Fransche volk van na den glorievoller! vrede
van Versailles te vinden was.
Ach, de gesprekken dezer lieve vrienden
met la marquise, in haar knus klein salon,
zouden maar zeer droefgeestig, om niet te
zeggen op den duur slaapverwekkend zijn
geweest, indien die uitmuntende abbéde
Chateaudun haar en hen in de laatste maan
den niet deelgenoot had gemaakt van zijn
innerlijkste zieleleven, dat zoo verheffend
hannonieerde met de intiemste ontroeringen
en verontrustingen der markiezin. De dier
bare jonge graaf was uit het leven der
stoffelijken verdwenen, was, wat dan door pro
fane opvatting dood" genoemd werd, maar
gestorven, opdat Frankrijk mocht leven, over
winnaar op zijn verfoeilijke vijanden. Was hij
dan niet waarlijk de bloem, de onbestnette
Lelie geweest van Frankrijks Jeugd en Toe
komst: de haast ontelbare jonge mannen, die
hun leven hadden geofferd voor aller moeder,
en, geïdentifieerd, door vrome handen waren
ter ruste gelegd? Doch de vele onbekende"
zonen, vermist door hun nabestaanden, dus als
gesneuveld aanvaard, zij die, allen vereenigd,
geëerd weraen in het aan den voet van den
Are de Triomphe neergelegde lijk du Soldat
Inc'innu, beschreid en gehuldigd door heel
het vaderlandlievend Frankrijk, geëerd door
alle vreemdelingen, die la douce France,
heilbrengster en toortsdraagster der wereld,
lief hadden? Zeker, het geheim van het graf
van den Onbekende mocht niet, kón niet ont
wijd worden.
En toch ! Er was allengs in den abbé, en
zonder dat hij er met de grootmoeder over
had gesproken, ter zelfver tijd in het diepste
zielemysterie der marquise het denkbeeld
opgekomen, had er zich zelfs in vast gezet,
dat deze Soldat Inconnu van Frankrijk, wiens
stoffelijk overschot aan den voet der Are de
Triomphe werd gehuldigd, niemand anders
kon zijn dan de jonge graaf de M., laatste af
stammeling der markiezen de S., hij en nie
mand anders. En wie was er waardiger ge
weest dan hij om Frankrijks Jeugd, voor
zoover zij zich nameloos had geofferd, in het
aangezicht van den Eeuwigen Alwcter en de
Eeuwige Gelukzaligen van het Betere Leven
te identificeren? Toch misschien niet een of
andere boerenpummel, gesneuveld zonder
eigenlijk te weten waarvoor hij had geleefd?
Toch zeker niet een of andere
revolutionnaire apache van de Panische
buitenboulevards door een moordende granaat der
Boches onherkenbaar gedood, terwijl misschien
zijn doodsnik een vervloeking bevatte van
het heilige Frankrijk? Toch
allerwaarschijnlijkst niet een jonge plebejer, ergens van stad
of land, die, in leven gebleven, nu ja, gehuwd
ware, vader geworden, maar vader van
plebejische kinderen, terwijl de jonge «raaf de
M., indien de Allerhoogste zijn huwelijk met
freule de L. had begenadigd, liet aanschijn
had kunnen geven aan een nieuwen
zomerbloei der edelste spruiten van Frankrijks oud
sten adel? Wie was dan, had de ubbézïch eerst
stille, zoncer zijn gedachte te verwoorden,
toen onder vier oogen aan de ontroustbaie
marquise gevraagd, die hem onmiddellijk
begreep in het onverwoordelijksle zijner ge
dachten, wie was waardiger geweest om de
onsterfelijke ziel te belichamen van den thans
Onbekenden Soldaat" dan de jonge f.;raaf de
M? En beide hadden in de onwankelbaarste
overtuiging eenparig geantwoord: Niemand"!
Van dit oogenblik gunde deze overtuiging,
rust noch aan de marquise noch aan M. l'ubbé.
Beide werden geplaagd, neen, gefolterd Ooor
een onbehecrschelijke begeerte naar zekerheid.
Maar hoe? Bevatte het' graf van den Onbe
kentien Soldaat niet een onschendbaar en
ondoorgrondelijk geheim? Onschendbaar, ja;
ondoorgrondelijk neen," antwoordde de ubbé.
Want immers, de zielen der gesneuvelden
leefden nog, waarden nog rond om ons stof
felijk leven. Zij vergunden zelfs enkelen uit
verkorenen, die zich door innerlijke voorbe
reiding waardig hadden gemaakt, hen onder
wel gunstige omstandigheden op te roepen,
zoodat zij dien, zooal niet verschenen, wat
slechts in de hoogste geestesbegenadiging
geschiedde, hun dan toch toestonden zich-zelf
met hen in geestelijk contact te brengen, door
hen van gindschen levensoever terug te roepen
naar dezen. La marquise huiverde en het was
niet enkel van doodsvreeze, maar ook van
welgevallen, toen haar vriend haar deze
mogelijkheid openbaarde Er was echter een
bezwaar, een gewichtig bezwaar. De Heilige
Moeder, de Kerk Roomsch en Katholiek, had
zich tegen|dergelijkeonderzoekingen verklaard,
maar....
Dit maar echter liet den abbégeen rust.
Schoon hij er vooreerst niet meer met madame
la marquise over sprak woelde en werkte de
idee in zijn diepste denken door, zelfs met
verontrustingen, welke hij toeschreef aan
het werk van den Aartsvijand, zoo angstig,
zoo ontzettend, dat hij hen zelfs niet zich-zelf
wilden bekennen. Met de uiterste wilskracht
om hen te onderdrukken in het ongeborenste
zijner bewustheid, drong hij die inblazingen
van den Booze terug. De Onbekende Soldaat"!
Hem pijnigde niet meer de mogelijkheid,
dat daar misschien wero gehuldigd, in stee
van den edelen jongen graaf de M., eertijds
zijn dierbaren leerling, een jongen Fransch
man door geboorte noch leven nauwelijks
waardig deze verhevenste hulde te ontvangen ;
het was wellicht een volstrekt onwaardige.
Misschien zelfs een.... ,,Vade retro,
Satanas" stamelde de abbézijn gelaat met de
handen verbergende.
Madame la marquise echter verkeerde in
dien staat van hoog geboren genade, welke
geen twijfel toelaat. Ja, de Onbekende Sol
daat was haar dierbare kleinzoon. Nu de
abbéhaar bekend had, dat er mogelijkheid
bestond zijn Ziel te herroepen, zich te doen
kennen, het geheim zijns doods op te helderen
aan haar, zijn grootmoeder en niet haar den
kleinen kring liarer uitgelezenste vrienden,
nu wilde zij dat bereiken. Verbod van de
Heilige Kerk of niet! Zij wist trouwens wei,
dat (leze haar, een zoo uitnemende dochter,
die reeds haar testament had gemaakt, ten
behoeve der Heilige Moeder, dergelijke zonde
zou vergeven. Met den abbé, met haar vrien
den stelde zij eens per week spiritistische
séances in, en schoon de demonstraties en
onthullingen, welke men er eerst verkreeg,
onbevredigend moesten geacht worden, zij
waren toch geheimzinnig genoeg om la mar
quise te overtuigen,dat zij en haar gezelschap
slechts zoo mogelijk in nog inniger bezieling
hadden te volharden om uit het daarginds
monsieur Ie Comtc Maurice de M. terug te
roepen, naar het gezelschap zijner groot
moeder, inudunie-doiiairière Lucie, duchesse
de G. marquise de S., en haar oud-adelijke
vrienden. Met uitzondering dan van dien
cher ami Alphonse de Prague,
onniiskenbaren zoon van liet Oude Volk toch, schoon
dan Protestant geworden. Zijn vijanden be
weerden om beter Jood te kunnen blijven.
Van séance tot séance steeg de geestdrift,
de bezieling, het geloof, de vreugdevolle
benauwenis der aanwezigen in het kleine
salon der markiezin. Soms hadden allen de
sensatie, dat zij niet een lichthoogeren graad
van bezieling het geheim van den Onbekenden
Soldaat zouden hebben kunnen onthullen,
en dan, zie, het ontsnapte hun. Tot op een
avond... .
Ik voel nu iets onmogelijks te hebben
ondernomen. De ontroering eerst, de heilige
blijdschap toen, de verheven dankbaarheid,
dat het hun gelukt was, eindelijk. ... la mar
quise bezwijmde haast, de abbévoelde zich
wankelen, freule de L. brak in snikken los,
maar allen waren vereenigd in dien
onverbreekbaren keten van ziele-sympathie, waar
in het verborgenste, het hoogste ontsluierd
moest worden. Toen er op eens.. . een twijfel,
een angst, een ontzetting ! De ziel van den
Onbekenden Soldaat had zich gedemonstreerd,
onloochenbaar. Hij was het. De Onbekende
Soldaat van Frankrijk ! De jonge graaf de M !
Maar enkele zijnei'Jemonstratién leken vreemd,
onbegrijpelijk zelfs, onsamenhangend met
het feit, dat hij toch de Soldat Inconnu der
Are tle Triomphe was, dit was zeker! maar
hij was niét, scheen althans niét te zijn, en
hoe teleurstellend, de jonge graaf de M !
La marquise hield echter aan, hield vol,
wilde het weten, wie dan wel de plaats in de
vereering der Franschen had ingenomen, welke
naar recht in ieder geval aan haar kleinzoon
toekwam. Wie dan? Spel Uw naam," werd
den Terug-geroepene geboden.
Wat liet hij hen spellen? Welke taal was het,
waarin hij zich releveerde? Eindelijk konden
de aanwezigen dien barbaarschen naam ver
wezenlijken: het was Heinrich Preusz ! Hoe?
Heinrich Preusz? Neen, niét Henri. Heinrich
Preusz! Waarin Frankrijk geboren"? Waar,
al ware 't slechts in Parijs, dit Gomorrha der
inwoners van vreemde afkomst. Waar in
Frankrijk toch? Een onrust, die bezetenheid
dreigde te worden, maakte zich van het even
voorname als vaderlandslievende gezel
schap meester. De abbébezwoer nu zijn vrien
den toch af te laten, de séance te schorsen,
puur l' Amour de Dieu! Onloutere geesten
deden zich misschien gelden. Misschien was
Satan-zelf niet verre! Vergeefsjzijn vermaning.
La marquise wilde weten. Waar in Frankrijk
geboren?" eischte zij, en in haar gebiedende
stem weerklonk een geheel verleden van
zeer hooge heerschers. De Teruggeroepene
antwoordde: Geboren in Hamburg."
De ontzetting der aanwezigen wijzigde
zich nu in toornende verontwaardiging. ,,Le
Soldat Inconnu uu Boche de Hamboiirg"?!
,,lmpossible" ! Je liegt!" schreeuwde meer
dan een der aanwezigen den geest toe, doch
niemand zoo fel als la marquise: Je liegt,
bedrieger! Een onloutere geest doet'je spre
ken !"
Het was goed, dat de Onbekende Soldaat
een geest was, anders had het voorname ge
zelschap hem daar en toen tot geest herleid.
Het ergste was echter, dat nu Ie Soldat In
connu hun eenmaal zijn geheim had ontslui
erd, hij voortging te beweren, dat hij niet
minder waard was dan een Franschman om
als Soldat Inconnu gehuldigd te worden;
dat ook hij voor zijn vaderland was gesneu
veld, ook hij onbekend voor de levenden,ook
hij zich gewijd had aan een doel, dat hij
heilig en verheven waande tot het oogenblik,
dat hij aan genen oever des levens de On
bekende Soldaten" had ontmoet van zoovele
volken, niet minder ede! in de fumillie der
Menschheid dan het Fransche, en hij daar in
goddelijke sympathie vereenigd was met alle
onbekend-gesneuvelde Soldaten en de Beken
den er bij, glimlachend alleu tezamen'om wat de
menschen in hun erbarmelijk mierenleven
nog voortgingen hun vaderland te noemen,
zij thans vereenigd in het Henielsche Vader
land, dat geen grenzen kent.
Vernietigd bleef la marquise de S. temidden
harer verslagen vrienden zitten, sidderend van
ontroering, ontdaan van alle zielekrachten.
Sprakeloos eerst. Toen fluisterend, herhaald,
luid herhaald sprak zij: het kan niet waar
zijn ; hij liegt" !
Een inblazing van den Booze," murmelde
de abbégruwend.
Maar Ie Directeur van ,,Le Lvs", Revue
royaliste mensuelle, balde den reeds weer
zwijgenden Opgeroepene de vuist achterna. ,,Ah,
ces Boches, que/s infames" ! riep hij in niet
anders te uiten verontwaardiging. Zoo iets
is slechts van hen te verwachten. Zij dringen
overal binnen" !