De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 25 februari pagina 1

25 februari 1922 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Zaterdag 25 Februari A°. 1928 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van G. W. KERN KAMP Redacteuren: H. BRUGMANS, FREDERIK VAN EEDEN, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. Ï0.25. Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosten INHOUD: 1. De Vergadering in Har monie", door Prof. Dr. O. W. Kernkamp. Tijdgenooten, door Dr. W. O. C. Byvanck. Mississippi, door A. G. Mörzer Bruins. ? 2. De Bioscoop-Strijd in Amsterdam, teekening van Jordaan. Krekel zang, door J. H. Speenhoff. De Amsterdamsche Stoomvaart, door Proi. Dr. H. Brugmans. 3. C. Muysken f, door P. H. de Kniyff. Demonisch Spiritisme, door Dr. Frederik van Eeden. 4. Rijmkronyck, door Melis Stoke. 5. Voor Vrouwen (redactrice Elis. M. Rogge): Mr. Clara Gertrud Meijer-Wichmann f, door Mr. C. M. Werker-Beaujon en Annie Salomons Madame Professor Marie Curie, door N. Mansfeldt-de Witt Huberts. Uit de Natunr: Cypressen, door Jac. P. Thijsse. 7. Oude parodieën op het classicisme, door Corn. Veth. Vasthouden!. teekening van George van Raemdonck. SchilderkunstKroniek, door A. Plasschaert en Mr. H. Hennus. 8. Frans Mijnssen, door Top Naeff. Tirol in sneeuw, door Dr. E. Slijper. Dramatische Kroniek, door Top Naeff. Financiën en Economie : Het winstaandeel van den beheerder der naamlooze vennootschap, door Paul Sabel. 10. Ruize-Rijm (met teekeningen van Jordaan); Charivaria, door Charivarius. Uit het Kladschrift van Jantje. Wonderlijke ge schiedenissen der stof, door Dr. W. van Bemmeien,met teekeningen van Is.van Mens. 11. De plaatselijke keuze" door de Eerste Kamer verworpen, teekening van Joh. Braakensiek. ??'t Schietgat, door Melis Stoke. 12. Spreekzaal. Omslag: Buitenl. humor, door Charivarius. An English officer adventures in Holland. Bijvoegsïl : Na de Vergadering van den Vrijzinnig Democratische n Bond, teekening van Joh. Braakensiek. DE VERGADERING IN HARMONIE" Wat mij in liet versla»der jongste vergadering van den Vrijz. Democr. Bond eigenlijk het meest heeft getrof fen, is niet de ruzie over de plaats op de candidatenlijst. .Ook niet de onbeschaafde, om niet te zeggen onbeschofte manier, waarop mannen, die de eer hebhen volksver tegenwoordiger te zijn, en die jaren lang als lid derzelfde Kamerfractie vriendschappelijk met elkaar hebben verkeerd, elkaar in het openbaar te lijf gaan. Want de ,,heeren" die in dezen wedstrijd van grof heden den eerepalm hebben weggedragen, hadden zich nim mer door ridderlijkheid en elegantie in een woordenduel onderscheidenden han teerden met meer gemak oen knuppel dan de fleuret. Van hen was het dus niet te verwach ten, dat zij aan hun aangeboren nei gingen eenigen dwang zouden opleggen en er althans naar zouden streven om zich niet te vergrijpen aan de regels van het tournooi, ook al legden zij het erop toe om elkaar i;it h', t zadel te lichten. En er bestond evenmin reden zich zeer verbaasd te toonen over de ruzie bij den wedstrijd .0111 elkaar de beste plaats op de candidatenlijst afhandig te maken. Immers, reeds bij de verkiezingen van 1918 liepen de golven der oneenigheid hoog en vlogen de uitverkorenen der partij, die volgens hare beginsel verklaring gelijke kansen voor allen wil scheppen, elkander in de haren, omdat sommigen hunner werden be schuldigd, dat zij bij de verkiezingen erop uit waren geweest om zich zelven de beste kans te verschaffen. Alleen uitten destijds, gelijk bij de meeste partijen pleegt te gebeuren, de naijver en de teleurstelling zich binnens kamers en maakten de omstandigheden het niet noodzakelijk, de vuile wasch te beredderen ten overstaan van een gnuivend publiek. Neen, hoe leerzaam de tragi-komoedie, die op Zaterdag en Zondag 11. te Amsterdam op de Rozengracht werd opgevoerd in het krachtens zijn naam daarvoor gepraedestineerde gebouw Harmonie", ook geweest moge zijn voor hen, die zich de Vrijz-Democr. Kamerfractie hadden gedacht als: vijf zielen, gloênde aeneen gesmeet of vast geschakelt en verbonden in lief en leedt." hoe diep door deze vertooning ook het gemoed moge zijn geschokt van hen, die gewaand hadden dat nooit ,,op rechter trou ter weerelt wert gevonden" dan tusschen mannen, die zij aan zij den heiligen oorlog hebben gestreden voor de beginselen, waaraan zij hun onwrikbare overtuiging benevens hun Kamerzetel danken deze ontnuch tering heeft mij geen kater bereid. daar ik mij aan dieft waan nooit een roes had gedronken. Wat mij bij de voorstelling het meest heeft getroffen, was niet een der essentiëele bestanddeelen van het stuk, maar een hors d'oeuvre daarin; niet een der geweldige slagen waarmede de boksers Marchant en Teenstra elkaar den knoek-out wilden toebrengen, maar een der zachtere stooten. waarmede zij eikaars waakzaamheid levendig hielden onder het adem scheppen voor een volgenden kaakslag. Onder andere dingen, die de een tonigheid van liet stuk aangenaam afwisselden, maar strikt genomen niet tot de eigenlijke intrigue behoorden, deelde de heer Teenstra mede, dat de heer Marchant bij verschillende kwestie? in de kamer autocratisch placht np te treden tegenover de meeste mede leden zijner fractie: zoo bij de kwestie van het gezantschap hij den I'aus. waarbij Marchant zijn woord had ge geven aan van Karnebeek, dat zijne fractie vór zou stemmen, zonder dat de leden erin gekend waren." Die mededeeling trof mij, niet zoo zeer omdat het een van de weinige beweringen van den heer Teenstra was, die door den lieer Marcliant on weersproken werden gelaten, maar als een bijdrage ter kennis van de roer selen, die onze Kamerleden bewegen wanneer zij hun voor of tegen uit brengen, mitsgaders van den vriendschappehjken omgang tusschen Mi nisters en leiders van Kamerfracties. Men herinnert zich met welke ar gumenten indertijd de heer van Karne beek den begrootingspost heeft ver dedigd, waardoor het tijdelijk gezant schap bij het Vaticaan tot een blijvend werd gemaakt: van een principieele beslissing zou hier geen sprake zijn; de bedoeling was niet om den Paus gelijk te stellen met souvereine staatshoof den, alleen maar om Nederland het voordeel te bezorgen van het hebben van een vasten vertegenwoordiger aan een belangrijk centrum van diplo matiek verkeer en internationale in formatie." Was het nu noodig, dat de heer van Karnebeek ter aanbeveling van zulk een loffelijk doel betrekkingen aan knoopte met een belangrijk centrum van informatie van binnenlandsche politiek" en pourparlers hield, mis schien ook met andere partijleiders, maar in elk geval met den heer Mar chant? Ja, ais de zaak nu niet zuiver was geweest; als het in de bedoeling had gelegen om de Katholieke partij een dienst te bewijzen dan was eenig voorafgaand overleg met voorzitters van sommige Kamerfracties misschien niet overbodig; maar de Minister had immers zelf gezegd, dat de principieele kwestie van liet herstel van het gezant schap bij den Paus niet bij zijn voor stel gemoeid was ! Maar waarom zou men eigenlijk ook naar redenen zoeken, waarom de heer van Karnebeek den heer Marchant aanklampte? Is het niet natuurlijk, dat de eene diplomaat zich aangetrok ken gevoelt tot den anderen? en be staat er vooral tusschen deze twee geen geestverwantschap? riep de heer Marchant den heer van Beresteyn niet houd je bek !" toe, toen deze het waagde den heer van. Karnebeek te interrumpeereii bij diens verdediging van het doorlaten van de uitsche troepen door Limburg? en komen zij ook hierin niet overeen: volgens den Kamerverslaugever van de N. Rott. Cour. zou de heer van Karnebeek bijna volmaakt" zijn, als hij maar iets. een heel klein tikje, democrati scher was; welnu, zou ook de heer Marchant niet bijna volmaakt" zijn, als hij maar iets aristocratische!' was in zijne gedragingen? Hoe dit .zij, de heer Marchant be loofde den heer van Karnebeek op handslag, dat de vrijz. democratische Kamerfractie voor den post van het blijvend gezantschap bij den Paus zou stemmen, Hoe hij dit wist? De leden zijner fractie had hij er niet over geraad pleegd; ook schijnt het niet onmiddel lijk uit de vrijzinnig-democratische beginselen voort te vloeien, dat men voor ee:i gezantschap bij den Paus moet zijn; de heer Marchant moet de belofte uus hebben gegeven omdat hij ei" zelf vór was en er op reker.de, dat de overige leden van zijne fractie het door hem gegeven commando zouden gehoorzamen. Daarin vergiste hij zich niet. De heer Teenstra was tegen den begroo tingspost; dit heeft hij onlangs getoond, toen hii, niet langer in het gareel der fractie loopend, zijne stem uitbracht voor een voorstel om den bedoelden post te schrappen; maar in 1920 stond liij nog onder commando van uen heer .Marchant, die gelastte hem vór te stemmen, en hij deed het waar achtig ook!. Hij moest dansen naar het pijpen van den leider"; en hij deed het; tegen zijn zin: hij had het gevod dat hij verkeerd deed, maar hij deed het. Het ging hem als Mephisto, wanneer hij in den Walpurgis-nacht de Lamiën achterna loopt: .Man weisz, man sieht's, man kann es greifen, Umi deimoch tanzt man, wenn die Luder pfeifen." Is liet wonder, dat een partijleider, aan zulke stipte gehoorzaamheid ge woon, zich begint te voelen als een souverein en eenig gemis aan deferentie tegenover zijn persoon als majesteits schennis gaat beschouwen? De heer Marchant zei de vorige week, dal Utrecht een zwakke stee was in de partij". Dit is wel mogelijk; de Utrechtsche atmosfeer is nooit gunstig geweest voor den groei en bloei der vrijzinnig-democratische beginselen en schijnt ook niet bevorderlijk te zijn voor het aankweeken van bewondering voor de leidersgaven van den heer .Marchant en van vurige liefde voor zijn persoon. Maar het is n ding om de begin selen van de vrijzinnig-democratie te belijden en een ander om den heer Marchant te vereereii. Volgens, hem zelf schijnt het eene echter onverbre kelijk verband te houden met het an dere. Immers, als argument voor zijn bewering, dat de Utrechtsche afdeeling van den Vrijz, Democr. Bond een rotte appel in de fruitmand is, vocale hij volgens de .Krantenverslagen alleen dit feit aan, dat men hem sinds 1918 nooit uitgenoodigd had om te Utrecht t e komen spreken ! Het zal i!1 ?< m: wel niel lang meer duren, :>l' de Utrechtsche afdeeling van den Vrijz Democr. Bond kondigt een reeks van tien spreekbeurten van den heer Marchant aan. Wam biiiketis den afloop der jongste vergadering heeft hij in zijne partij ei' den wind nou danig onder. Maar buiten die partij geldt zijn auuinteit niet. En ook het gezag van cie partijvergadering strekt zich niet. uit over hen, die er niet meer toe behooren. Daarom zullen de heeren van Bere steyn en Teenstra, dan ook geen gevolg behoeven te geven aan den vriendelijken wenk om hun lidmaatschap van de Kamer neer te leggen. Ons stelsel van verkiezen maakt het niet mogelijk, dat zij een beroep doen op de kiezers en zich ervan vergewissen of zij het vertrouwen nog genieten DE NIEUWE SCHOOL II De Boulevard Saint (iermain en zijn om geving, dat is niet Parijs in zijn schittering, maar Parijs in zijn ernst. Ouderwetsche voor naamheid is aan het eene eind, en het andereligt onder de schaduw der domineerende ouderwetsche vroomheid van Saint Sulpice. Zal ik het Odéon nog noemen met zijn van binnen en van buiten wat bevroren kunst genot? Ik mag ze wel, de zich niet zoo roezig aan het licht dringende plekken van de wereldstad, de smalle straten die van den wijzen Boule vard, den hartader, wegvoeren in mysterieuze verten, de rue du Bac met haar herinneringen, de me de Bellechosse met haar aristocratische!-, naam en haar diep gelegen woningen die men alleen nadert over een ingesloten voorplein en een bordes, de rue des Saints Pères waar men van zelf gaat spreken met gedempte stem. En tusschen al dat oude, overleveringen wekkende, van het verleden fluisterende. toch het nieuwe leven rustig ontspruitend in een wereld die het ernstig 'neemt met het leven, en wier levensbelang het is de waarde van het leven te verhoogén '. Zie daar in de buurt van liet Odéon, in dat straatje met zijn provincialen naam van de rue du vieux Colotnbier, de ingang, zonder den minsten ophef, van het theater dat zich noemt naar dien ouden duiveiitil, en hier in de stille rue Madame de deur van dei' onaanzienlijken boekwinkel der Nouvelle Revu franchise ! Nu beu ik waar ik moet wezen. Vrijdag middag is de ontvangdag van de redactie der Revue. Door een bekrompen winkelruimte met zijn wanden hoogvol van boeken rijen, zijn toonbank, ziiu stoelen, zijn grond bedekt en geplaveid met de maagdelijke bandjes die het merk zijn van de '/.aak, nadert men de huizing der zie!, het sanctum der uitstraling, den zetel van het ge/.ai.1.. Men klopt aan, men komt binnen, (o, zoo'n een voudige, ouderwetse!! burgerlijke kanier me! haar cauapéen stoelen om de mahonihoutcn tafel) men noemt zich, zon noodig. men zoekt zijn plaats, en ongedwongen neemt men iveldra deel aan liet gesprek. LM t gaat /.onder ceremonies. Frausclieii hebben behoefte elkander vee! te zien; wat er te verrichten valt gaat onder de hand door. Men komt even om zich aan elkaar te orié'nteeren en men verlangt da! ook de vreemdeling zich dadelijk oriënteert. Ik zal naast den heer (ialimard, den vriendejken, een voiidigen leider van liet bed nu. tegenover mij Jacqnes Kivière, jeugdig van uiterlijk, niet /.ouder zelt'gevue! en met een vleugje van aTitoriteit over ziin persnon. Het waren de dagen van de onderhande lingen tusschen Parijs en Londen, men hoopte dat Aristide Briand de /aak van Frankrijk zou ophouden tegenover Lloyd (icv.rge en goed zou weten vast te stellen wat de pnsitie van zijn land was met betrekking tot hei talmen van Duitschland. - Ik kan liet er niel Vuur iinudc", /.eide Rivière, dat ze daar aan den nverkan! van den Rijn /oo totaal miwilüg /ouden zijn. Wij begrijpen elkander niet; wij zijn een ander slag van volk. Frankrijk heeft dooi' ziin langdurige geschiedenis een zuiver hipaaide persoonlijkheid gekregen, het wil die M;I!.:Crept bewaren, het is in zijn hart conservatief en liet behoud t en liet behoedt bovenal zijn eer. het stvat op liet recht dat het heeft verkregen: wanneer daar iets van afging zou liet meencn in zijn eer te zijn aangetast. Toen liet Kizas-Lutliaringen heeft moeten afstaan gedwongen door het lot, is dat niet alleen een wond geweest, maar een diep gevoelde vernedering en het heeft in zijn hart gesloten de mannen die tot het uiterste hebben willen strijden, desnoods ten koste van den ondergang van het land, evenals liet ;n de/en laatsten oorlog mee? dan een woord is geweest, dat Frankrijk zich zou blijven ver dedigen tot aan den voet van de Pyreneén. Let nu op die stemming, en zie hoe de vrede van Vcrsailles door ons is gevoeld als het eerherstel van Frankrijk. Diiitschlaiul daartegenover heeft een geheel andere opvatting van vaderlandsliefde lietmiiid. Zoodra het begon te zien dat liet zijn wil om te overwinnen zou moeten op geven, heeft het de wapens dadelijk neerge legd en zich voor President Wilson neerge worpen, zonals de Duitschcrs hei later, zoodra er een nieuwe President in .Amerika was geknzeii, voor Harding hebben gedaan toen ze in moeilijkheden zaten. - en wel na eerst duchtig Wilson te hebben vervloekt, daar zij hun bedoeling niet hadden bereikt. Ik hoef niet een heele lijst van hun han delingen op te maken. Zij bezitten geen beM-f. hoe züer in de oogen van de wereld viior staan, ondanks al het gekl besteed aan hun propaganda, /.ij zijn eenvoudig vergeten wat er i- gebeurd. Hun gchcnge:: is een vel wit p.ipicr |.;.'t /cl! zeker een ml büjklicid Wezen, wamicc:" wij van ons <tanclpu:'t uit, een vi Ik alslu \ l >ii'tselie ua* /n;1 ''"! m ile v.vvelübeett ;^ VL!'\ ullui.. in /ün geheel voor lel'N.rs gingen be'-chorwen. Wii loeit /in' i vcrwinn lor.geWee.^l en n.',::-*c!'.i<.i: liebbe'.: v. o hè'. U .LC. willen toonen. Onze edelmoedigheid, en ik hoop dat niemand de Fransche natie edel moedigheid za! willen ontzeggen, had den afstand tusschen de twee volken, ik zal niet zeggen overbrugd: maar toch zeker zou zij de scheiding minder steil en scherp hebbeu gemaakt. In dit moment rekende ik mij verplicht tot de opmerking dat Frankrijk het land was voor een vreemdeling om er zich dadelijk thuis te gevoelen. Op i.e meest onverwachte manier wordt men er soms herinnerd aan hel algemeen menschelijke dat ons allen verbindt. -?- Bij een van mijn eerste reizen in Frank rijk, het was in Dauphinégeloof ik, - zoo was mijn verhaal,-- maakte ik kennis in een diligence met een' marechaussee die heel spraakzaam en blijkbaar heei nieuwsgierig was, toen hij merkte dat hij niet een vreemde had te doen. Hij vroeg mij hem naar zijn huisje *e verge/.eüen en van zijn wijn te proeven. In zijn kamer begon hij mij te onder vragen of :k ook papieren bij mij had. Ik bezat niei anders dan een bmneiilani.sch paspoor*.. Deftig ontplooide hij liet papier, tuurde er in maar begreep van liet Hollandsen zoovee! als van een oude papyrus. Toen keek hij mij aan, dacht even na en gaf mij zijn Conclusie: C'est bien dróle, Monsieur, quaiïd je vous enteiids, ie vous cvmprends parfaitcment, mois qnaud ie vous lis je n'y vnis plus run. Voila bien une preuve que tous les hommes sont frèrcs. En waar'ük de man bad in zijn manieren iet^ hoe! voorkomeuds. - liet !:? v'ci.üi! ieis goeds en iel- diep/innigs van on/e marechaussee0 te hooren, /.e'de l'icii,.':- R; vu re. Dat mag ook wel, ik knig waarlijk een pijnlijke" indruk wanneer ik duik ,':;,:i tie sciieid-ng lusschen i.ns en oi-.7e l''.'.i'.^clH1 naburen. Z'' L't diep in den ; aai ?,?:'.<: bucie votke1'. l'a! de l JnitsciKT.s ?:le' -?;. l" '.' i i:; zij,! e:: i'"a,:g aiie^ i;;?;:'' zich toc? ? ??-' , ;' '. . '<??! v'U'.o-eh,,iipe::, d:1.' n-en e!kvan hen, aan wie zijn hun Kamerzetel danken. 1~* Alleen dan zouden zij verplicht zijn als Kamerlid af te treden, wanneer zij van politieke meening waren veranderd. Maar dit is het geval niet. En zij kunnen er alleen naar raden, of de kiezers, die hen in de Kamer brachten, hunne stem zouden willen herroepen, nu zij niet meer behooren tot de vrij zinnig-democratische partij en hare Kamerfractie. Daarom kunnen zij rustig blijven zitten. Over een paar maanden zullen zij toch moeten opstaan tenzij degenen, die de bestendiging van hun Kamerlidmaatschap wenschen, de mid delen vinden om dien wensch tot ver vulling te brengen. K E R N K A M P ii IIIIHII iiiiniiiiiiiiim MISSISSIPPI De staatslieden en diplomaten der wereld trachten voornamelijk door protectie, stabi liseering der wisselkoersen en bevordering van export verbetering in de malaise te brengen. tiuropa wenscht te exporteeren naar Amerika en beide wenschen export naar Z.Amerika, Oost-Aziê' en Rusland. Export van zulken omvang, dat alle werkeloosheid daarmee verdwijnen kan, is echter uitgesloten. Tot bevordering van export is ontwikkeling noodig van de niet-industrieële gedeelten der aarde, door aanleg van sporen en derge lijke middelen, waarmee men ook vór den oorlog trachtte deze op peil te houden, om met de te ruilen voedingsmiddelen de industrieele arbeiders te voeden. De staatslieden staren zich blind op export, op sporen als de Bagdad en Chineesche, en zien de possibilities" in eigen land voorbij, vaak door verkeerd toegepaste zuinigheid. Maar zuinigheid op uitgaven voor produc tieve werken is, niet het slachten der kip, die gouden eieren legt", maar het breken van het ei, waaruit deze kip zou voortkomen", want in verband met den bevolkingsaanwas der wereld moet mér werkgelegenheid ge schapen worden en dit kan beter 'm eigen land geschieden dan in den vreemde. Nederland kan de Zuiderzeeplannen /.oo snel als dit technisch mogelijk is uitvoeren, droogmakerijen en ontginningen aanmoedigen, zijn handel en industrie nog meer intcnsiveereii. dan reeds het geval is. a Engeland, waar de landbouw op een /.cci laag peil staat, zou wijs doen, het beproefde Nederlaudsche systeem van iandbouw-ontwikkeling te volgen, terwijl Ierland (gelukkig land !) eigenlijk nog braak ligt. Het iijtensiveeren van den Britschcn en lersdien landbouw zal direct aan mér menschen werk verschaffen, dan vnoroopig de industrie zal .kunnen doen. De bevolking neemt dagelijks tnj: liet vraagstuk wordt dagelijks, ja, per uur meer acuut : ongeboren Hollanders.. Brittenen leren hebben ook recht op werk-en woongelegenheid. Scandinavië geeft een prachtig voorbeeld duur hè! ontginnen der witte steenkool" u.i. het benutten der enorme waterkrachten, tot 'neden i>ni>ebni'.kt. De U. S. A. is het gelukkigste, was a'tijd het land van de boundless possibilities" en ook thans bezit het een possibiüty", die zooveel belooft, die zógroot is en zulke belangrijke gevolgen za! hebben, dat zelfs de meest vooruitziende geest er zich niet alles van kan voorstellen. Wij Hollanders werken aan de Zuider/ee, ofschoon er theoretisch gesproken geid bij moet, opdat wij er in de toekomst een provincie bij krijgen. Amerika heeft het echter :n zijn macht niet allén o m een nieuwe provincie te makeu. maar kan een Empire" scheppen, w-iar iedereen aan vcntiencn zal. ander kan vergeven. Ik deuk dat zij hetzelfde verwijt op ons toepassen. Het is eveneens iets algemeen menschelijks. Maar wij z i e n en wij h o o r e n anders. Een Franschman gaat op zijn oog af. Hij heeft direct zijn impressie van de omge ving waarin hij verkeert. Die bedriegt hem niet. in allen geval daaraan houdt hij vast, en daarnaar maakt hij zijn oordeel op. Wat hij eenmaal heeft gezien, dat blijft hem bij, dat prent zich in zijn geheugen. Hij vergeet niet en hij vergeeft niet. In allen geval /.al hij niet licht om vergeving vragen. Wat voor den Franschman zijn oog is, dat is v.ior den Duitscher zijn oor. Hij heeft vlottende indrukken. Hij is niet de man van de realiteit, maar van de gevoelens. Zal ik het in n woord zeggen? Hij is niet de man van het zij u. maar van het worden. De geboren opportunist! Hij ziet uit naar d e kans, hij is inventief, hij weet zijn roer om. te gooien, wanneer hem dat kan redden Daarom schijnt hij niet betrouwbaar. Ik zeg: se hijnt omdat het inderdaad zijn natuur is, en wuiüat men verplicht is er mee rekening te houden. Daarom is het goed dat er sancties zijn in het verdrag met Duitschland. Men zal er toch behoedzaam mee om moeten gaan. - Het is een «roote taak voor Frankrijk om zich met Duitschland te leeren versta?». Beide volken zullen zich iia vee! opzichtiai moeten inhouden en ook moeten aanvullen. Denkt Frankrijk er ook aan, niet bij zijn eersten indruk te blijven, maar voor het w o r cl e n spaiie over te houden, dan za! /iji! strijd met Duitschland voor het land zeil' zeker vruchtbaar worden. S a c h l i c il k e i t noemt men liet aan geilen kant van den Rijn.ik dacht mijn tijd gekumen om hè' ge zelschap Ie vi'r'atcn en ging door den ouderwetscher, ruim en klaar aangelegde!1 tuin var iiet Luxen.'boiirL'. naar huis. V*'. G. (.. I,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl