De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 4 maart pagina 8

4 maart 1922 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 4 Maart '22. - No. 2332 «WEl-KWSMPPIJ Gestort Kapitaal ....... f 80,000,000.?. Statutaire Reserve ....... f 18,979,250.?. Buitengewone Reserve ..... f 22,660,000. . Hoofdkantoor: AMSTERDAM. Agentschappen te ROTTERDAM en VGRAVENHAGE. Vestigingen in NEDERLANDSCH-INDIË, STRAITS-SETTLEMENTS, BRITSCH-INDIË, CHINA en JAPAN. In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten. Inoasseeringen en Financieeringen Schriftelijke en Telegrafische Credieten. Beisoredietbrieven. Deposito's Rekeningen-Cou rant. Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken. ?ENTEVEROOED1NO VOOR DEPOSITO'S bij de Kantoren in Nederland: Met n Jaar opzegging 4} pCt. Voor andere termijnen nader overeen te komen Standaard Hypotheekbank te Rotterdam Directie: Mr. H. H. C. CASFENDIJK en i. MOSSELMAN De Bank geeft onder con trole van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor 6% Pandbrleven uit tegen 100%. HAARLEM, KRUISWEG 70 Bijkantoor: Amst., Keizersgr. 604 Rotterdam, Wijn ha ven 129a, 's-Oravenhage, Oed. Burgw.38, Maastricht, Stationstraat 36. De Bank verstrekt gelden tot elk bedrag met een minimum van t MM»en verkoopt 4H % schuld brieven In stukken van / 1000, / 500, / 100 en / 50. Algemeene Hypotheekbank HEERENGRACHT 416 - TELEFOON 74 N. 5 en 6 pCt. PANDBBIEVEN Met verplichte jaarlljksche uitloting. Rolieid. Hypotheekbank vooi Nederland Opgericht in 1864 j Voltiekend Maatschappelijk Kapitaal f 5.000.000 Verstrekt geld op eerste hypo theek. Voor inl. wende men zich tot i het kantoor der Bank, Oed. Bierha' ven 25 te R'damof tothare Agenten In de hoofdplaatsen des Rijks. De Dir. Mr. W. v. ROSSEM, Mr. TH. REEPUAKER, Mr. N. P. C. v. WMK De President-Commissaris: F. TH. EÏEIUO ~ Dt "r. H. POU* Mr. l. J. M TflülOl VAK DEI KOOG DE AMSTERDAMMER VMkblid VMI Nedirlitx! kost slechts f 10. per Jaar Compagnie dtaances Générales sur la Vie des Hommes, te Parijs. 55 Frederiksplein Am ster dam. Directie voor Nederland: Mr. Alex H. Wertheim en J D. N. Pistorius Voorbeeld van dadelijk ingaande lijfrenten: 55 jaar 8,36 pCt. 60 9,53 65 , 11,20 70 jaar 13,61 pCt. 75 16,38 80 18,70 De storting van het kapitaal en de uitkeeringen der rente geschiedt in Hollandsen geld tegen den dagkoers van den franc, waardoor bij stijging van den f r a*: c successievelijk nog bijzondere voordeelen zijn te bereiken. HiiimiiuiiMiiiitipuMi uu ....... «?« ...... HiiiiiMiiiiiuimmiiiiiiii ...... iiiiiitimiiiiiiiiii ......... Op den Economischen Uitkijk Oorzaken van en middelen tegen de depressie Op 18 Februari heeft, gelijk de pers ons meedeelde, de Commissie voor de Economische Politiek het advies behandeld, dat aan haar was uitgebracht door eene sub-commissie, aan welke was opgedragen een onderzoek in te stellen naar hetgeen kan geschieden om de huidige depressie te verzachten, o.m. na te gaan of daartoe invoerverboden ge steld of de bestaande invoerrechten verhoogd dan wel export-credieten verleend moeten worden en wellicht aan Nederlandsche firma's of industrieën voor regeeringsleveringen bij zondere voorrechten behooren te worden toe gekend. Gelijk men weet, heeft de commissie ten deele zich vereenigd met hetgeen door het kleinere comité(de meerderheid daarvan) was uitgesproken, n.l. dat het niet wensch'elijk is de invoerrechten te verhoogen; over de vraag of de Regeering bevoegd moest zijn in zeer bijzondere gevallen invoerverboden uit te vaardigen, staakten in de plenaire" commissie de stemmen, terwijl zulks door de sub-commissie was aanbevolen; voorts sprak men zich uit voor export-credieten en voor het verleenen van voorkeur aan Nederlandsch fabrikaat bij regeeringsleveranties. Over dit alles zou heel veel te zeggen zijn, veel meer dan ik in dit kort bestek kan onder brengen; dus zal ik mij tot de hoofdzaken beperken. Een hoofdzaak zie ik voor mij niet gelegen in het feit, dat de commissie exportcredieten niet onraadzaam acht; het is, meer: ik, nu juist niet waarschijnlijk te achten, dat de Regeering op ruime schaal dien maatregel zal toepasse.i (wenschelijk is dit m.i. zeer stellig niet). Wat de voorkeur voor nationale goederen betreft, niet dat was de belangrijkste vraag, die te beantwoorden viel, al liggen ook op dit terrein voetangels en klemmen. Nu in de hoofd-commissie de stemmen staak ten omtrent invoerverboden, zal de Re geering er zich denkelijk nog te eerder van onthouden naar dit gevaarlijk en tweesnijdend wapen te grijpen. Van zeer groot belang acht ik het, dat de grootst mogelijke meerderheid der sub-commissie en op haar voetspoor ook de groote meerderheid der geheele commissie verhooging van invoerrechten als ongewenscht heeft afgewezen. Ook de uiteenzetting van de gronden, waarop deze uitspraak berust, is van zeer veel gewicht. Over bescherming heb ik in mijn reeks van beschouwingen herhaaldelijk een en ander gezegd; ik zal mij wel wachten voor herhalingen, maar lezers, die zich mijn betoogen daaromtrent in deze kolommen herinneren, zullen begrij pen, dat ik de motiveering van de meerderheid der sub-commissie met onverdeelde in stemming onderschrijf en er mij, in het be lang van onze volkswelvaart (die telkens weer in den loop der jaren door pogingen om tot protectie te geraken bedreigd wordt), er van harte in verheug de ook nu weer ondernomen poging zoo krachtig te zien bestreden door een college, welks gezag wel door niemand zal worden in twijfel getrokken. Laat ik de verleiding weerstaan, uit die motiveering een en ander aan te halen, te onderstreepen en wellicht aan te vullen. Hoe gaarne ik dat doen zou, n ding doe ik voor 't oogenblik nog liever, t.w. de aandacht mijner lezers vestigen op hetgeen men de inleiding tot de conclusies der sub-commissie omtrent de te bespreken maatregelen zou kunnen noemen. Geroepen om een onderzoek in te stellen naar wat te doen ware tot verzachting der huidige depressie in het bedrijfsleven, heeft zij het terecht als haar taak beschouwd de oorzaken dier depressie na te gaan, terecht, omdat men natuurlijk een kwaal niet ge nezen (of verzachten) kan, zonder te weten waaraan het kwaad is te wijten. En nu wil ik wel dadelijk zeggen er mij (alweer) in te ver heugen, dat dit college met zoo groote on omwondenheid de openbare aandacht heeft gevestigd op allerlei, dat niet algemeen dagelijks als oorzaak van depressie wordt genoemd of erkend, doch metterdaad een oorzaak daarvan is en dat deze commissie, na dit gedaan te hebben, in dezelfde lijn ook heel duidelijk gezegd heeft welken kant wij uit moeten, zullen wij waarlijk kunnen hopen dat de inzinking, waaronder ons land gebukt gaat, voor een gunstiger toestand zal plaats maken. De heerschende malaise, zoo zegt zij, is voor het grootste deel een gevolg van ver minderde koopkracht en werkelijk heil is dus slechts te verwachten van verlaging der prij zen naast vermeerdering der productie n bij ons n elders. Dus moet prijsdaling worden OELOF ftlTROEN ? OEN HAAG - PLAATS 23 U KALVERSTRAAT 1 Amsterdam OPGERICHT 185O TELEFOON 658 N. firma M. J. 60UDSMIT PAARLEN, BRILLANTEN Goud, Zilver en Horloges en Uitsluitend eerste kwaliteit j£?> De Haghespelers. De Zwaan, door ;? , FRANZ MOI.NAR. Een toovenaar en een goochelaar is Molnar. Alle stijlen klutst hij dooreen; hokt zijn fantasie in de eene richting, met zwier glijdt hij in de andere; van het drama in de klucht, en van de bittere werkelijkheid in het sprookje van Moeder de Gans. Met de behendigheid van den litterairen duivelskunstenaar, maar ook met het reddend instinct van den geboren dichter. Degelijke kunstbeoordeelaren mogen bi| zijn capriolen het hoofd schudden, erken nen moet men, dat Molnar's losheid van gemoed een nieuw procédévan den lach-enden-traan schiep, dat deze poëtische improvi satie niet licht na te volgen is, en in haar roerende grilligheid, op eerbiedigen afstand, nog het best bij Shakespeare te vergelijken zou zijn. Ik weet niet of ik verantwoord ben, maar ik vind een auteur als Molnar, zoowel om zijn deugden als om zijn gebreken, voor ons land een voorbeeld. Want wanneer we ons afvragen waar het in onze letterkunde hapert, waarom ze niet, als de litteratuur van andere kleine, door ue taai geïsoleerde landen, haar weg vindt op de Europeesche boeken markt, dan geloof ik dat het veeleer ligt aan cei gebrek aan moed, aan de omstandigheio, dat een Hollandsen kunstenaar zoo moeilijk uit zijn huid kruipt, dan aan tekorten van dieperen aard, aan, zooals dat tegenwoordig heet, onze geringe universaliteit. Onze binnenhuiskunst, de goede, is voor mij i,iets minder universeel dan het antiek of modern toerisme der enkelen, die zich met hun, toch altijd nog overwegend objectieve fantasie op het wereldpad begaven, en men behoeft waarlijk niet ver van huis te gaan om bv. de tragiek va i het gedwonee.i vorstelijk huwelijk het onderwerp van Molnar's .,Zwaan" te ontdekken. Wij wagen ons alleen niet op het gladde ijs van wat wij niet, als onze naaste omgeving, kennen. Diep dringt de gevoelsfantasie in wat ons onmiddel lijk, in het kader van ons intieme leven raakt, doch de stap verder: het burgermeisje gepro moveerd tot vorstelijk Zwaantje, het geheele geval ietwat gevleugeld, getransponeerd in een sfeer buiten de kamer waar onze schrijf tafel staat, lijkt ons onzeker en pretentieus. Aanmoedigend is Molnar's losbollig voorbeeld tegenover onze in den kleibodetn wortelende zwaartillendheid nog in het bijzonder daarom, omdat hij zich geeft zooals hij is, geen wereld hervormer, noch een hoogvlieger wil zijn. Hoe drukken de meeste modernen" het talent ! Ze ontnemen er de genade aan, het toeval, het geluk. Expressionisme.... als lood weegt het woord. De speelsche overmoed van den Hongaar, het element van zelfvertrouwen daarin, lokt het talent, als een kind dat ioopen leert, van den tafelrand. Onderneem het nu maar, zegt hij, wie valt, kan altijd nog opstaan, driemaal duikelde Puck den aardbol om en nog kwam hij op zijn voeten terecht. Ook zijn laatste blijspel ,,De Zwaan" is weder een verbluffend hybridisch natuur verschijnsel. Half verzinsel", half bloei. Het onderwerp zou men, sinds de oorlog eenige verbetering bracht in het lot der prinsessen, verouderd kunnen noemen. Doch er blijven nog genoeg ongelukkige vrouwen in de wereld over die, om welke raison" dan ook, zwichten voor den immoreelen eisch, om levenslang, zooals tante Oertrud in Mijlpalen" zegt, thee te schenken voor den verleerde". Dit IPÖDOX l TUD ALLC LANDHUIZEN yCHOOLCEBOUWEN JACHTHUIZEN ', ZIEKENHUIZEN INLICHTINGEN OPAANVPAAC bevorderd; in dat opzicht kan de buitenlandsche concurrentie juist gunstig werken. Maar wij zullen ons daartoe aan de gewijzigde omstandigheden moeten aanpassen en wij zullen met geringer winsten tevreden moeten zijn. Ook zullen wij vele andere landen, die ons hierin zijn voorgegaan, moeten volgen op den weg van loonsverlagingen. En het streven zal moeten zijn ook overigens de productiekosten op een lager peil te brengen. De Regeering moet doen wat zij kan om de koopkracht ts vermeerderen, de duurte te bestrijden. Dit geldt ook de thans ten onzent getroffen regeling ter voorziening in den wo ningnood. En het geldt ook de regeling van steun aan werkloozc arbeiders; de uitkeeringen zullen in vele gevallen moeten w.irden ver laagd, zal niet de steun aan werkloozen ont aarden in bevordering van werkloosheid. De Arbeidswet /.ai, met name ten aanzien van den werktijd, ruimer en soepeler moeten wor den toegepast. Publiek en pers zullen moeten strijden tegen de duurte in den tusschen- en kleinhandel. Ook de zware belastingdruk is een bron van malaise; hij vermindert de koop kracht en belemmert de kapitaalvorming; aan den anderen kant prikkelen de hooge belastingen tot het opvoeren van prijzen voor goederen en voor arbeid. Dus moeten de pu blieke uitgaven belangrijk worden verminderd. Bestrijding der duurte in tic verschillende gedaanten, waarin zij zich vertoont, moet alz'to naar de meening der sub-commissie, het wachtwoord zijn. Het wachtwoord. Inderdaad. Het parool dat wij allen kennen, dat wij nooit uit onze gedachten laten gaan. Want zonder overwin ning van de duurte zullen wij ons niet uit redden uit de malaise, de depressie, de crisis of hoe gij de economische inzinking noemen wilt. Niemand zal beweren (en ook de sub-com missie zelf zal niet nieenen), dat hier een ver rassend nieuw licht wordt geworpen op cl e oorzaken van de moeilijkheden, die een her stel van onze volks welvaart belemmeren, noch ook op de mid delen, die tot dat herstel moeten worden aangewend. Ook door mij is meer dan eens in dezen zin geschre ven, gelijk mijn le zers bekend is. Doch niuuwe dingen zijn hierover ook niet te zeggen; de eenige vraag is of de oorza ken van het kwaad juist worden aange duid en of de rechte middelen tot afweer worden genoemd. En waar dit hier het geval is, moet men het toejuichen dat deze' sub-commissie zoo duidelijk gezegd heeft waar het op stond, wat eraan schort en hoe het mout worden verhol pen.'* Natuurlijk zal zij met hare uiteen zetting sommige hartstochten ontke tenen en verzet in scmmige kringen wek ken. De heer Mr. W. A. Bonger, lid der sub-commissie, vreest reeds, naar uit zijn afzonderlijk rapport blijkt, dat het ge zegde omtrent nood zakelijke loonsverla ging een wapen zal zijn in de handen van hen, die het bestaanspeil der arbeiders m het algemeen willen neerdrukken tot op dat vau vroeger. Ook is hij ervoor beducht, dat de werkloozen " "" tot op het niveau der paupers zouden worden neergedrukt." Ook maakt hij eenig voorbehoud ten aan zien van den woningnood. Zeker zullen anderen hem volgen in zijn bestrijding. Maar dat is zoo erg niet ! Laat er maar over gediscussieerd worden. Dit stuk is er; VUOR DE VERKIEZINGEN Teekening vnor ,,de Amsterdammer" van George van Raemdonck Naar den strijd voor de idealen. minimum iliiiini u nu J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DA*-R'DA«-DBN HAAI DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND een stevig getuigenis, een kort doch krachtig pleidooi tegen de duurte als oorzaak der depressie en voor alles, wat die duurte in de verschillende gedaanten, waarin zij zich Het wachtwoord is uitgegeven. Mogen velen het verstaan en het ?ich inprenten ! S M i s s ,\ i: i n IMIIII iiiiiiii mi ? mm iiniii i i mui u n "i ! miiiilmiimiiii neemt niet weg, dat het bewust besluit tot de huwelijksmisdaad, ook al houdt -/ij een kinderlijk offer in, op het tooneel, in de ver hoogde, lichtelijk romantische stemming, waarin de dichter ons brengt, iets bijzonder stuitends verkrijgt, dat zelfs Molnar ditmaal niet heeft weten goed te praten. Met extra schokkende sprongen zocht hij zijn toevlucht nu eens in het doortrapt sprookje, dan weer in de botte charge, om ten slotte zichzelf en ons in een nogal gênant parqnet tegenover het leven te laten. Hoe verder hij ons in deze schampere ironie binnenleidde, des te meer verloor het spel aan redelijkheid en bekoring. Van al zijn mij bekende tooneelwerken, lijkt mij dit laatste het minst geslaagd, en is liet mij het minst lief. Omdat hij hier raakt, aan het groote probleem, waarvoor zijn beminnelijk procédévan kaatsen en den hal ontloo'pen, te klein is. In c'it geval had een strenger talent dan het zijne den doorslag moeten geven. Tragedie of satyre, geen potpourri om deze, jegens het individu onherstel bare, en jegens de l'efde onvergeeflijke schuld. Heeft de schrijver aan het einde van zijn doodgeloopen ,,blijspel'' den titel: .,De Zwaan" verzonnen om aan een verloren zaak cachet te geven? Ironisch bedoeld,alsgrove bespotting van het arme gansje, dat zich voor vaderland en vorst verhunselcn liet, zou hij te wreed en zelfs smakeloos zijn. Alexandra, het prinsesje, dat op Mama's iiitriguus ingaat, den jongen huisleeraar gebruikt om den voor haar be stemden kroonprins te prikkelen en uit zijn hoek te lokken, is inderdaad geen heldin, niet eens een fatsoenlijke vrouw, maar men mag over haar - kind van Staat - - niet liet vonnis vellen, dat voor het overige op elke dame, die konkelt met de liefde en een man om zijn gek. of positie trouwt, van toepassingis. Ongetwijfeld zou het stuk gewonnen hebben indien de hoofdrol minder zwaar, meer decoratief opgevat ware geworden en de regie om dit, geheimzinnig over het vijvervlak glijdend zwaan t je-van-eeuwenmic'c-cnltuur, de broeikas-atmosfeer had weten te scheppen. "lilly Lus, de aangewezene in ons land voor den zuiveren dichterdroom, scheen in dit pseudo sprookje, waarin zij zich niet op haar natuurlijk gevoel verlaten kon, mincier op haar plaats. Naast haar tragischen ernst, en. juist daar waar haar spel op zichzelf van tref fende inn'.gheid was (shit H) werden de ope rette-figuren, die haar omringc-en, monsters, gelijk de schrijver hen in dit luchtig werk niet kan hebben bedoeld. De wegen der regie zijn ondoorgrondelijk en het lijkt de illustratie van dat wat je niet hebt", maar zooal? ik Tillv Lus betreurde in Nju" zoo ging thans mijn verlangen uit naar Elsa Manhs, cue voor de fiere, verfijnde melancholie van deze jonge zwaan, voorbeschikt alle spatten van menschelijk gevoel als achtelooze parelen van haar vleugels te schudden, men zou zeggen, alles vór had. Zij zou dan echter beter gesecon deerd moeten'worden dan door EugétieGilhnys, die de rol van den huisleeraar, een pracht-rol, waaraan de schrijver zijn bloed gaf, leeg liet. en do(>r Paul de "Groot, als de troonopvolger, omtrent wien we niet te weten kwamen of Mohy'ir hem min of meer als mensen, of geheel als marionet bedoeld heeft? Ten slotte ligt het toch op den weg der regie (Stellwagen) om uit te maken welk element in een werk, of in een figuur, het sterkst is, om, door geven en nemen, het overige daarnaar t B rishten. Een dichter kan zich tot op zekere hoogte I c Zwaan" toonde juist de grens laten gaan, speciaal om Molnar's werk -- men denke'maar eens aan Liliom" -??hangt het dichterlijk waas, waarin het mogelijk blijkt de d'tigun aan den lezer op te dringen in een tamelijk willekeurigen staat, doch de regisseur _ zal, met eerbied voor dat waas, altijd moeten beginnen niet in dezen staat orde- tooneelnrde te scheppen, wil hij het publiek inderdaad tot leidsman" zijn. Noch voor de tragedie, noch voor de satyre, bleek dit stuk flink het merg te bevatten, maar ten opzichte van de overige mogelijkheden had de hand niet mogen weifelen. De sterk aangezette caricaturen van de Moeder en de Tante van het slachtoffer (Elly Ruicher en Louise Kooiman) wekten verwachtingen door de decors bevestigd aan Münchener Secession, terwijl met het burgerlijk prinsesje de realiteit van wijlen de Dnitsche vorstendommetjes zich opdrong, en met Pater Hyazinth (een mooie hcmelbemiddelaar van Cor Ruijs) het fijnere olijspel een, als zoodanig vervulde, illusie bood. Prinses Dominica, de moeder van den troonopvolger, bijgenaamd de keukenmeid", die het praktisch verstand vertegenwoordigt tot in het groteske, was in de vertooiiing een inere noble'ïiit het eerste het beste salonstuk. Aan het geheel ontbrak het al-verbindend licht, waarin den regisseur een werk visionnair voor oogen verschijnt, het droomweefsel, hetzij dan overwegend naar het caricaturale, hetzij naar ei e gemoedelijkheid van het sprookje, in den trant van: Daar was ereis een zwanewit Prinsesje".... Tussclien vele kwade kansen kiezende, lijkt mij de lieve, nagemaakte, en dientengevolge juist voldoende ironische moeder-de-gans-toon hier aangewezen, omdat, gelijk gelegd, de hoogere persiflage toch te klein van afmetingen zou blijven o in in verhouding tot het wijd om zich heen grijpend, luguber gegeven, op den duur niet te mishagen. Aan de mise-en-scène, het bijwerk, de aardige prinsjes, de wel erg uitgesponnen parodie op een, ons al bijna voorwereldlijk voorkomende hof-étiquette, was veel zorg besteed, doch de onzekere regie, die over de klippen niet heen was gekomen, onthield aan het stuk het aroma, het parfum van Molnar's dichterwoord. TOP N A E l- )-'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl