Historisch Archief 1877-1940
2333
Zaterdag 11 Maart
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. KERN K A MP
Redacteuren: H. BRUGMANS, FREDERIK VAN EEDEN, TOP NAEFF, G. NOLST TRENIT
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
en H. SALOMONSON
Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25.
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
INHOUD: I. Politieke Partijformatie,
door Prof. Dr. G. W. Kernkamp. Na
Washington Genua, door H. Dunlop.
Tijdgenooten: De oorlogsjaren, door Dr. W. .
C. Byvanck. 2. Fiume, teekening van
Jordaan. Krekelzang, door J. H.
Speenhoff. De autonomie van Indië, door S.
Ritsema van Eek. 3. Het voedsel van
Johannes den Dooper, door Hugo
Nolthenius. Een moordenaar vermoord, door
Dr. Fred. van Eeden. 5. Voor Vrouwen
(red. Elis. M. Rogge): Marie Berdenis van
Berlekom f, door E.M. R. en Cornélie van
Zanten. Italiaansche Volkskunst, door
Eiis. M Rogge. Uit de natuur: De
winplaats wandelplaats, door Jac. P. Thijsse.
6. Een Film over Nederland, door Dr. M.
de Hartogh. 1. Boekbespreking, door Otto
van Tussenbroek en Herman Middendorp.
Nieuwe Fransche boeken, door C.Tielrooy-de
Gruyter.?8. Bouwkunst, door H. J.M.Walen
kamp Czn.?De nieuwe nederlandsche
staatsleening, door Paul Sabel. Dram. Kroniek,
door Top Naeff. 10. Uit het Kladschrift
van Jantje. Ruize-Rymen, Charivaria en
Goede boeken, door Charivarius.
Bijkomstigheden, door Annie Salomons.
Leekenspiegel. De nieuwe spelling in barensnood,
teekening van George van Raemdonck.
-Caricaturen van tijdgenooten, teekening van
E. P. 11. De verdeeldheid in de katholieke.
partij, teekening van Joh. Braakensiek.
't Schietgat en Rymkronyck, door Melis
Stoke. De Kreeg, tooneeiteekeningen van
B. van Vlijmen. 12. Spreekzaal. - Om
slag: Schaakrubriek, redacteur Dr. A. G.
Olland.
[Bijvoegsel: De wrakheid van de coalitie
in Engeland, teekening van Joh. Braakensiek.
IIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
POLITIEKE PARTIJFORMATIE
Toen wij hier vroeger over de fusie
van de vrij-liberalen, de unie-liberalen
en enkele kleinere vrijzinnige partijen
hebben geschreven, gaven wij als onze
meening te kennen, dat de meest
gewenschte groepeering der vrijzinnigen
een zoodanige zou zijn, waarbij zich
eenerzijds zouden aaneensluiten allen,
die den staat zoo weinig mogelijk willen
laten ingrijpen in het maatschappelijk
leven, anderzijds in ne partij zouden
worden ondergebracht allen, die aan
den Staat ook op dit gebied een regel
stellende en leidinggevende taak willen
opdragen.
Tusschen deze beide groepen van
vrijzinnigen, die men als liberalen en
democraten zou kunnen onderscheiden,
zou bij verschillende onderwerpen van
wetgeving samenwerking mogelijk zijn,
maar zij zouden elkaar moeten bestrij
den in sociale en economische vraag
stukken, die juist in onzen tijd de
meeste aandacht vragen.
De vrij-liberale partij zou dan de
kern moeten worden van de liberale
concentratie; de vrijzinnig-democra
tische Bond zou de democratische vrij
zinnigen tot zich moeten trekken.
Het is niet geheel zoo gegaan als wij
dit wenschten.
Voor den vrijzinnig-democratischen
Bond deed zich het vorige jaar de kans
op, zijne gelederen te versterken met
een aantal geestverwanten, die vroeger
tot de unie-liberalen hadden behoord.
Die kans is ongebruikt gebleven. De
leiders van deze partij verstonden beter
de kunst om gelijkgezinden af te
stooten, dan hen tot toenadering te be
wegen. Tot eenheid konden de demo
craten het niet brengen; naast den
Bond vormde zich een nieuw partijtje
van gewezen unie-liberalen, die zich in
den Vrijheidsbond niet thuis gevoelden.
In den Vrijheidsbond toch hadden de
unie-liberalen al spoedig weinig in te
brengen; de vrij-liberalen voerden er
het hoogste woord. Maar de heer
Dresselhuys, wien de leiding der partij ten
deel viel, had toch rekening te houden
met de omstandigheid, dat de Vrijheids
bond onder zijne leden niet uitsluitend
tegenstanders van de sociale wetgeving
telde; de koers kon niet al te scherp
rechts worden gezet.
Daarbij, op het oogenblik toen de
Vrijheidsbond werd opgericht, was de
stemming ten opzichte van ,,de ar
beiders" in liberale kringen nog niet
zoo vijandig, als zij sedert is geworden.
Wij leven snel; in het jaar, dat achter
ons ligt, heeft de toenemende malaise
en vooral de zoo buitengewoon zwaar
geworden druk der belastingen bij een
groot deel der middelklasse een stem
ming van haat gekweekt ik meen
niet te overdrijven, wanneer ik het
woord haat" gebruik tegen de
klasse der arbeiders: tegen de niensclien,
die hooge loonen verdienen en hun geld
maar in zorgeloosheid verteren, tegen
de klasse, ten bate van wie al die sociale
maatregelen zijn genomen, die de be
lastingen zoo hoog hebben opgevoerd.
Of men in die gevoelens deelt of niet
ik voor mij doe dit zeker niet het
bestaan en de kracht ervan kan men
niet ontkennen.
Aan den Vrijheidsbond mag men niet
verwijten, dat hij met zijn tijd niet
mee is gegaan; wie zijn
oprichtingsprogramma vergelijkt met het onlangs
vastgestelde, zal de bewijzen vinden
van het zich aanpassen aan de evolutie
der meeningen in anti-democratische
richting. Maar in het jaar, dat tusschen
die pogramma's ligt, liep zijn horloge
nog achter bij dat van de tijdsomstan
digheden.
Vandaar het opmerkelijke feit, dat
de beide couranten, die ten onzent de
opvattingen der vrij-liberalen plegen
weer te geven, met den Vrijheidsbond
weinig ingenomen waren, al berustte de
leiding daarvan dan ook bij den
vrijliberalen heer Dresselhuys. Voor de
Nieuwe Rott. Courant en de Nieuwe
Courant was de Vrijheidsbond niet
genoeg zuiver in de leer; ook de gedrags
lijn van de vertegenwoordigers dezer
partij in de Tweede Kamer, zoowel bij
sociale vraagstukken als bij de
militiewet, vond bij deze bladen geen onver
deelde instemming. In haar
oudjaarsbeschouwing over 1921 uitte de N. R. C.
de hoop, dat het in het komende jaar
aan den Vrijheidsbond beter zou mogen
gelukken, geestdrift voor zijne begin
selen te wekken. En de Nieuwe Courant
heeft zelfs een tijdlang overwogen, of
zij aan haar geestverwanten niet den
raad zou geven, aan den Vrijheidsbond
den rug toe te keeren.
Na het stemmen van de
Vrijheidsbonders tegen de militiewet schreef zij:
Men zal bij ons geen overdreven
groote liefde voor deze partij kunnen
veronderstellen, welker fraktie ons ook
op menig ander gebied dan dat der
verdediging herhaaldelijk teleurstelde.
In economisch opzicht en op het sociale
terrein, door haar lonken met de
neodemocratische gedachte, heeft zij menig
maal bij ons de vraag doen rijzen, of
zelfs de betrekkelijk getemperde ver
wachtingen, die wij van de nieuwe
groepeering koesterden, niet nog te
gunstig geweest waren."
Zij wilde echter nog niet aansporen
tot uittreding uit den Bond. Immers,
zij meende te weten, dat er aan den
rechtervleugel van den Bond een streven
gaande was om naast den
Vrijheidsbond een nieuwe partij op te richten,
cue de liberale beginselen op sociaal en
economisch gebied niet zou laten be
smetten door neo-democratische ge
dachten": een keurbende dus van ras
echte liberalen.
Misschien zou het daartoe eenmaal
moeten komen. Maar vooralsnog koes
terde zij de hoop, dat deze nieuwe
scheuring onder de liberalen zou kunnen
worden vermeden. Zij wilde vertrouwen,
dat de p; rtij zelf hare leiders zoti
weten te dwingen binnen de banen
eener Staatkunde te blijven, die met
de liberale traditie in overeenstemming
was. Dat zou kunnen blijken op de
in Januari 1922 te houden vergadering,
waarop het programma van actie der
partij zou worden vastgesteld.
De Nieuwe Courant is er voor ge
spaard, liet sein tot desertie uit de
gelederen van den Vrijheidsbond te
moeten hijschen. Uit tactisch oogpunt
gezien, was het voor hare geestverwan
ten dan ook veel verstandiger, in den
Bond te blijven en dien onder hun
invloed te brengen, dan, zókort voor
de verkiezingen, zich af te scheiden en
aan den rompslomp van een nieuwe
partijformatie te beginnen. Veel succes
zouden zij daarmede zeker niet be
haald hebben.
Zoo vormden zij het plan, een
vereeniging op te richten, die niet zelf
als politieke partij zou optreden, maar
wier leden propaganda voor hare denk
beelden zouden maken in de poli
tieke partijen, waarbij zij waren aange
sloten. De vereeniging kreeg den naam
Vereeniging voor nationale,
vrij-economische staatkunde"; niet alleen
Vrijheidsbonders, maar ook sommige Chris
tel ijk-historischen traden tot haar toe.
De naam vrij-econoniiscli" heeft
geen zin (evenmin als vrij-liberaal"),
maar van de woorden vrij" en vrij
heid" schijnt nu eenmaal een groote
bekoring voor sommigen uit te gaan;
er zijn dames, die zich alleen bij den
Vrijheidsbond aansloten, omdat zij
den naam zoo mooi vonden.
Het samentreffen van
Vrijheidsbonders en christelijk-historischen be
hoeft niet te verwonderen. Op eco
nomisch en sociaal gebied bestaat er
bijna geen onderscheid tusschen hen;
wanneer de christelijk-historischen zich
losgemaakt zullen hebben van de
rechtsche coalitie, zal er weinig meer
in den weg staan aan een fusie tusschen
hen en de Vrijheidsbonders. Te Utrecht
gaat het dien kant al uit; op een bij
eenkomst van dames, die door de
afdeeling van den Vrijheidsbond werd
samengeroepen, voerde zoowel een
christelijk-historische dame als eene van
den Vrijheidsbond het woord, ver
moedelijk niet in contradictoir debat,
maar in harmonischen beurtzang.
De leden clan van de zooeven ge
noemde Vereeniging moeten de
staatkunc'ige partijen, waartoe zij behooren,
doortrekken met den nationalen en
vrijeconomischen, alias vrij-liberalen
zuurcleesem. In den Vrijheidsbond heeft dit
proces reeds plaats gehacl, en wel in
de vergadering, waarin het programma
van actie werd opgemaakt. En, volgens
een niededeeling in de N. Rott.Cour.,
trachten de leden der Vereeniging, die
bij den Vrijheidsbond zijn aangesloten,
thans ook aan hunne mannen een goede
plaats op de candidatenlijsten voor de
Tweede Kamer te verzekeren.
Dat de werkzaamheid der Vereeni
ging in den Vrijheidsbond niet zonder
succes is gebleven, mag men ook hieruit
afleiden, dat men in de laatste maanden
niet meer hoort van het voornemen van
malcontente vrij-liberalen om uit dien
Bond te treden. Zij schijnen zich daar
den invloed te hebben verworven, waar
het hun om te doen was. Uit het pro
gramma van actie blijkt dit voorna
melijk hierdoor, dat het aantal ar
tikelen, waarin de partij zich een slag
om den arm houdt, no»vermeerderd is.
Zoo is althans bij de eene groep van
vrijzinnigen, zij het dan al niet dade
lijk, dan toch reeds na verloop van een
jaar, de partij-formatie tot stand ge
komen op de wijze, die ook naar onze
meening de meest gewenschte was:
om de vrij-liberalen als kern hebben zich
alle liberalen, die den schrik hebben
gekregen voor alles wat sociale wet
geving heet, samengetrokken.
Maar het noodzakelijke tegenwicht:
een aaneengesloten groep van demo
cratische vrijzinnigen, ontbreekt. Tot
concentratie is daar nauwelijks een
poging gedaan; de eenheid, die nog
bestond, is hoofdzakelijk door per
soonlijke veeten verbroken. Men zal
dus bij de verkiezingen in verspreide
formatie moeten optrekken; vermoe
delijk zal de uitslag van die verkie
zingen de noodzaak van eenheid doen
beseffen.
Eerst wanneer dit gebeurd is, zullen
de vrijzinnigen het voorbeeld van een
partijformatie hebben gegeven, die
overeenstemt met het in werkelijkheid
bestaande verschil van meening. En
TjybGENCDfEN
DE OORLOGSJAREN
II.
Het slotwoord voor de nederlaag bij Capo
retto moge de opmerking zijn van een half
dronken soldaat die onder den arm een kip
hield, gestolen van een Italiaansche hoeve bij
den wanordelijken terugtocht der troepen.
Hij toonde zijn buit en zeide: Nu begrijp ik
de voorkeur der Russen om in plaats van te
vechten door hun eigen land terug te trekken".
Den dag voor den heilloozen slag had
Cadorna, de opperbevelhebber, de trotsche
legerorder gegeven: De aanval van den vij
and vindt ons vast van zin en goed voorbercir1"
Wij waren het niet, waarschuwt
Stanghëllini, het mankeerde ons aan organisatie en
voorbereiding, maar wat kan een generalis
simus en een generale staf daarvan weten?
De aanvoerder van een peloton is beter
bekend met den waren geest van de soldaten
t an zij.
Men stelt zich gewoonlijk oni,er een opper
bevelhebber iemand voor die over zijn kaarten
gebukt de bewegingen van zijn manschappen
in den slag leidt alsi f ze met draden aan hen;
\\aren verbonuen en geeft hem de eer of de
schande van oe uitkomst. Geen verkeerder
gedachti' !
Hoc verder hij van oe troepe.i afstaat hoe
minder hij kan oordeelen over den toestand
van het leger. Het zijn alleen de kleinere
bevelseenhelen die inderdaad de hand hebben
op de pols van de manschappen en z:ch daar
naar kunnen regelen in hoever zij hen moeten
vertrouwen en wat zij van hen mogen eischen.
Wij hadden in 1918 de overtuiging, zegt
IIMMIMJMMIHMMimMMMIIMIMIIMMMlIMMMIIIIIIMIlmMIlmMMllMMMIIllMIMlnlMMIlMMII
Stanghellini, dat die kennis niet verder ging
dan het commando van een brigade.
In 1D18, toen het .ront zich had hersteld
met de hulp van de gezonden Fransche en
Engelsche legerafdeelingen, behoorde Stanghel
lini tot de brigade onder generaal Pc ris die
bij Asiago stond rechts van de Engelsche
hulptroepen en tegenover het Trentino.
Generaal Perris is voor hem de ideale
bevclhebbe r geweest, de troep vereerde hem
als een vader en bouwde op zh-< zorg. \V'at
denkt Don Carlo V - heette het onder hen.
Met zijn beslissing was een zaak uitgemaakt.
Het vertrouwen keerde terug. Van den over
kant daarentegen, van de Oostenrijksche linie,
waren er telkens overloopers. Zij hadden
geweldige dingen te vertellen van de maat
regelen die aan hun zijde werden genomen,
masseering van troepen, ophooping van ar
tillerie, verspreiding van gasboinmen. Voor
ledere vijftig meter stond het geschut en de
vergiftiging gereed. Men hoopte met een slag
Vizcenza en Venetië te winnen.
?- Er blijft in deze streek geen vlieg in
't leven, - zeide een van de soldaten die met
open mond het verhaal der deserteurs
aanhoorde.
Maar \\aarom zijt ge dan over.geloopcn , als
ge zulke verwachtingen hebt, v roes.' een dei
officieren .
- Omdat men van hoop niet kan le\en,
was het antwoord, we krijgen niets te eten,
en het is niet uil Ie houden voor ons C/eehen
en Koemenen ouder de l longaarsche korpo
raals.
Het waren alles voorboden van een
hai'dnckkigen aanval.
Van dag lol dag werd die aanval geuacht.
Hel was een tijd van g'oole spanning, maar
de morgen bi;;k aan eu de avond ging voorbij
zonder dat de voorbereidende kanonnade
plaats had. Langzamerhand begon een datum
meer bepaald te worden genoemd. Op de
hoogte Eckar die den wegnaar h et V i een t vnsche
verlegde, zou tegen het midden van Juli een
bestorming worden ondernomen, waaraan niets
k m weerstaan, giftige gassen waren gevonden,
die geen masker kon afweren eu die de edelste
deelen van het lichaam aantastten.
Het bleek wel /.oo te zijn.
Van het hoofdcommando kwam bericht dat
14 Juli het geschut zou worden gericht op de
preparatieven van den vijand in dien hoek.
Tegen den morgen van den l oen moest men
gereed staan. Het vuur werd in den avond van
den 14en geopend uit de Italiaansche, Engel
sche en Fransche vuurmoiuien : men kon hun
stemmen onderscheiden. Van de Engclschen
was het een woedende stortvloed, de Fransche
hielden een rhythmus mei vaste cadens, het
Italiaansche vuur in de nabijheid sprak met
verschillende nuances dol', schetterend, ver
scheurend, fluitend, met wijde lichtvlagcn
die het somber dreigend gebergte op den
achtergrond op eenmaal in zijn majesteit.
openbaarden, dan in zijn zwijgende duisternis
terugwierpen, terwijl de echo in de kronke
lende dalen den donder weerkaatste en in een
smartelijk steunen oploste, ten einde.
I-Jij iederen kauniistnol was het a!so1 de
tegenaanval nu moest heginnen, het hart
klopte, maar tegen twee uur verflauwde liet
vuur, om twee uur was het volstrekte stilte.
Zou het niei best zijn dat wie geen dienst
heelt. ina.'T ging ruslen V"
l >e aanval zou om drie uur zijn".
Dan is er nou tijd".
Stanghcllini kroop in zijn slaapzak, de
kapilciu eveneens, hij wa ?- dadelijk in sl.rip;
maar onze lui'eiiant, die z;i:i helm en zijn
niaskei bij de hand had gehouden, keek telkens
op de verlichte \\i;/.er van ziin horloge. I.en
minuut o v e r ui!e, twee UMiuten. dne, vul",
vi;[ minuten ' daar harstie een ork;i,-ju los,
alle slui'.en van den heme! openden z.cn.
Van l wee kanten een oorvcrhrijze'uul on weer.
l 'e kapitein si'ep ais een kind sia::pt. z; o n,si;s.1'.
Mij moest wakker worden geschud. De
dienstdoer.de officier t rad het kleine bar ik ie bmnen ,
l IIMIIllllllnlIMIIMIMMIIIIIMMHIlnnMIMIIllMMMlllMMMIIIIIIIMIMIMMMMMUMIII
hij lachte: het orkest vangt aan". In een oog
wenk waren zij gereed, behalve de kapitein,
die eerst nog de edele deelen van zijn lichaam
tegen het genoemde gas wilde beschermen en
zelfs vergat zijn helm op te zetten en het
masker voor zijn gezicht te honden.
- Voor een deel vergeet hij het geheel,
gaven de anderen zich nog den tijd om op te
merken, en trokken onder het gejoel van alle
elementen van verderf naar de barak van den
generaal om orders te ontvangen en over te
brengen.
Daar, bij het wankele licht van een kaars,
zat de chef en leider gebogen over een tafel
waarop hij de verschillende ingekomen be
richten samenordende en tot een geheel
schiep dat overeenkwam met zijn visie van
het beeld van den slag. De hand steunde het
hoofd en greep waar de gedachte niet dadelijk
wilde vlotten in het zilvergrijze haar....
Uil die cel straalde de energie van den
weerstand, het licht dat door het venster
scheen onder de verwarring van nacht en
kunstmatige nevels was het oog dat waakte
te mid'.lc:) van den storm der afgrijselijke
t ragedie.
Om kwart over acht won de zon het over de
mvsieries van de duisternis. Hel terrein was
te overzien. Van een wachtpost klonk het
n;] i!.- noogte. De Oostenrijkers zetten zich
in he'ucgins; tegen d.1 ! lekarhoogie. Daar
stonden drie hataülons Italianen < m den
toegang tegen ;le gcheeie Oostenriiksche bri
gade te verdedigen.
Si iugheili'ii hieki den toestand voor wan
hopig. ll;j zag ai \oor zich de herhaling van de
vmcht op het eind van October van hel
vo'\g jaar. M r-.r de geiler,ia! stortte zich uit
z.'i'; b.i a K e.i steü.Hnd o;i v<.n rnsiieke houicn
leu'MH' a .n de;i weg wee> hij mei de h'm d en
senreeiiW'ie a>o!' hei u: i zijn verscheurde
ziel kuam:
Vierde ba! teniij ij, vuur daa!'op! Een
w :'Klei" gebeurde : de regel nrn !g <> e ca d en Beerde
vcitoleüvermenigvuldigde:! zich in geweid
dat voorbeeld zullen de partijen der
rechterzijde moeten volgen, al stribbe
len zij nog zoo tegen. Gelijkheid van
godsdienstige overtuiging biedt geen
waarborg voor gelijkheid van meening
in maatschappelijke vraagstukken; in
een tijd, waarin deze laatste alle andere
naar den achtergrond duwen, kunnen
niet langer in ne politieke partij
samenwonen, wie over de oplossing van
deze vraagstukken tegenovergestelde
meeningen koesteren; de actie, die de
heer van Cranenburgh en zijne mede
standers in de R. K. partij hebben
ondernomen, moge haar nog niet dade
lijk splijten, zij trekt de kerflijn,
waarlangs deze partij in niet ver ver
wijderde toekomst in tweeën zal worden
gekloofd.
KERNRAMP.
NA WASHINGTON GENUA
Tweeé'erlei terugkomst: Balfour onder fan
fares, door allerlei genootschappen onthaald,
door den Koning geprezen, door iedereen
geëerd. Sarraut, stilletjes aan wal gestapt,
Briand afgetreden, wég-gekeken. En Poincar
redt wat nog te redden valt. Dat zal hem
misschien beter hikken dan menigeen had
gedacht, want de zoo hooggeroemde Fransche
of Latijnsche logica is op het terrein der
politiek dikwijls ver te zoeken : wat de Fransche
députés van Briand niet aannemen dat eten
ze allicht uit Poincaré's hand.
Het ontworpen Anglo-Fransche tractaat
nochtans, schijnt men nu inderdaad bezig,
zoo op te poetsen dat liet er wat meer
presentabel voor de Franschen uitziet. Of
het een wcilerzijd^clic garantie wari'.l in plaats
van een eenzijdige garantie van Frank
rijk door Engeland. Dat is nog uit geen
enkel communiqué, officieel of officieus,
gebleken. Wel wordt beweerd dat de duur
der overeenkomst op dertig inplaats van tien
jaren gesteld zal worden. Misschien heeft
men gedacht aan Bismarck's woord: dat men
de Voorzienigheid toch niet langer dan een
generatie in de kaart kan kijken. Intusschen,
aangaande de resultaten van het onderhoud
tusschen Lloyd George en Poincaréte
Boulogne, voor zoover die bekend zijn, geeft de
Duitsche pers wel een aanwijzing. Over het
geheel toch uit zij zich smalend en gering
schattend. Daaruit zou men mogen afleiden
dat het tusschen Engeland en Frankrijk
werkelijk heel wat beter botert dan men te
Berlijn had gehoopt. Men was daar natuurlijk
in gespannen verwachting van het algemeen
siiiire qui pent dat in Europa het wachtwoord
zou zijn geworden, zoodra inderdaad een
onoverkomelijke scheuring tusschen Downing
Street en de Qtiai d'Orsai zou zijn ontstaan.
Maar de Engelsche staatkunde, daar te
lande zoo teekenachtig Statecraft genoemd,
heeft ons werelddeel, naar men thans hopen
mag, voor een dergelijke ramp behoed. De
Statecraft is niet voor niets sedert eeuwen
het ambacht der Cecils geweest, zij is hun
een instinct geworden, zooals men in vele
geslachten het artistieke, het financieele in
stinct kan volgen. In Frankrijk, tijdens de
revolutie, zijn heel wat hoofden gevallen
die de overgeërfde wijsheid van eeuwen
op toekomstige staatslieden hadden kunnen
voortplanten. Het Britsche volk is nooit
tot zulk een zelfverminking overgegaan.
,,The average Englishman dearly loves a
Lord" is een bekend gezegde en het zou een
kwade dag voor Albion zijn wanneer het ooit
de oude leiders verjoeg of afdankte. Balfour
heeft te Washington wel cuidelijk getoond,
het Cecil-instinct in hooge mate deelachtig
te zijn. Het heeft hem, toen hij de kans
zag zijn levenswerk te bekronen, niet in
den steek gelaten. Toen Hughes zijn eerste
vuurwerk afstak, was Balfour de eerste die
en in razernij. Zonder zich adem te gunnen,
schoot zjj in vertwijfeling voort. Het was
alsof n man haar bediende, zich onophoude
lijk bewegend. De ziel van de batterij gaf zich.
En de generaal: Nog meer, nog sterker !
Vierde batterij, flinkernog. Vermoordt hen !
Nooit", verklaart Stanghillini, heb ik
den vijand gehaat, maar op dat oogenblik
schreeuwde ik met al de anderen mé: Ver
moordt hen ! Het was toch ook wel te veel hen
het huis te laten inbreken iederen keer dat het
hun beliefde, en ditmaal moesten wij ook
vechten met on/en haat om het hun te beletten.
De 5e en 7e batterij voegden haar koorts
achtig geweldig vuur hij de wanhonpsschoten
van de vierde. De vijand werd opgehouden.
Maar dan daalde weer het mysterie van den
nevel over de plaats van den strijd, allerlei
geruchten verspreidden zich, twee Fransche
soldaten kwamen aangeloopen: Les
autridiiens sont ici !"
Toen de generaal dat hoorde schoot toorn
in zijn stem en in zijn vlammende oogen.
Het is een leugen. Het is niet mogelijk".
Hij wist welke menscheu hij daar had bij de
hoogte Eckar. Dat was genoeg voor hem om
te /.eggen : Het iseen leugen". En met dezelfde
woede voegde hij er aan toe: Houdt die
mannen in 'v oog, en bij het eerste verdachte
teeken, gefusilleerd !''
Maar enkele oogen blikken later kwam er
een ordonnans van hoogte Eckar terug met
een billet van den commandant. Het hield de
eenvoudige woorden: de Oostenrijkers zullen
niet passeeren.
Vier dagen daarna (rok de zegevierende
brigade over de hoogte van Asiago.
Een moment volgde dan van rust en van
opluchting om de ooren te ledigen van het
tumult van den slag en het hart te vervullen
m.-t de blijdschap van het geluk.
Het was de wecrwraak op Caporetto, zij
hadden het vaderland teruggekregen ....
W. G. C. B Y V A N C K