De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1922 11 maart pagina 1

11 maart 1922 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

2333 Zaterdag 11 Maart DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van G. W. KERN K A MP Redacteuren: H. BRUGMANS, FREDERIK VAN EEDEN, TOP NAEFF, G. NOLST TRENIT UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF en H. SALOMONSON Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25. Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam INHOUD: I. Politieke Partijformatie, door Prof. Dr. G. W. Kernkamp. Na Washington Genua, door H. Dunlop. Tijdgenooten: De oorlogsjaren, door Dr. W. . C. Byvanck. 2. Fiume, teekening van Jordaan. Krekelzang, door J. H. Speenhoff. De autonomie van Indië, door S. Ritsema van Eek. 3. Het voedsel van Johannes den Dooper, door Hugo Nolthenius. Een moordenaar vermoord, door Dr. Fred. van Eeden. 5. Voor Vrouwen (red. Elis. M. Rogge): Marie Berdenis van Berlekom f, door E.M. R. en Cornélie van Zanten. Italiaansche Volkskunst, door Eiis. M Rogge. Uit de natuur: De winplaats wandelplaats, door Jac. P. Thijsse. 6. Een Film over Nederland, door Dr. M. de Hartogh. 1. Boekbespreking, door Otto van Tussenbroek en Herman Middendorp. Nieuwe Fransche boeken, door C.Tielrooy-de Gruyter.?8. Bouwkunst, door H. J.M.Walen kamp Czn.?De nieuwe nederlandsche staatsleening, door Paul Sabel. Dram. Kroniek, door Top Naeff. 10. Uit het Kladschrift van Jantje. Ruize-Rymen, Charivaria en Goede boeken, door Charivarius. Bijkomstigheden, door Annie Salomons. Leekenspiegel. De nieuwe spelling in barensnood, teekening van George van Raemdonck. -Caricaturen van tijdgenooten, teekening van E. P. 11. De verdeeldheid in de katholieke. partij, teekening van Joh. Braakensiek. 't Schietgat en Rymkronyck, door Melis Stoke. De Kreeg, tooneeiteekeningen van B. van Vlijmen. 12. Spreekzaal. - Om slag: Schaakrubriek, redacteur Dr. A. G. Olland. [Bijvoegsel: De wrakheid van de coalitie in Engeland, teekening van Joh. Braakensiek. IIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII POLITIEKE PARTIJFORMATIE Toen wij hier vroeger over de fusie van de vrij-liberalen, de unie-liberalen en enkele kleinere vrijzinnige partijen hebben geschreven, gaven wij als onze meening te kennen, dat de meest gewenschte groepeering der vrijzinnigen een zoodanige zou zijn, waarbij zich eenerzijds zouden aaneensluiten allen, die den staat zoo weinig mogelijk willen laten ingrijpen in het maatschappelijk leven, anderzijds in ne partij zouden worden ondergebracht allen, die aan den Staat ook op dit gebied een regel stellende en leidinggevende taak willen opdragen. Tusschen deze beide groepen van vrijzinnigen, die men als liberalen en democraten zou kunnen onderscheiden, zou bij verschillende onderwerpen van wetgeving samenwerking mogelijk zijn, maar zij zouden elkaar moeten bestrij den in sociale en economische vraag stukken, die juist in onzen tijd de meeste aandacht vragen. De vrij-liberale partij zou dan de kern moeten worden van de liberale concentratie; de vrijzinnig-democra tische Bond zou de democratische vrij zinnigen tot zich moeten trekken. Het is niet geheel zoo gegaan als wij dit wenschten. Voor den vrijzinnig-democratischen Bond deed zich het vorige jaar de kans op, zijne gelederen te versterken met een aantal geestverwanten, die vroeger tot de unie-liberalen hadden behoord. Die kans is ongebruikt gebleven. De leiders van deze partij verstonden beter de kunst om gelijkgezinden af te stooten, dan hen tot toenadering te be wegen. Tot eenheid konden de demo craten het niet brengen; naast den Bond vormde zich een nieuw partijtje van gewezen unie-liberalen, die zich in den Vrijheidsbond niet thuis gevoelden. In den Vrijheidsbond toch hadden de unie-liberalen al spoedig weinig in te brengen; de vrij-liberalen voerden er het hoogste woord. Maar de heer Dresselhuys, wien de leiding der partij ten deel viel, had toch rekening te houden met de omstandigheid, dat de Vrijheids bond onder zijne leden niet uitsluitend tegenstanders van de sociale wetgeving telde; de koers kon niet al te scherp rechts worden gezet. Daarbij, op het oogenblik toen de Vrijheidsbond werd opgericht, was de stemming ten opzichte van ,,de ar beiders" in liberale kringen nog niet zoo vijandig, als zij sedert is geworden. Wij leven snel; in het jaar, dat achter ons ligt, heeft de toenemende malaise en vooral de zoo buitengewoon zwaar geworden druk der belastingen bij een groot deel der middelklasse een stem ming van haat gekweekt ik meen niet te overdrijven, wanneer ik het woord haat" gebruik tegen de klasse der arbeiders: tegen de niensclien, die hooge loonen verdienen en hun geld maar in zorgeloosheid verteren, tegen de klasse, ten bate van wie al die sociale maatregelen zijn genomen, die de be lastingen zoo hoog hebben opgevoerd. Of men in die gevoelens deelt of niet ik voor mij doe dit zeker niet het bestaan en de kracht ervan kan men niet ontkennen. Aan den Vrijheidsbond mag men niet verwijten, dat hij met zijn tijd niet mee is gegaan; wie zijn oprichtingsprogramma vergelijkt met het onlangs vastgestelde, zal de bewijzen vinden van het zich aanpassen aan de evolutie der meeningen in anti-democratische richting. Maar in het jaar, dat tusschen die pogramma's ligt, liep zijn horloge nog achter bij dat van de tijdsomstan digheden. Vandaar het opmerkelijke feit, dat de beide couranten, die ten onzent de opvattingen der vrij-liberalen plegen weer te geven, met den Vrijheidsbond weinig ingenomen waren, al berustte de leiding daarvan dan ook bij den vrijliberalen heer Dresselhuys. Voor de Nieuwe Rott. Courant en de Nieuwe Courant was de Vrijheidsbond niet genoeg zuiver in de leer; ook de gedrags lijn van de vertegenwoordigers dezer partij in de Tweede Kamer, zoowel bij sociale vraagstukken als bij de militiewet, vond bij deze bladen geen onver deelde instemming. In haar oudjaarsbeschouwing over 1921 uitte de N. R. C. de hoop, dat het in het komende jaar aan den Vrijheidsbond beter zou mogen gelukken, geestdrift voor zijne begin selen te wekken. En de Nieuwe Courant heeft zelfs een tijdlang overwogen, of zij aan haar geestverwanten niet den raad zou geven, aan den Vrijheidsbond den rug toe te keeren. Na het stemmen van de Vrijheidsbonders tegen de militiewet schreef zij: Men zal bij ons geen overdreven groote liefde voor deze partij kunnen veronderstellen, welker fraktie ons ook op menig ander gebied dan dat der verdediging herhaaldelijk teleurstelde. In economisch opzicht en op het sociale terrein, door haar lonken met de neodemocratische gedachte, heeft zij menig maal bij ons de vraag doen rijzen, of zelfs de betrekkelijk getemperde ver wachtingen, die wij van de nieuwe groepeering koesterden, niet nog te gunstig geweest waren." Zij wilde echter nog niet aansporen tot uittreding uit den Bond. Immers, zij meende te weten, dat er aan den rechtervleugel van den Bond een streven gaande was om naast den Vrijheidsbond een nieuwe partij op te richten, cue de liberale beginselen op sociaal en economisch gebied niet zou laten be smetten door neo-democratische ge dachten": een keurbende dus van ras echte liberalen. Misschien zou het daartoe eenmaal moeten komen. Maar vooralsnog koes terde zij de hoop, dat deze nieuwe scheuring onder de liberalen zou kunnen worden vermeden. Zij wilde vertrouwen, dat de p; rtij zelf hare leiders zoti weten te dwingen binnen de banen eener Staatkunde te blijven, die met de liberale traditie in overeenstemming was. Dat zou kunnen blijken op de in Januari 1922 te houden vergadering, waarop het programma van actie der partij zou worden vastgesteld. De Nieuwe Courant is er voor ge spaard, liet sein tot desertie uit de gelederen van den Vrijheidsbond te moeten hijschen. Uit tactisch oogpunt gezien, was het voor hare geestverwan ten dan ook veel verstandiger, in den Bond te blijven en dien onder hun invloed te brengen, dan, zókort voor de verkiezingen, zich af te scheiden en aan den rompslomp van een nieuwe partijformatie te beginnen. Veel succes zouden zij daarmede zeker niet be haald hebben. Zoo vormden zij het plan, een vereeniging op te richten, die niet zelf als politieke partij zou optreden, maar wier leden propaganda voor hare denk beelden zouden maken in de poli tieke partijen, waarbij zij waren aange sloten. De vereeniging kreeg den naam Vereeniging voor nationale, vrij-economische staatkunde"; niet alleen Vrijheidsbonders, maar ook sommige Chris tel ijk-historischen traden tot haar toe. De naam vrij-econoniiscli" heeft geen zin (evenmin als vrij-liberaal"), maar van de woorden vrij" en vrij heid" schijnt nu eenmaal een groote bekoring voor sommigen uit te gaan; er zijn dames, die zich alleen bij den Vrijheidsbond aansloten, omdat zij den naam zoo mooi vonden. Het samentreffen van Vrijheidsbonders en christelijk-historischen be hoeft niet te verwonderen. Op eco nomisch en sociaal gebied bestaat er bijna geen onderscheid tusschen hen; wanneer de christelijk-historischen zich losgemaakt zullen hebben van de rechtsche coalitie, zal er weinig meer in den weg staan aan een fusie tusschen hen en de Vrijheidsbonders. Te Utrecht gaat het dien kant al uit; op een bij eenkomst van dames, die door de afdeeling van den Vrijheidsbond werd samengeroepen, voerde zoowel een christelijk-historische dame als eene van den Vrijheidsbond het woord, ver moedelijk niet in contradictoir debat, maar in harmonischen beurtzang. De leden clan van de zooeven ge noemde Vereeniging moeten de staatkunc'ige partijen, waartoe zij behooren, doortrekken met den nationalen en vrijeconomischen, alias vrij-liberalen zuurcleesem. In den Vrijheidsbond heeft dit proces reeds plaats gehacl, en wel in de vergadering, waarin het programma van actie werd opgemaakt. En, volgens een niededeeling in de N. Rott.Cour., trachten de leden der Vereeniging, die bij den Vrijheidsbond zijn aangesloten, thans ook aan hunne mannen een goede plaats op de candidatenlijsten voor de Tweede Kamer te verzekeren. Dat de werkzaamheid der Vereeni ging in den Vrijheidsbond niet zonder succes is gebleven, mag men ook hieruit afleiden, dat men in de laatste maanden niet meer hoort van het voornemen van malcontente vrij-liberalen om uit dien Bond te treden. Zij schijnen zich daar den invloed te hebben verworven, waar het hun om te doen was. Uit het pro gramma van actie blijkt dit voorna melijk hierdoor, dat het aantal ar tikelen, waarin de partij zich een slag om den arm houdt, no»vermeerderd is. Zoo is althans bij de eene groep van vrijzinnigen, zij het dan al niet dade lijk, dan toch reeds na verloop van een jaar, de partij-formatie tot stand ge komen op de wijze, die ook naar onze meening de meest gewenschte was: om de vrij-liberalen als kern hebben zich alle liberalen, die den schrik hebben gekregen voor alles wat sociale wet geving heet, samengetrokken. Maar het noodzakelijke tegenwicht: een aaneengesloten groep van demo cratische vrijzinnigen, ontbreekt. Tot concentratie is daar nauwelijks een poging gedaan; de eenheid, die nog bestond, is hoofdzakelijk door per soonlijke veeten verbroken. Men zal dus bij de verkiezingen in verspreide formatie moeten optrekken; vermoe delijk zal de uitslag van die verkie zingen de noodzaak van eenheid doen beseffen. Eerst wanneer dit gebeurd is, zullen de vrijzinnigen het voorbeeld van een partijformatie hebben gegeven, die overeenstemt met het in werkelijkheid bestaande verschil van meening. En TjybGENCDfEN DE OORLOGSJAREN II. Het slotwoord voor de nederlaag bij Capo retto moge de opmerking zijn van een half dronken soldaat die onder den arm een kip hield, gestolen van een Italiaansche hoeve bij den wanordelijken terugtocht der troepen. Hij toonde zijn buit en zeide: Nu begrijp ik de voorkeur der Russen om in plaats van te vechten door hun eigen land terug te trekken". Den dag voor den heilloozen slag had Cadorna, de opperbevelhebber, de trotsche legerorder gegeven: De aanval van den vij and vindt ons vast van zin en goed voorbercir1" Wij waren het niet, waarschuwt Stanghëllini, het mankeerde ons aan organisatie en voorbereiding, maar wat kan een generalis simus en een generale staf daarvan weten? De aanvoerder van een peloton is beter bekend met den waren geest van de soldaten t an zij. Men stelt zich gewoonlijk oni,er een opper bevelhebber iemand voor die over zijn kaarten gebukt de bewegingen van zijn manschappen in den slag leidt alsi f ze met draden aan hen; \\aren verbonuen en geeft hem de eer of de schande van oe uitkomst. Geen verkeerder gedachti' ! Hoc verder hij van oe troepe.i afstaat hoe minder hij kan oordeelen over den toestand van het leger. Het zijn alleen de kleinere bevelseenhelen die inderdaad de hand hebben op de pols van de manschappen en z:ch daar naar kunnen regelen in hoever zij hen moeten vertrouwen en wat zij van hen mogen eischen. Wij hadden in 1918 de overtuiging, zegt IIMMIMJMMIHMMimMMMIIMIMIIMMMlIMMMIIIIIIMIlmMIlmMMllMMMIIllMIMlnlMMIlMMII Stanghellini, dat die kennis niet verder ging dan het commando van een brigade. In 1D18, toen het .ront zich had hersteld met de hulp van de gezonden Fransche en Engelsche legerafdeelingen, behoorde Stanghel lini tot de brigade onder generaal Pc ris die bij Asiago stond rechts van de Engelsche hulptroepen en tegenover het Trentino. Generaal Perris is voor hem de ideale bevclhebbe r geweest, de troep vereerde hem als een vader en bouwde op zh-< zorg. \V'at denkt Don Carlo V - heette het onder hen. Met zijn beslissing was een zaak uitgemaakt. Het vertrouwen keerde terug. Van den over kant daarentegen, van de Oostenrijksche linie, waren er telkens overloopers. Zij hadden geweldige dingen te vertellen van de maat regelen die aan hun zijde werden genomen, masseering van troepen, ophooping van ar tillerie, verspreiding van gasboinmen. Voor ledere vijftig meter stond het geschut en de vergiftiging gereed. Men hoopte met een slag Vizcenza en Venetië te winnen. ?- Er blijft in deze streek geen vlieg in 't leven, - zeide een van de soldaten die met open mond het verhaal der deserteurs aanhoorde. Maar \\aarom zijt ge dan over.geloopcn , als ge zulke verwachtingen hebt, v roes.' een dei officieren . - Omdat men van hoop niet kan le\en, was het antwoord, we krijgen niets te eten, en het is niet uil Ie houden voor ons C/eehen en Koemenen ouder de l longaarsche korpo raals. Het waren alles voorboden van een hai'dnckkigen aanval. Van dag lol dag werd die aanval geuacht. Hel was een tijd van g'oole spanning, maar de morgen bi;;k aan eu de avond ging voorbij zonder dat de voorbereidende kanonnade plaats had. Langzamerhand begon een datum meer bepaald te worden genoemd. Op de hoogte Eckar die den wegnaar h et V i een t vnsche verlegde, zou tegen het midden van Juli een bestorming worden ondernomen, waaraan niets k m weerstaan, giftige gassen waren gevonden, die geen masker kon afweren eu die de edelste deelen van het lichaam aantastten. Het bleek wel /.oo te zijn. Van het hoofdcommando kwam bericht dat 14 Juli het geschut zou worden gericht op de preparatieven van den vijand in dien hoek. Tegen den morgen van den l oen moest men gereed staan. Het vuur werd in den avond van den 14en geopend uit de Italiaansche, Engel sche en Fransche vuurmoiuien : men kon hun stemmen onderscheiden. Van de Engclschen was het een woedende stortvloed, de Fransche hielden een rhythmus mei vaste cadens, het Italiaansche vuur in de nabijheid sprak met verschillende nuances dol', schetterend, ver scheurend, fluitend, met wijde lichtvlagcn die het somber dreigend gebergte op den achtergrond op eenmaal in zijn majesteit. openbaarden, dan in zijn zwijgende duisternis terugwierpen, terwijl de echo in de kronke lende dalen den donder weerkaatste en in een smartelijk steunen oploste, ten einde. I-Jij iederen kauniistnol was het a!so1 de tegenaanval nu moest heginnen, het hart klopte, maar tegen twee uur verflauwde liet vuur, om twee uur was het volstrekte stilte. Zou het niei best zijn dat wie geen dienst heelt. ina.'T ging ruslen V" l >e aanval zou om drie uur zijn". Dan is er nou tijd". Stanghcllini kroop in zijn slaapzak, de kapilciu eveneens, hij wa ?- dadelijk in sl.rip; maar onze lui'eiiant, die z;i:i helm en zijn niaskei bij de hand had gehouden, keek telkens op de verlichte \\i;/.er van ziin horloge. I.en minuut o v e r ui!e, twee UMiuten. dne, vul", vi;[ minuten ' daar harstie een ork;i,-ju los, alle slui'.en van den heme! openden z.cn. Van l wee kanten een oorvcrhrijze'uul on weer. l 'e kapitein si'ep ais een kind sia::pt. z; o n,si;s.1'. Mij moest wakker worden geschud. De dienstdoer.de officier t rad het kleine bar ik ie bmnen , l IIMIIllllllnlIMIIMIMMIIIIIMMHIlnnMIMIIllMMMlllMMMIIIIIIIMIMIMMMMMUMIII hij lachte: het orkest vangt aan". In een oog wenk waren zij gereed, behalve de kapitein, die eerst nog de edele deelen van zijn lichaam tegen het genoemde gas wilde beschermen en zelfs vergat zijn helm op te zetten en het masker voor zijn gezicht te honden. - Voor een deel vergeet hij het geheel, gaven de anderen zich nog den tijd om op te merken, en trokken onder het gejoel van alle elementen van verderf naar de barak van den generaal om orders te ontvangen en over te brengen. Daar, bij het wankele licht van een kaars, zat de chef en leider gebogen over een tafel waarop hij de verschillende ingekomen be richten samenordende en tot een geheel schiep dat overeenkwam met zijn visie van het beeld van den slag. De hand steunde het hoofd en greep waar de gedachte niet dadelijk wilde vlotten in het zilvergrijze haar.... Uil die cel straalde de energie van den weerstand, het licht dat door het venster scheen onder de verwarring van nacht en kunstmatige nevels was het oog dat waakte te mid'.lc:) van den storm der afgrijselijke t ragedie. Om kwart over acht won de zon het over de mvsieries van de duisternis. Hel terrein was te overzien. Van een wachtpost klonk het n;] i!.- noogte. De Oostenrijkers zetten zich in he'ucgins; tegen d.1 ! lekarhoogie. Daar stonden drie hataülons Italianen < m den toegang tegen ;le gcheeie Oostenriiksche bri gade te verdedigen. Si iugheili'ii hieki den toestand voor wan hopig. ll;j zag ai \oor zich de herhaling van de vmcht op het eind van October van hel vo'\g jaar. M r-.r de geiler,ia! stortte zich uit z.'i'; b.i a K e.i steü.Hnd o;i v<.n rnsiieke houicn leu'MH' a .n de;i weg wee> hij mei de h'm d en senreeiiW'ie a>o!' hei u: i zijn verscheurde ziel kuam: Vierde ba! teniij ij, vuur daa!'op! Een w :'Klei" gebeurde : de regel nrn !g <> e ca d en Beerde vcitoleüvermenigvuldigde:! zich in geweid dat voorbeeld zullen de partijen der rechterzijde moeten volgen, al stribbe len zij nog zoo tegen. Gelijkheid van godsdienstige overtuiging biedt geen waarborg voor gelijkheid van meening in maatschappelijke vraagstukken; in een tijd, waarin deze laatste alle andere naar den achtergrond duwen, kunnen niet langer in ne politieke partij samenwonen, wie over de oplossing van deze vraagstukken tegenovergestelde meeningen koesteren; de actie, die de heer van Cranenburgh en zijne mede standers in de R. K. partij hebben ondernomen, moge haar nog niet dade lijk splijten, zij trekt de kerflijn, waarlangs deze partij in niet ver ver wijderde toekomst in tweeën zal worden gekloofd. KERNRAMP. NA WASHINGTON GENUA Tweeé'erlei terugkomst: Balfour onder fan fares, door allerlei genootschappen onthaald, door den Koning geprezen, door iedereen geëerd. Sarraut, stilletjes aan wal gestapt, Briand afgetreden, wég-gekeken. En Poincar redt wat nog te redden valt. Dat zal hem misschien beter hikken dan menigeen had gedacht, want de zoo hooggeroemde Fransche of Latijnsche logica is op het terrein der politiek dikwijls ver te zoeken : wat de Fransche députés van Briand niet aannemen dat eten ze allicht uit Poincaré's hand. Het ontworpen Anglo-Fransche tractaat nochtans, schijnt men nu inderdaad bezig, zoo op te poetsen dat liet er wat meer presentabel voor de Franschen uitziet. Of het een wcilerzijd^clic garantie wari'.l in plaats van een eenzijdige garantie van Frank rijk door Engeland. Dat is nog uit geen enkel communiqué, officieel of officieus, gebleken. Wel wordt beweerd dat de duur der overeenkomst op dertig inplaats van tien jaren gesteld zal worden. Misschien heeft men gedacht aan Bismarck's woord: dat men de Voorzienigheid toch niet langer dan een generatie in de kaart kan kijken. Intusschen, aangaande de resultaten van het onderhoud tusschen Lloyd George en Poincaréte Boulogne, voor zoover die bekend zijn, geeft de Duitsche pers wel een aanwijzing. Over het geheel toch uit zij zich smalend en gering schattend. Daaruit zou men mogen afleiden dat het tusschen Engeland en Frankrijk werkelijk heel wat beter botert dan men te Berlijn had gehoopt. Men was daar natuurlijk in gespannen verwachting van het algemeen siiiire qui pent dat in Europa het wachtwoord zou zijn geworden, zoodra inderdaad een onoverkomelijke scheuring tusschen Downing Street en de Qtiai d'Orsai zou zijn ontstaan. Maar de Engelsche staatkunde, daar te lande zoo teekenachtig Statecraft genoemd, heeft ons werelddeel, naar men thans hopen mag, voor een dergelijke ramp behoed. De Statecraft is niet voor niets sedert eeuwen het ambacht der Cecils geweest, zij is hun een instinct geworden, zooals men in vele geslachten het artistieke, het financieele in stinct kan volgen. In Frankrijk, tijdens de revolutie, zijn heel wat hoofden gevallen die de overgeërfde wijsheid van eeuwen op toekomstige staatslieden hadden kunnen voortplanten. Het Britsche volk is nooit tot zulk een zelfverminking overgegaan. ,,The average Englishman dearly loves a Lord" is een bekend gezegde en het zou een kwade dag voor Albion zijn wanneer het ooit de oude leiders verjoeg of afdankte. Balfour heeft te Washington wel cuidelijk getoond, het Cecil-instinct in hooge mate deelachtig te zijn. Het heeft hem, toen hij de kans zag zijn levenswerk te bekronen, niet in den steek gelaten. Toen Hughes zijn eerste vuurwerk afstak, was Balfour de eerste die en in razernij. Zonder zich adem te gunnen, schoot zjj in vertwijfeling voort. Het was alsof n man haar bediende, zich onophoude lijk bewegend. De ziel van de batterij gaf zich. En de generaal: Nog meer, nog sterker ! Vierde batterij, flinkernog. Vermoordt hen ! Nooit", verklaart Stanghillini, heb ik den vijand gehaat, maar op dat oogenblik schreeuwde ik met al de anderen mé: Ver moordt hen ! Het was toch ook wel te veel hen het huis te laten inbreken iederen keer dat het hun beliefde, en ditmaal moesten wij ook vechten met on/en haat om het hun te beletten. De 5e en 7e batterij voegden haar koorts achtig geweldig vuur hij de wanhonpsschoten van de vierde. De vijand werd opgehouden. Maar dan daalde weer het mysterie van den nevel over de plaats van den strijd, allerlei geruchten verspreidden zich, twee Fransche soldaten kwamen aangeloopen: Les autridiiens sont ici !" Toen de generaal dat hoorde schoot toorn in zijn stem en in zijn vlammende oogen. Het is een leugen. Het is niet mogelijk". Hij wist welke menscheu hij daar had bij de hoogte Eckar. Dat was genoeg voor hem om te /.eggen : Het iseen leugen". En met dezelfde woede voegde hij er aan toe: Houdt die mannen in 'v oog, en bij het eerste verdachte teeken, gefusilleerd !'' Maar enkele oogen blikken later kwam er een ordonnans van hoogte Eckar terug met een billet van den commandant. Het hield de eenvoudige woorden: de Oostenrijkers zullen niet passeeren. Vier dagen daarna (rok de zegevierende brigade over de hoogte van Asiago. Een moment volgde dan van rust en van opluchting om de ooren te ledigen van het tumult van den slag en het hart te vervullen m.-t de blijdschap van het geluk. Het was de wecrwraak op Caporetto, zij hadden het vaderland teruggekregen .... W. G. C. B Y V A N C K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl