Historisch Archief 1877-1940
18 Maart '22. - No. 2334
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
RUIZE-RIJMEN
LENTELIED
Lieve lente, kom ons troosten !
Smachtend zien wij naar u uit;
Zie, het daghet in den Oosten:
Nieuwe lente, nieuw geluid.
(Dit is ui t de Mei van Gorter,
'k Heb dien term al meer gehoord;
Maar wat zegt het mooier, korter
Dan dit afgezaagde woord?)
'k Loop al iedren dag te droomen,
Hoe ik weer genieten zal,
Van de wegen en de boomen,
Vliet en weiland, duin en dal !
De Rivierra gaat vervelen,
Met die dooie, blauwe zee;
Mij ku' j' 't heele zaakje stelen,
'k Doe niet aan den lofzang mee.
Schmink en reukwerkwinkelwalmen
Vrouwen van verdacht allooi
Harde kleuren namaak-palmen
Prentbriefkaart-oweeërs mooi!
Ik verkies mijn lage landje
Met zijn tinten, teer en zacht
Als j' er indenkt, watertand je
Van de vreugde, die je wacht!
Lente, kom ! Ik wil naar buiten,
Waar ik stille Schoonheid vind,
Waar de knoppen zich ontsluiten,
Trots de frissche voorjaarswind.
Lieve lente, lach mij tegen,
Ik wil van de stad vandaan !
Ik wil dwalen langs de wegen,
Door de dorpen wil ik gaan.
Weg is weer de winterkilte,
Straten-herrie, achter mij !
Op, naar buiten ! Naar de stilte,
Zoete rust en mijmerij !
Wee ! Daar grijnst me 'n schrikbeeld tegen:
'k Voel een schok, terwijl 'k 't zeg
't Stof-stank-brul-beest-van-de-wegen....
Lieve lente, blijf maar weg.
C H A R i v A R i u s
IIIIIIIIIIIIMIII1UIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Illlllllllllllllll l
CHARIVARIA
Het Hbl. beschrijft een visch. Deze visch,"
lezen wij, heeft een enormen kop, gevolgd
door een soort langen platten, smallen zeer
buigzamen staart." In een restaurant werd
ons onlangs een visch geserveerd, waar niet
veel meer aan zat.
DE MIRANDA NAAR RUSLAND ?
Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
iiiitniiiiitiiiiini
En hoe zal Schoten er uitzien na over 20
jaren vooruit?
De nieuwe terreinen werden nu
ook toegankelijk voor meer bescheiden
beurzen". (Loc.)
Je ziet ze er a! verheugd rondwandelen.
Plat-Duitsch.
? Zooveel durende interesse. Ook
het hedendaagsche leven heeft zijn
interesse." (Couperus in de H. P.)
Hun jeugdpassies zijn au fond zoo
frisch en begeesterend". (Ind. P.)
Springstoffen" (Wetsoniw.)
De O. H. C. meent, blijkens herhaald ge
bruik in dien zin, dat auditie uitvoering"
beteekent. Ziehier waar dat toe leidt :
Maar ik zelf heb hem nooit anders
dan als Beethoven-auditeur gehoord".
Onze advarteerende humorislen.
Energiek persoon, 25 jaar, sympathie
ke verschijning, zoekt kennismaking
met dame tusschen 20 en 30 jaar, in
het bezit van eenig kapitaal. Het
kapitaal ter eener en zijn werkkracht
ter anderer zijde zullen vaste waar
borgen zijn voor wederzijdsche toewij
ding en gelukkig huwelijksleven.
(Adv. Tel.)
Ondergeteekende maakt aan de
ingezetenen van Koekange bekend,
dat hij wegens hoogen ouderdom n;et
meer uit dekken en slachten kan gaan.
Dankende voor het hem gedurende
55 jaar zoo ruimschoots geschonken
vertrouwen, enz." (Adv. Mepp. Crt.)
GOEDE BOEKEN
Te Amsterdam zijn volgens de bladen moei
lijkheden gerezen in het jaloezieën-vak. Waar
schijnlijk jalousie de métier.
Toen heeft men een groen alle
kleeren uitgetrokken, behalve
bovenen onderbroek." (Rapport R. M.
Univers. Utr.)
Blijkbaar terugdeinzende voor de moeilijk
heid alleen de laatste uit te trekken.
Onze teekenaars.
De geheele week stond in het
de jaarmarkt." (N. v. d. D.)
van
Zij, die Schoten hebben gekend
voor ongeveer 20 jaren terug, kunnen
Schoten's ontwikkeling het best
beoordeelen." (O. H. C.j
14. ,,De Montessori-schwol," door Kommer
Klein.
15. Vrouwen-logica," door IJsbrand.
16. De Anthropohagen," door Keetje
Leevend
17. Woning-coöperatie," door Z. E. O.
Wibaut-May.
18. Per fiets de Drachenfels op," door Top
van Rijn?Naeff.
19. Het Paradijs," door van Eeden.
20. Hoe behoed ik mij voor zeeziekte?"
door Braakensiek.
21. De Zaanstreek," door K. Rommeny.
22. Hartstocht," door Ben van F.ys.
23. Vergevensgezindheid," door X. Zalm.
24. Daatje's Echtscheiding," door de Mi
randa.
25. Drink niet'." door Boissevain.
26. 1001 Voorgerechten," door Ans |o Vis.
(14. C. te D.; 15. n. te H.; 16. W."te R.;
17. R. te H.; 18. G. te A.; 19. B. te A.; 20. D.
te A.; 21. H. te A.; 22, 23, 24, 25. M. te H.;
26. H. t; H.)
De prijs is gezonden aan Mevr. C. te D.
voor No. 14.
GESLOTEN WEGENS
AMBTS&EZIGHEDEN
niiiiiiif imiiniiiniiiiiiiii i iiiiiiiiiiiiMiitt iiiiiiiiiiii
SCHILDERKUNST-KRONIEK
TliNTOONSTEI.I ING Au. LlJBBERS.,
Alllsterdam.
In het gebouw Hjystee, Heerengracht, zag
ik een verzameling schilderijen en teekeningen
van Ad. Lubbers, vrucht van niet veel meer
dan een jaar arbjids.
Toch hingen de wanden der vrij groote
zaal vol, en stond een niet onaanzienlijke
portefeuille met teekeningen in een hoek.
Terwijl deze teekeningen meermalen eerder
tam, gewoon, min of meer ouderwetsch
aandeden was het schilderwerk zonder uitzon
dering modern. Naar den zwaarkleurigen,
half decoratieven expressionistische!! kant.
Men kati twisten over de vraag of het
wenschelijk is voor zulk eene grootendeels onrijpe
collectie (de heer Lubbers schildert nog nief
lang) nu reeds publieke belangstelling te
vragen. Maar uit de beschouwing vielen twee
voor den schilder \erheiigende conclusies te
trekken: de vaststelling van zijn
eerbiedwekkenden serieuzen werklust en die van zijn
omniskenbaren vooruitgang. Er was een groot
stilleven met chrysanten" waarin de
chrysanten me niet het best geslaagd leken,
maar waarin de sterke kleuren van achter
grond, tafelkleed, vaas en bloemen aange
naam samenstemden; er waren ook twee
kleine geteekende portretten, waarin een
losser, bewegelijker trant, dan in andere
bereikt was'. Deze en het stilleven behoorden
tot des schilders laatste werk. Er zijn meerdere
menschen geboren met een aanleg die dien
van den heer Lubbers evenaart, maar zijn
ijver en ernst kunnen oorzaak zijn dat hij
het verder brengt.
H E N N u s
ttiMiiliiiitiimiiiii
iiiliiiiiiiiilliiiiiiiiiiililinillillllli .llilll
DE UITTOCHT DER
ANDERSSONS
(met tekeningen voor ,,de Amsterdammer*
van Is. van Mens)
Wanneer ge uw atlas opslaat zult ge daarop,
in het Noorden van Europa, een langgerekt
land vinden dat, tesamen met een donker
bruin gekleurde strook, een schiereiland vormt
dat de silhouette vertoont van een gestroopt
konijn. j onderste helft nu van dat konijn
heet Zweden, en daarheen hoop ik den lezer
door deze g-jographische inleidingin gedachten
verplaatst te lubben.
Zweden is een koninkrijk van zes-a-zeven
millioen inwon:rs, waarvan verreweg het
grootste deel Andjrsson heet, zooals ten onz:nt
alle de Vries'en, de Bruin's, en Jansen's bij
elkaar.
De Anderssons wonen niet tesamen of
bijeen, maar ze zijn over d,- geheele onderste
helft van hst gestroopte konijn verspreid.
Ziezoo. ... en nu is lut uit met alle geleerde
uiteenzettingen en kan het verhaal beginnen,
zonder dat dj lezer bevreesd behoeft te zijn
andermaal buitjnzijn
wil om in wetenschap
pelijke verhandelin
gen betrokken te
worden.
Ik was dan op een
zakenreis, en bezocht
het lange smalle land,
op de uiterste Z.-punt
waarvan ik mij na
tuurlijk aanvankelijk
bevond.
Het was mijn plan langs een der weinige
spoorwegen, die het land als schaarsche
aderen van Zuid naar Noord doorsnijden, mijn
weg te kiezen.
Op een twintigtal plaatsen zou ik afstappen
en relaties aanknoopeii voor mijne coöperatieve
Appelstroop-plantages op Zuid-Bevelaud.
Zulk een reis brengt voor de-n on-ingewijde
talloo/.e bezwaren mede.
Het voornaamste daarvan was wel de ge
weldige drukte in alle branches van handel.
In bijna elk hotel vond ik alle kamers door
collega's en concurrenten bezet.
En of ik al vooruit telegrafeerde.... het
hielp geen zier....: gedurende de eerste
acht dagen van mijn reis werd ik zesmaal
in hotels afgewezen.
Den negenden dag ontmoette ik een lieer
in den trein, die reisde in Spaansehe
abriko/.enpulp. Hij was een gjzellige pi a te r en aangezien
onze branches parallel liepen /.onder elkanders
winst te bedreigen, sloten wij vriendschap en
besloten wij de verdere n.is naar het uiterste
einde van den N.waarts gelegen staart van het
gestroopte konijn gezamenlijk af te leggen.
Hoewel mijn nieuwe vriend reisde in
Spaansche abrikozenpulp, werd hij overal ontvangen
met de eer die een gezant of een vorstelijk
persoon slechts pleegt toe te komen.
In elk hotel waar wij afstapten werden de
deuren wagenwijd voor ons geopend en werd
ons de keus gelaten vau de schoonste vertrek
ken waarover het tablissement beschikken
kon.
.Als met n slag was mijn ellende voorbij,
en ik reisde als een prins, of althans als de
adjudant van een prins.
Slechts n ding bevreemdde mij....: hoe
wel mijn vriend eiken avond telegrafeerde naar
het beste hotel van de stad waar wij den vol
genden dag hoopten aan Ie komen, ontkende
hij overal stellig en stelselmatig vooruit
getelegrafeerd te hebben.
Ondanks dat overal buigende hoteliers,
overal keuze van vertrekken.... en, dit
was een symptoom dat mij bevreemdde, bijna
geheel verlaten restaurants....
Wel viel het mij op dat de heer Miranda
aldus heette mijn vriend - in elk hotel waar
hij aankwam, de sterotype vraag stelde:
Is mijnheer Andersson vertrokken?"
Dan antwoordde elke portier, licht verblee
kend, van ja....
Op deze wijze v'crlup >nijn zakeni'iis op de
aangenaamste wijze. 1'ehaKe dat ik kolossale
hoeveelheden appelstroop afzette, u as mijn
tocht ook uiterst comfortabel.
Zoo kwamen v. ij aan het voorlaatste sta
tion van on/.eu tocht, l k-1 allerlaatste zou
natuurlijk het aliernoordeliikste zijn.Want daar
moet men zouals vanzelf spreekt rechts om
keert maken, wanneer men tenminste geen
zaken heeft onder de bewoneis der Noordelijke
Ijszeeën, en daarvan verwachtten Miranda
en ik, althans wat onze branches betrof, weinig
of geen heil.
Dien voorlaatsten avond dan bood ik den
abriko/en-pulp-reiziger een diner aan dat er
wezen mocht.
Wij waren beiden zeer ontroerd en, hij het
ii. iiiiiiiiiMMiiiii aiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
dessert, dankte ik
hem in welgekozen
bewoordingen en met
hoog opgeheven
champagneglas voor
zijn hulp c n zelfver
loochening.
Maar. . . . zoo
vroeg ik hem....
beste Miranda, gij
kunt mij niet voorliet
lapje houden ! Wij
zijn beiden van de
vruchtenbranche,
hoewel van verschil
lende nationaliteit, en gij kondt mij, dunkt
me, nu wel vertellen wat er in de tele
grammen stond die g; eiken avond
vooruitgezonden hebt en welke ik telkens voor i
bekostigd heb."
Er kwam een geheimzinnig licht in de
oogen van den Spanjaard, maar, aangezien
hij beschonken was, bleek hij n ecledeelzamer
dan gewoon,ijk.
Hoewel hij mij tot nu toe steeds de af
nemende drukte in de hotels waar wij afstapten
had verklaard als eer. verschijnsel dat samen
hing niet de toenemende slapte in zaken
naarmate men den Noord-pool naderde, haalde
hij thans een strookje papier uit den zak. Er
stonden enkele woorden op in het Zueedsch.
Pit is een recept sprak hij, dat een
/.akenvriend mij gegeven heeft. Eiken avond sein
ik de/.e woorden naarjhet^hötel waar ik den
volgenden dag wensch af te stappen. De ver
taling luidt:
Andersson. .... X- Hotel te Y.
Alles is ontdekt! Ander ssot>.
X en IJ naar behoefte in te vullen" lichtte
hij toe, en, op mijn verder aandringen, sprak
hij:
Elke Zweed heet Andersson. Elke
Zweedsche reizende zakenman ergo eveneens. Elke
zakenman heeft ten vertrouwden vriend. Die
heet dus k Andersson...."
Dus, stamelde ik, .... dus hebben wij alle
Anderssons voor ons uit gedreven?. . . . Hij
knikte van ja, en sprak:
Morgen zult ge het zien !"
Dien avond telegrafeerde hij naar acht
hotels.
Den volgenden dag reisden wij het laatste
stuk spoorbaan langs. Halverwege het uiterste
Noordelijke punt van Zweden ontmoetten wij
den Zuid-waarls gaanden tiein. Het was op
een gedeelte \an tien weg waarop de treinen
langzaam rijden. Onder het passeeren stak de
Spanjaard, ondanks de koude, zijn hoofd uit
het venster en riep met krachtigen stem:
Aiuti'ïssun !"
Voor elk raampje van den passeerenden
trein kwam een doodsbleek gezicht....
Dien avond vonden wij alle hotels van het
Noordelijkste stadje van Zweden geheel ver
laten.
Wij hadden ruimt' ken/e in logies.
Ai i: i. i s S T u K c