Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÜOR NEDERLAND
l April '22. - No. 2336
MISVERSTAND
T tekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
Dagelijks nemen de pattijen i:i aantal toe''.
TRUST
CUTIS TOEZE1DIM
UI
VAN DER HOOP'.
MEUBELBEWARINGEN TRANSPORT MIJ.
Oitilofond
limtigd:
TELEF03N
AMSTERDAM
VAN HAAR LAATST
VERSCHENEN
PROSPECTUS
UISTEIDIJI
k. Trompitriit
2115 ZUID
DE INNEMING VAN DEN BRIEL
door 'n gemoedelij ken Geus bezongen
^Sf
(Begeleiding voor Piano maakt een musicus er wel bij.)
,,'n Partijtje maken?"
Top! Wie is je candidaat?"
's Gravenhage
RUIME KEUZE
Gebruikte Automobielen voor
Verhuurinrichtingen.
Navigatie en Mooi-Nederland
DE ELITE-SIGARENMERKEN
Verkrijgbaar bij de voornaamste winkeliers
Fabr.: Firma RAPPARD & POTT - Tiel
van de Spaansche monarchie, stellig een zeer
gewichtige voorpost, van waar uit Frankrijk,
Engeland, Duitschland, en zelfs het Scandi
navische Noorden kon worden bereikt en be
dreigd, maar toch een vesting, die uitsluitend
in Spanje's belang werd verzorgd en bemand,
Met de eigen belangen van dien post werd
geen rekening gehouden te Madrid; nog
meer die belangen werden meer dan eens
ernstig benadeeld en geschonden.
Het spreekt van zelf, dat de tijdgenooten
deze dingen niet steeds scherp in het oog heb
ben gevat. Maar n ding hadden zij iederen
dag voor oogen: dat zij door Spanjaarden
werden geregeerd en gekneveld; dat zij
geen meester waren in hun eigen land. Dat
is het geluid, dat tot ons klinkt in de
geuzenliederen; geen vreemd volk is door onze
voor
iiiiiiiiiitiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiimiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiii
UIT FRANKRIJK'S ZUIDEN
door dr. N. VAN DER LAAN
I
Zoo zouden we dan, mijn vrouw en ik,
van Grenoble uit ons uitstapje maken
naar de Cóte." Marseille zou daar ons
hoofdkwartier zijn, vanwaar uit we Chateau
d'lf, Nimes en althans een deel der Riviera
wilden zien. We hadden ons van de reis die
we precies 12 uur 's middags beginnen veel
voorgesteld en werkelijk : het begin is heer
lijk, 't Is een zonnige, zelfs warme dag. Langs
de ruggen der steile, grillige bergen die het
bochtig Isère-dal omzoomen begint het eerste
voorjaarsgroen reeds te donzen. Tot Moirans
rijden we in de richting Lyon ; dan begint de
baan naar het Zuid-Westen af te buigen tot
Valence, vanwaar de P. L. M.-express van
Lyon ons verder zuidwaarts voert. De tocht
gaat nu langs de Rhöne, waarin met dezen
drogen winter bijna geen water staat. Een
vreemd gezicht, die rivieren, waar je nu op
den keiïgen bodem loopen kunt, en die toch
bij de nadering van steden en dorpen zoo duch
tig door steenen wallen gebreideld moeten
worden, straks, als de sneeuwmassa's op de
bergen smelten gaan.
Prachtig landschap hier. Aan weerszijden
blauwen ver de hooge bergrijen en in de beval
lige glooiingen om ons heen liggen de dorpjes
gespreid, zoo vredig, als was er nooit een we
reldoorlog geweest, 't Is trouwens al weer zoo
lang geleden. En daarbij, in de provincie is
het geestdriftig meeleven in de wisselingen der
politiek al lang verdwenen, sinds nagenoeg
ieder er een of meer te betreuren heeft dier
enfants, morts pour la patrie" wier namen
in sombere opsomming op de gedenksteenen
der kleinste en hoogst gelegen kerkhoven
gebeiteld staan. Juist toont naast mij een
grijzend heertje in druk gesprek met zijn
overbuurman, dezen een portret, geplakt in
een rouwomslagje : zijn zoon, opgegraven aan
de Marne, waar hij met versplinterden schedel
was neergestort, slechts herkenbaar aan een
medaillon, gedragen op zijn borst. Et cette
pauvre mère, monsieur!" trilt zijn stem.
Is het wonder, dat wat er nu verder gebeurt,
die menschen koud laat? Temeer daar ze het
zelf reeds begrijpen en uitspreken,als Napoleon
bij Austerlitz : ,,c' est du sang répandu
inutiletnent.... et presque sans but."
ouders zoo fel gehaat als de Spanjaarden;
van den eersten dag af krijgt het verzet tegen
den koning het karakter en de kracht van
een strijd tegen een vreemden overheerscher.
Dat wordt afdoende bewezen door het feit,
dat tal van Nederlandsche Katholieken,
geplaatst voor de keuze tusschen hun geloof
en hun vaderland, het laatste hebben gekozen;
zij aanvaarden de regeering der Staten en de
heerschappij van het Calvinisme, zoo zij
slechts aan de dwingelandij der Spanjaarden
kunnen ontkomen.
In dezen zin is de groote opstand wel waar
lijk een nationaal feit bij uitnemendheid,
een strijd voor de onafhankelijkheid. Hij is dat
evenwel niet alleen; hij is dat ook in verschil
lend tempo en kracht. Daarbij nemen wij in
den loop van den strijd een opmerkelijke
verschuiving van oriëntatie waar. De Bour
gondische monarchie was in den grond der
zaak een Zuid-Nederlandsche staat met als
aanhangsel eenige noordelijke gewesten; in
het Zuiden was de zetel der regeering, daar
lag 's lands eenige universiteit, Leuven; daar
waren ook de steden, waar de eigenaardige
Bourgondische beschaving het rijkst bloeide.
Holland was eigenlijk een aanhangsel van
Brabant en Vlaanderen geworden, die ook in
de Staten Generaal de leiding hadden en den
boventoon voerden. Dat Holland daarbij in
zijn stoffelijke en geestelijke belangen niet
werd gekrenkt, kan men waarlijk niet be
weren.
Zoo bleef de toestand onder Karel V. Maar
juist de overwinningen van den Keizer
hadden dit gevolg, dat het Noorden, dat met
name Holland een aanzienlijke versterking
van macht en beteekenis kreeg tegenover het
Zuiden. Toch bleef de klein der regeering in
het Zuiden; toch was de oppositie tegen die
regeering in de eerste jaren van Philips II
in hoofdzaak een verzet van het Zuiden. Maar
intusschen groeide het Noorden in beteekenis.
Als in 1565 het Compromis der edelen tot
stand komt, vinden wij een Hollandsen edel
man, Hendrik van Brederode, aan de spits;
opmerkelijk is daarnaast het groote aantal
Friesche edelen, die het verbond hebben
geteekend. In het Noorden komt de beweging
los, overeenkomstig ons volkskarakter wat
langzaam en traag. Maar als de opstand ook
eenmaal zich heeft ingezet, dan volhardt men
tot het uiterste. Men trekt het zwaard niet
gauw; maar als het eenmaal getrokken is,
wordt de scheede weggeworpen.
Dit is de blijvende beteekenis van den eer
sten April. Het is het begin van den
onverbiddelijken oorlog met Spanje, waarvan geen
einde was dan de volkomen ondergang of
de volkomen zegepraal. Toen Holland een
maal den strijd was begonnen, heeft het dien
niet meer gestaakt. Vlaanderen en Brabant
hebben zich na langer of korter verzet weer
aan Spanje onderworpen. Holland bleef door
vechten en het vereenigde om zich heen een
krans van bondgenooten, die met het centrale
gewest welhaast een nieuwen staat gingen
vormen. De Bourgondische staat lag aan
stukken; Noord-Nederland, georiënteerd op
Holland, maakte zich geheel en voor goed los
van het Zuiden.
Dat het zoo is geloopen, was waarlijk niet
te voorzien; het lag ook niet in de bedoeling
van den Prins. Hoewel stadhouder van Hol
land, heeft hij toch klaarblijkelijk de beteekenis
van dat gewest niet onmiddellijk begrepen.
VÓQT 1568 bekommert Oranje zich niet veel
om'Holland. Eerst daarna begint hij betrek
kingen met de leidende Hollandsche staats
lieden aan te knoopen. Maar nog de veldtocht
van 1568 en zelfs die van 1572 gaan eigenlijk
buiten Holland om. De verrassing van Den
Bnel is eigenlijk voor Oranje een even on
aangename verrassing als voor Alva. Ook is
hij niet onmiddellijk naar Holland gesneld om
het verzet te organisecren; hij zendt zijn
vertrouweling Marnix om hem op de Staten
vergadering te Dordrecht te vertegenwoor
digen. Zoo moet Holland zich in 1572 zelf
helpen en redden; het helpt en redt wel
waarlijk zich zelf. Eerst in het laatst van 15^2,
als ahcs in het Zuiden is mislukt, komt de
Prins naar Holland om de leiding van den
opstand op zich te nemen. Maar dan ook
hebben Holland en Oranje elkander spoedig
gevonden. Dan heeft de Prins de kracht van
De Geuzen van stokvisc/i verstoken,
Geen Spanjaard um soep van te koken,
Het viel ze niet mee
Daar u p de Noordzie!
In maanden geen borrel geroken.
En Treslong riep: Nuchtere Geuzen!"
,,Den Briel in, dat is ome leuze!"
Hij vroeg aan Lumey
Wat d i: er van zei,
Lumey zti: Nou Treslong, 't is reuze!"
De Brielenaars zagen de booten;
2e hielden de poorten gesloten;
Ze riepen bevreesd:
We zijn er geweest!"
,,2e snijden ons strakjes in mooten !"
De Geuzen, verstandige pieten,
Zijn toen niet gaan vechten en schieten.
Ze. namen een mast
Van achteren vast
Daar gingen ze mee op visite.
Ze zouden 't listiger flikken
En zijn op de poort gaan staan mikken.
Lumey mikte mee
En brulde: ,,Hoezee !"
Er is in den Brizl wat t? bikken!"
De poort werd toen opengeloopen,
De stad was op zolder gekropen.
We rneenen 't goed !"
Weest, burgers gegroet!"
Die dachten: we willen 't hopen.
Toen gingen de woedende Walen
Hun nijd op de Priesters verhalen;
7.e namen 'n strop
En hingen ze op. %
In Oor klim gebeurden schandalen.
De Geuzen di.' hebben, jandome!
Een maal van drie dag'.n genomen.
Toen hebben er tien,
of dertien misschitn,
Een apendicitis bekomen.
Don Alva was niet op zijn hoede,
Die strop kon hij nimmer vermoeden,
Hij kreeg in Breda
Een poosje daarna
Een stuk Spaansche griep van de woede.
Toen schreef hij aan Philips de Tweede :
Ik zit in de akeligheden,
Wat moet ik nu doen,
Ik ga met pensioen
Ik heb m' in mijn vinger gesneden.
Daarna schreef de Koning van Spanje:
Zeg Alva, de pip krijgen kan je"
Een ezel ben jij"
Nu geeft die Lumey"
Op mijn kosten rondjes Oranje!"
t
Den Briel ging voor Alva verloren,
De Geuzenvlag woei van den toren,
En zonder die Geus
Dan waren w; heusch
Nog allemaal... .toreadoren.
MORAAL
Om nu nog den Briel buit te maken
Zou Holland in lasten doen raken;
Dan eischte terstond
De Geuzen-vakbond
De drie-kwartier-vechtdag, of staken.
J. H. SPEENHOFF
Holland begrepen; hij komt in Holland, zooals
hij aan zijn broeder Jan schrijft, ,,d'illecq
faire ma sépulture," om er zijn graf te
vinden.
Zijn graf heeft hij er gevonden. Maar ook
heeft hij er een zelfstandig Nederland ge
bouwd in Holland en om Holland heen. Maar
de grondslag daarvan is toch gelegd door
anderen, door de ruwe gasten, die Den Briel
op den eersten April hebben veroverd. Daarin
was veel meer berekening en beleid dan men
gewoonlijk meent. Er is methode in de bevrij
ding van Holland in het voorjaar van 1572.
Eerst Den Briel, dan Vlissingen, dan
Enkhuizen worden bezet; vandaar uit gaat het
bevrijdingswerk geregeld en planmatig voort.
Holland is bevrijd van de zee uit, die het
voedt en beschermt tevens. Het eerst worden
de gewichtige zeeplaatsen bezet: Den Briel,
destijds de sleutel van de Maas, Vlissingen,
dat de Schelde stopt: Enkhuizen, dat de
Zuiderzee beheerscht. Geen van deze steden
is ooit weer door den Spanjaard bedwongen.
Het eenmaal vrije Holland is niet meer over
weldigd kunnen worden.
Dat was het werk der Watergeuzen. Daar
om moeten wij hen heden gedenken. Daarom
is ook de eerste April een dag van waarlijk
nationale herinnering.
H. B R u u M A N s
miiiiniiit iiiiiimiiiiiinniiniimiiiiiMimiinmi
MniiiiiiimmiiiiMiniiiiiliiMiMMii
iiimmr:) iiiiiiinii iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiii minimin mm iiniimiiimii 3111»mi
Maar intusschen zijn we het oude
Montclimar, het eldorado der noga-liefhebbers voorbij
en al in een echt Zuidelijk land. We komen
langs kale bergen en dorre velden, blootge
steld aan de vlagen van den Mistral, ,,un vent
fou," zooals men hem hier noemt. Dit is de
streek, die volgens Loti, zoo zeer overeen
komt met Palestina en onwillekeurig komen
ons telkens en telkens die tafereelen uit zoo
menige reisbeschrijving van het Heilige Land
voor den geest, bij ons steeds verder stoomen
naar het Zuiden. Moerbeien, knoestige olijven,
eerst schaarsch, straks in groote hoven bijeen,
donkere cypressengroepen ter beschutting
van de akkers, kale kalksteenheuvels, stof
fige stadjes als 't ware trapsgewijze gebouwd
langs de hellingen, hier en daar een oude,
brokkelige burchtruïne en dat alles overwelfd
door een in-blauwen hemel met stralend,
tintelend zonnelicht. Het is die zon, die alles
heerlijker en grooter tooverende zon, die
immers de schuld is van de befaamde, gulle
grootspraak dezer kinderen van hef Zuiden.
En we zijn het van harte eens met Daudet :
ze vergissen zich, maar liegen doen ze niet,
als ze in hun verhalen de ware afmetingen
uit het oog verliezen.
Ze komen nu, de stadjes met hun mooie,
oude monumenten : Orange met antieken
triumfboog en antiek theater, beide hoog
boven de huizen zichtbaar; Avignon. la
Florence francaise'' met zijn prachtige ge
torende stadsmuren t n zijn duchtig
oud-pausslijk paleis, massale Middeleeuwsche
forteresse, door zes zware torens versterkt. Ooste
lijk schemeren ver de bergen van Vaucuse,
waar Petrarca dichtte aan de stroomende
bron der Sorgue, onder het trillend blauw
van den Provengaalschen hemel," waar zoo
menig minnedicht ontsproot.
Tarascon ! Het roemrucht oord van den
heroïeken Tartarin. Een curiosum, ook voor de
Franschen zelf. Want, zooals Daudet ons ver
telt, gaat het werkelijk : Des têtes
curieuses se montrent a routes les portières de
l'express, et de wagon en wagon les voyageurs
se disent: Ah! voila Tarascon! Voyons
un peu Tarascon !"" Als we stoppen zijn we
het betaamde derde huis links op den weg
van Avignon reeds voorbij gesneld, maar
ruimschoots bewonderen kunnen we het
statig(?)stadhuis, het Grand HctelModerne",
n verdieping hoog en de rijke verzameling
paarden en ezels het blijkt juist markt
dag aan de huizen vastgemecrd.
lis on t un joli chateau, pourtant, ces
Tarasconnais" zegt een reisgenoot, als we bij
het verder rijden de ronde, gekanteelde to
rens va:: het slot boven de grijze
huizemnassazien verrijzen. En voor onze door de Zuider
zon verhitte verbeelding zien we Tartarin
daar op het kastee'plein heen en weer wan
delen, zich oefenend het gebrul van den leeuw
uit de menagerie Mitaine zonder sidderen aan
te hooren.
We naderen de Middellandsche Zee. Na
Arles, beroemd om zijn schoone vrouwen en
zijn reusachtig amphitheater, dat heel de
stad beheerscht, doorzwoegen we nog de kale
vlakte La Crau en.... de Etang de Berre, dat
grootsche, blauwe watervlak, is in 't zicht.
In oneindige verte nevelen ginds de beide
lange landtongen, die den ingang vanuit zee
beheerschen, en we hunkeren reeds in ge
spannen verwachting naar wat het zoo straks
zal zijn, als alle land zwichten en de heer
lijke, wijde Mediterraneédaar voor ons lig
gen zal in al haar stralende schoonheid. In
sierlijken zwaai volgen we de boorden van
den inham, nu eens vlak langs het water, dan
weer door olijfgaarden, aan den oever ge
plant. Bij elke bocht opent zich een ver ver
schiet van water, omlijnd door donkere boom
partijen met blokkige dorpjes daartusschen of
ook rijen zich plotseling de retizenbogen van
een Oud-Romeinsch bouwwerk langs den
slingerenden weg, dien we volgen. Dan
ineens is het uit. We ratelen in volslagen duis
terniseen tunnel door, mijlen lang. Als we
herademen in het langzaam nu dalend daglicht
strekt zich de onmetelijke zee voor ons uit
in reine, serene pracht. De handelsvloot van
Marseille ligt_daar op de reede van l'Estaqtie ;
nog even, en we stoomen langs een
grijsUNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIE*
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GRATENHAGE, TILBÜB6
LEEUWARDEN, OISTERWIJ5
DENHOUT, LOCHEM en BORCÜLCf.
Agentschappen in Indië:
BATATIA, SOERABAYA, SEMA
RANG, BANDOENG, MEDAN ft
WELTETREDEN.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIItlltllll
Huize J. ZOME1JK BUSSINK
Pavil|oenVoni)elpafUel7uiti 4190 en 5195
Restaurant a la carte
Lunch-Af ternoon-tea,Diners en Soupers
Dagelijks muziek door het Huis-orkest
bruine huizenrij het oude Massilia binnen'
De entree, des avonds, is luguber. Als een
vale steenmassa ligt daar de stad,
verdiepingsgewijze gestapeld op den hellenden rotsbodem,
doorsneden met smalle, steil naar zee
afloopende straatjes. Donkere straattvpen
van allerlei nationaliteit aan Italianen
alleen zijn er in Marseille 100.000?duiken
daar uit op en ook zonder veel verbeeldings
kracht lijkt het wel of we hier, bij het vallen
van den avond, in een of ander roofhol ver
zeild zijn. Pas maar goed op je zakken,"
waarschuwt mijn vrouw, en werkelijk geluk
kig dat we ons hotel besproken en dus een
vast doel voor oogen hebben, want als ik even
stilsta om den plattegrond in mijn Baedeker
te bestudeeren, komen van alle kanten de
gedienstige geesten ter hulp gesneld : Waar
heen, mijnheer?" Een hotel, mijnheer?"
We bedanken beleefdelijk en intusschen
georiënteerd gaan we met stevigen stap, als
geboren Marseillanen verder langs den schaars
verlichten Boulevard d'Athènes. Even eer
biedig een half cirkeltje maken om dien meneer
hier op het trottoir, die liever ongestoord
doorslaapt, daar even kijken in dat rijtje nieuws
gierigen, die voor een groot hotel een rijtui
genstoet afwacht. Het duurt te lang. Verder
maar weer op dat nel-verlichte kruispunt af,
daarginds. Misschien is daar wel een
verkeerscentrutn. En ja, gauw zijn we nu in de breede
Rue Noailles, dra, langs schitterende café's,
bioscopen en winkels, uitloopend in de be
faamde Cannebière, de trots der bewoners
van Marseille. La Cannebière": ze spreken het
uit met een zekere wijding, me een T ornaam
rekken van den derden lettergreep.*) Parijs
mocht willen,dat het zoo'n straat bezat.en dan,
nu ja, dan zou Parijs nog slechts een klein
Marseille zijn. En welk een eer voor ons!
Onze ,,chambre a coucher" is sur Ia Canne
bière." Onsterfelijke eer, maar ook onsterfe
lijk lawaai tot laat in den nacht, als de aan
houdende kreet der krantenverkopers La
nière, La Dernière" eindelijk verstomt en
de laatste ,,1'iacre" een laatst luidruchtig ge
zelschap, al zingend en gillend, wegvoert.
*) Een klassiek spreekwoord zegt: Si
Paris avait une cannebière, Paris serait tin
petit Marseille."
Gezicht op Marseille
Marseille. Hangende brug