Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l April '22. - No. 2336
tWOONHUYS
Leidschestraat 73 I
Prinsengracht 700?713 |
AMSTERDAM
l APRIL 1922
Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
Slaapkamer
Ameublement,
uitvoering Slavonisch Eiken
bestaande uit
Vierdeurige kast met 2
binnenspiegels. Toilettafel met spiegel.
Toiletfauteuil met bekleeding.
Litsjumeau. 2 Nachtkastjes met marmer.
2,Stoelen met bekleeding. Tafeltje.
Prijs compleet
l
f1050.IflIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllUllllllllltHIIlIllllltllllllllllt
KROMOBLANDA
1) H. F. Tillema, Kromobianda, Deel IV.
itriiiiiiiiMiiiiiniiMiiiiimiiimiiiiiimiii
Het vierde deel van de studie van den
heer Tillema over het Woonvraa'gstuk in
Indië en Tropische Hygiëne is verschenen 1)
en de schrijver vermeldt, dat dit zelfs nog
niet het laatste deel van zijn levensarbeid is.
Dit deel is weder bewerkt, als de vorige
en rijk van fotografieën voorzien.
Wij vinden achtereenvolgens behandeld o.a.:
1. Is de bevolking van Indonesië ver
meerderd en kan zij in aantal toenemen
onder de bestaande omstandigheden?; 2.De
gezondheid van het individu; 3. De vrouw,
de kinderen; 4. Tandenkorten; 5.
Kropgezwellen, hondsdolheid, oogziekten; 6. On
reinheid en ziekten daardoor ontstaan; 7.
Kleeding; 8. Voeding; 9. Zeden, gewoonten,
godsdienst; 10. Mededeelingen van bestuurs
ambtenaren.
Over de Inlandsche vrouw en haar huwelijk
is schrijver zeer uitvoerig. Dat het huwelijk,
zooals dit onder vele Inlandsche stammen
voorkomt, niet tot rasverbetering kan mede
werken, is ons bekend. Waar de bruid gekocht
wordt tegen hoogen prijs, is het, volgens
den schrijver, allerminst gewoonte, deze
duur gekochte waar, ook in eere te houden.
Slechte verzorging der vrouw, haar overspel
oogluikend toelaten wegens de daaraan
verbonden finantieele voordeden, zijn geen
uitzonderingen.
MHUiiimiiiiiMmitmiiiiiMiitimiiitiM
lUMIIIIIIIIIIlllll
iiimniiiiiitii! nu iiiiiimmi
De bruidschat is meermalen oorzaak,
dat vele huwelijken worden uitgesteld of
iemand tot overspel overgaat met ander
mans vrouwen, zoo men zelf geen vrouw
kan koopen.
Op Java bestaat liet gebruik, dat de ouders
meisjes dwingen een huwelijk aan te gaan,
dat zij zelf niet wenschen. Overspel en echt
scheiding zijn de natuurlijke gevolgen.
Zeer waardeerend is de schrijver over den
gunstigen invloed welke hoogstaande
Europeesche vrouwen hebben op haar omgeving
in Indië.
Belangrijk is hetgeen de schrijver zegt
over kindersterfte. Deze is natuurlijk zeer
groot, maar de schrijver laat na, om vol
doende naar voren te brengen, dat op Java
een enorme aanwas van bevolking is, sedert
ongeveer 100 jaar, ja, deze bijna tienmaal
zoo groot is geworden en ware er geen groote
kindersterfte, dan zou Java's bodem geen
levensonderhoud kunnen verschaffen aan
de bewoners van dit rijke eiland, tenzij ook
de Javaan zijn aantal kinderen beperkte.
Van de Buiten-Bezittingen geldt dit natuur
lijk niet daar is zooveel plaats voor men
schen en de gezondheidstoestand zóslecht,
dat hier en daar de bevolking achteruitgaat
in aantal.
Uitvoerig staat de schrijver stil bij de
onreinheid der Indonesiërs en de daaruit
voortvloeiende gevolgen.
Itllllllllllllllllllllllllllllll IIIHIiiiiiiiiii illlirurlll Illltll
TH.FSMEHvOMM
Hofleverancier - Amsterdam
Willemsparkweg 9.
Tel. No. 1793 Zuid.
KOUDE EN WARME SCHOTELS
iiitiiiiiiiiiiiiiilliiilliiiiMiniiiiinmiimii
pj KONINKLIJKE VLAAMSCHE SCHOUWBURG
De vertraagde film, door Herman
Teirltack.
Wanneer Querido zich nog eens iaat vinden
de dichterlijk geïdealizeerde, maar in dit
miniatuur bestek treffend complete en zuivere
schrijvers-portretten, die hij aan Het Leven"
afstond, in een bundel te herdrukken, zal
het nageslacht desniettemin de pagina aan
Herman Teirlinck gewijd, gelijk een rebus
bezien. Zooveel hoofden, zoovee! staarten....
Waaris de mensch. Wie was hij?En ik vermoed
dat het juist deze volmaakte onberekenbaar
heid is, die ons in den gladden schrijver van
het glibberig horen aapje" in het bijzonder
boeit; op den duur meer dan de gulle open
lijkheid, welke niets te r?den laat, van den
ras-echten Vlaamschen broeder. Om Teirlinck
is altijd geheim, is altijd verwachting, is
altijd spel". Was het niet een lever de rideau
op zichzelf, een sprookje a la Molnnr, deze
litterator, als de duvel in zijn doosje, gezeten
naast den jongen Kroonprins in koninklijke
loge bij de première van zijn Vertraagde
film?" Geflankeerd door een halve maan van
hooge Beulemanzen, die hun neus optrekken
voor de Vlaomschke taol? Wie doet hem ook
dezen luchtsprong na? En wie doet het met
zooveel gratie?
Ik verbeeld mij voorts, dat deze
Vlaamschschrijvende Franschman, naar zijn
inte!lectueelen aard, nog wél zooveel bij Noord
als bij Zuid-Nederland behoort, en waar de
beste auteurs ten onzent zich niet met
hettooneel inlaten en kortelings een Vlaamsen werk
van beteekenis (Le Cocu magnifique) aan onze
taal is ontgaan, was er alle reden tot belang
stelling en hoopvolle verwachting bij deze
Nederlandsche verrassing aan gene zijde van
den Moerdijk.Hoop, die, laat ik het er dadelijk
bijvoegen, slechts voor een deel een onder
deel in vervulling is gegaan.
De vertraagde film, een gedanst, gezongen
en gesproken drama", bestaat eigenlijk uit
een vór- en een naspel, waartusschen, als
pièce de résistance, een allegorisch défilèvan
herinneringen en ervaringen, van de gewaar
wordingen welke aan den stervenden geest
voorbij tuimelen, in de minuut, die verstrijkt
tusschen leven en dood. In deze middelmoot
vinden we den geheelen Teirlinck, mijnheer
Serjanszoon zoowel als den schrijver van
De wonderbare Wereld," en het v/as ook
aan de decoratieve zorgen, aan dit bedrijf
besteed, kenbaar, dat hij zelf wel gemeend
moet hebben zijn beste krachten daarin te
hebben gelegd. Mij kwam dit nu juist anders
om voor. Wat Teirlinck in dit drama" te
zeggen had, en de wijze waarop hij dit deed,
vond ik nogal oppervlakkig en voor zijn fan
tasie weinig oorspronkelijk; het eigene, de
pittigheid, het wrange, het ijzige soms, waar
op wij van onzen kant gespitst zijn, bracht
het bijwerk. Het was te verwachten, dat de
Europeesche invloeden, niettegenstaande de
afgeslotenheid van zijn land, in de laatste
jaren dezen cosmopolitischen geest niet on
beroerd gelaten zouden hebben, diep op hem
ingewerkt hebben zij, naar dit fragment te
oordeelen, echter niet. Een exposévan
Skandinavische gevoelens en gedachten, welke
in het droomspel van het gallisch vernuft
dreven als onverwerkte brokken en tot geen
vast-omlijnde overtuiging wilden stijgen.
Men kan er den schrijvers van dezen revolu
tionairen tijd geen verwijt van maken, dat ze
het ver zoeken.... !n hun ijver iets nieuws
te brengen, een schijnbare bewogenheid
te stellen tegenover het draai-succès van de
bioscoop, beginnen zij met den buitenspori
ge n vorm en wringen daar een zekeren, naar
stig verzonnen en maar half gerijpten inhoud
in, en vergeten daarbij dat de moderne mees
ters, aan wie zij hun procédéontleenden,
slechts tot deze buitensporige vormen kwa
men, omdat het bijzondere, heftig bewogene,
dat zij op het hart hadden, in den ouden,
classieken vorm onvoldoende speelruimte
vond; dat al deze machinaties en compli
caties nooddeiiren waren voor een wijde,
machtige verbeelding, voor een last, dien de,
door de raderen van het moderne leven ge
grepen dichter op geen eenvoudiger wijze af
te wentelen wist. Voor dit misverstand be
taalt op dit oogenblik heel Europa, met uit
zondering misschien van Crommelinck en den
jongen Jean Sarment, en met inbegrip van
Herman Teirlinck, tol. En hoewel zij het paard
achter den wagen spannen, waardeeren wij
in hun gebaar, dat de breede contouren van het
waarachtig modern drama poogt tejomspannen,
den moedigen wil, en zijn wij hun erkentelijk,
dat zij onze bevattelijkheid, onzen eerbied voor
dit grootere versterken. Naast den begaafden
Teirlinck met zijn niet dieper dan een gemengd
bericht ontroerenden doodendans, rijst de
reuzegestalte van August Strindberg met zijn,
in weerwil onzer tegenspartelingen, als de
diepste waarheid aangrijpende, op de gevoelige
plaat van een, den transigeerenden mensch
beangstigend vast idealisme geprente film.
De grondgedachte van Teirlinck's werk is
deze: dat de Vrouw, die alles van het leven
gehad en volbracht heeft, ouders, man en
kind, te allen tijde gereed, blijmoedig bereid
staat voor den Dood, terwijl de Man, welke het
zwaartepunt van zijn leven vindt in zijn werk
hoe onbeteekenend dit ook zij in zijn
rnannelijken eerzucht en de gemakken vaneen
achtenswaardig familieverband, dit groote,
verlossende gevoel van geleefd en bemind"
te hebben, niet aldus kent; met gevolg dat de
goede Dood voor hem al zijn verschrikking
van ontijdigen afmaaier eener reeks van kleine
illusies en voldoeningen behoudt. Het vol
strekte dus, dat de eeuwigheid in zich draagt,
datgene, waarnaar de vrouw instinctmatig
streeft, dat zij soms bereikt en altijd erkent,
tegenover het betrekkelijke in den man, dat
immer onvoltooid blijft en hem tot een ruste
loos zoeker maakt tot in den dood. In dit
geval is hel een ongehuwd paar meteen klein
kind, dat de moeilijkheden van een leven be
zijden den maatschappelijke!! gebaanden weg
niet langer dragen kan en, op initiatief der
Vrouw, voor wie de koele dood met al wat
haar lief is, de laatste zaligheid inhoudt,
besluit er een moedig einde aan te maken.
Het spel wordt geopend door den lantaarn
opsteker, die het is Driekoningenavond
de lantaarn op komt steken bij den
hesneeuwden steiger, waaronder we de donkere
gracht gevoelen. Tegen den zwarten achter
grond niets dan de lage witte borstwering.
emaskerden, in het costuum der drie Ko
ningen, Zot Lowietje.een willekeiirigVlaatnsch
figuurtje, het Wüokswijf, duwend haar kar
rnet alikruiken, politie-agenten en een lu
guber, al maar in danspas wiegelend
Apachenpaar, de vrouw verslaafd aan den kerel, welke
haar van wellust het mes op de keel zet,
stoffeeren den voorgrond. Een prachtig tooneel,
HERMAN TEIRLINCK
half Breughel, half Daumier; met de pri
mitiefste middelen weet Teirlinck atmosfeer
te scheppen; evenals LugnéPoe, heeft hij
eigenlijk geen decorateur noodig. Dan sluipt
langs den wallekant de Vrouw met iiaar kind
in de armen en blikt naar omlaag in het don
kere water. Hoewel de verschijning niet
anders dan melo-dramatisch genoemd mag
worden, was toch dit stille spel, zwart in de
sneeuw eti het guK- licht van die ne lantaarn,
kerniisgejoel achter de schermen, armzalige
zotternij op den voorgrond, aangrijpend,
vooral ook door de ontroerende plastiek van
Re^ie Verschuren. Besloten wacht zij daar den
Mr"!, die al dadelijk minder geestdriftig
blijkt. Hij heeft veel aan te merken op het
water daar beneden. Maar de Vrouw zegt:
het is gewoon water," en haar liefde vraagt
hem hun beider handen aaneen te binden
opdat daar ook uiterlijk een schakel zal zijn.
Haar kloeke wil overwint.
In het tweede bedrijf zien wij de drenkelin
gen, langs den steiger afgedaald, aankomen in
een fraai droom-aquarium, op de manier va:'
Svend Gade. Tusschen de gestyleerde visschen
en barokke watergewassen treeclt hen
daarallereerst het Geheugen," in de gedaante van een
blonde juffer tegen, gevolgd door een dwerg,
welke de Waarheid" verbeeldt, en met haar
hulp ijlt thans, in vertraagd tempo, hun leven,
een reeks korte visioenen, vanaf de eerste
communie tot aan dezen laatsten stond, aan
hun geestesoog voorbij. Onder op den bodem
wacht hen de Dood, die zich orator
didacticus beklaagt, dat de menschen hem, den
middeleeuwschen bevrijder, tot een schrik
beeld hebben gemaakt. Vier draken: Pest,
Oorlog, Honger en Zonde een al te banaal
nllegorietje vooreen verfijnd schrijver staan
hem ter zijde. Als het erop aankomt gebeurt,
wat te voorzien was, de Man wil zich losruk
ken. ... en in deze worsteling der elementaire
mannelijke en vrouwelijke krachten, ontglipt
de Vrouw het kind. ...
Heeft Teirlinck willen zeggen, dat in laatste
instantie de Moeder toch aflaat voor de Vrouw?
Het was moeilijk enkel op 't gehoor, en waar
het bijwerk de hoofdlijn zoozeer vertroebelde,
alle bedoelingen van den schrijver te volgen.
Klaarblijkelijk is zijn liefde, zijn helderst mee
gevoel voor de Vrouw geweest. Ten opzichte
van den Man, die nu eenmaal in de Liefde
geen held is, wist hij geen enkele verzachtende
omstandigheid aan te voeren. Rechtaf tot
een lafaard maakte hij hem. Dezelfde kleine
partijdigheid vinden wij, in omgekeerde rich
ting, ook bij denNoord-Nederlancischen
Strindhergleerling, MarceHus Emants, schoon deze
beter psycholoog is tlan Teirlinck. Zij is altijd
een bewijs van zwakte, en de schimp mist ook
hier de verhevenheid van den haat. Dit
geheele bedrijf leek mij de vondst gewaar
deerd -- een mislukking, waartoe ook de
onnoodig opgesmukte monteering het hare
bijdroeg. In verhouding tot het primitief
voorspel zou een groenig doorschemerde
ruimte voldoende zijn geweest.
In het naspel, decor ais in I, stijgt het
werk weer aanmerkelijk. Hier vloeiden op
eenmaal realiteit en symbool samen tot de
navrante tragiek van het groteske. De dren
kelingen worden opgehaald en voor dood in de
sneeuw gelegd. Het apachenpaar komt en
berooft de lijken, de vrouw van haar ring, de
man van zijn horloge, elk van het dierbaarst
bezit. Zij waren echter slechts bewusteloosen
komen langzaam en verwonderd bij. Heel mooi
is dat. Zij herkennen elkander nauwelijks.
Voor den Man heeft de episode" haar ge
lukkig einde gevonden, hij verheugt zich tot
het leven, tot zijn fabriekje" en zijn familie
terug te kunnen keeren als ware er niets ge
schied. De Vrouw blijkt met het kind",
datgene ontvallen wat haar het innigst aan
den Man verbond. Zij ziet hem thans gelijk hij
is.... buiten den lichtkrans harer illusie.
Ik dacht, dat ge de zon waart, maar ge waart
mijnheer zoo-en-zoo", zegt ze. De Vrouw gaat
naar rechts, zij loopt gebogen, want haar
jeugd is afgesloten. De Man richt zich op en
knoopt zijn jas dicht met alreeds weder een
begin van mannelijke vastberadenheid en
ridderüjken zwier. Hij zegt: Vervelend, ze
hebben me mijn horloge ontstolen".
Dan komen de vistenavond-gekken,
zatgeclronken, het dansend paar, ongerust waar
de lijken gebleven zijn, de politie.... en
ten slott'e weer de lantaarnopsteker met zijn
ladder, die de lantaarn uitdraait. Het
nachtgejoe! versterft in de verte, de bleeke nieuwe
dag breekt aan.
Hoe verder het werk in mijn herinnering
terugwijkt, des te meer goeds ontdek ik erin.
Zoo heterogeen als het is, en in weerwil der
overwegende gebreken, zou het een
sterkerin-de-hand-gehouden vertooning dan die het
Vlaamsen toonee! van Brussel ervan geeft,
wettigen. Over deze, in haar land en in haar
soort verdienstelijke opvoering, wil ik ove
rigens niet oordeelen. Het Vlaamsen tooneel
staat nog op het standpunt van het tooneel
in Nederland twintig jaar geleden, en hier
was wel alle gelegenheid voor een wedstrijd in
stijlen. Het Wüokswijf met haar kar mocht
ongestraft een komediestuk spelen op zichzelf,
en de rhetoriek, die Teirlinck's vaak zoo schoon
bloeiende taal ontsiert, bleef niet onopgemerkt.
Daar staat tegenover, dat onder deze zuide
lijke spelers ongebreideld natuiirtalent steekt,
temperament, dat zich voornamelijk mimisch
-- de dictie is in onze ooren louter pathos
doet waardeeren. Zooals het Paar" daar
beneden in het water aan de eerste halte
stond, de Vrouw, koninklijk schoon, met het
Wnd aan haar hart, de Man, stel u voor in
een demic-saison, en dat was geen zweem
lOcent
1O cent
Sumatra CBUITCNOiWOOH) Sigaar
iiiiiiiiiiiiiimiiuiiiiuiimiiiimtiii iiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiii
GOEDKOOP WOHEH
gtm. HEEMSTEDE, bultin di
annixitiiplannenBouwtop Leeuw en Hooft" d/d Haarlem
merhout gemeente Heemstede Lage belasting,
billijke prijzen. Watersport ; uitstekenoonder
wijs ; Centrum van 't land, onder den rook
van Amsterdam. Vraagt geill. brochure, die
gratis wordt toegezonden.
Bouwtirramtn LEEUW ft HOOFT",
Halte Blauw»Brug. Talafaao OOM.
iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiJimiiiiiimiim
SMIT&Co., Tailleurs
P.CJOOFTSTRAAT66.Enoe!scliBStoffen
Over de slechte voeding van den Javaan
geeft de schrijver een belangrijke bijdrage.
Zoo werden op den openbaren weg te
Soerabaya bewusteloos of dood gevonden:
op 13 Maait 1921 zeven personen; op 15
Maart n; op 16 Maart twee; op 19 Maart
n; op 25 Maart drie; .op 30 Maart drie;
op 31 Maart twee en op l April vier personen.
In Semarang stierven tusschen 2 en 29
Januari 1920 581 menschen. waarvan 31
door verhongering.
Van 30 Januari 26 Februari stierven
te Semarang 684 menschen waarvan 56 door
verhongering of uitputting. Daarbij komt
nog een aantal personen, wier doodsoorzaak
onbekend is gebleven, en welke mogelijk
eveneens door slechte voeding stierven.
Dat de oogst en de welvaart een groote
factor zijn voor de volksgezondheid spreekt
vanzelf. Zoodra de rijstoogst beter is, gaat
de economische toestand vooruit en de
ziekten en sterfgevallen wegens ondervoeding;
verminderen.
Aan het slot der hoofdstukken zijn uitge
breide opgaven van litteratuur geplaatst
welke voor hen, die een onderdeel willen
bestudeeren zeker van groote waarde zijn.
Het streven van den schrijver heeft in
Nederland en Indié' groote waardeering
gevonden; doch n opmerking houde hij
ons ten goede: de schrijver geeft langzamer
hand te veel.
Niet elk briefje van een controleur of
arts in Indië is van belang om te worden
gepubliceerd. De schrijver treedt te veel
in herhaling en door overmaat van materiaal
wordt de hoofdzaak soms onduidelijk. Ge
lukkig vinden wij achter dit deel (dat met
deel III bijna 700 pagina's beslaat) registers,
die het den lezer gemakkelijker maken in
dit rijke materiaal een weg te vinden.
MR. h. J. BOELEN.
belachelijk ! met de roode roos, die zij hem
plukte op deze vreemde laatste reis, en tus
schen hun handen het koord, de keten waar
aan onderweg bloemen ontloken, vormden zij
een groep, verwonderlijk indrukwekkend,
gelijk Adnm en Eva in den Jardindu
Luxembourg. Een Groot-Nederlandsch tooneelwerk,
waarmede ik, met voorbehoud, den schrijver,
toch gaarne gelukwensch.
Het Wiener Burgtheater.
De Weeners behoeven geen aanbeveling,
maar ik wil de kroniek van deze week toch
niet sluiten zonder een warm woord aan hun
adres. In een weekblad, waarin zooveel
belangen samentreffen, verschijnt onze hulde
vaak als de mosterd na den maaltijd, en
eer ik het in deze kolommen tot de officié'ele
rekening en verantwoording hunner daden en
gaven heb gebracht, zijn die liebcn Leute,
vrees ik, alweer over onze grenzen.
Tooneelspel van dit gehalte, samenspel van werkelijk
groote tooneelkunstenaars, is zeldzaam, en
wanneer wij dit in eigen iand mogen ge
nieten, kunnen we daar niet te erkentelijk
voor zijn. Wat ik erbij wilde aanteekenen is
dit: de meesten onzer zullen uit de beide
geboden voorstellingen: ,,Der Schwan" en
,,Hochzeitstage", vermoedelijk Der Schwan"
kiezen, alleen al om deze reden, dat het, uit
het Fransch vertaalde werk van Oiraldy, als
ook de auteur, hier vrijwel onbekend, en
derhalve onbemind, gebleven zijn. Moln;'ir
is bovendien moderner en fijner toegespitst.
Maar dit tooneelspel van den Franschman
uit een oudere school, bleek, in de vertol
king der Weeners, en in zijn soort, een kost
bare vondst. Un conte simple. Durenty kwam
ons in de gedachten, Guy de Maupassant,
Marcel Prévost's te weinig bekende dialogen.
Alledaagser! familie-Ie ven, ouders en kinderen,
en de kloof, de ondempbare, tusschen het
oudere geslacht en het jongere, waarin de
teederste gevoelens te loor gaan. Omdat
de wreede natuur, die geeft om te nemen,
het zoo wil. Het kleene treedt op 't kleed,
de groote trêen op 't hart". En hoc waar
maakt Giraldy een paar mindere
waarschijnlijkhec'e i, een wel eens wat gemakkelijk
theatraal effect, niet geteld deze jonge
inhaligheid, het smartelijk aflaten van den
ouderdom, dit gedachteloos maar-raak trap
pen, en eindelijk gelaten aanvaarden.... Innig
menschelijk spelen de Weeners het, eenvou
dig en diep, een enkele chargeert soms even
en het tempo kon sneller, maat we nemen het
al voor lief om het innerlijk licht, dat dit
spelvol-leven doortintelt. Een Fransch ensemble
zou het ongetwijfeld meer gestyleerd spelen,
evenwichtiger, gladder, lichter, maar even
waarschijnlijk met minder gemoed. Hier
ontroerden allen. Boven allen: Helene
Bleibtreu, als de Moeder van het bruidspaar,
vrouw van classieke allure, diep aandoenlijk
ook in het kleine, in de intimiteit, de be
nauwdheid van een zichzelve opgelegd
martelaarschap. Onvergetelijk, behoorei.d tot
het mooiste wat tooneelkunst vermag, was
in het laatste bedrijf?ik kom op stuken
vertooning nader terug het gesprek
tusschen haar en de kinderlooze vrkndin
(Marie Meier), waarin deze de moeder doet
beseffen hoe rijk zij, die haar man door den
dood, haar kinderen door het leven verloor,
nochtans bleef. Twee groote kunstenaressen !
Hochzeitstage" wordt Zaterdagmiddag a. s.
te Amsterdam in den Stadsschouwburg opge
voerd. Het zou mij spijten wanneer er een
plaats onbezet bleef.
TOP NA E FF